Nieuws. Uitvoering van dit stelsel kan internatio naal nooit bezwaren met zich ^medebrengen. Dat het contact met den Minister verloren is gegaan wordt betreurd; misschien heeft in opgewonden tijden een A.V.R.O. vriend wel een» het woord gevoerd of het woord geschreven en is daarbij een enkele maal gegaan tot voorbij een punt, waarvoor beter halt ware gehouden, nimmer hebben wij echter de bedoeling gehad den Minister van Waterstaat persoonlijk te grieven en indien dat geburt is, zullen wij ons niet schamen om datgene te doen, wat in zulke omstandigheden van fatsoenlijke menschen kan worden gevorderd. Dat van de zijde van één omroepvereeni- ging, de socialistische, tegen de A.V.R.O. een toon wordt aangeslagen, die bij de meest lankmoedige bestuurders van een groote vereeniging verbittering zou wekken, mag niet worden voorbijgezien. Trouwens deze omroepvereeniging veroorlooft zich tegen de Regeering en de door haar ingestelde wettelijke organen veel te zeggen en te schrijven op een manier, die veel en veel erger is dan wij ooit in zeer opgewonden tijden hebben geuit door een enkeling. „Doch wat aan Jupiter veroorloofd is, is blijkbaar nog niet geoorloofd aan anderen."' Uitvoerig stond spr. stil bij de kwestie van het royement van Mr. J. H. van Doorne. De opstand van deze ging in tegen de meest elementaire Vereenigingstucht. Wanneer men iets op "t hart heeft tegen de A.V.R.O. tegen het beleid van het Bestuur, van de Directie of tegen wat ook, de vereeniging betreffend, dan mag dat niet alleen dikwijls uitvoerig in ons midden worden gezegd, maar dan eischen wij dit. Doch de meest elementaire Vereenigingstucht eischt ook, dat men geen andere plaats voor het uiten van zijn grieven kiest, dan de wettige orga nen van de vereeniging: het Dagelijksch Bestuur en 't Algemeen Bestuur, zoo noo- dig de Algemeene Vergadering. Een rebelsche opstand tegen die tucht, zooals door Mr. van Doorne is gepleegd door in vóór-vergaderingen onverantwoor delijke buitenstaanders gelegenheid te ge ven onrust en verdeeldheid te zaaien onder de onzen, kan slechts op de meest krachtige wijze na levering van verpletterende bewij zen van schuld, den kop worden ingedrukt. In December 1930 heeft de heer van Door ne uit de afwijzing van zijn denkbeelden door het Dagelijksch Bestuur en door het Algemeen Bestuur de conclusie getrokken, niet, dat hij het wel eens bij het verkeerde eind kon hebben, maar dat hij zich als eeni- ge wijze bevond temidden van 20 dwazen. Wel eenige zelfoverschatting. Hoogst betreurenswaardig vindt spr. het, dat de heer van Doorne zijn poging om het wettige Bestuur van de A.V.R.O. van haar Zetel te wippen, heeft laten steunen op een fel persoonlijken aanval op den heer Vogt. Zelfs handelingen, die ons in die da gen het woord „chantage" naar de lippen brachten, zijn niet geschuwd. Nadat spr. nog de „Radio-censuur" de revue heeft laten passeeren en de opmerking heeft gemaakt, dat de A.V.R.O. naar den smaak van het Nederlandsche Volk het best vertrouwd zou kunnen worden met de ver zorging van den Algemeene» Omroep), doet hij ten slotte een hernieuwd beroep op den steun der leden en eindigt met de leuze: „een eigen zender, arbeidende gedurende de geheele week!" Nadat de notulen van de vorige Algemee ne Vergadering, nadat een uittreksel daar uit door den Algemeenen Secretaris, den heer F. P. A. van Gheel Gildemeester is voorgelezen, zijn goedgekeurd» en het rap port van de Controlecommissie over het boekjaar 1929 is medegedeeld, komt het woord aan den heer W. Vogt, Directeur van het