trs3
KHANDEL
j® l^y BCECEIRIIJI
Voor de Vrouw
WRAAK!
Voor de Kinderen
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij
FEUILLETON
N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ
3
"1
Modebladen, Telegraaf,
Maandagochtendblad,
Ft musante Weekblad,
Haagsche Rost,
Stuiversblad,
DE RADIOBODE,
De Lach,
„HET IDEAAL" geïll. blad.
Gooi- en Eemlander enz.
EEN NIEUW JAPONNETJE.
Een van de vele nieuwe modekenmerken
van het ingetreden seizoen is, dat er bui
tengewoon veel jasjes gedragen worden, of
dat nu is op een avondjapon of een gewoon
daagsch japonnetje, er worden jasjes gedra
gen, al zijn die dan ook altijd kort. Zoo kort
zelfs, dat het een bolerótje lijkt, met dat
verschil, dat die korte jasjes van voren aan
de ceintuur gesloten worden. Een ander
kenmerk van de voorjaarsmode is doch
dat ziet men zoo op het oog niet dat de
mantels en costuums wijder artngaten heb
ben en breedere schouders. Maar dat is zoo
handig gedaan, dat het figuur er even goed
slank en kwiek bij blijft. De bedrukte zijden
stoffen zullen dit seizoen weer veel succes
hebben, doch alleen met dit verschil, dat de
patronen heel rustig zullen zijn, met kleine
figuurtjes en bloempjes. Doch er zullen
veel minder bloempatronen gezien worden
en meer fantasie-figuurtjes. De teekening
geeft deze keer een hcj-1 eenvoudig daagsch
japonnetje van een aardige fantasie-stof
van oranje met zwart. De rok is van voren
met een schuin ingezet pand, met breede
platte plooien. Vrijwel de eenige garneering
is het witte piqué kraagje met punten. De
rok is opzij met vier stoffen knoopen, ter
wijl er op de mouwen eveneens twee knoo
pen zijn gezet. Voor dit model (patroon
No. 3431) is 2.50 Meter stof van 1.40 M.
breed toereikend.
Met het voorjaar komt natuurlijk ook het
nieuwe ondergoed aan de orde. Combina-
tions, enz. hebben nu lichtere kleuren ge
kregen en het wit en heel licht röse hebben
nu weer de overhand.
L O E S.
Van deze japon is een knippatroon ver
krijgbaar k 75 cent. Postwissel zenden aan:
De Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam-Z.
Op het strookjes nauwkeurig vermelden:
naam en adres van afzender, nummer van
het gewenschte patroon en maat. Levering
binnen 1 week. (De matera van 40 tot 52
kunnen geleverd worden).
IETS OVER STRIJKEN.
De ervaren huisvrouw zal op het punt
van strijken wel langzamerhand volleerd
zijn. Maar, eiken dag begeven zich nieuwe
huisvrouwen welgemoed op den dikwijls
lang niet gemakkelijken weg van verzorg
ster van een gezin. En, zelfs de huisvrouw
met zoo-en-zooveel „dienstjaren" kan soms
van de volgende wenken nog wel iets op
steken. Want wist U bijvoorbeeld wel, dat
NAAK HET ENGELSCH.
(Nadruk verboden).
3)
Maar ik heb immers ook nooit een an
der verlangen ge ken dl, dan om je ter wille
te zijn. Alleen vind ik, dat je ook wel eens
wat meer acht kon slaan, op hetgeen ik
graag had. Integendeel, je schijnt er op uit,
mij te grievenJe weet dat ik je aan
bid, je vergood, Elaine!.... Is mijn liefde
je dan niets? Kan je ze dan niet, voor een
deel althans, beantwoorden? Voel je dan
niet eenige liefde voor mij?
Neen, ik voel in het geheel geen liefde
voor u en vond het heel ontactvol, om mij
zoo voortdurend te kwellen met uw huwe
lijksaanzoek.
Kolonel Machin keek onheilspellend boos.
Al jaren lang had hij het er op gezet, om
Elaine's liefde te winnen; haar rijkdom,
als erfgename van Merlyn Abbey, had hem
in niet geringe mate aangelokt: maar
ofschoon het hem in 't eerst had geleken,
dat hij niet ongelukkig zou zijn met zijn
aanzoek, had Elaine hem nu toch den laat-
sten tijd duidelijk getoond, dat zij niet ge
diend was van zijn liefde en zij kon hem
harteloos bespotten. Maar nu was ook bij
hem de gedachte opgekomen, dat, als hij
haar niet met liefde kon winnen, nij er dan
wel een andere manier op zou weten, om
haar toch tot de zijne te maken; namelijk:
door bedreigingen.
