Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Bekendmakingen. FAMILIETROTS Binnenland. No. 73 Negentiende Jaargang Woensdag 16 September 1931 UITGAVE: H.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK Officieel. Een rood jongetje, een postbode en een klap op den schouder. FEUILLETON BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 1» CT9. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTS KORTING ABONNEMENTSPRIJS I L— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1*12 (STAATSBLAD NUMMER Ut) Openbare kennisgeving. Burgemeester en Wethouders der ge meente Soest brengen bij dezen ter open bare kennis, dat de rekeningen: a. van de gemeente over het dienstjaar 1930; b. van het gemeentelijk wegenfonds over het dienstjaar 1930 en c. van het gemeentelijk gasbedrijf over het dienstjaar 1930 op heden door hen aan den Raad der gemeente zijn aangebo den, voor een ieder ter secretarie der ge meente ter lezing zijn nedergelegd en in afschrift tegen betaling der kosten alge meen zijn verkrijgbaar gesteld. Soest, 12 September 1931. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. KNIPBEURS VERLOREN. De Inspecteur van Politie verzoekt den- gene, die op of omstreeks 14 Augustus 1.1. een lederen knipbeurs heeft verloren, in houdende eenig geld alsmede twee sleutels aan een ring, om zich ten spoedigste aan het bureau van Politie te vervoegen. De menschen die pogen iets te doen en mislukken, zijn oneindig veel beter dan diegenen die pogen niets te doen en slagen. LLOYD JONES. Het gebeurde in een stampvolle tram. De menschen stonden als haringen in eeh ton en alle hanglussen waren bezet. Maar bij een halte stapte een postbode in, met een zeer zware, uitpuilende tasch vol met brieven en stukken, op weg naar zijn „wijk". Die zwaarbeladen postbode had een heele toer om zich, bij' \vijze van spreken, met zijn vrachtje op de been te houden. Maar bijna onmiddellijk sprong een roodharig jongetje van zijn zitplaats op en liet den postman op zijn plaats zitten. Dat gebeurde zoo spontaan, dat iemand de opmerking ontsnapte: „Kijk dit kleine rooie bliksem nou eens! Die geeft zijn fijne hoekplaatsje aan die postbode! Die jongen is van het goede hout gesne den!" Nou ja, U zult het met me eens zijn, dat het feitelijk een verschrikkelijk onbetee- naar het Engelsch van CARL SWERDNA. 12) „Neen, de sleutel zit in dat kleine ei kenhouten kastje, daar tegen den muur. Dat gaat open met een veer, waar ik het geheim van ken". De groote sleutel knarste in het slot. Felipa trad binnen en keek vol belang stelling om zich heen. Uit een architec tonisch oogpunt mag het dan mooi zijn ge weest, op gewone bezoekers maakte het dan al 'n uiterst somberen onvriendelijken indruk. Onwillekeurig huiverde Felipa, terwijl ze sprak: „Een lijkdienst kan ik mij hier heel best voorstellen, maar geen huwe lijks-inzegening! Als ik de bruid was zou ik denken, dat al de afgestorvenen, die eens om dat oude altaar geknield hadden, daar nog tegenwoordig waren. Alle Fleet- wooods moeten daar getrouwd zijn?" „Niet alle. Maar de erfgenaam altijd. Mijn vader is er het laatst getrouwd". „Maar uw vader was toch niet de erf genaam?" „Neen; maar de eerstvolgende in rang' „O ja. Dus als sir Pergegrine getrouwd was, zou dit hier hebben plaats gehad?" „Juist. Ik heb gehoord, dat, toen hij hier kwam, om de laatste versieringen in de kapel in oogenschouw te nemen hij dien brief vond, waarin hem werd meegedeeld, dat het huwelijk nooit zou plaats hebben". „En is hij hier toen nog wel eens ge weest?" „Eéns. Den volgenden dag kwam hij weer, trok