Omroep-bedrijf. Deze deelt mede, dat in 1930 niet minder dan f 400.000 is over gehouden. Het aantal luistervinken steeg tot 141.745, die tezamen bijeenbrachten f 770.207.65. Ook deze spr. ging uitvoerig na de gevolgen van het Zendtijdbesluit in den lande. Op de hem eigen wijze door het maken van vergelijkingen. Hij toonde de le den een uitzicht door 3 verschillende ven sters, die tegenover elkander waren gele gen. Door een der vensters zag men een landschap zonder afscheiding tusschen de volksgroepen., maar om dat te bereiken, zou heel wat strijd en ontbering kosten. Door het tweede venster werd een landschap ge toond met een maatschappij, gesplitst en gedeeld door staatkundige en godsdienstige levensbeschouwingen en wereldbeschouwin gen, door den Minister van Waterstaat „Denkrichtingen" genaamd. Daa|rbij Jcaji men echter hooghartig beweren: „Wij we ten drommels goed, wat er in Uw groep leeft, vertrouwt gij nu maar op ons, dat wij de uitingen van Uw groep niet achter zul len stellen, bij die van andere groepen", doch men kan ook opmerken: „wanneer Gij onze algemeenheid ontkent, hept gij dan mede om die algemeenheid onaantast baar te maken." De A.V.R.O. zal om harerzijds mede te werken tot meer bevredigende toestanden ongetwijfeld bereid zijn de tot standko- ming van een figuur te aanvaarden, die mede-bepalingsrecht zou hebben op de sa menstelling der A.V.R.O. programma's, al thans indien dat weglaten van zulk een fi guur een beletsel zou kunnen vormen -om- de universeele aanvaarding van de A.V.R.O. als Algemeen Omroepvereeniging. Dat be ginsel, behoorlijk uitgewerkt, zou de A.V. R.O. kunnen aanvaarden, doch slechts op initiatief van de werkelijk-aanzienlijke re- precentante van de Nederlandsche Denk richtingen, wier mandaat door die richtin gen moet worden erkend. Ook het royement van Doorne werd door dezen spr. gereleveerd. Volgens zijne mee ning zal het zelden zijn voorgekomen, dat een Raadsman de vruchten van zijn advie zen, 4 jaar later, om poogt te smeden tot beschuldigingen van zijn vroegeren cliënt. Een cliënt, die omdat hij vertrouwen in zijn raadsman stelde, diens raad opvolgde. Het duivelsche in den aanval was gelegen in de omstandigheid, dat de sluwe leider van de operatie der muiters éénmaal was geweest: Onze raadsman in juridische en notariecle zaken uit den A.N.R.O.-tijd. Dat de beschul diger in de „Gcldrlander"1 4 jaar later dus optrad, is buitengewoon verwonderlijk en de schrijver van die artikelen klaagde zich aldus doende zelf aan in mijn persoon, zoo sprak de heer Vogt. Na een vergelijking met den grooten Raadspensionaris Johan van Oldenbarne- vcldt en cenc met Vondel's beroemd treur spel „Palamedes", constateert spr. dat op den beschuldigersbank zaten personen, die hem vroeger vriendschap en steun geschon ken hadden en die nu hun best doen om leugens en laster over zijn daden op te dis- schen; alleen uit wraak over zijn weigering nm hun inzicht over de A.V.R.O.-zaken meer waarde toe te kennen dan dat van hem. Persoonlijke ijdelheid, die gewond was door spr.'s weerspannigheid om het A.V. R.O.