Reisindrukken
over Italië.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Nieuws- en Advertentieblad
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - S0ESTD1JK
Bekendmakingen.
Officieel.
De groote stilte.
Binnenland.
SOESTER BANKVEREENIGING - Telef. 2317 - SOEST
No. 101
Negentiende Jaargang
Woensdag 16 December 1931
ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1.— PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST.
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1*12 (STAATSBLAD NUMMER *80)
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAKP
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen hierbij ter openbare kennis, dat op
heden zijn afgekondigd:
l. De door den raad op 25 Augustus
1931 vastgestelde en bij Koninklijk Besluit
van 31 October 1931 No. 23 tot 1 April
1933 goedgekeurde verordening op de hef
fing van schoolgeld voor het gewoon la
ger onderwijs en voor het uitgebreid lager
onderwijs in de gemeente Soest;
If. De door den raad op 25 Augustus
1931 vastgestelde vèrordening op de invor
dering van schoolgeld voor het gewoon la
ger onderwijs en voor het uitgebreid lager
onderwijs in de gemeente Soest.
Soest, 11 December 1931.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh,.
De Secretaris, J. Batenburg.
De waarde van een mensch is gelegen
in zijn bekwaamheid tot individueel
denken en collectief handelen.
Elbert Hubbard.
Trot» ligt aan alle groote fouten
tan grondslag.
Ruskin.
Vertrouwen in het volmaakte bouwt
den weg voor het volmaakte.
Tagore.
Ginds in het bergland van Zwitserland, op
een van de hoogste toppen der Zwitsersche
Alpen, die in de grootsche eenzaamheid der
kale rotsgesteenten als een symbool zijn
van onwankelbare standvastigheid, hebben
een aantal sterrekundigen en astronomen
ingewikkelde instrumenten opgesteld, ter
voorbereiding van een diepgaande observa
tie en studie der zonnestralen. En nu weet
ik haast zeker, dat er iemand zal zijn, die
zal zeggen. Tjonge, tjonge is dat nu niet
een beetje erg overdreven? Moeten ze nu
speciaal op gevaarlijke hooge rotsen klim
men, om die studies te maken en de zon te
bekijken? Wat geeft dat nu, of ze nu een
paar duizend meter hooger gaan staan, om
dichter bij de zon te zijn, terwijl de zon
toch millioenen kilometers van ons verwij
derd is? Kunneh ze niet even goed de zon
op hun gemak beneden in de vlakte bekij
ken?
Stop: wacht eens even. Galoppeer niet
door, mijn waarde. Zeker, de afstand tot
de zon wordt er niet noemenswaard door
verkort, als we op een hoogen bergtop gaan
staan. Maar toch kunnen we de zon dik
wijls beter daar zien, in de klare hoogten,
in de zuivere lucht, die niet verduisterd is
door mist en wolken en niet besmet door
stof en rook.
Maar te deksel, wat heeft dit alles nu te
beduiden? Wat bedoelt men met dit ta
melijk kinderachtige verhaaltje? Och, niets
sensationeels. We kunnen er alleen een
werkelijk heel aardige parabel uit trekken.
Hoevele van de fijnste, schoonste dingen
des levens worden niet verduisterd of ver
wrongen of geheel en al uitgewischt, achter
wolken en nevels verborgen op de lagere
gebieden van onze menschelijke wereld! En
zoo aan ons oog onttrokken, net zooals die
fijnste zonnestralen, die we in het dal niet
konden zien vanwege mist en stof en nevel,
terwijl ze wel ongestoord te genieten wa
ren, hoog in het gebergte, waar men slechts
na een moeilijken tocht kon* komen? Onze
verkeerde motieven voor en opvattingen van
het zakendoen, mode en genoegens, de ver
blindheid van den waanzinnigen strijd om
geld en rijkdom alleen, het stof en het la
waai en rumoer van de markten der wereld,
de zelfzucht en de strijd der eerzucht, de
cultus der zinnelijkheid, al deze dingen ver
duisteren, verwringen en verbergen de din
gen van den geest zoo, dat men ze niet eer
der helder kan zien, dan wanneer we de
hoogten der stille meditatie en overpein
zing beklimmen, en daar trachten ons te
verfrisschen aan de nimmer drogende bron,
van alle Waarheid en Leven en Liefde.
