Nog eens: Soest-Bad. Binnenland De Grondrente aan den Staat. toegedacht had, stonden vaten, gevuld met de zuurachtige jam!, gemaakt van roode boschbessen, die men in Zweden bij vleesch- gerechten nuttigt. Ook de kelders hadden weer een eigen ingang, waardoor wij in den tuin kwamen Hier stond hoog opgaand, oud geboomte. Bevalt U het geheel?" vroeg Carl, na dat wij het park en den moestuin doorge wandeld waren en hij mij de fijne trekken van de tomatenteelt uitgelegd had. Ongetwijfeld." Als U meegaat, zal ik U het gedeelte van het huis laten zien,, dat U misschien zoudt kunnen huren. Deze richting." Wij staken een pleintje over dat zoo sterk helde, dat men er slechts met voorzichtig heid over wandelen kon, maar ondanks dat, hoogst merkwaardig, met grind bedekt was. Een groep makke duiven gebruikten juist hun souper, dat een welwillende hand uitge strooid had. Zij lieten zich niet intimideeren en weken bij onze nadering maar juist zoo veel uit, dat zij niet behoefden te vreezen op de teenen getrapt te worden* Sstt weg jullie", zei Carl, maar de dieren gehoorzaamden niet. Dan legde hij mij uit, als verklaring van zijn ongastvrij gebaar: „Die vogels eten de helft niet op, van wat zij krijgen en de rest lokt maar muizen." Ik begrijp niet;, wat U tegen muizen hebt", zei ik. Tk vind het juist zulk alle machtig lollige beesten." Wat ik tegen muizen heb, zal ik U la ten zien", beweerde Carl op een sombe ren toon, die een verder pleidooi voor de charme dezer gauwdieven ontactisch maak te. Hij haalde een sleutelbos voor deh dag, waar een gevangenbewaker jaloersch op kon worden en opende een deur, die bijna onder den afhangenden wingerd verborgen lag. CRISIS VARKENSWET Het Bestuur van de Gewestelijke Var kenscentrale „.Utrecht" brengt het volgen de ter uitvoering van de crisisvarkens^vet onder de aandacht van de varkenshouders, Lidmaatschap. Bij de inventari satie in September 1932 wordt door den se cretaris of diens plaatsvervanger i^deren varkenshouder gevraagd of hij lid wenscht te worden van de Gewestelijke Varkenscen trale „Utrecht." Hij wijst erop, dat de varkenshouder bij evemueele weigering binnen korten tijd voor zeer groote moeilijkheden kan komen te staan, omdat merken alleen kunnen worden verstrekt aan de leden en het na een nader te bepalen datum zal zijn ver boden varkens te houden, te vervoeren of te doen vervoeren, die niet van een merk zijn voorzienj. Wanneer de varkenshouder zich bereid verklaart, lid te worden, teekent hij een verzoek om toelating als lid der vereeni- giag, waarvoor de secretaris hem een for mulier verstrekt. Alle varkenshouders in de provincie Utrecht kunnen aanvragen om als lid te mogen toetreden. De ligging van de bedrijfsgebouwen bepaalt of men in Utrecht lid kan worden en tot welk district men behoort. Merken. Indien de varkenshouder een aanvraag om als lid toe te mogen tre den1 geteekend heeft, betaalt hij van alle varkens, die hij bezit, 12 cent per varken. Daarna gaat de merker tot het merken over. Er- zal nog bepaald worden, welke cijfers en letters aangebracht moeten worden. Verlangt de varkenshouder ontsmetting van het merkmateriaal dan moet hijzelf voor ontsmettingsmiddelen zorgen. Inventarisatie). Terwijl de mer ker de varkens merkt, houdt de secretaris nauwkeurig aanteekening van de nummers der merken en vult hij de inventarisatie lijst in. Wel geïnventariseerd worden, doch niet gemerkt: le. hoogdrachtige zeugen. 