-gezag in handen te spelen van mijn be schuldigers, wilden zij heel en, door de vol doening van het gezicht op één in scherven gevallen A.V.R.O. Doch zij vergisten zich in de kracht van hun mokers. Want omdat het leugens waren, sloegen zij met de kracht van een veeren bed. Van de zaak-van Doorne afstappend, deelde spr. mede, dat in anderhalve maand vóór het 2e halfjaar 1931 reeds f 135.000. aan bijdragen werd gestort. Hij eindigde met een klemmend beroep op alle aanwezi gen en verdere leden om te blijven gelooven in de zuiverheid der oogmerken van de A.V.R.O. en in het verstand en in de toewij ding van haar leiders. Door vertrouwen en gerechtvaardigde hoop is de A.V.R.O on overwinnelijk. Nadat de heer J. H. Textor, accountant uit Overveen, tot lid der commissie tot het nazien van de rekening en verantwoording over 1930 is benoemd, komt de begrooting voor 1931 aan de orde, die de penningmees ter, de heer G. de Clercq, toelicht. Hieruit blijkt, dat het kapitaal der A.V. R.O. begroot wordt te stijgen in 1931 met f 2UU.U00. De luistervinken-bijdragen wor den begroot op f 580.000, de netto baten ex ploitatie „Radiobode" op f 450.000, terwijl voor programmakosten f 600.000 wordt uit getrokken en voor onkosten en propaganda f 275.000. In 3 bedrijfsjaren werd overgehouden en dus op zij gelegd f 1.002.282.30. Het be- groote overschot voor 1930 ad f 200.000 bleek geworden te zijn f 400 000. De penningmeester toonde aan de verga dering de gezegelde verklaring van de Ne derlandsche Bank, waaruit bleek, dat de A.V.R.O. in haar kluizen inderdaad aan so lide effecten voor f 846.581.88 had liggen, wat gevoegd bij het saldo van kas en kas sier ad f 360.168.62 en na aftrek Van de schulden en bijvoeging van andere baten het kapitaal van ruim f 1.000.000 vormde. En de penningmeester, de heer G. de Clercq, zwaaide verheugd met het gezegelde pa pier: „geen fictie, geen woorden, hier is het millioen!" Sinds 31 December 1930 tot op heden is het belegde kapitaal inmiddels nog gestegen tot f 1.150.000. De begrooting voor 1931 sluit met een to taal cijfer van f 1.075.000. Eind Juli 1931 was het saldo-overschot, dat voor 1931 ge raamd was op f 200.000 reeds overschreden, wat dus het volste vertrouwen voor de toe komst gaf. Rekening en verantwoording en begroo ting werden hierna vastgesteld. De voorzitter stelde hierop voor tot waar nemend voorzitter voorloopig te benoemen den penningmeester, den heer G. de Clercq, daar zijn werkzaamheden als secretaris van het Koninklijk Nederlandsch Landbouw- Comité het in dezen voor den Landbouw zoo critieken tijd, niet toelaten den noodi- gen tijd aan de A.V.R.O. tegeven Spr. zal echter lid van het Dagelijksch Bestuur blij ven. Onder dankzegging en hulde voor het door den aftredenden voorzitter verrichte, vereenigt zich de vergadering met het voor stel. Hierna kwam de zaak over het royement van Mr. J. H. van Doorne aan de orde, waarbij de voorzitter mededeelde, dat de ge royeerde gebruik had gemaakt van zijn sta tutair recht om beroep te doen op de Alge meene Vergadering. De heer van Doorne had echter medegedeeld wegens ongesteld heid, bestaande uit een ernstige zenuw- schokking, niet in staat te zijn persoonlijk zijn belangen ter vergadering te verdedigen, iets wat hem trouwens ook uitdrukkelijk door zijn huisdokter was verboden. Hij ver zocht zijn belangen te mogen doen verdedi- den door Mr. van Woelderen, advocaat te Utrecht, waarin de vergadering toestemde. Mr. van Woelderen meende, dat de ver gadering, waarin tot royement was besloten, niet rechtsgeldig bijeen was geroepen. De commissie-de Visser heeft de zaak van het royement ook in het geheel niet onder zocht; dat royement heeft ook met de an dere zaken niets uitstaande. De vergadering was feitelijk ook onbevoegd thans de zaak tc behandelen, daar zij de stukken niet ken de en nu geen getuigen kon hooren. Daar om stelde pleiter voor, de zaak in handen te geven van een Eereraad, die bereids door den heer van Doorne op zijn eigen houtje was ingesteld, en die dan wel met nog 2 A.V.R.O.