trs3 KHANDEL j® l^y BCECEIRIIJI Voor de Vrouw WRAAK! Voor de Kinderen N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij FEUILLETON N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ 3 "1 Modebladen, Telegraaf, Maandagochtendblad, Ft musante Weekblad, Haagsche Rost, Stuiversblad, DE RADIOBODE, De Lach, „HET IDEAAL" geïll. blad. Gooi- en Eemlander enz. EEN NIEUW JAPONNETJE. Een van de vele nieuwe modekenmerken van het ingetreden seizoen is, dat er bui tengewoon veel jasjes gedragen worden, of dat nu is op een avondjapon of een gewoon daagsch japonnetje, er worden jasjes gedra gen, al zijn die dan ook altijd kort. Zoo kort zelfs, dat het een bolerótje lijkt, met dat verschil, dat die korte jasjes van voren aan de ceintuur gesloten worden. Een ander kenmerk van de voorjaarsmode is doch dat ziet men zoo op het oog niet dat de mantels en costuums wijder artngaten heb ben en breedere schouders. Maar dat is zoo handig gedaan, dat het figuur er even goed slank en kwiek bij blijft. De bedrukte zijden stoffen zullen dit seizoen weer veel succes hebben, doch alleen met dit verschil, dat de patronen heel rustig zullen zijn, met kleine figuurtjes en bloempjes. Doch er zullen veel minder bloempatronen gezien worden en meer fantasie-figuurtjes. De teekening geeft deze keer een hcj-1 eenvoudig daagsch japonnetje van een aardige fantasie-stof van oranje met zwart. De rok is van voren met een schuin ingezet pand, met breede platte plooien. Vrijwel de eenige garneering is het witte piqué kraagje met punten. De rok is opzij met vier stoffen knoopen, ter wijl er op de mouwen eveneens twee knoo pen zijn gezet. Voor dit model (patroon No. 3431) is 2.50 Meter stof van 1.40 M. breed toereikend. Met het voorjaar komt natuurlijk ook het nieuwe ondergoed aan de orde. Combina- tions, enz. hebben nu lichtere kleuren ge kregen en het wit en heel licht röse hebben nu weer de overhand. L O E S. Van deze japon is een knippatroon ver krijgbaar k 75 cent. Postwissel zenden aan: De Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam-Z. Op het strookjes nauwkeurig vermelden: naam en adres van afzender, nummer van het gewenschte patroon en maat. Levering binnen 1 week. (De matera van 40 tot 52 kunnen geleverd worden). IETS OVER STRIJKEN. De ervaren huisvrouw zal op het punt van strijken wel langzamerhand volleerd zijn. Maar, eiken dag begeven zich nieuwe huisvrouwen welgemoed op den dikwijls lang niet gemakkelijken weg van verzorg ster van een gezin. En, zelfs de huisvrouw met zoo-en-zooveel „dienstjaren" kan soms van de volgende wenken nog wel iets op steken. Want wist U bijvoorbeeld wel, dat NAAK HET ENGELSCH. (Nadruk verboden). 3) Maar ik heb immers ook nooit een an der verlangen ge ken dl, dan om je ter wille te zijn. Alleen vind ik, dat je ook wel eens wat meer acht kon slaan, op hetgeen ik graag had. Integendeel, je schijnt er op uit, mij te grievenJe weet dat ik je aan bid, je vergood, Elaine!.... Is mijn liefde je dan niets? Kan je ze dan niet, voor een deel althans, beantwoorden? Voel je dan niet eenige liefde voor mij? Neen, ik voel in het geheel geen liefde voor u en vond het heel ontactvol, om mij zoo voortdurend te kwellen met uw huwe lijksaanzoek. Kolonel Machin keek onheilspellend boos. Al jaren lang had hij het er op gezet, om Elaine's liefde te winnen; haar rijkdom, als erfgename van Merlyn Abbey, had hem in niet geringe mate aangelokt: maar ofschoon het hem in 't eerst had geleken, dat hij niet ongelukkig zou zijn met zijn aanzoek, had Elaine hem nu toch