Dit rustig overdenken van onze daden en
gedachten, dit rustig beschouwen der ge
beurtenissen aan het einde van den dag, dit
telkens opnieuw, na rijp contempleeren, be
palen van onze houding en ons standpunt
in overeenstemming met onze hoogste be
grippen van goed en van rechtvaardigheid,
is indertijd heel noodzakelijk. Het is, zoo
als de bekende journalist, die J. S. Braith-
waite te Londen is, eens in een conferentie
van Europeesche j umalisten opmerkte:
Geen mensch kan zijn beste werk geven,
totdat hij geleerd heeft hoe te mediteeren.
Mediteeren, dat is (volgens dictionaires) ab
stract denken, zich bezig houden met gees
telijke bespiegelingen. Welnu, dit meditee
ren, dit „4 tête reposée" nadenken kan men
meestal niet zoo gemakkelijk doen te mid
den van de drukte van het jachtende leven,
als het ware in de hitte van het gevecht.
Doch juht in die spannende oogenblikken.
kunnen we de vruchten plukken van ons
mediteeren, van ons weloverwogen stand
punt, zoodat we niet behoeven te weifelen,
noch uit ons evenwicht geworpen hoeven
te worden, doch rustig en zeker onzen koers
houden. Terwijl anderen opgewonden wor
den en zich bij elke onverwachte gebeurtenis
door schrik bevangen zien worden en aldus
verleid worden tot overhaaste, onberede
neerde en meestal onjuiste stappen. Omdat
ze door gebrek aan ervaring, omdat ze geen
lust en geen neiging gevoelden om de hoog
ten te beklimmen, niet weten welke prach
tige, kracht en licht schenkende stralen de
zon immer voortgaat ons te schenken, en
omdat ze dus niet weten, dat deze stralen
werkzaam zijn, zelfs wanneer we ze niet
zien, door de mist en de stof beneden.
Of om het nog anders, met Browning,
te zeggen, Het is het opgeheven gelaat, dat
het schijnen van de zon voelt
FLORIS C.
(Nadruk verboden).
FEITEN EN C'JFERS OVER SCHOOL
EN ONDERWIJS.
VII.
Wij vervolgen onze opmerkingen over het
interne schoolbedrijf met eenige mededee-
lingen over de leerstof.
Voor een belangrijk gedeelte staat deze
vast. In alle scholen voor gewoon lager
onderwijs worden de vakken lezen, schrij
ven, rekenen, Nederlandsche taal, vader-
landsche geschiedenis, aardrijkskunde, ken
nis der natuur, zingen, teekenen en nuttige
handwerken voor meisjes onderwezen. Het
is echter van belang even op een paar an
dere vakken te letten. Vooreerst op het
vak lichamelijke oefening. Eerst over eeni
ge jaren zal, volgens de Lageronderwijs-
wet 1920, dit vak aan alle scholen inge
voerd moeten zijn. Thans geldt dienaan
gaande een overgangsbepaling. De Stati-
tistiek van het Gewoon en Uitgebreid La
ger Onderwijs 1) vermeldt, dat er aan 65%
van de scholen voor gewoon lager Onder
wijs reeds onderwijs in lichamelijke oefe
ning wordt gegeven. Handenarbeid vindt
men slechts in een gering aantal scholen
n l. 5 van het totaal. Zwemonderwijs ge
nieten de kinderen van 3% der scholen.
Fransche/, Duitsche en Engelsche taal
raag, gelijk bekend, in de eerste zes leer
jaren eener school voor gewoon lager on
derwijs niet onderwezen worden. Vele
ouders laten daarom hun kinderen een cur
sus in een vreemde taal volgen buiten de
gewone schooluren. Vooral Fransche cur
sussen verheugen zich in groote belangstel
ling. Voorzoover aan het Centraal Bureau
voor de Statistiek bekend, volgen ongeveer
19% van de leerlingen van het 5e en 12%
van de leerlingen van het 6e leerjaar zulk
een cursus. In de groote steden is het per
centage veel hooger dan op het platteland.
