Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Bekendmakingen.
FAMILIETROTS
Binnenland.
No. 73
Negentiende Jaargang
Woensdag 16 September 1931
UITGAVE: H.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
Officieel.
Een rood jongetje, een
postbode en een klap op
den schouder.
FEUILLETON
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 1» CT9.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTS KORTING
ABONNEMENTSPRIJS I L— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1*12 (STAATSBLAD NUMMER Ut)
Openbare kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest brengen bij dezen ter open
bare kennis, dat de rekeningen:
a. van de gemeente over het dienstjaar
1930;
b. van het gemeentelijk wegenfonds over
het dienstjaar 1930 en
c. van het gemeentelijk gasbedrijf over
het dienstjaar 1930 op heden door hen
aan den Raad der gemeente zijn aangebo
den, voor een ieder ter secretarie der ge
meente ter lezing zijn nedergelegd en in
afschrift tegen betaling der kosten alge
meen zijn verkrijgbaar gesteld.
Soest, 12 September 1931.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
KNIPBEURS VERLOREN.
De Inspecteur van Politie verzoekt den-
gene, die op of omstreeks 14 Augustus 1.1.
een lederen knipbeurs heeft verloren, in
houdende eenig geld alsmede twee sleutels
aan een ring, om zich ten spoedigste aan
het bureau van Politie te vervoegen.
De menschen die pogen iets te doen
en mislukken, zijn oneindig veel
beter dan diegenen die pogen niets
te doen en slagen.
LLOYD JONES.
Het gebeurde in een stampvolle tram.
De menschen stonden als haringen in eeh
ton en alle hanglussen waren bezet. Maar
bij een halte stapte een postbode in, met
een zeer zware, uitpuilende tasch vol
met brieven en stukken, op weg naar zijn
„wijk". Die zwaarbeladen postbode had
een heele toer om zich, bij' \vijze van
spreken, met zijn vrachtje op de been te
houden. Maar bijna onmiddellijk sprong
een roodharig jongetje van zijn zitplaats
op en liet den postman op zijn plaats
zitten. Dat gebeurde zoo spontaan, dat
iemand de opmerking ontsnapte: „Kijk dit
kleine rooie bliksem nou eens! Die geeft
zijn fijne hoekplaatsje aan die postbode!
Die jongen is van het goede hout gesne
den!"
Nou ja, U zult het met me eens zijn, dat
het feitelijk een verschrikkelijk onbetee-
naar het Engelsch van CARL SWERDNA.
12)
„Neen, de sleutel zit in dat kleine ei
kenhouten kastje, daar tegen den muur.
Dat gaat open met een veer, waar ik het
geheim van ken".
De groote sleutel knarste in het slot.
Felipa trad binnen en keek vol belang
stelling om zich heen. Uit een architec
tonisch oogpunt mag het dan mooi zijn ge
weest, op gewone bezoekers maakte het
dan al 'n uiterst somberen onvriendelijken
indruk.
Onwillekeurig huiverde Felipa, terwijl
ze sprak: „Een lijkdienst kan ik mij hier
heel best voorstellen, maar geen huwe
lijks-inzegening! Als ik de bruid was zou
ik denken, dat al de afgestorvenen, die
eens om dat oude altaar geknield hadden,
daar nog tegenwoordig waren. Alle Fleet-
wooods moeten daar getrouwd zijn?"
„Niet alle. Maar de erfgenaam altijd.
Mijn vader is er het laatst getrouwd".
„Maar uw vader was toch niet de erf
genaam?"
„Neen; maar de eerstvolgende in rang'
„O ja. Dus als sir Pergegrine getrouwd
was, zou dit hier hebben plaats gehad?"
„Juist. Ik heb gehoord, dat, toen
hij hier kwam, om de laatste versieringen
in de kapel in oogenschouw te nemen
hij dien brief vond, waarin hem werd
meegedeeld, dat het huwelijk nooit zou
plaats hebben".
„En is hij hier toen nog wel eens ge
weest?"
„Eéns. Den volgenden dag kwam hij
weer, trok eigenhandig dB guirlandes af,
wierp ze buiten het gebouwtje en sloot
kenend feit was: een rood jongetje, dat
voor een doodgewone postbode öpstönd.