Elaine, zei hij dus, weet je wel„ dat je
mij alle hoop en levensgeluk beneemt door
zoo harteloos te spreken? Je hebt toch! nie
mand anders lief, is 't wel?
Neen. Maar daarom is dit) nog geen
reden, dat ik u zou lief hebben.
Neen, maar het geeft mij toch kans, je
het strijkgoed door en door droog gestre
ken moet worden, zoodat het niet vochtig
in de kast gaat? Want door het strijkgoed
vochtig weg te leggen, kan er het „weer'
in komen, dat zijn bruine vlekken, die niet
zoo makkelijk te verwijderen zijn. (Mocht
het toch voorkomen, dat het „weer" in een
of ander kleedingstuk is gekomen, neem dan
een groote lepel salmiak en los die op in
3 lepels water. Hiermede de vlekken be
vochtigen. Het goed buiten te drogen han
gen en tenslotte uitwasschen). Bovendien is
het niet prettig om goed vochtig aan te
trekken. Het strijkgoed moet, voor men het
'gaat behandelen, eerst in de breedte en
vervolgens in de lengte gerekt worden.
De bandjes moeten voorts uitgehaald wor
den. De dubbele deelen moeten eerst aan
den verkeerden kant droog gestreken wor
den. Is dat klaar, dan strijkt men de mou
wen en eerst daarna de overige deelen van
het goed. Het blijven kleven van het strijk
ijzer kan men voorkomen door in de eer
ste plaats goede gare stijfsel te gebruiken
en in de tweede plaats nooit met een mes
of ander scherp voorwerp den onderkant
van het ijzer te bewerken. Men moet er
vooral tegen waken, dat het ijzer ruw
wordt. Men maakt het extra glad door het
ijfzer voor men begint over een lapje,,
waarin een stuk was zit, te halen. Door het
heete ijzer smelt de was en wordt de on
derkant van het ijzer „gesmeerd". Vervol
gens het ijzer schoon wrijven op een oud
lapje en dan kan het spel beginnen!
Een greep uit het boek met de duizend-en-
een huismiddelen.
Een hooge hoed is een raar ding, doch
bij droevige en feestelijke gelegenheden
wordt hij toch nog dikwijls door de heeren
gedragen. Maar o, wee, als er regenspat
ten op komen. Dan moet de hoed meestal
naar den hoedenmaker om „opgestreken''
te worden. Maar een handige huisvrouw
ka- toch altijd eerst even het volgende pro-
beeren. Als de hoed goed gedroogd is,
neemt men een schoonen witten zakdoek,
vouwt die op handbreedte samen, houdt de
zen zakdoek boven de stoom van een ke
tel kokend water en borstelt er dan den
hoed mee af, alsof men het met een bor
stel deed. Natuurlijk in één richting, in
rondgaande beweging.
Zijn er glazen weggezet om afgewasschen
te worden en klemmen er twee in elkaar,
ga dan niet wringen, want dan heeft U
kans, dat de glazen, barsten. Giet in het
bovenste glas kouw water en houdt het
onderste glas even in warm water. Al heel
gauw zullen de glazen dan zonder moeite
uit elkaar genomen worden.
Gooi die halve citroen), die U vandaag niet
noodig heeft, niet weg. En voorkom uit
drogen door de halve citroen met het aan
gesneden vlak in een schoteltje met azijn
te leggen.
Aluminium vaatwerk kunt U goed poet
sen met een mengsel vhn wat sla-olie en
spiritus. Na het poetsen kan men het nog
mooi glimmend polijsten met fijn wit krijt.
Wist U dat een paar stukjes houtskool
in het water bloemen veel langer versch
houdt?
Die vette jaskraag moet U met een bor
stel met zeepspiritus behandelen. Daarna
met schoon water naspoelen, waarna men
de vochtige vlekken op den verkeerden
kant droog strijkt.