2e. varkens, lijdende aan een besmette lijke ziekte of vertoevenide op erven, waar besmettelijke ziekte heerschen. Deze var kens worden gemerkt .tegelijk met de big gen van de zeug of wanneer de veestapel weer gezond verklaard is. Wel geïnventariseerd, doch niet gemerkt worden de varkens van den varkenshou der, die weigert lid te worden of niet de gewenschte medewerking wil verleenen. 't Is in 't belang van den varkenshouder alle gevraagde hulp en medewerking te verlee nen en de varkens tegen het tijdstip, dat de merker zijn komst heeft aangekondigd, opgestald te hebben). De secr. zal eiken avond in de tellings- lijsten 1930, welke hij toegezonden krijgt, met roode inkt de gegevens van de inven tarisatie 1932 van dien dag invullen).'Var kenshouders, niet voorkomende op deze lijs ten zullen onderaan gezet worden. De adres sen moeten nauwkeurig ingevuld worden Bij de inventarisatie zullen onder fokzeu- gen1 worden verstaan: a. zeugen die biggeu hebben. b. zeugen die biggen gehad hebben en voor de fokkerij zijn aangehouden). c. kennelijk drachtige-zeugen. d. zeugen jonger dan 6 maanden en in het stamboek ingeschreven. Onder fokbeeren zullen worden verstaan geslachtrijpe beeren. H u i s s 1 a c'h t i n g. Bij de inventa risatie moet tevens vermeld worden of de varkenshouder in aanmerking kan komen voor vrijstelling van accijns. Dit kan slechts het geval zijn als: le. de eigenaar van het te slachten var ken gedurende het loopende kalenderjaar niet meer dan één varken heeft gemest en in totaal niet meer dan twee varkens heeft gehouden. 2e). het te slachten varken minstens 4 maanden zelf heeft gemest. 3c. bij de aanschaffing van het varken of de varkens daarvan onverwijld aan de betrokken gewestelijke organisatie via de plaatselijke commissie heeft kennis gege ven!, onder mededeeling, dat één van die varkens voor huisslachting bestemd is. Aan de laatste bepaling kon tot dusver re niet worden voldaan. De eerste twee be palingen moeten echter ook nu door dv Plaatselijke Commissie gecontroleerd wor- den. Regeling van de Teelt.-Begin Octobcr zal het Bestuur van de Plaatselijke Commissie het Bestuur van de Gewestelij; ke Varkenscentrale „Utrecht" advies moe ten geven omtrent de volgende zaken, waar bij rekening gehouden moet worden met de telling 193Q, de inventarisatie 1932, ver der dat door ziekte of anderszins een var kenshouder op het tijdstip vaiy de telling of inventarisatie geen of weimg varkens had: hoeveel gewone biggenmerken, tegen nader te bepalen prijs aan icderen varkens houder uitgereikt mogen worden in het halfjaar 1 Oct. 19321 April 1933. Boven tallige biggenmerken kunnen alleen ver strekt worden tegen f 5.per stuk extra. b. hoeveel varkens de varkenshouder maximaal tegelijk mag houden. Iedere varkenshouder moet elke aankoop en elke verkoop^ elke sterfte en geboorte van de biggen direct opgeven aan den se cretaris van de Plaatselijke Commissie on der vermelding van de nummers der var- kensi. De merkers zullen geregeld nagaan of de leden zich aan de bepalingen houden. Overtredingen worden direct gemeld aan het Bestuur van de Gewestelijke Varkens- centrale, die boete kan opleggen of het lid schrappen van de ledeolijst. De secretaris zendt direct door; le. de gegevens van de inventarisatie '32. 2. elke verandering in den varkensstapel van een varkenshouder, hem opgegeven. 