Niks bijzonders. Zeker. En toch, dat klei
ne, onnoozele voorval-van-niks bleef al
dengenen die het meemaakten den heelen
dag en nog heel lang daarna, bij. Hoe het
kwam, dat wisten ze eigenlijk niet precies,
maar telkens als ze er aan dachten, werd
het hun wonderlijk licht en blij te moe
de, vonden ze de wereld en de menschen
nog zoo kwaad niet, leek alles mooier,
vriendelijker, deed hen zachter en vrien
delijker over hun medemenschen denken.
En dat alles door zoo'n krummel van een
(rood nog wel) jongetje.
En, te deksel: wel eens gehoord van
dat kleine klontje gist, dat die heele kllomp
deeg deed rijzen?
Tja, zoo kan soms zoo'n enkel sprankje
van eerlijke naastenliefde, een heirleger
van vriendelijke, liefdevolle gevoelens in
een massa menschen wekken, waarin die
gevoelens zoo maar onbewust lagen te
dutten.
Op dezelfde manier kan een bemoedi
gend, waardeerend klapje op den schou
der 'het hoeft nog niet eens echt te
zijn, het kan ook een vriendelijk woord
van waardeering zijn in een massa
menschen het beste naar voren brengen.
Want het is inderdaad juist, wat iemand in
New Outlook onlangs opmerkte, wij allen
houden ervan gewaardeerd te worden,
ofschoon sommige van ons een beetje
kruidje-roer-'me-niet^.chtig zijn en het
niet willen erkennen. Velen van ons mee-
nen, dat het goed voor ons is om gewaar
deerd te worden; inderdaad, en dat we
het werkelijk noodig hebben indien we
op zijn best zouden willen zijn en ons
allerbeste werk geven. En dat is waar
schijnlijk min of meer juist. Waarschijn
lijk zullen niet veile van ons te lijden heb
ben van over-waardeering, dat dus te veel
menschen te hoog van ons denken en er
al te zeer op gesteld zijn, ons van hun
groote waardeering te vertellen. Misschien
is juist het tegenovergestelde het geval:
te weinig menschen begrijpen en waardee-
ren op de juiste wijze onze hoedanighe^
den en deugden. Indien dat het geval is,
kunnen we er niet veel aan doen, alleen
trachten ons te harden tegen dit gebrek
aan waardeering en ervoor te waken, dat
we er niet door gekwetst worden. Want
om naar waardeering te gaan streven, zou
wel zoowat het dwaaste zijn, dat we zou
den kunnen doen.... Maar dikwijls is het
zoo, dat de menschen die erg op waar
deering gesteld zijn, en die meenen dat
het absoluut noodig is om prettig te le
ven, er niet zoo erg scheutig mee zijn,
om aan anderen juist waardeering te be-
toonen. Natuurlijk, als we spreken van
waardeering, dan bedoelen we geen hol
geklets en kwistig uitstrooien van vleie-
rijtjes en complimentjes, maar het onver-
valschte artikel, dat de moeite neemt om
de kwaliteiten van een vriend te ontdek
ken en op de juiste wijze te waardeerejn
en dan af en toe feens op vriendelijke
wijze uitdrukking te geven aan onze ont
dekking. Als we zoo om ons heen kijketn,
schijnt er werkelijk gebrek te zijn aan
dat soort menschen, die zich daarmee be
zig houden. Men versta goed: er is geen
vervelender kerel, dan die „joviale baas"
de deur. Nu zal hij er nooit weer komen,
totdat hij er heen gedragen wordt".
„O, maar hij zal er toch zeker komen,
als u met Ethelwyn trouwt?"
„Pardon", sprak hij heel koud. „Dat is
een grap, die zij zeker liever niet hooren
zou".
„Toch bedoelde ik het volstrekt niet
als een grap, maar als de zuivere waar
heid".
„Dan vergist u zich! Zij heeft er al
evenmin plan op als ik!"
In stilte verlieten zij de kapel en toen
zij weer naast elkaar op het pad liepen,
begon ze vriendelijk
„Het spijt mij, dat ik u aanstoot gaf.
Van Ethelwyn zal ik nooit wat onaange
naams zeggen, want ik heb veel te zeer
met haar op ofschoon dat gevoelen niet
niet wederkeering is. Ik dacht vast, dat
u haar een dezer dagen trouwen zoudt.