GESTOOFDE AARDAPPELEN be
reidt men van 1 K.G. koude, gekookte aard
appelen, Vu liter melk, 2 afgestreken eetle
pels bloem, 2 afgestreken eetlepels boter,
2 theelepels maggi's aroma, wat nootmus
kaat en zout. De aardappelen snijdt men in
niet te dunne plakjes, of laat ze, als ze
klein zijn, in hun geheel. De boter verwarmt
men roerende met de bloem tot een
gelijk papje en voegt er steeds roerende
langzamerhand de kokende melk bij. Laat
dit alles samen even doorkoken tot 't 'n dun
sausje wordt. Naar smaak voegt men er
wat zout bij en laat er de koude aardappe
len een kwartier in stoven. Met maggi's
aroma maakt men het gerecht af en brengt
het over in een dekschaal. Dan bestrooit
men de bovenkant me wat geraspte noot
muskaat.
HUISVROUW.
eens nog voor mij te winnen.
Ik wil in 't geheel niet gewonnen, wor
den. Ik ben volkomen gelukkig, zooals het
nu is.
Jawel, volkomen gelukkig, in al
de weelde, die je steeds omringt. Van je
kindsheid af ben je in saat geweest, aan
iedere gril toe te geven en nu denk je zeker,
dat dit altijd maar zoo kan duren Toch zou
ik je raden, daar niet al te zeker op te zijn.
Ik waarschuw je, Elaine, er konden wel
eens heel onaangeame veranderingen plaats
hebben!
Hij sloeg haar nauwkeurig gade, om te
zien wat voor indruk zijn onheilspellende
woorden maakten.
Ik begrijp u niet; u spreekt in raadse
len, zei ze achteloos.
Toch kon je die raadselen wel eens op
te lossen krijgen, of je ze nu begrijpt of
niet.
Ik herhaal, antwoordde zij kalm, dat
ik waarlijk niet weet, wat u bedoelt en,
dat het mij ook niet schelen kan.
Zoo? Je weet dus wel, wat je daar
zegt?
O, ik heb een uitstekend geheugen.
Hoor eens, Elaine, zei hij, zóó kan het
niet blijven. Ik ben niet je slaaf; daag mij
niet uit, om je te bewijzen, dat ik je heer
kan zijn!
Óp welige manier dan? U kunt mij
nooit dwingen, om liefde voor u op te vat
ten!
Stel je nu eens voor, dat ik je de posi
tie van rijke erfgename, die je zoo goed af
gaat, wist te ontnemen; wat dan?
Nu keek zij toch waarlijk ontsteld en na
een korte pauze ging hij voort:
Toch zou ik hier niet toe overgaan,
ook al kon ik het doen, omdat, Elaine,....
omdat,.... ik je te zeer lief heb.... O,
liefste, doe toch ook je best, om voor mij
ditzelfde gevoelen te gaan koesteren!
Maar als ik nu mijn best doe, en 't ge
lukt mij niet?
O, Elaine, ik zou je niet kunnen op
geven. Dan zou ik nog eerderMaar,
Beste meisjes en jongens,
De oplossingen van de raadsels van ver
leden week luiden als volgt:
1. Museum, Barend, ster, Uden. 2. Boek
is Boek is Bok.
De nieuwe raadsels zijn:
Wie kan van de volgende letters een
plaats in Noord-Brabant maken?
BDEEEEGGINRRRTU.
2. Welke paarden eten geen haver, wor
den nooit bereden of beslagen of voor een
kar gespannen en zijn in het water in hun
element?
3. Wat breekt er nu eerder, een kopje,
dat van een tafel valt, of een glas, dat bo
ven van een hoogen toren naar beneden op
de keien valt?
OOM KAREL.
ONS KINDERVERHAAL
HET GEHEIM VAN DE VERLATEN
MIJN.
Naar een echte Amerikaansche geschiede
nis, vrij bewerkt door Elly van Zon.
(Nadruk verboden Alle rechten voor
behouden).