den laat- sten tijd duidelijk getoond, dat zij niet ge diend was van zijn liefde en zij kon hem harteloos bespotten. Maar nu was ook bij hem de gedachte opgekomen, dat, als hij haar niet met liefde kon winnen, nij er dan wel een andere manier op zou weten, om haar toch tot de zijne te maken; namelijk: door bedreigingen. Elaine, zei hij dus, weet je wel„ dat je mij alle hoop en levensgeluk beneemt door zoo harteloos te spreken? Je hebt toch! nie mand anders lief, is 't wel? Neen. Maar daarom is dit) nog geen reden, dat ik u zou lief hebben. Neen, maar het geeft mij toch kans, je het strijkgoed door en door droog gestre ken moet worden, zoodat het niet vochtig in de kast gaat? Want door het strijkgoed vochtig weg te leggen, kan er het „weer' in komen, dat zijn bruine vlekken, die niet zoo makkelijk te verwijderen zijn. (Mocht het toch voorkomen, dat het „weer" in een of ander kleedingstuk is gekomen, neem dan een groote lepel salmiak en los die op in 3 lepels water. Hiermede de vlekken be vochtigen. Het goed buiten te drogen han gen en tenslotte uitwasschen). Bovendien is het niet prettig om goed vochtig aan te trekken. Het strijkgoed moet, voor men het 'gaat behandelen, eerst in de breedte en vervolgens in de lengte gerekt worden. De bandjes moeten voorts uitgehaald wor den. De dubbele deelen moeten eerst aan den verkeerden kant droog gestreken wor den. Is dat klaar, dan strijkt men de mou wen en eerst daarna de overige deelen van het goed. Het blijven kleven van het strijk ijzer kan men voorkomen door in de eer ste plaats goede gare stijfsel te gebruiken en in de tweede plaats nooit met een mes of ander scherp voorwerp den onderkant van het ijzer te bewerken. Men moet er vooral tegen waken, dat het ijzer ruw wordt. Men maakt het extra glad door het ijfzer voor men begint over een lapje,, waarin een stuk was zit, te halen. Door het heete ijzer smelt de was en wordt de on derkant van het ijzer „gesmeerd". Vervol gens het ijzer schoon wrijven op een oud lapje en dan kan het spel beginnen! Een greep uit het boek met de duizend-en- een huismiddelen. Een hooge hoed is een raar ding, doch bij droevige en feestelijke gelegenheden wordt hij toch nog dikwijls door de heeren gedragen. Maar o, wee, als er regenspat ten op komen. Dan moet de hoed meestal naar den hoedenmaker om „opgestreken'' te worden. Maar een handige huisvrouw ka- toch altijd eerst even het volgende pro- beeren. Als de hoed goed gedroogd is, neemt men een schoonen witten zakdoek, vouwt die op handbreedte samen, houdt de zen zakdoek boven de stoom van een ke tel kokend water en borstelt er dan den hoed mee af, alsof men het met een bor stel deed. Natuurlijk in één richting, in rondgaande beweging. Zijn er glazen weggezet om afgewasschen te worden en klemmen er twee in elkaar, ga dan niet wringen, want dan heeft U kans, dat de glazen, barsten. Giet in het bovenste glas kouw water en houdt het onderste glas even in warm water. Al heel gauw zullen de glazen dan zonder moeite uit elkaar genomen worden. Gooi die halve citroen), die U vandaag niet noodig heeft, niet weg. En voorkom uit drogen door de halve citroen met het aan gesneden vlak in een schoteltje met azijn te leggen. Aluminium vaatwerk kunt U goed poet sen met een mengsel vhn wat sla-olie en spiritus. Na het poetsen kan men het nog mooi glimmend polijsten met fijn wit krijt. Wist U dat een paar stukjes houtskool in het water bloemen veel langer versch houdt? Die vette jaskraag moet U met een bor stel met zeepspiritus behandelen. Daarna