Want u houdt toch wel van haar, is het
niet?"
„Dit ontken ik niet. Een vrouw, die bij'
na volmaakt is en die toch niet saai mag
heeten, is waard, dat een man haar hoog
acht".
„Juist. Zij denkt ook zoo gunstig over
u en ik ben zeker, dat als u haar vroeg,
zij u nooit zou teleurstellen met een:
„neen". Bovendien denkt zij maar zoo
weinig van zichzelve, dat zij nooit veel
zal eischen van haar echtgenoot; al blij
zal zijn, als zij hem maar mag liefhebben!"
Hier hield zij even op en voegde er later
op half-spottenden toon bij„Dus was
het heel natuurlijk, dat ik zoo denken zou
Want zoo iets zou juist goed zijn voor
u. Zoo héól veel zult u toch nooit voor
een vrouw voelen".
„Niet?" vroeg Fleetwood; en zij lachte.
„O, op uw manier natuurlijk! Maar zoo
heel koud en fberedeneerd en zelfbe
wust.... Neen, u moet niet denken, dat ik
u daarmee afbreek: ik heb u heel wat
die ons nog steeds probeert te vleien met
praatjes over onze kranige hoedanigheden,
welke geen enkel verband met de werke
lijkheid hebben. Maar er worden massa's
flinke^ heldhaftige dingen in de wereld
gedaan, die niemand schijnt op te merken,
Mannen en vrouwen die moedig angsten
en zorgen dragen en het niet eens laten
merken. En het zou een prachtig ding zijn,
als we de moeite eens wilden nemen, zoo'n
paar ontdekkingen te doen en dan eens
een paar simpele woorden van begrijpen
en bemoediging te spreken....
FLORIS O.
H0NINGMARKT TE AMERSFOORT
De „Centrale Marktcommissie" van den
Ring „Amersfoort en Omstreken" van de
,Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt
in Nederland heeft thans definitief beslo
ten de Honingmarkt te houden op 2 en
3 October a.s. in Hotel „Monopole", ge
legen vlak tegenover het Station Amers
foort.
Het komt der Commissie wenschelijk
voor, op die markt duidelijk te doen uit
komen, wat verstaan moet worden onder
onvervalschte, volwaardige, Nederlandsche
honing, waarvoor de garantie wordt ver
kregen door het Rijkshoningmerk.
Nog maar al te zeer wordt er honing
verkocht, die geenszins die eigenschappen
bezit, en dit moet het groote publiek goed
aan het verstand worden gebracht.
Van uit het buitenland wordt nog zeer
veel honing ingevoerd, die door ons pu
bliek genuttigd wordt als inlandsche ho
ning, want de leek kan die honing niet on
derscheiden, van de Nederlandsche. Daarom
is het zoo uiterst jammer, dat er voor ons
land nog geen w«t bestaat, waarin wordt
bepaald, dat op de verpakking van de te
koop aangeboden honing het land van her
komst moet worden vermeld. Het publiek
toch behoort te weten, wat voor honig het
nuttigt.
Die buitenlandsche honing is over het al
gemeen niet slecht, doch is veel goedkoo-
per dan de onze en nu zijn er, ondanks dat
wij een Rijkshoningmerk gekregen hebben,
toch nog heel wat Nederlandsche imkers,
die niet bij het Nederlandsch Honingcontrö-
lestation zijn aangesloten, omdat zij door
den verkoop van dien buitenlandschen ho
ning een heel aardig winstje maken en het
groote publiek voor een groot deel nog vol
komen onbekend is met wat er in den ho-
ninghandel omgaat.
Dit moet nu veranderen en daartoe kan
het Nederlandsche publiek zelf krachtig me
dewerken, door van den winkelier te eischen
dat hij weet, wat voor honing hij verkoopt,
opdat men dan zelf een keus kan doen,
wat men verlangt.
Wil men toch honig verbruiken, die wer
kelijk aan bovengenoemde eischen voldoet,
dan neme men nooit iets anders dan ho
ning, voorzien van het Rijkshoningmerk.
Ook moet het groote publiek ervan do >r-
drongen worden, dat alle honing, die voe
dende en versterkende eigenschappen be
zit, cristalliseert, de eene soort eerder dan
de andere, doch cristalliseeren doet alle ho
ning beslist na korteren of langeren tijd.