Eigenlijk was het geen echt hol, het was
een kuil, waarom heen een aantal groote
uwe rotsblokken lagen. Stumps was het
eerste door het boschje heengedrongen en
stond nu aan den rand van den kuil en keek
naar beneden, terwijl hij luid kefte. De kin
deren hadden meer moeite, dan de kleine
Stumps om door het dichte struikgewas
heen te dringen, doch toen ze eindelijk op
de plek aangekomen waren, waar Stumps,
'uid blaffend naar beneden keek, keken ze
hun oogen uit. Want, daar beneden in den
kuil, die half met water en dorre takken ge
vuld was, zat, zachtjes jankendeen
klein bruin beertje! Toen het beertje, dat
hoogstens een half jaar oud was, de kinde
ren ontdekte, begon het nog luider te pie
pen en jankende geluiden te maken, alsof
het om hulp vroeg. De kinderen zagen, dat
het beertje vergeefsche pogingen aanwend
ie om tegen de steile rotsblokken op te
klimmen, zoodat het hier waarschijnlijk nog
heel lang had moeten blijven en erge hon
ger had moeten lijden, als de kinderen hun
-igen wil gevolgd hadden en niet op de
dringende waarschuwing van Stumps had-
len gelet. Achteraf waren ze nu erg blij,
dat ze met Stumps waren meegegaan en hun
.igen plezier hadden opgegeven. Ze maak-
:en een stevig dik touw, dat Tom als een
jchte padvinder over zijn schouder gedra
gen had, stevig aan een rotsblok vast,
waarna Tom voorzichtig in de diepe kuil
naar beneden klauterde en zich daarbij
vasthield aan het touw. Het beertje kwam
met koddige onbeholpen bewegingen naar
Tom geklauterd en het leek wel, of het zijn
vreugde over zijn redding wilde betuigen
door zijn kleine zwarte vochtige neus in
Tom's hand te duwen.
Het beertje liet zich gewillig door Tom
oppakken en legde zijn harige dikke pooten
om Tom's hals. Heel voorzichtig klauterde
Tom met zijn zware last, zich met één
ïand aan het touw vasthoudend, weer om-
roog. Toen hij eindelijk weer behouden op
len beganen grond stond en het beertje had
aeergezet, riep Margaret uit: „O Tom, ik
heb nog iets lekkers voor het beertje. Tan
te heeft me een handjevol klontjes van het
ontbijt meegegeven!"
Margaret haalde de klontjes te voorschijn
en het kleine beertje, dat heelemaal geen
aanstalten maakte om weg te loopen, doch
net als een mensch, op zijn achterpooten
bleef zitten, en met zijn kleine schrandere
oogjes al hun bewegingen volgde, hapte
gulzig een klontje op en likte zich de lip
pen af. Stumps, die eerst wat om het beer
tje had heengeloopen. en luid had geblaft,
bleef stokstijf staan en keek de kinderen
aan, alsof hij zeggen wilde: „Hoe heb ik
het nu?? Krijg ik niets?" Nu, het duurde
niet lang, of Stumps had ook zijn klontje
beet.
Toen Tom zich gereed maakte om het
touw, dat nog steeds in den kuil hing op
te trekken en zich daartoe over den rand
van den kuil heenboog, gaf hij plotseling
een schreeuw en riep uit: „Kijk eens Mar
garet, er zit nog iets in den kuil!"
Margaret kwam aangeloopen en keek in
de richting, die Tom met zijn vinger aan
wees. Op de plek, waar het beertje gezeten
had, stond geen water. Er was daar een
neen, dat behoef ik niet eens uit te spreken,
want ik ben zeker, dat je mij zult lief-
krijgen.
Zoudt u even om thee willen bellen?
viel zij hem in de rede. Ik begrijp niet, dat
Duncombe er al niet mee is gekomen. Hij
is anders zoo precies op tijd.
Dan zal ik mij misschien gaan verklee-
den.
Wilt u niet eerst ooft6 een kopje?
Dank je, ik houd niet van thee.
De bediende kwam binnen; de kolonel
ging en in waarheid kon haar dit niet an
ders dan een verluchting zijn, want die
vurige wijze, waarop hij haar weer van zijn
liefde had gesproken, en ook die bedrei
ging,neen, zij kon niet zeggen, dat
ze zoo op zijn gezelschap gesteld was.
HOOFDSTUK IV.
Elaine dronk haar thee met kleine teug
jes, maar natuurlijk waren haar gedachten
nog bij het stormachtig gesprek, dat zoo
even had plaats gehad. Zij wist eigenlijk
niet, of zij den kolonel nu zou aannemen of
niet. Hij was knap van uiterlijk; dit kon
niemand ontkennen, maar ze koesterde toch
geen enkel warm gevoelen voor hem. Bo
vendien was hij zooveel jaren ouder. Zoo
lang het haar heugde, placht hij Merlyn
Abbey zoo dikwijls te bezoeken, als hij dit
wilde en door haar vader werd hij steeds
behandeld, of hij een van de familie was.
Een oud en zeer gewaardeerd vriend, zei
mr. Achym van hem, een man, dien ik
al heb gekend, toen ik nog heel jong en
lang niet zoo welvarend was als nu.