3e. de lijsten van de biggenmerken, wel ke aangebracht zijn. De biggen moeten ge merkt worden als zij bijna 10 K.G. wegen HOE ZAL DEFENSIE BEZUINIGEN? De Telegraaf schrijft: Reeds eenigen tijd gaat in en buiten de residentie, en speciaal in militaire krin gen, het gerucht dat de minister van De fensie zich niet geheel zou kunnen ver eenigen met de bezuinigingsplannen van de commissae-Welter. Hoewel men ten de- partemente nog steeds stilzwijgendheid be tracht). is het langzamerhand wel zeker ge worden, dat een deel van die geruchten een bepaalden grond niet mist. Met name moet Defensie weinig voelen voor een vermin dering van het aantal dienstplichtigen, dat jaarlijks onder de wapenen wordt geroepen en voor de opheffing van acht regimenten infanterie in de vredes- zoowel als in de oorlogsformatie. Dat men inderdaad weinig voelt voor vermindering van de lichtingen wordt be vestigd door het feit!, dat eerst enkele we ken' geleden' de lichting voor het volgende jaar is vastgesteld op het gewone contin gent van ruim twintigduizend man. Zou men nu inderdaad aan de bestaande oorlogsformatie willen vastbonden en in te genstelling met het rapport-Welter niet tol geheele opheffing van acht regimenten in fanterie overgaan, maar niettemin op het vredesleger willen bezuinigen dan komt men voor een eigenaardige moeilijkheid, de oor logsformatie zit n.1. aan de vredesformatie vast. De mannen, die bij een bepaald regi ment worden geoefend, worden na afloop van hun eersten oefeningstijd ingedeeld bij datzelfde regiment of het daarbij behcorend reserve-regiment. Zou men dus thans eenige regimenten opheffen, dan zouden de staven en mobilisatiebureaux, die de kern vormen van de oorlogsregimenten1, mede verdwijnen en zou dus de oorlogsformatie van deze regimenteni onmogelijk zijn. Een oplossing zou kunnen zijn, dat de manschappen van bepaalde regimenten bij andere regimenten worden geoefend, doch dat de staven en mo bilisatiebureaux van die regimenten zouden blijven bestaan. Men kan zich b.v. voorstel len1:, dat de manschappen van het vierde regi ment bij de grenadiers en jagers hun op leiding ontvangen en dat van het vierde slechts de staf en het mobilisatiebureau in stand blijven als kern voor het ooriogsre- gment, waarbij dan ook de geoefende man schappen ingedeeld zouden moeten blijven. Zijn wij juist ingelicht,, dan wordt in die richting een oplossing gezocht, al staat daarmede natuurlijk geenszins vast. dat het precies zoo zal gebeuren. UITGAVEN VOOR WERKLOOZEN- ZORG VAN 3 TOT EN MET 30 JULI. dan 1 K.G. voor het vervoeren, verkoopen of afleveren voorzien te zijn van een merk. Het is van groot belang, dat de ambte naren van gemeentepolitie streng letten, op de naleving van deze bepalingen en hun medewerking zoo diewordt ingeroepen, verleenen aan de controleurs Crisis-Zuivel- wet 1932. 2e. Voor een juiste uitvoering der bepa lingen omtrent koelhuisboter is het nood zakelijk, dat de Crisis-Zuivelcentrale bekend is met alle ruimten, waarin boter wordt ge koeld en is opg«i6lagen. In verband hier mede moge ik U verzoeken ten snoedigste aan de Crisis-Zuivelcentrale opgave van de in uw gemeente bekende koelhuizen te wil len verstrekken. EEMNES. DE WATERLEIDING IN GEBRUIK GENOMEN. Door het Depaitement van Binnenland- sche Zaken is aan alle gemeenten een vra genlijst gezonden, tot het samenstellen van een overzicht. Gegevens zijn ontvangen van 1027 gemeenten. Uitgegeven door de gemeenten (zonder aftrek van subsidies van Staat* c.q. provin cie,) aan wérkloozensteun f 4.752.450. Uitgegeven door de gemeenten (zonder aftrek van subsidies van Staat, c.q. provin cie)], voor werkverschaffing f 1.295.508. Uitbet. door werkloozenkassen f 2.627.379, Door het Rijk is betaald f 767.188. Van 50 gemeenten met 280.002 inwoners, waarbij Apeldoorn met 60.332 inwoners, Bergh met 10.690 