eigenhandig dB guirlandes af, wierp ze buiten het gebouwtje en sloot kenend feit was: een rood jongetje, dat voor een doodgewone postbode öpstönd. Niks bijzonders. Zeker. En toch, dat klei ne, onnoozele voorval-van-niks bleef al dengenen die het meemaakten den heelen dag en nog heel lang daarna, bij. Hoe het kwam, dat wisten ze eigenlijk niet precies, maar telkens als ze er aan dachten, werd het hun wonderlijk licht en blij te moe de, vonden ze de wereld en de menschen nog zoo kwaad niet, leek alles mooier, vriendelijker, deed hen zachter en vrien delijker over hun medemenschen denken. En dat alles door zoo'n krummel van een (rood nog wel) jongetje. En, te deksel: wel eens gehoord van dat kleine klontje gist, dat die heele kllomp deeg deed rijzen? Tja, zoo kan soms zoo'n enkel sprankje van eerlijke naastenliefde, een heirleger van vriendelijke, liefdevolle gevoelens in een massa menschen wekken, waarin die gevoelens zoo maar onbewust lagen te dutten. Op dezelfde manier kan een bemoedi gend, waardeerend klapje op den schou der 'het hoeft nog niet eens echt te zijn, het kan ook een vriendelijk woord van waardeering zijn in een massa menschen het beste naar voren brengen. Want het is inderdaad juist, wat iemand in New Outlook onlangs opmerkte, wij allen houden ervan gewaardeerd te worden, ofschoon sommige van ons een beetje kruidje-roer-'me-niet^.chtig zijn en het niet willen erkennen. Velen van ons mee- nen, dat het goed voor ons is om gewaar deerd te worden; inderdaad, en dat we het werkelijk noodig hebben indien we op zijn best zouden willen zijn en ons allerbeste werk geven. En dat is waar schijnlijk min of meer juist. Waarschijn lijk zullen niet veile van ons te lijden heb ben van over-waardeering, dat dus te veel menschen te hoog van ons denken en er al te zeer op gesteld zijn, ons van hun groote waardeering te vertellen. Misschien is juist het tegenovergestelde het geval: te weinig menschen begrijpen en waardee- ren op de juiste wijze onze hoedanighe^ den en deugden. Indien dat het geval is, kunnen we er niet veel aan doen, alleen trachten ons te harden tegen dit gebrek aan waardeering en ervoor te waken, dat we er niet door gekwetst worden. Want om naar waardeering te gaan streven, zou wel zoowat het dwaaste zijn, dat we zou den kunnen doen.... Maar dikwijls is het zoo, dat de menschen die erg op waar deering gesteld zijn, en die meenen dat het absoluut noodig is om prettig te le ven, er niet zoo erg scheutig mee zijn, om aan anderen juist waardeering te be- toonen. Natuurlijk, als we spreken van waardeering, dan bedoelen we geen hol geklets en kwistig uitstrooien van vleie- rijtjes en complimentjes, maar het onver- valschte artikel, dat de moeite neemt om de kwaliteiten van een vriend te ontdek ken en op de juiste wijze te waardeerejn en dan af en toe feens op vriendelijke wijze uitdrukking te geven aan onze ont dekking. Als we zoo om ons heen kijketn, schijnt er werkelijk gebrek te zijn aan dat soort menschen, die zich daarmee be zig houden. Men versta goed: er is geen vervelender kerel, dan die „joviale baas" de deur. Nu zal hij er nooit weer komen, totdat hij er heen gedragen wordt". „O, maar hij zal er toch zeker komen, als u met Ethelwyn trouwt?" „Pardon", sprak hij heel koud. „Dat is een grap, die zij zeker liever niet hooren zou". „Toch bedoelde ik het volstrekt niet als een grap, maar als de zuivere waar heid". „Dan vergist u zich! Zij heeft er al evenmin plan op als ik!" In stilte verlieten zij de kapel en toen zij weer naast elkaar op het pad liepen, begon ze vriendelijk „Het spijt