Het is bekend, dat in het wetsontyyerp tot
wijziging der Lageronderwijswet wordt
voorgesteld het onderwijs in een der drie
moderne talen in de genoemde leerjaren
weer mogelijk te maken. Ten hoogst 3 uren
per week zouden dan aan dit onderwijs mo
gen worden besteed.
In vrijwel alle confessioneele bijzondere
scholen worden vakken onderwezen, ver
band houdende met de richting der school
zooals bijbelsche geschiedenis, kerkge
schiedenis, enz. In de openbare scholen
vyordt geen godsdienstonderwijs gegeven
Althans niet binnen het gewone leerplan!
Het geven van godsdienstonderwijs blijft"
zoo bepaalt de wet „aan de godsdienstlee
raren overgelaten." Bij de regeling van de
schooltijden der openbare scholen moet
evenwel door het vrij geven van uitdruk
kelijk in die regeling genoemde uren wor-
den gezorgd, dat de schoolgaande kinderen
in de schoollokalen die daarvoor koste
loos beschikbaar worden gesteld of el
ders godsdienstonderwijs van die gods
dienstleeraren kunnen genieten. Van deze
gelegenheid wordt nu aan 60% van de
openbare scholen voor g.I.o. en aan 37%
van de openbare u.l.ó, scholen gebruik ge
maakt. De Statistiek, waaruit wij deze ge
gevens putten, vermeldt, dat 17% van de
leerlingen der openbare scholen voor g.I.o.
en 12% van die van de openbare u.l.o.
scholen op deze wijze godsdienstonderwijs
genieten. Wanneer men de uitgave zelf
raadpleegt waartoe wij alle lezers van
harte opwekken vindt men deze gege
vens afzonderlijk voor de .provinciën, de
grootste gemeenten en enkele groepen van
kleinere gemeenten terwijl daarin bovendien
nog is vermeld, welke kerken en organisa
ties op dit gebied werkzaam zijn en hoe
veel scholen en leerlingen zij bereiken.
1) Uitgegeven ter Alg. Landsdrukkerij,
's-Gravenhage.
GOUDEN JUBILEUM DER UTRECHT-
SCHE WATERLEIDING MIJ.
De Utrechtsche Waterleiding Maatschap
pij, die ook in onze gemeente de drinkwa
tervoorziening exploiteert, bestaat 20 De
cember a.s. vijftig jaar. In Juli 1881 ver
leende de Utrechtsche gemeenteraad con
cessie voor den aanleg en exploitatie eener
drinkwaterleiding in de gemeente Utrecht
aan de heeren C. P. Metelerkamp en F. A.
R. Schwiep, die, omdat destijds in Neder
land geen geld voor eene zoo risquante on
derneming te verkrijgen was, de concessie
overdroegen aan de Compagnie Généra
le des Conduites d'eau te Luik, welke op
haar beurt op 20 December 1881 de Com
pagnie des Eaux d'Utrecht, de Utrechtsche
Waterleiding Maatschappij stichtte. Binnen
twee jaar tijds moesten de plannen uitge
voerd zijn en op 1 April 1883 had reeds de
opening der waterleiding te Utrecht plaats.
Als eerste directeur der Utrechtsche Wa
teleiding Maatschappij trad op de heer C. P.
Metelerkamp, na wiens overlijden in 1895
de directie in handen kwam van den heer
P. E. Rijk, die tot zijne overlijden in 1911
deze functie bleef bekleeden en in dat jaar
opgevolgd werd door zijn zoon, den hui-
digen directeur der Utrechtsche Waterlei
ding Maatschappij, den heer J. C- Rijk.
Sinds 1930 is de heer J. H. Mulder als on
der-directeur aan dit bedrijf verbonden. Be
halve te Utrecht exploiteert de jubileeren-
de maatschappij drinkwaterleidingen in de
Bilt (1881), Baarn (1883), Hilversum (1886),
Tiel (1889), Amersfoort (1890), Zeist
(1894) en Driebergen (1896); zij is voorts
nauw geintresseerd bij de Arnhemsche Wa
terleiding Maatschappij. De Utrechtsche
Waterleiding Maatschappij beschikt over
zeven waterwinplaatsen in de verschillende
gemeenten; de prise d'eau voor Utrecht is
te Soesterberg gelegen.