inwoners, Katwijk met 15.752 inwoners, Almelo met 32.516 inwo ners, enz. waren nog geen gegevens binnen gekomen. NEDERL. INVOER IN DUITSCHLAND, Door de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Rijnland is het volgende te legram verzonden aan den minister van Economische Zaken en Arbeid: ./Excellentie. De dreigende verhooging van invoerrechten op haring in Duitsch- land, zal invoer uit Nederland geheel on mogelijk maken. Het is Uw Excellentie be kend, wat dit beteekend'. Zeer krachtig op treden tegen Duitschland, waarbij Neder land als een economisch geheel moet wor den beschouwd(. acht de Kamer dringend noodzakelijk om deze verhooging te voor komen." UITVOERING DER CRISIS-ZUIVEL- WET. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft op verzoet van den minister van Eco nomische Zaken en Arbeid in een circu laire het volgende onder de aandacht van de burgemeesters gebracht: 1. Het blijkt, dat in vele gemeenten de voorschriften door of krachtens de Crisis- Zuivelwet 1932 gegeven nog niet voldoende worden nageleefd om een goede werking van bovengenoemde wet te waarborgen. Waar in artikel 18, sub. a, der Crisis Zuivelwet 1932 de ambtenaren van politie met de opsporing van overtredingen van deze wet worden belast, moge ik er op wij zen. dat ingevolge de Crisis-Zuivelwet 1932 en de daarop steunende maatregelen en be schikkingen het verboden is, boter zonder merk uit de bereidplaatsen of de 'daarbij be- hoorendc bewaarplaatsen te vervoeren, te verkoopen, of af te leveren. In het verdere Woensdag 1.1. is het voor de gemeente Eemnes een zeer belangrijke dag geweest, daar de waterleiding, waarvan ae totstand koming met zooveel moeilijkheden gepaard ging, offcieel door den burgemeester in ge bruik is gesteld. Ter gelegenheid hiervan kwam de Raad in een bijeenkomst samen), waarbij tevens tegenwoordig waren de heeren J. C. Rijk en J. H. Mlulder. résp.' directeur en onderdirec teur van de Utrechtsche Waterleiding Maat schappij. de heer Ir. C. Gerber namens de Industrieele Maatschappij M. A. B. E. G. te Utrecht, de heer J. v. d. Gaag, namens de aannemersfirma Wilson te Den Haag, de opzichter de heer Parmentier en de gemeen te-ontvanger, de heer De Bruin. De burgemeester heette de aanwezigen, en in het bijzonder de heeren Rijk en Mul der welkom en noemde deze dag: „Le jour de sa vie'1, (de dag zijns levens). Misschien is deze uitdrukking wel wat overdreven, maar zeker is de dag van heden zéér belangrijk, omdat een zaak tot oplos sing is gekomen, die ons jaren lang heeft bezig gehouden: drinkwatervoorziening van Eemnes! Het is eene gewoonte, dat het gemeen tebestuur ieder jaar een lijst voor Ged. Sta ten invult van besluiten, welke de raad heeft genomen. Op deze lijst komt ook de vraag voor: Welke belangrijke besluiten zijn er I genomen? Vele jaren heeft spreker deze vraag beantwoord met een streep. j Doch in 1930 heeft hij met vreugde en trots kunnen invullen het principieele be sluit tot stichting van een waterleidingbe- drijf. Aanvankelijk zal het velen hebben toe- j geschenen,, dat het onmogelijk was, om in een gemeente van dusdanige formatie eene waterleiding te maken. Het was ook geen 1 gemakkelijk werk, maar dank zij de loyale medewerking van de Utrechtsche Waterlei ding Maatschappij, diie zich niet alleen heeft laten leiden door koopmanschap, doch ook door een goed hart, werden alle moeilijk heden, zonder dat de kosten te hoog werden, uit den weg geruimd. Spr. bracht de directie een woord van dank voor deze medewerking en dankte ook de firma Wilson, de uitvoerster