mij, dat ik u aanstoot gaf. Van Ethelwyn zal ik nooit wat onaange naams zeggen, want ik heb veel te zeer met haar op ofschoon dat gevoelen niet niet wederkeering is. Ik dacht vast, dat u haar een dezer dagen trouwen zoudt. Want u houdt toch wel van haar, is het niet?" „Dit ontken ik niet. Een vrouw, die bij' na volmaakt is en die toch niet saai mag heeten, is waard, dat een man haar hoog acht". „Juist. Zij denkt ook zoo gunstig over u en ik ben zeker, dat als u haar vroeg, zij u nooit zou teleurstellen met een: „neen". Bovendien denkt zij maar zoo weinig van zichzelve, dat zij nooit veel zal eischen van haar echtgenoot; al blij zal zijn, als zij hem maar mag liefhebben!" Hier hield zij even op en voegde er later op half-spottenden toon bij„Dus was het heel natuurlijk, dat ik zoo denken zou Want zoo iets zou juist goed zijn voor u. Zoo héól veel zult u toch nooit voor een vrouw voelen". „Niet?" vroeg Fleetwood; en zij lachte. „O, op uw manier natuurlijk! Maar zoo heel koud en fberedeneerd en zelfbe wust.... Neen, u moet niet denken, dat ik u daarmee afbreek: ik heb u heel wat die ons nog steeds probeert te vleien met praatjes over onze kranige hoedanigheden, welke geen enkel verband met de werke lijkheid hebben. Maar er worden massa's flinke^ heldhaftige dingen in de wereld gedaan, die niemand schijnt op te merken, Mannen en vrouwen die moedig angsten en zorgen dragen en het niet eens laten merken. En het zou een prachtig ding zijn, als we de moeite eens wilden nemen, zoo'n paar ontdekkingen te doen en dan eens een paar simpele woorden van begrijpen en bemoediging te spreken.... FLORIS O. H0NINGMARKT TE AMERSFOORT De „Centrale Marktcommissie" van den Ring „Amersfoort en Omstreken" van de ,Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland heeft thans definitief beslo ten de Honingmarkt te houden op 2 en 3 October a.s. in Hotel „Monopole", ge legen vlak tegenover het Station Amers foort. Het komt der Commissie wenschelijk voor, op die markt duidelijk te doen uit komen, wat verstaan moet worden onder onvervalschte, volwaardige, Nederlandsche honing, waarvoor de garantie wordt ver kregen door het Rijkshoningmerk. Nog maar al te zeer wordt er honing verkocht, die geenszins die eigenschappen bezit, en dit moet het groote publiek goed aan het verstand worden gebracht. Van uit het buitenland wordt nog zeer veel honing ingevoerd, die door ons pu bliek genuttigd wordt als inlandsche ho ning, want de leek kan die honing niet on derscheiden, van de Nederlandsche. Daarom is het zoo uiterst jammer, dat er voor ons land nog geen w«t bestaat, waarin wordt bepaald, dat op de verpakking van de te koop aangeboden honing het land van her komst moet worden vermeld. Het publiek toch behoort te weten, wat voor honig het nuttigt. Die buitenlandsche honing is over het al gemeen niet slecht, doch is veel goedkoo- per dan de onze en nu zijn er, ondanks dat wij een Rijkshoningmerk gekregen hebben, toch nog heel wat Nederlandsche imkers, die niet bij het Nederlandsch Honingcontrö- lestation zijn aangesloten, omdat zij door den verkoop van dien buitenlandschen ho ning een heel aardig winstje maken en het groote publiek voor een groot deel nog vol komen onbekend is met wat er in den ho- ninghandel omgaat. Dit moet nu veranderen en daartoe kan het Nederlandsche publiek zelf krachtig me dewerken, door van den winkelier te eischen dat hij weet, wat voor honing hij verkoopt, opdat men dan zelf een keus kan doen, wat men verlangt. Wil men toch honig verbruiken, die wer kelijk aan bovengenoemde eischen voldoet, dan neme men