Het 50-jarig bestaan zal op 19 December
a.s. op eenigszins feestelijke wijze worden
herdacht. Naar wij vernemen zal o.a. door
het personeel aan het bestuur der Maat
schappij een herinneringsplaquette worden
aangeboden en zal het bestuur 's avonds
aan het personeel een soirée aanbieden. Za
terdagmiddag van 3.304.30 uur houdt het
bestuur der Utrechtsche Waterleiding Mij.
receptie in de groote zaal van het Jaarbeurs
restaurant te Utrecht; wij twijfelen niet of
velen zullen van deze gelegenheid gebruik
willen maken om het bestuur en de directie
hulde en dank te brengen voor hetgeen de
Utrechtsche Waterleiding Maatschappij in
haar halve-eeuwsche bestaan voor onze ge
meente hééft gedaan.
NAZORG.
Te Baarn is op initiatief van Mevrouw
de Jonge van Zwijnsberge een comité ge
vormd. dat zich wil belasten met de pro
paganda en leiding eener Bazar ten bate
van de Nazorginrichtingen te Gennep, die
zal gehouden worden in Hotel Zeiler te
Baarn op 16 December a.s. 's avonds van
20—21.30 uur en op 17 December van 10
18 uur.
Nog te weinig is bekend het doel van Na
zorg, het steunen van T.B.C. patiënten, die,
na een voor hun herstel berekenden norma
len kuurtijd, nog niet in staat zijn hun werk
in de Maatschappij weder op te vatten.
Deze patiënten blijven dus nog een tijd
in de Nazorginrichtingen om te werken on
der leiding en bescherming, opdat zij hun
door ziekte lichamelijk en geestelijk verlo
ren geestkracht, hun vertrouwen in eigen
kunnen, terug winnen;.
De bron waaruit de verplecgkosten van
deze laatste groep worden bestreden, raakt
ondertusschen maar al te vaak uitgeput.
Daarom wordt als arbeid een zoodanige
gekozen, die profijt oplevert. In de Gen-
nepsche Nazorginrichtingen werd Kunstnij
verheid gekozen, die beter rendeert dan de
productie van massa-artikelen.
Deze Kunstnijverheidsvoorwerpen zullen
tijdens de Bazar worden tentoongesteld, ze
zijn keurig, nuttig en laag in prijs. De op
brengst dezer voorwerpen wordt gebruikt
ter bestrijding der verpleegkosten van de
herstellenden. Patiënten van alle richtingen
en uit alle kringen worden opgenomen.
Het comité van aanbeveling verzoekt met
grooten nadruk op veler sympathie en me
dewerking te mogen rekenen ten einde deze
Tentoonstelling te doen slagen en zoo het
prachtig sociaal werk, dat door nazorg
wordt verricht, te steunen.
Mevrouw Deketh
Lothen van Doelen Grothe
Hooft Graafland
Insinger
Landweer
van Lennep
Meijer Fockema
Pierson
Mejuffr. Poelman
Mevrouw Quarles van Ufford
van Reenen
Rutgers van Rozenburg
Rentmeester
Tegelberg
den Tex
Willeumier
Mejuffr. Zwier.
II.
De fascistische grondtoon van geheel de
samenleving wordt zeker niet onder stoel.en
of banken gestoken. Zoodra ge Italië bin
nenkomt, ziet ge het .fascisme. De zwart-
hemden van allerlei aard zijn er talrijker
nog dan de militairen, die men overigens in
Italië niet minder ontmoet dan in het Prui
sen van voor den oorlog het geval was. Ge
ziet de jonge fascist en oefenen, en ge
vindt, zoodra ge in kleinere plaatsen komt,
de oudere fascisten samen praten en over
leggen. In Rome trof het ons. dat er zelfs
fascistische auto-rondritten worden georga
niseerd, d.w.z. rondritten voor de vreem
delingen, die niet een bepaald deel van Ro
me tot onderwerp hebben, maar het fascis
tisch werk willen doen zien. Die rondritten
gaan over een afstand van 40 K.M.; zij be
treffen niet alleen Rome. maar ook de
naastbijgelegen omgeving, die door Musso-
lini kort geleden werd geïnspecteerd. Dat
moet erkend, wie dezen rondrit maakt, ont
dekt heel wat verbeteringen, in korten tijd
aangebracht. Wie Rome in een tiental ja
ren niet bezocht heeft, waardeert het weg
breken op ruime schaal, dat om en nabij
v.h. Sukkel Co.