van het werk, voor de prettige samenwerking. Voor deskundige voorlichting hadden, B. en W. zich gewend tot de industrieele maat schappij M. A. B. E. G. en aan de adviezen van Ir. Gerber heeft de gemeente het voor een groot deel te danken, dat zij thans over leidingwater kan beschikken. Den opzich ter, den heer Parmentier, dankte spr. voor zijn tactisch optreden, waardoor een pret tige geest onder de werklieden steeds ge handhaafd bleef. Een bijzonder woord van hulde bracht spr tenslotte aan wethouder Groen voor zijn toewijding en energie, waarmede hij zich voor deze zaak heeft beijverd, en door wiens kennis van zaken de aanleg tenslotte nog bespoedigd werd. De heer J. C. Rijk, directeur der Utrecht sche Waterleiding Maatschappij dankte den burgemeester voor zijn sympathieke woor den. Hij zei, dat het vandaag voor de Maat schappij ook een belangrijke dag was, daar zij van heden af de verzorging van het drinkwater voor deze gemeente op zich neemt. Spr. was er van overtuigd,, dat in dien de samenwerking in de toekomst zou blijven, als bij de besprekingen tusschen B. en W„ en de Maatschappij deze voorbeeldig zou zijn. Door zulk een samenwerking wordt het belang van de gemeente èn het belang van de Maatschappij gediend. De heer dr. C. Gerber, die vervolgens sprak, roemde de wijze, waarop B. en W. voor de totstandkoming van de waterlei ding hebben gewerkt. Het is vandaag inder daad een dag om trotsch te zijn, daar een werk van groot publiek belang tot stand is gebracht. Spr. memoreerde de vele moeilijkheden, die waren te overwinnen in den langen tijd van voorbereiding, die noodig was, doch wees er op, dat de waterleiding op een ge lukkig moment tot stand was gekomen, daar juist in verband met de tijdsomstan digheden op de kosten kon worden be spaard. Het aantal aansluitingen, dat op 300 geraamd was, werd reeds met 46 over schreden en wel door de ijverige bemoei ingen van Wethouder Groen'. Op 25 wo ningen na zijn thans alle perceelen aange sloten. Dit is een gunstig voorteeken, dat hoop geeft op een gunstige exploitatie. Hierop verzoekt ir. Gerber den burge meester de symbolische handeling te willen verrichten. Voor den ingang van het gemeentehuis was een met planten begroeide rotspartij opgesteld, waarin een fontein was aange bracht. Feestelijk woei de vlag aan den top van den vlaggestok, terwijl de groote wa terkraan eveneens omwonden.' was met de driekleur. Op den dijk had een groot aantal inwoners plaats genomen om hij de plech tigheid tegenwoordig te zijn. De burgemeester posteerde zich bij de toevoerbuis en met een: „een, twee, drie, daar gaat iel" draaide hij de kraan open. Een straal watèr spoot hoog de lucht in, klaterend terugvallend op de rotspartij. Na deze plechtigheid keerde men terug naar de raadszaal, waar de eerewijn ge schonken werd. 's-GRAVENHAGE. Adres der vier R.-K. Centrale sociale orga nisaties aan dben Minister van Economische Zaken. Dinsdag 1.1. is het volgende adres gezon den) aan den minister van Economische za ken en Arbeid: „Excellentie. De vier R.K. Centrale Sociale Organisa- 'rk^Tdienm hoev7e'lhedenbotër grooter ties in Nederland, tvv. de Algemeene R.K, Werkgeversvereniging, het R.K. Werklie denverbond, de Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond en de Ned. R.K. Midden standsbond, samenwerkend in den raad van overleg, zijn ertoe overgegaan, na uit voerige besprekingen over den zorgwekken- den economischen toestand van ons land, een permanente crisiscommissie in het le ven te roepen, waarin vertegenwoordigers van