Nu wordt vrijwel algemeen door de koo-
pers geeischt, dat honing vloeibaar blijft en
gadegeslagen en ik vind u juist zoo inte
ressant. U zult zeker binnenkort trouwen,
maar dit is dan meer, omdat u zich hier
toe verplicht voelt, als hoofd van de fa
milie. Neen; neen; voor een vrouw zult
u nooit zooveel kunnen voelen!"
„Misschien heeft u gelijk", antwoordde
hij kalm.
„Dus u verklaart u zeiven niet instaat
tot lief-hebben?"
„Zeker; noemt u dit maar zoo".
„Hoe komt dat, neef Tristam? Is het
doordat u alle liefde, die u in staat is
te voelen, nu vijf jaar geleden wegge
schonken hebt....?"
„Dus u schijnt daar van gehoord te
hebben?" vroeg hij' met een hooghartig
wenkbrauwen-fronsen.
„Ja; ik heb er van gehoord en er mij
over verwonderd".
„Zoo Nu, ik Ideed een dom ding,
die vyf jaar geleden, en ik zou er mij om
kunnen veracht hebben, als ik er niet bij
bedacht had, dat ik het toen toch wel
heel erg meende. Maar er is een eind
aan gekomen en dit verklaart mijn te
genwoordige ongevoeligheid voor liefde".
„U meent, dat u die heele episode veT-
geten heeft?"
Zij keek nu in het geheel niet meer
spottend, maar vriendelijk, ernstig en
teeder.
„Vegeten kan men zoo iets niet", ant
woordde hij kortaf. „Maar dö vrouw, die
mij opgaf en Waarvoor ik den he
mel hartelijk dank is mij minderwaar
dig dan deze tak hier, die u. in het gelaat
schrammen kon!"
Dit zeggende, hield hij de twijg ter
zijde. brak ze af en wierp ze weg.
Felipa zei niets. Ze hadden geen woord
meer gewisseld, toen ze de „Gevels" be
reikten, waarvan het hek gastvrij °Pön
stond.
Terwijl ze de kronkelende oprijlaan af
helder, wat een onmogelijkheid is, daar ho
ning die eigenschappen alléén behoudt, wan
neer hij overhit, dus bedorven is.
Alsdan kan men evengoed suikerwater ge
bruiken, want de voedende en versterkende
stoffen zijn door die overmatige verhitting
verdwenen.
Cristalliseert de gekochte honing na eeni-
gen tijd en vindt men vloeibare honing sma
kelijker en oogelijker, welnu, dan kan men
dit verkrijgen, door hem in water van om
streeks 40 graden Celsius te plaatsen, doch
beslist niet hooger, want bij 70 graden ver
liest hij zijn waarde.
Veeleer willen wij den honinggebruikers
aanraden, zich te gewennen aan het nutti
gen van gecristalliseerde honing, want zoo
licht verhit men te hoog en dan is het vol
waardige product van geen waarde meer
Koopt daarom steeds honing onder Rijks
honingmerk en laat die honing doen, wat de
natuur hem heeft ingegeven en knoei cr
niet mede.
Dat men dit toch moge ieeren inziet
iJ li lLjlL-.I eJ.JxD.+ia
BAARN.
Rijvereeniging.
Op Zaterdag 19 September a.s. zal de eer
ste cross gehouden worden „De Cross van
de Witte Bergen", in de nabijheid van 't ca
fé-Restaurant „De Witte Bergen", aan den
grooten verkeersweg BaarnBussum, deze
cross zal aanvangen des middags om drie
uur.
De deelname zal alleen open zijn voor le
den van de Rijvereeniging Baarn, die om de
drie minuten individueel moeten starten.
Het parcours zal een lengte hebben van on
geveer 2U0Ü M.
Voor dezen cross heeft die vereeniging
drie prijzen uitgeloofd.
Kei parcours zal eerst gezamenlijk gere
den worden, dus niet geloopen.
Na afloop zal in het bovengenomde café
thee worden gedronken.
Op Zaterdag 26 September a.s. des na
middags te drie uur zullen springoefenin
gen worden gehouden achter Klein Kie-
veisum. Deze oefeningen zijn bedoeld als
vooroefeningen voor den Cross van „De
Ekster" op 3 October a.s. (in de omgeving
van Oud—Bussum).