met schoon water naspoelen, waarna men de vochtige vlekken op den verkeerden kant droog strijkt. GESTOOFDE AARDAPPELEN be reidt men van 1 K.G. koude, gekookte aard appelen, Vu liter melk, 2 afgestreken eetle pels bloem, 2 afgestreken eetlepels boter, 2 theelepels maggi's aroma, wat nootmus kaat en zout. De aardappelen snijdt men in niet te dunne plakjes, of laat ze, als ze klein zijn, in hun geheel. De boter verwarmt men roerende met de bloem tot een gelijk papje en voegt er steeds roerende langzamerhand de kokende melk bij. Laat dit alles samen even doorkoken tot 't 'n dun sausje wordt. Naar smaak voegt men er wat zout bij en laat er de koude aardappe len een kwartier in stoven. Met maggi's aroma maakt men het gerecht af en brengt het over in een dekschaal. Dan bestrooit men de bovenkant me wat geraspte noot muskaat. HUISVROUW. eens nog voor mij te winnen. Ik wil in 't geheel niet gewonnen, wor den. Ik ben volkomen gelukkig, zooals het nu is. Jawel, volkomen gelukkig, in al de weelde, die je steeds omringt. Van je kindsheid af ben je in saat geweest, aan iedere gril toe te geven en nu denk je zeker, dat dit altijd maar zoo kan duren Toch zou ik je raden, daar niet al te zeker op te zijn. Ik waarschuw je, Elaine, er konden wel eens heel onaangeame veranderingen plaats hebben! Hij sloeg haar nauwkeurig gade, om te zien wat voor indruk zijn onheilspellende woorden maakten. Ik begrijp u niet; u spreekt in raadse len, zei ze achteloos. Toch kon je die raadselen wel eens op te lossen krijgen, of je ze nu begrijpt of niet. Ik herhaal, antwoordde zij kalm, dat ik waarlijk niet weet, wat u bedoelt en, dat het mij ook niet schelen kan. Zoo? Je weet dus wel, wat je daar zegt? O, ik heb een uitstekend geheugen. Hoor eens, Elaine, zei hij, zóó kan het niet blijven. Ik ben niet je slaaf; daag mij niet uit, om je te bewijzen, dat ik je heer kan zijn! Óp welige manier dan? U kunt mij nooit dwingen, om liefde voor u op te vat ten! Stel je nu eens voor, dat ik je de posi tie van rijke erfgename, die je zoo goed af gaat, wist te ontnemen; wat dan? Nu keek zij toch waarlijk ontsteld en na een korte pauze ging hij voort: Toch zou ik hier niet toe overgaan, ook al kon ik het doen, omdat, Elaine,.... omdat,.... ik je te zeer lief heb.... O, liefste, doe toch ook je best, om voor mij ditzelfde gevoelen te gaan koesteren! Maar als ik nu mijn best doe, en 't ge lukt mij niet? O, Elaine, ik zou je niet kunnen op geven. Dan zou ik nog eerderMaar, Beste meisjes en jongens, De oplossingen van de raadsels van ver leden week luiden als volgt: 1. Museum, Barend, ster, Uden. 2. Boek is Boek is Bok. De nieuwe raadsels zijn: Wie kan van de volgende letters een plaats in Noord-Brabant maken? BDEEEEGGINRRRTU. 2. Welke paarden eten geen haver, wor den nooit bereden of beslagen of voor een kar gespannen en zijn in het water in hun element? 3. Wat breekt er nu eerder, een kopje, dat van een tafel valt, of een glas, dat bo ven van een hoogen toren naar beneden op de keien valt? OOM KAREL. ONS KINDERVERHAAL HET GEHEIM VAN DE VERLATEN MIJN. Naar een echte Amerikaansche geschiede nis, vrij bewerkt door Elly van Zon. (Nadruk verboden Alle rechten voor behouden). Eigenlijk was het geen echt hol, het was een kuil, waarom heen een aantal groote uwe rotsblokken lagen. Stumps was het eerste door het boschje heengedrongen en stond nu aan den rand van den kuil en keek naar beneden, terwijl hij luid kefte. De kin deren hadden meer moeite, dan de kleine Stumps om door het dichte struikgewas heen te