genoemde verenigingen in onderling overleg zullen overwegen, wat in het be lang van de betreffende bevolkingsgroepen kan gedaan worden. Als uitvloeisel daarvan hebben wij de eer, namens de door ons vertegenwoordigde or ganisaties een dringend beroep te doen op de Regeering, om niets onbeproefd te la ten, ten einde de industrie op de binnen landsche markt de noodige compensatie te verschaffen voor het verlies der afzetgebie den in het buitenland. Wij onderschrijven gaarne het door de Regeering ingenomen standpunt, dat op den duur de welvaart van ons land alleen kan terugkeeren, wanneer export weer mogelijk wordt. Aan den anderen kant echter zijn wij niet blind voor de realiteit, die ons doet zien, dat van een beduidend herstel van den uit voer voorloopig geen sprake kan zijn. Worden de gevolgen van den heerschen- den nood in de industrie in de eerste plaats door de ondernemers en de industrie-ar beiders aan den lijve ondervonden, ook de boerenbevolking en de middenstand zien met groote ongerustheid de ineenstorting van groote deelén der nijverheid aan. De steun, dien de agrarische bevolking door de overheidsmaatregelen heeft verkre gen, kan in menig opzicht alleen dan het gewenschte gevolg hebben, wanneer de groote massa der consumenten, waaronder de industrieele groepen een overheerschen- de plaats innemen, in staat zal zijn. voor de producten een prijs te betalen, die het boerenbedrijf voor verlies vrijwaart. De industrieele en handeldrijvende mid denstand kan zich al evenmin handhaven, wanneer werkloosheid en armoede steeds verder om zich heen grijpen. N.iet alleen de bevolking in haar verschil lende groepeeringen heeft bij een, herstel der industrieele bedrijvigheid het grootste belang, niet minder worden 'directe staats belangen er doo.r gediend. Het sluitend-maken der budgets der openbare lichamen en het instandhouden der cultureele en sociale instellingen, waar op ons land trots is, blijft op den duur al leen mogelijk, als ons land er in zal slagen, de voortwoekerende werkloosheid een halt toe te roepen. Hoezeer wij met de Regeering den blik gevestigd wenschen te houden op behoud en vergrooting van den export, toch zijn wij van oordeel, dat de zoo noodige onmid dellijke hulp alleen te verkrijgen is, door zooveel mogelijk het nog voorhanden werk binnen de landsgrenzen'te houden. In dit Verband zien wij ons verplicht, LI we Excellentie te kennen te geven, dat naar ons oordeel de werking van de crisis- invoerwet niet aan redelijke verwachtingen beantwoordt. Dit niet alleen, omdat slechts betrekkelijk weinig contingenteerings-aan- vragen uit noodlijdende bedrijven het be oogde gevolg hebben, maar vooral omdat de hetzij negatieve of positieve beslissingen omtrent deze aanvragen veelal langen tijd op zich laten wachten. Dat voor de industrie een niet te onder schatten belang verbonden is aan zeer spoedige beslissingen op aanvragen, moge hierbij nog eens speciaal onder Uw wel willende aandacht worden gebracht. De on dervinding heeft reeds in tal van gevallen geleerd, dat de aanvrage om contingentee- ring dikwijls op zichzelf reeds tot abnor maal grooten invoer aanleiding geeft. De buitenlandsche producenten willen hun artikelen nog zooveel mogelijk over de grenzen brengen, terwijl de binnenlandsche importeurs door rroote voorraden te maken zich tegen het eventueel contingenteerings- gevaar willen dekken. Door het uitblijven van beslissingen ge durende maanden en maandem ondanks de adviezen door de commissie-Spanjaard daarover reeds uitgebracht wordt een dergelijke