Vereeniging tot behoud van natuurmonu
menten in Nederland.
Bevordert het behoud van een vogel-
broedplaats in Waalenburg!
Andermaal ziet onze Vereeniging ziah
genoodzaakt een beroep te doen op allen,
wien het behoud van het Nederlandsche
landschap met zijn rijkdom van planten
en dieren ter harte gaat.
Het geldt ditmaal Waalenburg op Texel
een terrein van ongemeene beteekenis voor
bloemen en voor vogels, een lagen brak
waterpolder, zooals die in Nederland hoe
langer hoe schaarscher worden.
Het is Waalenburg, waar de duizenden
die Texel bezochten, genoten hebben van
de velden, bont van bloemen, doch niet
minder van de ongeëvenaarde vogelbe
volking. Waar èlders vindt men op zulk
een beperkt gebied die aantallen kemp
hanen, kluten, grutto's, tureluurs, schol
eksters, kieviten, strandpleviertjes, visch-
diefjes, zwarte sterns en nog veel meer
als juist daar?
Wij overdrijven niet, indien wij zeggen,
dat Texel zijn tegenwoordigen roem voor
liepen, die aan weerszijden door kreupel
hout begrensd was, trad er een dame zóó
ijlings uit de struiken te voorschijn, dat
ze bijna tegen hen aanliep.
Ze schrikte even, maar herstelde zich
weer spoedig en stak Felipa de hand toe.
„U is zeker miss Fleetwood? U werd
mij twee dagen geleden gewezen. Wat zult
u wel denken van zulk een ontvangst, nu
u zoo vriendelijk is, mij te bezoeken!....
Mag ik mijzelf even voorstellen, ik ben
mrs. Massarene...."
Mrs. Massarene hield gedurende een
kort oogenblik Felipa's hand in de hare
gevat; toen wendde zij zich tot Tristam
en vroeg:
„Zeker mr. Fleetwood?.... Neen, denkt
u maar niet, dat ik helderziende ben, maar
ik was gisteren op „Het Huis" en daar
liet mijn vriendinnetje Georgie mij de por
tretten zien van iedereen op kasteel Wold.
Het uwe was vijt jaar oud, naar zjj zei.
maar ik herken er u onmiddellijk van. U
is in het geheel niet veranderd".
„Toch ook vijf jaar ouder geworden",
zei hij, en vatte even de blanke hand met
de vele ringen.
Mrs. Massarene keerde zich weer tot
Felipa.
„Ik lijk wel een kind, dat voor het eerst
een tuintje heeft", lachte zij. „Op ieder
oogenblik van den dag loop ik er uit. om
van het buitenleven te genieten.
Wat een alleraardigst oud huis is „de
Gevels" toch! Zoo schilderachtig! En van
binnen is het nog mooier dan van bui
ten!.... Vindt u niet?"
„Ik ben blij, dat u er zoo zeer mee in
genomen is. Maar ik heb het van binnen
nooit gezien", antwoordde Felipa kort.
„Neen? Dan moetu't toch eens be
kijken! Maar komt u gauw mee binnen.
Mijn man zal blij zijn, u te zien. Ik geloof,
dat hij met u nog over enkele dingen wilde
spreken, mr. Fleetwood".
een zeer groot deel aan Waalenburg te
danken heeft.
Deze polder zal worden bemalen, nog
in den loop van dit jaar; met de benoo-
digde werkzaamheden is reeds een aan
vang gemaakt. De tot nu toe drassige
hooilanden komen dan droog te liggen en
de bestaansmogelijkheid voor de plan
ten en de vogels gaat verloren.
De vraag rijst, of wij in de toekomst de
heerlijke openbaring van vogelleven, zoo
als Waalenburg die te aanschouwen geeft,
inderdaad zulllen moeten derven.