nooit iets anders dan ho ning, voorzien van het Rijkshoningmerk. Ook moet het groote publiek ervan do >r- drongen worden, dat alle honing, die voe dende en versterkende eigenschappen be zit, cristalliseert, de eene soort eerder dan de andere, doch cristalliseeren doet alle ho ning beslist na korteren of langeren tijd. Nu wordt vrijwel algemeen door de koo- pers geeischt, dat honing vloeibaar blijft en gadegeslagen en ik vind u juist zoo inte ressant. U zult zeker binnenkort trouwen, maar dit is dan meer, omdat u zich hier toe verplicht voelt, als hoofd van de fa milie. Neen; neen; voor een vrouw zult u nooit zooveel kunnen voelen!" „Misschien heeft u gelijk", antwoordde hij kalm. „Dus u verklaart u zeiven niet instaat tot lief-hebben?" „Zeker; noemt u dit maar zoo". „Hoe komt dat, neef Tristam? Is het doordat u alle liefde, die u in staat is te voelen, nu vijf jaar geleden wegge schonken hebt....?" „Dus u schijnt daar van gehoord te hebben?" vroeg hij' met een hooghartig wenkbrauwen-fronsen. „Ja; ik heb er van gehoord en er mij over verwonderd". „Zoo Nu, ik Ideed een dom ding, die vyf jaar geleden, en ik zou er mij om kunnen veracht hebben, als ik er niet bij bedacht had, dat ik het toen toch wel heel erg meende. Maar er is een eind aan gekomen en dit verklaart mijn te genwoordige ongevoeligheid voor liefde". „U meent, dat u die heele episode veT- geten heeft?" Zij keek nu in het geheel niet meer spottend, maar vriendelijk, ernstig en teeder. „Vegeten kan men zoo iets niet", ant woordde hij kortaf. „Maar dö vrouw, die mij opgaf en Waarvoor ik den he mel hartelijk dank is mij minderwaar dig dan deze tak hier, die u. in het gelaat schrammen kon!" Dit zeggende, hield hij de twijg ter zijde. brak ze af en wierp ze weg. Felipa zei niets. Ze hadden geen woord meer gewisseld, toen ze de „Gevels" be reikten, waarvan het hek gastvrij °Pön stond. Terwijl ze de kronkelende oprijlaan af helder, wat een onmogelijkheid is, daar ho ning die eigenschappen alléén behoudt, wan neer hij overhit, dus bedorven is. Alsdan kan men evengoed suikerwater ge bruiken, want de voedende en versterkende stoffen zijn door die overmatige verhitting verdwenen. Cristalliseert de gekochte honing na eeni- gen tijd en vindt men vloeibare honing sma kelijker en oogelijker, welnu, dan kan men dit verkrijgen, door hem in water van om streeks 40 graden Celsius te plaatsen, doch beslist niet hooger, want bij 70 graden ver liest hij zijn waarde. Veeleer willen wij den honinggebruikers aanraden, zich te gewennen aan het nutti gen van gecristalliseerde honing, want zoo licht verhit men te hoog en dan is het vol waardige product van geen waarde meer Koopt daarom steeds honing onder Rijks honingmerk en laat die honing doen, wat de natuur hem heeft ingegeven en knoei cr niet mede. Dat men dit toch moge ieeren inziet iJ li lLjlL-.I eJ.JxD.+ia BAARN. Rijvereeniging. Op Zaterdag 19 September a.s. zal de eer ste cross gehouden worden „De Cross van de Witte Bergen", in de nabijheid van 't ca fé-Restaurant „De Witte Bergen", aan den grooten verkeersweg BaarnBussum, deze cross zal aanvangen des middags om drie uur. De deelname zal alleen open zijn voor le den van de Rijvereeniging Baarn, die om de drie minuten individueel moeten starten. Het parcours zal een lengte hebben van on geveer 2U0Ü M. Voor dezen cross heeft die vereeniging drie prijzen uitgeloofd. Kei parcours zal eerst gezamenlijk gere den worden, dus niet geloopen. Na afloop zal in het bovengenomde café thee worden gedronken. Op Zaterdag 26 September a.s. des na middags te drie uur zullen