De menschen vonden dit een heel mooie
trek van mr. Achym, dat hij zich dezen
vriend uit min-voorspoedige tijden nog wist
te herinneren.
De landerijen en verdere bezittingen van
de Achyms waren niet aan Elaine's vader
vervallen door erfpacht!, hij behoorde tot
een zeer verren tak van de familie, maar
door een hoogst eigenaardige schikking
van het Lot.
I Wijlen baron Achym had slecht» één
kleine verhooging van den bodem en daar,
verscholen onder een paar takken, zagen
de kinderen iets wonderlijks Er lag een
half-vergane lap van z.g. waschdoek. Blijk
baar was het een pakje geweest, dat waar
schijnlijk wel door de bewegingen van het
beertje was open gegaan. En toen de kin
deren goed keken, zagen ze, dat er een paar
groote stukken van een vreemde gele, dof
glanzende steen in zat. Tenminste, zoo leek
het van uit de verte gezien.
„Dat lijkt wel gouderts!", riep Tom uit,
;,als het geen nuggets zijn! Wacht, ik zal
naar beneden gaan en het pakje ophalen!"
Voor de tweede keer daalde Tom nu in
den kuil af en even later klauerde hij weer
naar boven met het pakje met de „steenen"
zorgvuldig in zijn bloes gestopt. Boven be
keken de kinderen onder ademlooze span
ning hun vondst. In totaal waren er 6 groo
te en kleine „steenen" waarvan de grootste
wel bijna een kilo woog. ,,Ik geloof vast,
dat het goud is, riep Tom uit; ;,het heeft
zoo'n eigenaardige kleur, dat vergissing
haast onmogelijk is. Laten we maar gauw
naar huis terug gaan-"
Nuggets zijn klompje» zuiver goud,
(Wordt vervolgd).
4'
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
6
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
van Weedestraat 7 - Telefoon 2C62 - Soesttljk
KANTOORBOEKEN, SCHRIJFBLOKKEN,
VERSCHILLENDE SOORTEN PENNEN,
PENHOUDERS, NOTITIEBOEKJES, KWI
TANTIEBOEKJES, BRIEBC RDM: RS, BRIEF-
BAKJES, POSTZEGELDOOSJES, BRIEF-
STANDAARDS, POSTZEGELBEVOCHTI-
GERS, PERFORATORS, VULPENNEN,
INKTSTELLEN, PENNENBAKjES, STEM-
PELKUSSENS, BRIEFWEGERS, VLOEIBLA-
DEN, INKTLAPPEN, KANTOORPOTLOO-
DEN, VLOEIDRUKKERS, STEMPELHOU-
DERS, DIVERSE SOORTEN INKTEN, BU
REAUKALENDERS, KANTOORNAALDEN,
LETTERCLIPS, GELDBAKJES, VOUW-
BEENEN, COUPONRINGEN, ETIKETTEN,
VULPOTLOODEN, POTLOODSTIFTEN,
BRIEFOPENERS, LINIALEN, ALLE SOOR
TEN GUMMI, LUXE DOOZEN POST, COR-
RESPONDENTIEKAARTEN, DOORSLAG
PAPIER, SCHRIJFMACHINEPAPIER, TEE
KENPAPIER, TEEKENCAHIERS, SCHETS
BOEKEN, KLEURKRIJT, OLIE- EN WA
TERVERF, SCHOOLBORDPASSERS, TREK
PENNEN, TEEKENDOOZEN, DOEZELAARS
DRIEHOEKEN, TEEKENHAKEN, VER
GROOTGLAZEN, PASSERDOOZEN, HOUTS
KOOL, KINDERVERFDOOZEN, DRUKKE
RIJEN, DAM- EN SCHAAKSPELEN, VER
SCHILLENDE KINDERSPELEN, KLEUR-
BOEKJES, ENZ. ENZ ENZ.
4
4
4
C
4
C
C
4
4
C
GEBOORTE-, ONDERTROUW-, VISITE- EN
ROUWKAARTEN, BRIEFPAPIER, MEMO
RANDUMS, ENVELOPPEN, REKENINGEN,
KWITANTIES, WISSELS, RECLAMEKAAR
TEN, STROOIBILJETTEN, CATALOGUS
SEN, BESTEKKEN, BROCHURES ENZ. ENZ.