EFFECTEN - COUPONS - PROLONCATIËN - SAFE DEPOSIT
alle Bankzaken
het Kapitool is geschied, waardoor dit rui
mer is komen te staan en meer in oude
grootschheid valt te waardeeren. Trouwens,
in geheel Rome is gebroken en zijn nieuwe
verkeerswegen aangelegd. Het facisme kan
het niet helpen, dat het nationaal gedenktee-
ken, dat geheel Rome overschaduwt, nu niet
tot de mooiste kunstvoortbrengselen van
Italië behoort; het is daartoe te groot, te
veel van goud voorzien. Het fascisme in-
tusschen heeft er wel zorg voor gedragen,
dat het oude Rome, achter dit gloednieuwe
monument gelegen, wat ruimer is kunnen
gaan ademhalen, en dat de bezoeker, die Ro
me voor het eerst bewondert, een bijkans
vrijen blik kan werpen op dat ^mmer im
posante Forum. Spoorwegongelu i hoor
de ik eens deze diverse forums nq n door
een aardig jong meisje, die slech. ^og had
voor het inderdaad ruïneus uitziende sa
menstel van versplinterde steenen. Maar
spoorwegongelukken van toch wel zeer
groote historische en cultureele waarde, die
alleen Rome in zoo grooten omvang binnen
zich bergt.
Het fascisme heeft Italië in elk geval ge
maakt tot een land, waar orde op de straten
heerscht. Ordelijkheid naar buiten en naar
binnen was nooit een op den voorgrond
tredende Italiaansche karaktertrek, schoon
de Romerascfcie heerschappij juist daardoor
groot is è^v.-ortfëii "Nog altijd leeft de ge
middelde Italfkan een groot deel van zijn
dagelijksch leven op straat. Wij vertoefden
enkele dagen achtereen in het zeer aantrek
kelijk, middeneeuwsch uitziend stadje Pe-
rugia, de oude hoofdstad van het oude Um-
brië. Klein, vestingachtig stadje, met een
bevolking van enkele tienduizenden, waar
door zelfs dit kleine stadje 't aanzien krijgt
als ware het een zeer bevolkte plaats. Maar
bracht dat leven op straat vroeger met zich
mede een voortdurend krakeelen, schreeu
wen, lawaaimaken om niets thans is het
toch wel wat anders. De vroolijkheid, den
Italiaan van nature eigen, is niet verdwe
nen; de zonnige zuidelijke glimlach komt
spoedig om den hoek kijken. De hoffelijk
heid tegenover den vreemdeling is evenmin
verloren gegaan, maar gaat niet meer ge
paard met de aan Nederland herinnerende
overbodige belangstelling, die vroeger in al
wat vreemd was, overmatig werd getoond.
De vreemdeling kan er zich bovendien in
groote of kleine steden bewegen zonder elk
oogenblik gevaar te loopen zijn beenen te
breken over minder of meer echte bede
laars. die zich in allerlei ongelukkig gewaad
hullen. Het zou te veel gezegd zijn, indien
men beweerde, dat Italië geheel geen be
delaars meer kent, maar toch, het type is
van de straten verdwenen, en de bedelaar,
die ge er ontmoet, wordt uitzondering. Het
verkeer gaat er geleidelijk en snel, wellicht
in groote steden wat te snel naar onze meer
voorzichtige West-Europeesche opvattin
gen, Teneinde verbinding tusschen twee
stadsdeelen van Rome tot stand te brengen,
heeft men het koninklijk Quirinaalpaleis on
dergraven door een tunnel van enkele hon
derden meters lengte. Daardoor gaat nu
tijdens den dag een stroom van verkeer van
allerlei aard, en op het asphalt van dezen
tunnelweg trachten de stoutmoedige Itali
aansche chauffeurs elkander in snelheid den
loef af te steken. Dat gaat gepaard met een
gebruik van claxons, dat ons minst geno
men overbodig voorkomt; geluid, dat te
gen het lage gewelf weerkaatst en zoodoen
de over dezen korten afstand hooren en
zien doet vergaan.