dringen, doch toen ze eindelijk op de plek aangekomen waren, waar Stumps, 'uid blaffend naar beneden keek, keken ze hun oogen uit. Want, daar beneden in den kuil, die half met water en dorre takken ge vuld was, zat, zachtjes jankendeen klein bruin beertje! Toen het beertje, dat hoogstens een half jaar oud was, de kinde ren ontdekte, begon het nog luider te pie pen en jankende geluiden te maken, alsof het om hulp vroeg. De kinderen zagen, dat het beertje vergeefsche pogingen aanwend ie om tegen de steile rotsblokken op te klimmen, zoodat het hier waarschijnlijk nog heel lang had moeten blijven en erge hon ger had moeten lijden, als de kinderen hun -igen wil gevolgd hadden en niet op de dringende waarschuwing van Stumps had- len gelet. Achteraf waren ze nu erg blij, dat ze met Stumps waren meegegaan en hun .igen plezier hadden opgegeven. Ze maak- :en een stevig dik touw, dat Tom als een jchte padvinder over zijn schouder gedra gen had, stevig aan een rotsblok vast, waarna Tom voorzichtig in de diepe kuil naar beneden klauterde en zich daarbij vasthield aan het touw. Het beertje kwam met koddige onbeholpen bewegingen naar Tom geklauterd en het leek wel, of het zijn vreugde over zijn redding wilde betuigen door zijn kleine zwarte vochtige neus in Tom's hand te duwen. Het beertje liet zich gewillig door Tom oppakken en legde zijn harige dikke pooten om Tom's hals. Heel voorzichtig klauterde Tom met zijn zware last, zich met één ïand aan het touw vasthoudend, weer om- roog. Toen hij eindelijk weer behouden op len beganen grond stond en het beertje had aeergezet, riep Margaret uit: „O Tom, ik heb nog iets lekkers voor het beertje. Tan te heeft me een handjevol klontjes van het ontbijt meegegeven!" Margaret haalde de klontjes te voorschijn en het kleine beertje, dat heelemaal geen aanstalten maakte om weg te loopen, doch net als een mensch, op zijn achterpooten bleef zitten, en met zijn kleine schrandere oogjes al hun bewegingen volgde, hapte gulzig een klontje op en likte zich de lip pen af. Stumps, die eerst wat om het beer tje had heengeloopen. en luid had geblaft, bleef stokstijf staan en keek de kinderen aan, alsof hij zeggen wilde: „Hoe heb ik het nu?? Krijg ik niets?" Nu, het duurde niet lang, of Stumps had ook zijn klontje beet. Toen Tom zich gereed maakte om het touw, dat nog steeds in den kuil hing op te trekken en zich daartoe over den rand van den kuil heenboog, gaf hij plotseling een schreeuw en riep uit: „Kijk eens Mar garet, er zit nog iets in den kuil!" Margaret kwam aangeloopen en keek in de richting, die Tom met zijn vinger aan wees. Op de plek, waar het beertje gezeten had, stond geen water. Er was daar een neen, dat behoef ik niet eens uit te spreken, want ik ben zeker, dat je mij zult lief- krijgen. Zoudt u even om thee willen bellen? viel zij hem in de rede. Ik begrijp niet, dat Duncombe er al niet mee is gekomen. Hij is anders zoo precies op tijd. Dan zal ik mij misschien gaan verklee- den. Wilt u niet eerst ooft6 een kopje? Dank je, ik houd niet van thee. De bediende kwam binnen; de kolonel ging en in waarheid kon haar dit niet an ders dan een verluchting zijn, want die vurige wijze, waarop hij haar weer van zijn liefde had gesproken, en ook die bedrei ging,neen, zij kon niet zeggen, dat ze zoo op zijn gezelschap gesteld was. HOOFDSTUK IV. Elaine dronk haar thee met kleine teug jes, maar natuurlijk waren haar gedachten nog bij het stormachtig gesprek, dat zoo even had plaats gehad. Zij wist eigenlijk niet, of zij den kolonel nu zou