onzekere toestand geschapen, met de daaraan verbonden nadeelige gevolgen, dat het in menig geval beter geweest ware, dat de betreffende tak van nijverheid geen beroep had gedaan op de crisisinvoerwet. Maar nu de crisisinvoerwet geen voldoen den steun biedt en zelfs bij zuivere toe passing niet volledig kan bieden, zou o.m. een anti-dumpingswet aanvullend kunnen werken. Hoewel uit de mededeelingen welke Uwe Excellentie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal daaromtrent gedaan heeft, zou afgeleid moeten worden, dat naar uw inaicht een anti-dumpingswet naast een cri sisinvoerwet overbodig zou moeten worden geacht, wagen ondergeteekenden het, ge drongen door de noodkreten, welke hen be reiken!, aan Uwe Excellentie in overweging te geven', zoo mogelijk Uw standpunt ter zake te herzien,. Wanneer niet spoedig met vaste hand wordt ingegrepen om aan de Ned. indus; trie, althans op de markt van eigen land den noodigen steun te bieden, zal de toe name der werkloosheid tot stijgende werk loosheidsellende voor de arbeiders leiden en verder blijven voortknagen aan de wel vaart van ons volk. Van de vele maatregelen, die te nemen zijn om den export nog te vergrooten ach ten wij in elk geval een- voor onmiddellijke verwezenlijking vatbaar. Wij bedoelen de contingenteering van een aantal artikelen in Ned.-Indië. Het heeft ons met voldoening vervuld, dat de regee ring, blijkens berichten uit de dagbladen, voornemens is de economische verhouding van 'Nederland en Indië aan een breed on derzoek te onderwerpen. Adressanten geven aan de regeering drin gend in overweging voor alles een spoedig besluit te nemen inzake bovenbedoelde uiterst urgente kwestie. ZEDENMISDRIJF. Waarom werd R.K. Geestelijke niet vervolgd? Een Kamerlid vraagt inlichtingen. De heer Peereboom, lid der -e Kuiper heeft o.m. den Minister van Justitie de vol geilde vragen gesteld: Is het den Minister bekend, dat te Breda een Roomsch priester zich schuldjg zou hebben gemaakt aan een ergerlijk zedenmis drijf; dat daarvan toen aangifte is gedaan en door de marechaussee ook proces-ver- baal is opgemaakt; dat de Officier van Justitie de zaak aanvankelijk ook heeft ver- Juist toen ik U ging vertellen Van het mooie Bad dat komt, Kwam Heer X ons even zeggen „O, wat zondig! 'k Sta verstomd''! „Wouwen, Mannen, samen baden"! „Zóó maar, zóó maar, met elkaar"! „Vele mannen zouden komen Enkelom te kijken naar Foei! vriend X., doe niet zóó kleintjes! Doe toch niet zóó aangebrand! Is het heusch zóó wereld-schokkend, Vrouw, in bad-costuum', aan 't strand? Leven wij nu duizend-tallen. Jaren bij om met elkaar, Ont, van 't samen-zijn in bad-pak, Te gaan maken zóó'n misbaar?. Mogen wij niet eens te samen Speelsch, gezellig in het „Bad"? Moet deez' ongedwongen vrijheid]'' Weer gemaakt tot eenja, wat? Komt er niet voldoende toezicht? Zelfs al was het „door elkaar"; Mannen, Vrouwen samenleving 't Is toch „heel gewoon", niet Als op dit gebied iets voorvalt Iets gebeurt wat „shocking" is,- Nooit in 't openbare Zwembad; Stiekum" welin duisternis! Moet men „Craailo" na gaan volgen? Waar men 't plan heeft opgevat:. Manvoortaan in „maliënkolder", Vrouwreform-japon" in 't.bad! dan wordt hier het Natuur-Bad, Ongetwijfeld „groote strop"! Kan men weer om Soest gaan lachen; Krijgt 't „de kous weer op den kop"! Laat in jare „drie en dertig", Soest-Bad „groot* attractie" zijn Duizenden bezoek('sters)ers trekken „Voor den reinen alles rein!" AD REM Nadruk verboden,, volgd,, maar dat, ten slotte, van die vervol ging is afgezien? Is