Overal trouwens in de groote en kleine
steden rijden auto's met een snelheid, die
ons in straten, heel wat verlatener dan de
Italiaansche in den regel zijn, onvoorzichtig
toeschijnt. En toch gebeuren er weinig on
gelukken, omdat de Italianen geboren
chauffeurs zijn, maar ook omdat de Italiaan
sche voetganger wel onvriendelijke woorden
snauwt aan het adres van den voorbijvlie
genden automobilist, maar op eigen veilig
heid voor alles bedacht is. De treinen, och
het is al zoo dikwijls gezegd, vertrekken
nog altijd op tijd. in tegenstelling met het
vroegere Italië, dat men langzamerhand is
gaan vergeten. Van de Italiaansche sta
tions spant het nieuwe te Milaan, waarme
de dat te Rome in geen opzicht meer kan
worden vergeleken, de kroon. Groot en
grootsch is het gebouw; men heeft bij dien
bouw het oog op de toekomst gericht. En
daar te Milaan, gelijk overal elders, waken
fascistische commissarissen, die zoo nu en
dan een eind in den trein meerijden. Maar,
wanneer ge mij vraagt of ze een hinderlijke
controle uitoefenen, dan moet ontkennend
geantwoord worden. Het heeft er den schijn
van alsof hun controle meer gericht is op
ambtenaren en beambten dan op het reizend
publiek. Wie zich herinnert welk een uit
zondering op tijd rijdende treinen in Italië
vroeger vormden, kan in dat opzicht den
fascistischen invloed slechts loven, En wie
zich herinnert hoe men vroeger niet slechts
in de kleine zuidelijke, maar ook in de groo
te noordelijke steden in Italië het lanterfan
ten als een noodzakelijke tijdpasseering be
schouwde. kan met waardeering zien, dat
er gewerkt wordt, hard en met naar buiten
in elk geval opgewekte gezindheid. Alweer,
,de vreemdeling neemt slechts oppervlakkig
j waar, maar dat oppervlakkige kan toch niet
over geheel den bodem van een zoo groot
j land voo volledig in strijd zijn met het in-
nerlijk.
I Italië is en blijft als land om te reizen on
overtroffen. Het heeft een prachtige na
tuur; het beschikt over een kunst, die on
vergelijkelijk is, omdat van haar de cultuur
van tal van andere landen stamt. En waar
ge gaat of staat, drukt Uw voet historischen
bodem. Het werd zoo aardig door een voor
aanstaand Nederlander gezegd toen hij de
zer dagen een internationaal congres in
Italië opende: Wanneer men een land, dat
men tot dusverre niet heeft bezocht, be
treedt, is het immer een gevoel van nieuws
gierigheid, dat over u komt. Maar betreedt
ge Italië voor den eersten keer, er is iets
van wijding, dat ge voelt, omdat namen en
dingen in Italië zijn samengeweven met dat
gene wat ge als kind en als jongeling hebt
geleerd. De Tiber is voor ieder, die deze
rivier voor het eerst ziet iets meer dan een
rivier; Italaansche provinciën zijn vets meer
dan landschappen met mooie natuur, om
van Rome, het eeuwige Rome in het geheel
niet te spreken. De verschillende deelen
van Italië worden door de spoorwegen vrij
goed verbonden, en voor zooverre dit niet
volledig het geval is, is ook hier de autobus
te hulp gekomen. Een moeilijkheid blijft
de taal, en waar de Italianen hun taal als
een vierde algemeene beschouwen, naast
Fransch, Duitsch en Engelsch, geven zij
zich minder dan tevoren moeite om iets van
u te begrijpen, wanneer ge u in een dezer
drie talen tracht verstaanbaar te maken.