-leden worden uitgebreid. Deze toe te voegen A.V.R.O.-leden wees pleiter reeds met naam en toenaam aan en zelfs indien de AV.R.O. tot een dergelijke aan vulling van een niet door haar benoemde commissie zou zijn overgegaan, zouden de niet-A.V.R.O.-leden in die eereraad per slot van rekening toch nog de minderheid vor men. Deze door den heer van Doorne zonder vrije keuze der Algemeene Vergadering saamgevlochten eereraad zou dan het roye ment nog eens uitvoerig moeten onderzoe ken en een conclusie trekken! Namens het Bestuur verdedigde het Bestuurslid Mr. J. Adriaanse, consul der A. V. Rl O. in de provincie Zeeland, het royement. De vergadering, waarin het royement was besloten was wèl geldig geconvoceerd en daarenboven had het Al gemeen Bestuur daarna nog eens in een behoorlijk bijeengeroepen vergadering het royement van het Dagelijksch Bestuur be krachtigd. In het rapport de Visser is wel degelijk de geheele zaak, waarom het gaat, behandeld. Nogmaals daarover praten acht spr. geheel overbodig en een Eereraad. zooals Mr. van Woelderen vraagt, is na tuurlijk absurd. Deze vergadering is wel deeglijk tot oordeelen bevoegd en de fei ten zijn al zoo herhaaldelijk besproken en beschreven, dat iedereen ze precies kent. De rebellie en het onorganisatorisch optreden van Mr. van Doorne, staan vast, de stukken daarover zijn voorhanden en liegen niet. Ook zijn vele schriftelijke ge tuigenverklaringen aanwez'g. Uitvoerig gaat spr. in op hét gebeurde en toont het ontoelaatbare daarvan in een geordende vereeniging aan. Mr. van Woelderen mag nu het gros der beschuldigingen gerust fantasie noemen, de stukken spreken voor zich. De brief, die Mr. van Doorne heeft geschreven en waarin bij elks rol van de samenzweerders vast lag en omschreef, wat er moest gebeuren en wat elk moest doen, is aanwezig en leest spr. voor. Voorzitter, secretaris en penningmees ter moesten verdwijnen, Vogt moest ge muilkorfd. en andere met name genorf.nde bestuursleden moesten op de opengekomen zetels plaats nemen. Een sterke man, een groot—Nederlander moest de leiding ne men, diens naam zou later worden mede gedeeld! Is dat allemaal phantasie, vraagt spr. met de brtef voor zich? Uitvoerig gaat spr. nog op andere fei ten in, doch als een paal boven water staat vast: le. dat het lid van het Hoofdbestuur, Mr. J. H. van Doorne, zonder mede weten van zijn medebestuursleden een vóór-vergadering heeft belegd ten zij nen kantore te Utrecht, waartoe en kele bestuursleden zijn uitgenoodigd naast andere buitenstaanders en in welke vóór—vergadering een voorstel is behandeld tot omverwerping van het Bestuur. 2e. dat Mr. van Doorne naar den Minis ter van Waterstaat is gegaan zonder opdracht en medeweten van het Be stuur en dat hij herhaaldelijk perti nent heeft geweigerd mede te deelen, wat hij daar moest doen en wat hij daar had besproken. Mr. van Doorne heeft zeker de gel eigen heid gehad zich te verdedigen, maar heeft van die gelegenheid geen gebruik willen maken. Alleen het ontoelaatbare onorganisato rische optreden van den heer van Doorne maakt al, dat hij nimmer meer in de ver eeniging thuis hoort. Vol vertrouwen wijst Mr. Adriaanse dus een nadere commissie, als geheel overbo dig, af en stelt onder daverend applaus voor het besluit van het Bestuur tot roye ment te bevestigen. Na een wederwoord van Mr. van Woel deren, die beweerde de stukken, niet te hebben gezien en op behandeling door den genoemden Eereraad bleef aandringen, verkreeg de heer de Graaf, voorzitter van het actie-comité-'s-Gravenhage het woord. Deze spr. achtte deze Algemeene Vergade ring wel degelijk bevoegd, ja, zelfs al» leen bevoegd. Hij vilde van de door den heer van Doorne eenzijdig samengestelde en opgedrongen Eereraad niets weten. De Algemeene A. V. R. O.