springoefenin gen worden gehouden achter Klein Kie- veisum. Deze oefeningen zijn bedoeld als vooroefeningen voor den Cross van „De Ekster" op 3 October a.s. (in de omgeving van Oud—Bussum). Vereeniging tot behoud van natuurmonu menten in Nederland. Bevordert het behoud van een vogel- broedplaats in Waalenburg! Andermaal ziet onze Vereeniging ziah genoodzaakt een beroep te doen op allen, wien het behoud van het Nederlandsche landschap met zijn rijkdom van planten en dieren ter harte gaat. Het geldt ditmaal Waalenburg op Texel een terrein van ongemeene beteekenis voor bloemen en voor vogels, een lagen brak waterpolder, zooals die in Nederland hoe langer hoe schaarscher worden. Het is Waalenburg, waar de duizenden die Texel bezochten, genoten hebben van de velden, bont van bloemen, doch niet minder van de ongeëvenaarde vogelbe volking. Waar èlders vindt men op zulk een beperkt gebied die aantallen kemp hanen, kluten, grutto's, tureluurs, schol eksters, kieviten, strandpleviertjes, visch- diefjes, zwarte sterns en nog veel meer als juist daar? Wij overdrijven niet, indien wij zeggen, dat Texel zijn tegenwoordigen roem voor liepen, die aan weerszijden door kreupel hout begrensd was, trad er een dame zóó ijlings uit de struiken te voorschijn, dat ze bijna tegen hen aanliep. Ze schrikte even, maar herstelde zich weer spoedig en stak Felipa de hand toe. „U is zeker miss Fleetwood? U werd mij twee dagen geleden gewezen. Wat zult u wel denken van zulk een ontvangst, nu u zoo vriendelijk is, mij te bezoeken!.... Mag ik mijzelf even voorstellen, ik ben mrs. Massarene...." Mrs. Massarene hield gedurende een kort oogenblik Felipa's hand in de hare gevat; toen wendde zij zich tot Tristam en vroeg: „Zeker mr. Fleetwood?.... Neen, denkt u maar niet, dat ik helderziende ben, maar ik was gisteren op „Het Huis" en daar liet mijn vriendinnetje Georgie mij de por tretten zien van iedereen op kasteel Wold. Het uwe was vijt jaar oud, naar zjj zei. maar ik herken er u onmiddellijk van. U is in het geheel niet veranderd". „Toch ook vijf jaar ouder geworden", zei hij, en vatte even de blanke hand met de vele ringen. Mrs. Massarene keerde zich weer tot Felipa. „Ik lijk wel een kind, dat voor het eerst een tuintje heeft", lachte zij. „Op ieder oogenblik van den dag loop ik er uit. om van het buitenleven te genieten. Wat een alleraardigst oud huis is „de Gevels" toch! Zoo schilderachtig! En van binnen is het nog mooier dan van bui ten!.... Vindt u niet?" „Ik ben blij, dat u er zoo zeer mee in genomen is. Maar ik heb het van binnen nooit gezien", antwoordde Felipa kort. „Neen? Dan moetu't toch eens be kijken! Maar komt u gauw mee binnen. Mijn man zal blij zijn, u te zien. Ik geloof, dat hij met u nog over enkele dingen wilde spreken, mr. Fleetwood". een zeer groot deel aan Waalenburg te danken heeft. Deze polder zal worden bemalen, nog in den loop van dit jaar; met de benoo- digde werkzaamheden is reeds een aan vang gemaakt. De tot nu toe drassige hooilanden komen dan droog te liggen en de bestaansmogelijkheid voor de plan ten en de vogels gaat verloren. De vraag rijst, of wij in de toekomst de heerlijke openbaring van vogelleven, zoo als Waalenburg die te aanschouwen geeft, inderdaad zulllen moeten derven. Dat behoeft niet zoo te zijn, indien het Nederlandsche volk er opnieuw blijk van wil geven zijn natuurrijkdommen voldoende op prijs te stellen en voor hun behoud een offer te willen brengen. Onze Vereeniging heeft n.1. pogingen aangewend om althans het belangrijkste gedeelte van den polder aan te koopen, het laagste en het