aannemen of niet. Hij was knap van uiterlijk; dit kon niemand ontkennen, maar ze koesterde toch geen enkel warm gevoelen voor hem. Bo vendien was hij zooveel jaren ouder. Zoo lang het haar heugde, placht hij Merlyn Abbey zoo dikwijls te bezoeken, als hij dit wilde en door haar vader werd hij steeds behandeld, of hij een van de familie was. Een oud en zeer gewaardeerd vriend, zei mr. Achym van hem, een man, dien ik al heb gekend, toen ik nog heel jong en lang niet zoo welvarend was als nu. De menschen vonden dit een heel mooie trek van mr. Achym, dat hij zich dezen vriend uit min-voorspoedige tijden nog wist te herinneren. De landerijen en verdere bezittingen van de Achyms waren niet aan Elaine's vader vervallen door erfpacht!, hij behoorde tot een zeer verren tak van de familie, maar door een hoogst eigenaardige schikking van het Lot. I Wijlen baron Achym had slecht» één kleine verhooging van den bodem en daar, verscholen onder een paar takken, zagen de kinderen iets wonderlijks Er lag een half-vergane lap van z.g. waschdoek. Blijk baar was het een pakje geweest, dat waar schijnlijk wel door de bewegingen van het beertje was open gegaan. En toen de kin deren goed keken, zagen ze, dat er een paar groote stukken van een vreemde gele, dof glanzende steen in zat. Tenminste, zoo leek het van uit de verte gezien. „Dat lijkt wel gouderts!", riep Tom uit, ;,als het geen nuggets zijn! Wacht, ik zal naar beneden gaan en het pakje ophalen!" Voor de tweede keer daalde Tom nu in den kuil af en even later klauerde hij weer naar boven met het pakje met de „steenen" zorgvuldig in zijn bloes gestopt. Boven be keken de kinderen onder ademlooze span ning hun vondst. In totaal waren er 6 groo te en kleine „steenen" waarvan de grootste wel bijna een kilo woog. ,,Ik geloof vast, dat het goud is, riep Tom uit; ;,het heeft zoo'n eigenaardige kleur, dat vergissing haast onmogelijk is. Laten we maar gauw naar huis terug gaan-" Nuggets zijn klompje» zuiver goud, (Wordt vervolgd). 4' 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 6 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 van Weedestraat 7 - Telefoon 2C62 - Soesttljk KANTOORBOEKEN, SCHRIJFBLOKKEN, VERSCHILLENDE SOORTEN PENNEN, PENHOUDERS, NOTITIEBOEKJES, KWI TANTIEBOEKJES, BRIEBC RDM: RS, BRIEF- BAKJES, POSTZEGELDOOSJES, BRIEF- STANDAARDS, POSTZEGELBEVOCHTI- GERS, PERFORATORS, VULPENNEN, INKTSTELLEN, PENNENBAKjES, STEM- PELKUSSENS, BRIEFWEGERS, VLOEIBLA- DEN, INKTLAPPEN, KANTOORPOTLOO- DEN, VLOEIDRUKKERS, STEMPELHOU- DERS, DIVERSE SOORTEN INKTEN, BU REAUKALENDERS, KANTOORNAALDEN, LETTERCLIPS, GELDBAKJES, VOUW- BEENEN, COUPONRINGEN, ETIKETTEN, VULPOTLOODEN, POTLOODSTIFTEN, BRIEFOPENERS, LINIALEN, ALLE SOOR TEN GUMMI, LUXE DOOZEN POST, COR- RESPONDENTIEKAARTEN, DOORSLAG PAPIER, SCHRIJFMACHINEPAPIER, TEE KENPAPIER, TEEKENCAHIERS, SCHETS BOEKEN, KLEURKRIJT, OLIE- EN WA TERVERF, SCHOOLBORDPASSERS, TREK PENNEN, TEEKENDOOZEN, DOEZELAARS DRIEHOEKEN, TEEKENHAKEN, VER GROOTGLAZEN, PASSERDOOZEN, HOUTS KOOL, KINDERVERFDOOZEN, DRUKKE RIJEN, DAM- EN SCHAAKSPELEN, VER SCHILLENDE KINDERSPELEN, KLEUR- BOEKJES, ENZ. ENZ ENZ. 4 4 4 C 4 C C 4 4 C GEBOORTE-, ONDERTROUW-, VISITE- EN ROUWKAARTEN, BRIEFPAPIER, MEMO RANDUMS, ENVELOPPEN, REKENINGEN, KWITANTIES, WISSELS, RECLAMEKAAR TEN, STROOIBILJETTEN, CATALOGUS SEN, BESTEKKEN, BROCHURES ENZ. ENZ. VRAAGT PRIJSOPGAVE! NETTE UITVOERING I 4 4 C ..