-vergadering is mon dig genoeg om zelf te beslissen aan de hand van alles, wat zij nu heeft gehoord en bestaat .gerust niet uit ledepoppen, zoo als Mr. van Doorne schrijft. Als menofp dat gekke voorstel van zoo'n reeds be noemde Eereraad zou ingaan, juist dan zou men ledepoppen worden. Is de A.V. R.O. niet meer vrij om een eigenbeslis- te nemen in eigen zaak, zoo roept N spr. uit. Mr. van Dam constateert, dat als we alles weglaten, wat twijfelachtig is of be streden of ontkend wordt, er toch nog meer dan genoeg overblijft, wat bewezen is, vast staat, erkend is of niet behoorlijk- is ontkend. De rebellie en de vóórverga,- dering staan vast, zoo ook de leiddraad- brief van Mr. van Doorne tot opzet der revolutie. Als we al het andere laten loopen, >is het vaststaande al erg genoeg, om het royement te bevestigen. Het gros der beschuldigingen kan gerust onbesproken blijven, als wij ons bepalen tot dat deelt, dat onbetwistbaar vast staat en waarvan de bewijsstukken voorbehouden zijn. Het Bestuur had trouwens ook alleen die onbetwistbare punten naar voren ge bracht en de ontkende en twijfelachtige punten maar in portefeuille gehouden. Op een vraag van een luistervink of aan Mr. van Woelderen die bewuste brief van Mr. van Doorne bekend wa^. antwoordde Mr. v. W. bevestigend, waarop deze luis tervink echter opmerkte, dat hij da»i- het betoog van Mr. v. W., dat er heele- maal geen stukken, die hij heeft gezioh, en tot schuld strekken, ter vergadering aanwezig zijn, wel in een eigenaardig dag licht komt. Trouwens het heele fabeltje over het niet in de gelegenheid geweest zijn om van de beschuldiging kennis te nemen, ging kwalijk op. Mr. van Woelderen was ter vergadering en aldaar plaatsvervanger van Mr. van Doorne. Ook nu ter vergade ring was er dus alle gelegenheid de fei ten tegen te spreken en er op in te gaan. Dat deed echter Mr. v. W. niet. Deze wil de niet over de zaak praten en de be schuldigingen ontzenuwen, docheen Eereraad. En zoodoende kwam er wederom van des heeren van Doorne's verdediging niets terecht. Trouwens de bewijzen waren te tal loos en te overstelpend. Alle twijfelpunten in het midden laten de, was het vaststaande, erkende en niet weersprokene meer dan voldoende om een royement te rechtvaardigen om dan over de zeer waarschijnlijke rest nog maar het zwijgen te doen. De stemgerechtigde leden zagen dat ook zoo in. Zij keurden de geheele hou ding van het Bestuur in deze volkomen goed, sancitonneerden alle gepleegde han delingen en bevestigden na een schrifte lijke stemming met 58 stemmen vóór en 0 tegen het uitgesproken royement. Als men nu weet, dat het maximirin aantal stemmen, dat in verband met het aantal luistervinken in de verschillende provin cies, ter vergadering vertegenwoordigd, kan zijn 64 bedraagt, mag men uit deze stemming dus wel een verpletterende ne derlaag van Mr. van Doorne distilleeren. Het kon ook niet anders. De voorzitter, Dr. Molhuysen, merkte nog op, dat men onherroepelijk in deze zaak het laatste woord had gesproken. De A.V.R.O. zal daarop nimmer meer terugkomen, de zaak is thans definitief voor haar afgedaan. Na een korte rondvraag, waarbij de heer Vogt nog mededeelde, dat de bouw van een nieuwe studio in voorbereiding is, werd de vergadering te ruim 1 uur gesloten. OPENING CONGRES De Jonge