merk waardigste terrein, zoo gelegen, dat het ook bij bemaling in den tegenwoordigen staat behouden kan blijven. Wij hebben het oog geslagen op tie gronden, gelegen tusschen Westerboersweg, Middelweg en Motweg, een oppervlakte Van ongeveer 40 H.A. beslaande, en dit gebied is aan de Vereeniging in handen gegeven tot 1 Oc tober a.s. Zal het mogelijk zijn, dit deel van Waalenburg te behouden, dan moet de Vereeniging de beschikking krijgen over een bedrag van meer dan f 30.000Zulk een som gaat de draagkracht van de Ver eeniging, die reeds zoo vele en zoo groo te geldelijke verplichtingen op zich heeft genomen, thans te boven en wij moeten derhalve weer een beroep om steun doen op al diegenen, die het met ons eens zijn, dat het de plicht der Vereeniging is, te trachten ook hier reddend op te treden. Zoo groot is het bedrag niet, of het kan, zelfs in deze voor velen zoo moeilijke tij den, bijeengebracht worden. Men beden ke, dat het over enkele maanden reeds te laat zal zijn, dat dan de kans voorgoed voorbij is, om zulk een uniek en rijk land schap te behouden. Mochten wij de beschikking krijgen over een grooter bedrag, dan kunnen wij het beschermde gebied nog verder uitbreiden. Duizenden, landgenooten en vreemdelin gen, hebben onder leiding van de bewa kers onzer Vereeniging den rijkdom van Waalenburg bewonderd en dit versterkt ons in het vertrouwen, dat wij ook dit maal niet tevergeefs een beroep op de Nederlandsche natuurvrienden zullen doen. De verdwijning der vogels uit Waalen burg zal terecht als een nationaal, zeljfs als een internationaal, verlies moeten be schouwd worden. Moge het blijken, dat velen ook thans de Vereeniging in haar vaak zoo moeilg- ken strijd willen steunen I Bijzonder zullen wij het waardeeren, indien ook U van uwe belangstelling en van uw instemming blijk wilt geven, door ons het hierbij gevoegde inteekenbiljet in gevuld terug te zenden. Het Dag. Bestuur der Ver. tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland Mr. P. G. van Tienhoven, Voorz. H. C. Rehbock. Ondervoorzitter, Dr. Jac. P. Thijsse, Secretaris Dr. L. Ph. De Bussy J. Drijver. „O, juist. Een paar ondergeschikte pun ten, die wij beter mondeling behandelen kunnen. Het zal mij zeer aangenaam zijn, mr. Massarene te ontmoeten". Mrs. Massarene mocht het buitenleven dan al zeer liefhebben, haar toilet was niet in stijl daarmee, maar geheel volgens de nieuwste Parijsche mode. Zij was zeker al een jaar of dertig, maar er was nog iets bijzonder jeugdigs en on schuldigs over heel haar uiterlijk. Ze had een rond, kindergezichtje, zou men haast zeggen, met groote, donkere oogen en toch een blanke gelaatstint. Zij was klein van stuk, goed gezond van vormen en met iets zeer bevalligs in houding en manieren. Toen het drietal al bijna het huis be reikt had, kwam het rijtuig aangereden. „Dat is toch de livrei van kasteel Wold?" riep mrs. Massarene. „Maar het is toch niet sir Peregrine?" „Sir Peregrine kan tot zijn spijt geen bezoeken meer afleggen", verontschuldigde Tristam zijn oom. „Maar het is mijn tante, lady Pomfret, met haar aangenomen doch ter, miss Ludlow". „Lady Algemon? O, hoe vriendelijk van haar Lady Algy, die zich voorgenomen had, heel stroef en vormelijk te zijn. kwam on willekeurig onder de betoovering van de kinderlijk-innemende manieren van haar gastvrouw. Terwijl de beide oudere dames in druk gesprek zaten, fluisterde Ethelwyn tot Fe lipa: „Hoe vindt je haar?" „Ze draagt te veel juweelen". „Maar haar persoon?" „Om een afkeer voor te voelen". „Hè....?" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 1