VRAAGT PRIJSOPGAVE! NETTE UITVOERING I 4
4
C
..„4
Van Weedestraat 7
Soest dijk
Telefoon 2062
oori, dien hij uit een soort jalouzie tegen
over de moeder nooit goed had kunnen zet
ten. Het gerucht wilde, dat de jongen man
zeer verkwistend was; ja, dat hij zelfs zul
ke hoog loopende schulden had gemaakt,
dat hij van kwaad tot erger was vervallen
en ten slotte betrapt werd op het stelen
van enkele familiejuweelen.
De tegenwoordige eigenaar nu van de
Abbey was mr. Maurice Wygrave, rent
meester van het goed Merlyn onder lord
Jasper. Door dezen mr. Wygrave was de
diefstal ook ontdekt-
De strenge vader had nfirt zijn zoon ge
sproken, die wel zijn onschuld had betuigd,
maar waaraan toch door niemand geloof
was geslagen. En zoo had lord Jasper zijn
eenigen zoon vervloekt en hem uit zijn huis
verjaagd, daar hij niet wilde, dat er één
smet zou kleven aan den ongerepten naam
van zijn geslacht.
De jonge man had zich dan ook nooit
meer op Merlyn Abbey vertoond; er werd
algemeen aangenomen, dat hij buitenslands
was gegaan en dat hij daar den dood had
gevonden.
Een paar jaar na deze vreeselijke scène
tusschen vader en zoon was lord Jasper
Achym gaan sukkelen; een beroerte volgde
en zoo was hij tot een wrak geworden, van
hetgeen hij ééns was.
Mr. Wygrave was de laatste jaren als een
zoon voor hem geweest, dus baarde het
ook geenerlei verwondering, toen men
hoorde, dat alle bezittingen en landerijen
van Merlyn aan dezen jongen man vermaakt
waren, op voorwaarde, dat hij den naam
van Achyn zou aannemen.
Het testament was een stuk, dat door
lord Jasper eigenhandig geschreven was,
zonder eenige wettelijke formaliteiten, maar
behoorlijk onderteekend door getuigen, om
het rechtsgeldigheid te geven tegenover de
wet.
Waarschijnlijk had de baron dit docu
ment opgesteld, toen hij den dood voelde
naderen en had hij het op die manier tot
een rechtsgeldig stuk willen maken, in ge
val hij soms niet meer bij machte mocht
zijn, om er een rechtskundige bij te roe
pen. De namen van de getuigen waren: ko
lonel Claude Machin en zijn vrouw, Bertha
Machin.
Zij waren ondervraagd, toen het testa
ment verzegeld was gevonden in het schrijf
bureau van den overleden lord en beiden
getuigden, dat het hun handteekeningen wa
ren. Het document werd geldig verklaard
en zoo werd Maurice Wygrave, Mauriche
Achym van Merlyn Abbey.
Elaine was nog maar een kind, toen deze
gebeurtenis plaats vond- Zij was opgevoed
door een paar ongetrouwde tantes in een
afgelegen deel van Devonshire, want haar
moeder was gestorven, toen zij pas een
paar jaar oud was. Toen Maurice Wygrave
het prachtige goed erfde, werd zijn dochter
ook naar Merlyn Abbey gebracht, waar zij
sinds dien steeds had verbleven.
Zoo was zij in weelde groot gebracht en
had zelve iets van een teere kasbloem.
Even later kondigde de butler aan:
Lady Lascelles is in den salon, mis»
Elaine.
Verzoek lady Lascelles, om hier te
komen luidde het antwoord.
En toen haar ladyschap binnentrad, be
groette Elaine haar hartelijk schoof een
stoel aan en zei uitnoodigend:
Je komt juist op tijd voor de thee. Ik
heb al een kopje gedronken, maar ik zal je
nog gezelschap houden. Ik ben werkelijk
blij, dat je komt. Ik verlangde er zoo naar,
om eens met iejnand te spreken.
Met iemand te spreken? lachte lady
Lascelles. En waar is kolonel Machin dm?
Die is gewoonlijk niet ver af!
De bezoekster was een aardige, stijlvolle
brunette, een jonge getrouwde vriendin van
Elaine, die daar dicht in de buurt woonde.
Ja, helaas, is hij altijd dicht bij! Maar
men krijgt er gauw genoeg van, met een
man te spreken; tenminste, dat vind ik-
Maar het is mij altijd een genoegen, je ge
zichtje te zieo!
(Wordt vervolgd)-