Gids. Onder praesidium van den heer J. Brandt Corstius uit Utrecht had Donderdagavond te 8 uur de opening plaats ten huize van Mevr. Muyzerberg van het 4- daagsch congres, bezocht door 250 gasten. Spr. roept allen het welkom toe. Het bezoek van het congres getuigt van belangstelling Het spijt spr. dat de Duitsche en Vlaamsche vrienden er niet zijn. De grondgedachte van net congres is de beschouwing der jeugd beweging van heden. Er zal praktisch iets gedaan moeten worden. Hierop verkrijgt Jan de Voogd het woord voor net _e bedrijf van het fragment „Kinderen van dezen tijd" door B. Rol. Holst. Ver volgens spreekt Jan Blom over de jeugdbe weging onder de wereldcrisis. Spr. zegt dat elk zich volkomen bewust moet zijn van de geweldige problemen die de aandacht vra gen. Godsdienst wordt weggevoegd of her boren» het gaat alles naar boven of naar be neden; het is de vraag of de Westersche be schaving zal blijven, of dat er bevrijding zal komen. De tegenstellingen verscherpen, de productie neemt toe, er is 'n teveel om dat er te kort is. In Duitschland moeten de werkloozen gezinnen van 3 Mrkj. per week leven en zijn er directeuren die 70000 Mrk krijgen. Amerika heeft geen afzetgebied. Europa wordt geknecht door de tolunie, de democratie-politiek is weggevaagd, rrankrijk vreest een revanche, in Indië gist het, in het ontredderd Socialisme ontbreekt de stem der massa, de vredesbeweging is machteloos, cultureel leven wordt naar be neden gehaald» er is geen godsdienst meer in het hart, de jongelingsschap is gepakt door fascisme, dancing of bioscoop, er is levensontvluchting en oorlogsbedreiging, welke waarde heeft de Mij. nog voor de jeugd? Daartegenover staat een nieuwe opbouw van religieus socialistisch leven, natuurge neeswijze, betere opvoedkunde, de bewe ging van Kerk en Vrede met haar 3U0 voor gangers die dienstweigering proclameeren, religieus socialistisch leven breekt door bij de katholieken, de angst voor den komenden oorlog houdt elk er van af om er aan te beginnen, de directe actie breekt baan, er is weer levensbeweging en idealisme onder de jeugd, daarom strijd het J.V.A. Maar elk moet zijn taak zien in deze onvoorwaarde lijk gevechten, er moet komen een rationa listische jeugdbeweging. Daartoe moet dit congres mede werken. Nadat door het lid D. Holthuis een paar liederen zeer schoon waren verklankt zong men 't vereenigings- ücd, en werd de kooi opgezocht om kracht te verzamelen voor de 2e Congresdag. De 2e Congreszitting had wederom ten hui ze van Mevr. Muyzenberg plaats evenals de 3e en 4e, waar om 10 uur door de heer Chris Blom .uit Alkmaar uiteen werd gezet „jeugdbeweging en jeugdherberg" en door Leo de Wolf uit Amsterdam .„Trekkersbond en Jeugdherberg. De eerste bepleit dat de jeugdherberg twee kanten heeft, n.1. de ma- terieele en de geestelijke kant. De J.H. moet zijn een opvoedend millieu voor de geheele jeugd» de leiding moet niet autori tair zijn, de herberg-ouders moeten niet boven maar naast de jeugd staan, de in richting moet sober zijn behalve op sanitair gebied, er moet een sfeer van kameraad schap heerschen, geen partij-kwesties mo gen op het tapijt komen en er moet iets in zijn van romantiek, niet van rationalisme. Noodig zijn jeugdherbergen op elke 15 K.M. maar om er 20 te betrekken en in te richten is eisch; dat elk een vacantie krijgt met behoud van loon. De tweede spr. heeft het over de individueele trekkers en dat de leiding daarvan moet worden toevertrouwd aan menschen van dezen tijd, daar de be weging groeit, en zij hun houding daarna