de Minister bereid mededeeling te doen van de ware reden, waarom genoemde Roomsche priester, in weerwil van zulk een beschuldiging, ten slotte niet is vervolgd? Is de Minister bereid om, in geval het blijken mocht, dat dit afzien van de vervol ging van dezen Roomschen priester in on miskenbaar verband staat met de overwe gend Roomsche samenstelling van de Bre- dasche Rechtbank, zoodanige maatregelen te treffen, waardoor gevallen van bevoor rechting van andere en bijzonderlijk van dergelijke Roomsche priesters niet meer kunnen voorkomen en de Bredasche Recht bank het beslist ontoelaatbare daarvan on der het oog te brengen? Het was voor mij een voldoening, dat mijn beide artikelen over dit onderwerp nie mand minder dan den Voorzitter van het Ned. Verbond tot afschaffing van Privaat Grondeigendom aanleiding hebben gege ven hierop nader in te gaan. Men moet toch aannemen, dat deze Voorzitter, de Heer J. Willems, de aangewezen man is om hen, die mijn artikelen gelezen hebben,, enkele zaken te verduidelijken en misvattingen mijner zijds recht te zetten. Wanneer ik het,.&luk van den Heer H. in dit blad van 31 Augustus 1L naga, dan tref fen mij in de eerste plaats de volgende woorden: „de grond in Nederland behoort naar het natuurrecht aan alle Nederlan ders gelijkelijk. Ijiieruit volgt dat de grond eigenaars qua klasse dien grond onrecht matig in eigendom hebben." Ik zelf schreef ,kdat de tegenwoordige eigenaars met als wettig beschouwde middelen in het bezit van den grond zijn gekomen." Tk meen dan ook te moeten opkomen te gen het woord „onrechtmatig", door den Hr. W. gebruikt. Ik ben geen jurist, maar het komt mij vooil. dat het geschreven recht zeer vaak anders spreekt dan het natuurrecht. Ik zou bijna durven zeggen, dat het geschreven recht meerendeels niet geschreven had be hoeven te worden als het in overeenstem ming was met dat natuurrecht. 2ijrr niet vrijwel alle de vrijheid van den mensch be perkende wettelijke regelingen in strijd met het natuurrecht? Toch zijn ze veelal noodig ter, bescher ming van anderen en het feit daf ze langs wettigen weg zijn tot stand gekotnen, maakt ze „rechtmatig". Zoo ook is dus m.ï. het tegenwoordige grondbezit „rechtmatig" en dit sluit,,dan ook uit, dat zelfs als men thans langs wetti gen weg tot afschaffing van privaat-grond eigendom zou komen er sprake kan zijn van „schadeloos stellen van de massa der arbeiders en pachters voor in het verleden ondergaan „onrecht". De Heer W. heeft het over de „païasitaire functie" der grondeigenaars) die in die func tie niets doen dan het schrijven van pacht- quitanties. Ik erken dat men het aldus ver kregen geld als men het eenmaal (mis- schien na en door hard werken) lat grond, eigenaar gebracht heeft gemakkelijk bin nen krijgt. Maar is het anders met hen, die op hun ouden dag hun coupons knippen' Voor mij ligt de groote onbillijkheid in het „naasten van de grondrente" daarin^ dat hij, die zijn geld belegde in grond alles moet afstaan en degeen, die met het overgespaar de geld zijn zaken uitbreidde, niets. Dit is geenszins een mij scharen aan de zijde der grondeigenaars tegenover de ont erfden. Het is slechts het blootleggen van een onbillijkheid, die men wil begaan om een andere op te, heffen. De Heer W. -gaf ons in 5 punten een schets van hetgeen de Regeering te doen heeft als eenmaal besloten is tot het groote doel en noemt: Xe. gegevens opvorderen aangaande pachtwaarde van den blooten grond. Hoewel geenszins als argument tegen het

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 2