Daartegenover staat echter de aangeboren
hoffelijkheid en welwillendheid, die naar het
Zuiden wat afneemt, maar toch voor den
gemiddelden reiziger groot genoeg blijft.
Met enkele woorden, en desnoods met tee-
kens komt ge zelfs in Italië een heel eind.
De Italiaansche ambtenaar is een gids voor
den reiziger, en staat hem gaarne ten dien
ste, mits hij maar van zijn betrouwbaarheid
overtuigd is. Men merkt zulke veranderin
gen met vroeger gemakkelijk op; moeilijker
is het te bepalen welk aandeel het fascisme
daaraan heeft. Onlangs werd een uitspraak
gegeven in dezen zin. dat men het fascis
me niet kan aanvaarden zonder datgene wat
de tegenstanders noemen zijne uitspattin
gen, want juist op die uitspattingen, zoo
zeggen zij. is het gegrond. Die opvatting
latende voor wat zij is. dient toch wel ge
constateerd, dat het Italië van voor of van
direct na den oorlog zeker een heel wat
minder ordelijk werkend, en opgewekt Ita
lië was dan het Italië van thans. Dat niet
zooveel tijd nutteloos aan de politiek wordt
verdaan gelijk tevoren in Italië evenals in
Spanje het geval was, kan zeker geen
kwaad. Maar dat er over de gemiddelde
Italiaansche stad en het land iets van een
rust is gekomen, die men vroeger miste,
treft zelfs den oppervlakkigen reiziger. Dat
het fascisme zich naar buiten toont, kan niet
worden ontkend. Ook dan, wanneer men
niet toevalligerwijze in Rome vertoeft op
een dag voorafgaande aan Mussolini's wa
penschouw over de 40.000 jongere fascisten,
valt dit op. Maar toch dient hier gezegd, dat
deze jonge fascisten, allen gemakkelijk her
kenbaar, zich ongedwongen, opgewekt be
wogen; eenerzijds niet den indruk maakten
van aan een overmatige discipline te zijn
onderworpen, anderzijds zeker niet het uit
dagend vertoon gaven, dat aan de natio-
naal-socialisten in Duitschland en zelfs «aan
sommige jongeren groepen in ons rustige
vaderland niet altijd vreemd is!
Het Forum Romanum met al wat daar
onmiddellijk bij behoort, is als van ouds
het middenpunt van Rome gebleven. On
middellijk achter het Forum is het Kapi
tool, en terzijde daarvan is de facade van
het nationaal gedenkteeken der Italiaansche
eenheid, gericht naar de smalle, trechter
vormige lange straat, die Corso Umberto I
heet. Voor het Corso is een soort plein, aan
den eenen kant het Palazzo Colonna. wat
teruggedrongen, en aan den anderen kant
het al even vestingachtig uitziend Palaz
zo Venetia. Dit heeft een rol gespeeld, een
belangrijke rol in de middeneeuwsche twis
ten. die Rome gescheiden hielden: het heelt
daarna de ambassadeurs van Venetie ge
herbergd en later de Oostenrijksche gezan
ten. De Staat heeft het na den oorlog ge
confisqueerd, gelijk het prachtige oude pa
leis, dat de Duitsche legatie nabij het Ka
pitool herbergde, gedeeltelijk is neerge
haald, gedeeltelijk hij het Kapitool-musenm
is gevoegd. Gelijk ook het paleis der Span
jaarden. zoo schilderachtig gelegen aan de
schilderachtige trap van het Spaansche
Plein, na de laatste gebeurtenissen 111 Span-
je iets van zijn oude waardigheid heeft ver-
loren. In het Patezo Venczia woont de Du-
ce cn wie het niet zou weten, ziet het aan
de beide fascistische schildwachten die er
dag en nacht dienst doen. Wie een blik naar
binnen werpt, ziet in de groote, schijnbaar
oneindige ruimte van het voorplein van de
ze paleizen met ontzaggelijke afmeting. Zoo
nu en dan staat er een auto van Mussolini
DE EERSTE SOESTER
ELECTR. DRUKKER II
is het meest betrouwbare adres
voor Uw drukwerk. Met onze mo
derne machines zijn wij in staat U
bet baste van het beste te leveren
tegen zeer concurreerende prijzen