moeten bepalen. De geheele jeugd moet achter het werk staan. In de trekkersbond zitten vogels van diverse pluimage, de J.H. moet niet beschouwd worden als een goed koop hotel, de jeugd moet voelen dat de J.H. een taak heeft. Verder moet elk tegen over de C.R. zuiver staan, en moet de jeugdbeweging er bijn zijn als een herberg wordt op- en ingericht. Het moeten zijn herstellingsoorden voor geest en kracht, dan hebben zij een reëele toekomst. Deze beide toespraken werden zakelijk, en in een reine sfeer besproken, o.a. door Duc Thomassen, Jef Last, Rab Limburg, Theo van Driest e.a., zoodat aan het eind van den dag be sloten werd een werkcomité samen te stel len om in overleg met de Controle de uit eengezette plannen te bespreken en uit te zetten. De 3e zitting werd door den heer J. Brandt Corstius ingeleid over jeugbewe- ging en massajeugd en Roode Kinderre publieken. en gaat hij uit van de stelling of het mogelijk is met andere bonden saam te gaan, om iets voor de massajeugd te doen. Allereerst wordt behandeld het Duc rapport en dat ingesteld door het H.B. der A.J.C. dat handelt over de funeste verhou ding der gehuwde vrouw in en buiten de fa brieken en werkpl. Verder wordt gesproken over den langen arbeidstijd, de slechte ka meraadschap, 't druk café bezoek, het vele rooken, bioscoop- en dancing-bezoek, het vele snoepen en vervalschen der loonzak jes. Sprekende over het platte land is de toestand daar al niet veel beter dan in de steden, de dorpsgemeenschap is zoek. Ver der bespreekt de inleider de jeugdzang en zag die gaarne gesteld onder leiding van oudere personen en vraagt daarna het oor deel van het congres. Daar men niet in staat was dit veel omvattend probleem te benaderen werd dit oordeel opgeschort voor en alleer Jef Last en Henk van Wijk» die de zaak aan den zelfden kant hebben gezien, daarover rapport hebben uitge bracht. Na die uiteenzetting werd de hou ding bepaald; daarop werd een flinke wan deling gemaakt en de kooi opgezocht. In de 4e zitting sprak Henk van Wijk over mobilisatie, vóór, tijdens en na den oorlog en betitelde mobilisatie als een pro ces dat zich voltrekt en waarvoor de Regee ring nu at paicit zijn. Spr. laat daarom de waarschuwing hooren „doe het nu." Men moet dc oorlog eerlijk bezien. Als Duitsch land zich voorbereidt staat Nederland daar aan schuldig door zijn industrie. Het Kellog Pact is flauwe nonsens, ieder moet den grond er van kennen, door overproductie waarvoor geen afzetgebied is, en waarvoor nieuwe wegen moeten worden gezocht komt dc oorlog, Spr. geeft als richtslijn aan de S.D.A.P. en het N.Vi- Maar men moet de massa bereiken, individueel dienstweigeren en voorzichtige sabotage plegen. In Kerk en Vrede is reeds 15 der lccraar-predikers voor dienstweigering. Dit productie-stelsel moet vrij zijn. Oorlog is 'n direct gevolg van productie. Nadat 10 debaters daarover het woord hadden gevoerd, werd de resolutie vastgelegd. Vervolgens spraken Patroons uit Anvers, afgevaardigde van den Vlaam- schen Bond, welke namens de A. O. Lege voor onmiddellijke onwapening als inter nationale overeenkomst opkomt. Daarop werd dc Centrale Werkgroep vastgesteld met als: Correspondent voor de Jeugdherberg- groep W, Vliegenhart. Correspondent vpor de Massajeugd Wim Bos. Corr. voor de Koloniale groep Jac. Engel. Corr. voor de Vredesgroep Mcnno van Daalderen, en voor de C.W. en oorlog met de Bonden en de Redactie J. Brandt Corstius. De hr. J. Muy zenberg hield een referaat over tehuizen voor de schooljeugd. Na rondvraag werd het congres met een dankwoord aan Mevr Muyzenberg voor de gastvrijheid gesloten» TUINFEEST IN OCKHUYSEN. Ofschoon den geheelen dag Pluvius van zijn goede? gave deed genieten, was het 's avonds bij uitstek weer, juist geschikt voor de dancing in de openlucht. Tuin en zaal van 't hotel waren tjokvol. 