„4 Van Weedestraat 7 Soest dijk Telefoon 2062 oori, dien hij uit een soort jalouzie tegen over de moeder nooit goed had kunnen zet ten. Het gerucht wilde, dat de jongen man zeer verkwistend was; ja, dat hij zelfs zul ke hoog loopende schulden had gemaakt, dat hij van kwaad tot erger was vervallen en ten slotte betrapt werd op het stelen van enkele familiejuweelen. De tegenwoordige eigenaar nu van de Abbey was mr. Maurice Wygrave, rent meester van het goed Merlyn onder lord Jasper. Door dezen mr. Wygrave was de diefstal ook ontdekt- De strenge vader had nfirt zijn zoon ge sproken, die wel zijn onschuld had betuigd, maar waaraan toch door niemand geloof was geslagen. En zoo had lord Jasper zijn eenigen zoon vervloekt en hem uit zijn huis verjaagd, daar hij niet wilde, dat er één smet zou kleven aan den ongerepten naam van zijn geslacht. De jonge man had zich dan ook nooit meer op Merlyn Abbey vertoond; er werd algemeen aangenomen, dat hij buitenslands was gegaan en dat hij daar den dood had gevonden. Een paar jaar na deze vreeselijke scène tusschen vader en zoon was lord Jasper Achym gaan sukkelen; een beroerte volgde en zoo was hij tot een wrak geworden, van hetgeen hij ééns was. Mr. Wygrave was de laatste jaren als een zoon voor hem geweest, dus baarde het ook geenerlei verwondering, toen men hoorde, dat alle bezittingen en landerijen van Merlyn aan dezen jongen man vermaakt waren, op voorwaarde, dat hij den naam van Achyn zou aannemen. Het testament was een stuk, dat door lord Jasper eigenhandig geschreven was, zonder eenige wettelijke formaliteiten, maar behoorlijk onderteekend door getuigen, om het rechtsgeldigheid te geven tegenover de wet. Waarschijnlijk had de baron dit docu ment opgesteld, toen hij den dood voelde naderen en had hij het op die manier tot een rechtsgeldig stuk willen maken, in ge val hij soms niet meer bij machte mocht zijn, om er een rechtskundige bij te roe pen. De namen van de getuigen waren: ko lonel Claude Machin en zijn vrouw, Bertha Machin. Zij waren ondervraagd, toen het testa ment verzegeld was gevonden in het schrijf bureau van den overleden lord en beiden getuigden, dat het hun handteekeningen wa ren. Het document werd geldig verklaard en zoo werd Maurice Wygrave, Mauriche Achym van Merlyn Abbey. Elaine was nog maar een kind, toen deze gebeurtenis plaats vond- Zij was opgevoed door een paar ongetrouwde tantes in een afgelegen deel van Devonshire, want haar moeder was gestorven, toen zij pas een paar jaar oud was. Toen Maurice Wygrave het prachtige goed erfde, werd zijn dochter ook naar Merlyn Abbey gebracht, waar zij sinds dien steeds had verbleven. Zoo was zij in weelde groot gebracht en had zelve iets van een teere kasbloem. Even later kondigde de butler aan: Lady Lascelles is in den salon, mis» Elaine. Verzoek lady Lascelles, om hier te komen luidde het antwoord. En toen haar ladyschap binnentrad, be groette Elaine haar hartelijk schoof een stoel aan en zei uitnoodigend: Je komt juist op tijd voor de thee. Ik heb al een kopje gedronken, maar ik zal je nog gezelschap houden. Ik ben werkelijk blij, dat je komt. Ik verlangde er zoo naar, om eens met iejnand te spreken. Met iemand te spreken? lachte lady Lascelles. En waar is kolonel Machin dm? Die is gewoonlijk niet ver af! De bezoekster was een aardige, stijlvolle brunette, een jonge getrouwde vriendin van Elaine, die daar dicht in de buurt woonde. Ja, helaas, is hij altijd dicht bij! Maar men krijgt er gauw genoeg van, met een man te spreken; tenminste, dat vind ik- Maar het is mij altijd een genoegen, je ge zichtje te zieo! (Wordt vervolgd)-

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4