Dat behoeft niet zoo te zijn, indien het
Nederlandsche volk er opnieuw blijk van
wil geven zijn natuurrijkdommen voldoende
op prijs te stellen en voor hun behoud een
offer te willen brengen. Onze Vereeniging
heeft n.1. pogingen aangewend om althans
het belangrijkste gedeelte van den polder
aan te koopen, het laagste en het merk
waardigste terrein, zoo gelegen, dat het
ook bij bemaling in den tegenwoordigen
staat behouden kan blijven. Wij hebben
het oog geslagen op tie gronden, gelegen
tusschen Westerboersweg, Middelweg en
Motweg, een oppervlakte Van ongeveer 40
H.A. beslaande, en dit gebied is aan de
Vereeniging in handen gegeven tot 1 Oc
tober a.s. Zal het mogelijk zijn, dit deel
van Waalenburg te behouden, dan moet de
Vereeniging de beschikking krijgen over
een bedrag van meer dan f 30.000Zulk
een som gaat de draagkracht van de Ver
eeniging, die reeds zoo vele en zoo groo
te geldelijke verplichtingen op zich heeft
genomen, thans te boven en wij moeten
derhalve weer een beroep om steun doen
op al diegenen, die het met ons eens zijn,
dat het de plicht der Vereeniging is, te
trachten ook hier reddend op te treden.
Zoo groot is het bedrag niet, of het kan,
zelfs in deze voor velen zoo moeilijke tij
den, bijeengebracht worden. Men beden
ke, dat het over enkele maanden reeds
te laat zal zijn, dat dan de kans voorgoed
voorbij is, om zulk een uniek en rijk land
schap te behouden.
Mochten wij de beschikking krijgen over
een grooter bedrag, dan kunnen wij het
beschermde gebied nog verder uitbreiden.
Duizenden, landgenooten en vreemdelin
gen, hebben onder leiding van de bewa
kers onzer Vereeniging den rijkdom van
Waalenburg bewonderd en dit versterkt
ons in het vertrouwen, dat wij ook dit
maal niet tevergeefs een beroep op de
Nederlandsche natuurvrienden zullen doen.
De verdwijning der vogels uit Waalen
burg zal terecht als een nationaal, zeljfs
als een internationaal, verlies moeten be
schouwd worden.
Moge het blijken, dat velen ook thans
de Vereeniging in haar vaak zoo moeilg-
ken strijd willen steunen I
Bijzonder zullen wij het waardeeren,
indien ook U van uwe belangstelling en
van uw instemming blijk wilt geven, door
ons het hierbij gevoegde inteekenbiljet in
gevuld terug te zenden.
Het Dag. Bestuur der Ver. tot Behoud
van Natuurmonumenten in Nederland
Mr. P. G. van Tienhoven, Voorz.
H. C. Rehbock. Ondervoorzitter,
Dr. Jac. P. Thijsse, Secretaris
Dr. L. Ph. De Bussy
J. Drijver.
„O, juist. Een paar ondergeschikte pun
ten, die wij beter mondeling behandelen
kunnen. Het zal mij zeer aangenaam zijn,
mr. Massarene te ontmoeten".
Mrs. Massarene mocht het buitenleven
dan al zeer liefhebben, haar toilet was
niet in stijl daarmee, maar geheel volgens
de nieuwste Parijsche mode.
Zij was zeker al een jaar of dertig, maar
er was nog iets bijzonder jeugdigs en on
schuldigs over heel haar uiterlijk. Ze had
een rond, kindergezichtje, zou men
haast zeggen, met groote, donkere oogen
en toch een blanke gelaatstint. Zij was
klein van stuk, goed gezond van vormen
en met iets zeer bevalligs in houding en
manieren.
Toen het drietal al bijna het huis be
reikt had, kwam het rijtuig aangereden.
„Dat is toch de livrei van kasteel
Wold?" riep mrs. Massarene. „Maar het
is toch niet sir Peregrine?"
„Sir Peregrine kan tot zijn spijt geen
bezoeken meer afleggen", verontschuldigde
Tristam zijn oom. „Maar het is mijn tante,
lady Pomfret, met haar aangenomen doch
ter, miss Ludlow".
„Lady Algemon? O, hoe vriendelijk van
haar
Lady Algy, die zich voorgenomen had,
heel stroef en vormelijk te zijn. kwam on
willekeurig onder de betoovering van de
kinderlijk-innemende manieren van haar
gastvrouw.
Terwijl de beide oudere dames in druk
gesprek zaten, fluisterde Ethelwyn tot Fe
lipa:
„Hoe vindt je haar?"
„Ze draagt te veel juweelen".
„Maar haar persoon?"
„Om een afkeer voor te voelen".
„Hè....?"
(Wordt vervolgd).