150 per sonen waren present om hun offers te bren gen aan godin Thalia. De ijverige leeraar, de heer H. Bouman zwaaide de scepter, het strijkje uit Baarn, onder leiding van den hr. H. E. T. van Benthum deed zijn uiterste best. Alles bijeen liep het op rolletjes. De tweede avond werd nog opgeluisterd door de declamatrice, zoodat velen spoedig hopen op de herhaling van dergelijke feestjes. De De tuin was la giorno verlicht wat in- loeg. UITBREIDING „APOLLO'S KINDER KOOR." Naar wij vernemen, zal bovengenoemd koor worden uitgebreid met een klasse voor jonge dames van 16 tot 20 jaar. GESLAAGD. Voor het eindexamen der Mulo te Baarn slaagde te Utrecht onze plaatsgenoote Mej. M. Spaargaren. MOTORRIJWIEL TEGEN AUTO GEBOTST. Vrijdagavond omstreeks 9.30 uur had ter hoogte van de Talmalaan een vrij ernstig ongeluk plaats. Uit de richting Baarn kwam een luxe- auto aangereden, bestuurd door den lieer B. uit Amsterdam, terwijl uit de richting Amersfoort een motorrijder met duorijd ster aankwam. De heer B. wilde vermoe delijk benzine innemen b[j den heer Wil lig, en heeft waarschijnlijk op het al)ar- laatste moment, althans wat laat, den richtingaanwijzer uitgestoken, "met het noodlottige gevolg, dat eene botsing voor den bestuurder van het motorrijwiel on vermijdelijk bleek. De motorrijder zelf kwam er vrij goed af. Hij kreeg slechts enkele ontvellingen. Met de duo-rijdster was het echter lee- Lijker gesteld. Op verschillende plaatsen had zij ernstige kwetsuren bekomen, zoo dat zij op advies van den geneeskundige, Dr. Rupert, die de eerste hulp verleende,, naar „Mariënburgh" te Soestdijk werd vervoerd, teneinde nader onderzocht te worden. GESLAAGD. Dé heer H. v. Klingeren te Lage Vuur- sche, onderwijzer aan een Chr. School te Soest, slaagde te Utrecht voordehoofd- acte. NED. HERV. JEUGDHUIS De zangvereeniging G. V. K. uit Zeist directeur de heer E. Bos, gaf voor genoo- digden in den tuin van 't huis een concert. Het was heerlijk te rusten onder 't groene bladerdak en te luisteren naar het Mannen koor. De zang stond op hoog peil, er werd zuiver en muzikaal gezongen. De bariton solo klonk als luid klinkend metaal. Er is volop genoten, jammer dat Pluvius ook van zijn gave mededeelde. Het programma was goed verzorgd. 2/3 was ingeruimd voor ons mooi Hollandsche lied. Ds. van Schaick sprak een dankwoord, an de pauze werd thee geserveerd. GEREF. KERK SOESTERB.STRAAT. Tijdens de verbouwing werd dc dienst gehouden ten huize van Mevr. Muyzenberg in de Ferd. Huycklaan. GOEDE TEMPELIERENu Loge „De Goede Strijd" te Soest hoopt Woensdag 29 Juli ten 8 uur n.m. een „open zitting" te houden, Ferdinand Huycklaan 8. Wie wat wil hooren over dc I. O. G. T. of over het Jeugdwerk (O.V.J.T.), die korne Het programma biedt verder aangename ai- wisseling, t.w. solozang met pianobegelei ding; voordracht; mandoline-muzick (van longe Tempelieren uit Amersfoort), blmke opkomst wordt verwacht, (ook uit Utrecht en Amersfoort). GESLAAGD. Aan de Van der Huchtschool, voorheen Engendaalschool slaagden, voor het M.U.L.O. diploma: A. Mud en l- Smink. voor de H.B.S. B. Littoov. voor dc H.S. J. v. d. Witte en O. Nilsson terwijl M. van Doorne werd toegelaten tot de le kl. Gymnasium te Amersfoort.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 2