i Damestasschen STEMPELS Grond het geheim der geschiedenis. Onafhankelijkheid boven al Het adres voor ALLE MOGELIJKE FEITILLET O IN Ten gevolge op onze artikelenreeks over de Grondrente aan de gemeenschap, en Grond en Grondrente doen wij nu nog en kele grepen u'it de geschiedenis van het den kien waar de grond een hoofdrol speelt Wanneer men in den bijbel de geschiede nis van het oude volk politiek economisch gaat beschouwen, komt men op vele plaat sen tot het inzicht, dat er niets nieuw onder de zon is. De strijd van waarheid tegen leugen, vaa recht tegen onrecht, van vrijheid tegen ty- rannie is zou oud als de wereld zelve. In Nehemia 5 lezen wij hoe het geroep des volks groot was. Er waren er die zei den: Wij verpanden onze akkers en onze wijngaarden en onze huizen, opdat wij in dezen honger koren mogen opnemen Anderen hadden het zelfde moeten doen orn „des konings cyns" te kunnen betalen De zonen en dochters van de bezitsloo- ZCm ™erd.en de dienstknechten der rijken. Nehemia. die als afgezant naar Jeruza lem was gezonden om de toestand te on derzoeken, zag spoedig waar de schoen wrong. Hij „ontstak zeer" en in ongezouten taal vertelde hij den edelen en overheden wat hij «van hen dachtj. Hij' eischte oogenblikkelijk teruggave van de akkers en wijngaarden en afschaffing van de „honderdste deelfen van het geld" (de rente). De geheele maatschappelijke toestand van zoo'n periode wordt in dat hoofdstuk ons duidelijk voor oogen getoo- verd en biedt veel overeenkomst met ver schijnselen, die wij nu weer constateeren. De Mozaike grondwetten, welke men in Deviticus kan vtinden waren jammerlijk verwaarloosd, met de bedroevende gevol gen welke daar onherroepelijk aan vast zitten. „Het land zal niet voor altoos verkocht worden heet het in Lev. 25/23, „want het land is mijn, dewijl gij slechts vreemdelin gen en bijwoners zijt bij Mij". De beloften, die dan gegeven worden bij goede naleving dier grondwetten getuigen van het diepe inzicht der leiders in dien tijd in de belangrijkheid van goede eigen domverhoudingen in den grond. Onder hen, die dit duidelijk zagen, moe ten vervolgens wel genoemd worden de ge broeders Tiberius en Gajus Gracchus Ro meinsche edelen,, die reeds 70 jaar voor Chr. een verwoede strijd tegen den groot- grondeigendom streden en begrepen dat er twee groote euvels zijn, n.f. rijkdom ont vangen zonder ze te produceeren, en rijk dom produceeren zonder ze te ontvangen. In Theodor Mommsen's Römische Ge- schichte kan men lezen hoe de beide ge broeders in den strijd voor Rome's wel vaart zelfs hun leven moesten geven. Zij waren de groote hervormers, die met diep economisch inziiicht begrepen wat Pli- ny later formuleerde. „Grondmonopolde bracht Rome ten val" en die energiek te werk gingen in het op breken der groote landgoederen, de lati- fundia, ten bate van het arme volk en de soldaten tot wien Tiberius in een rede zei- de: „Mannen van Rome, gij wordt de heeren van de wereld genoemd, toch hebt gij geen recht op een vierkanten meter van haar bodem! De wilde beesten hadden hun schuilplaatsen, maar de soldaten van Italië hebben slechts water en lucht." Doch de kortzichtige hebzucht der reeds decadente grondmonopolisten bleek zeer machtig en de laffe moord op Tiberius was de eenigste mogelijkheid om het groeiende inzicht in de grondverhoudingen op te schorten. De oude wanverhoudingen werden weder in eere hersteld en, daarmee kwamen de kie men, welke funest zouden worden voor het machtige Romeinsche rijk, in haar lichaam vreten. John Ei. Grant in „Het probleem van den Oorlog zegt dan ook: „Het verval en de ineenstorting van het Romeinsche rijk werd niet veroorzaakt door den invloed van Heidendom of Christendom, noch door de invallen van Gothen, Hunnen, Noor mannen en Turken. De barbaren plunder den slechts een hulpeloos volk, dat gevan gen zat in hun onwetende niet-inachtne- ming van de wetten der gelijkberechtigheid in sociale aangelegenheden. treffen wij een verbinding van het idee dat de grond gemeenschappelijk eigendom is met de gedachte aan exclufeieve eigen dom. Aan den koning behoorde al den grond, en deze gaf het in bruikleen. „Grond werd in individueel bezit gegeven, maar aan dit bezit werden verplichtingen verbon den, waarbij de genieter van haar gebruik werd verondersteld aan de gemeenschap een equivalent terug te geven voor het pro fijt dat hij ontving door afstand van het ge meenschappelijk recht" (Henry George). De voordeelen van het feodale systeem boven de absolute eigendom welke het Ro meinsche Recht kent, werden in geheel Europa gevoeld. In Engeland onder koning Alfred en in Duitsch'land in de elfde en twaalfde eeuw was een rijkom in grooten overvloed voor allen aanwezig. De gron den die niet aan particulieren, baronnen, ten gebruike waren gegeven, werden ten alge- meene nutte aan dorpen en steden overge laten!. Een ieder kon vrijelijk toegang tot grond bekomen en daar een eenvoudig doch ruim voldoende bestaan vinden,. Langza merhand echter probeerden vele houders van den grond hunne verplichtingen op anderen af te wentelen en lieten de bewer king van hun grond, die doorgaans beter was dan de gemeenschappelijke gronden tegen betaling van rechten over aan de boe renlieden;. Het inzicht hoe een arbeidsloos inkomen getrokken kon worden brak baan en de landhonger begon haar invloed te doen geldenj. Een paar eeuwen van vreeselijke gruwe len, van uitdrijving en moord, van rechts verkrachting en wanhopige verzetpogingen volgdeni. Het besef echter, van de rechtma tige verhouding van mensch en grond was in dien tijd veel sterker ontwikkeld dan heden ten dage nu het stads- en industrie- proletariaat meent heel weinig of niets met den grond te maken te hebben. De haat van het uitgedreven landvolk ging tegen de grondeigenaars en vele be wijzen van scherp inzicht in de grondkwes tie komen ter onzer kennis. Het was in April 1649 toen een groep boeren onder leiding van Everhard en Win- stanley bij Cobham in Engeland op den St. George heuvel begonnen te spitten en wortelen en boonien te zaaien,. De z.g. „insluitingen" op particulier eigendom maken van den grond, had tot gevolg gehad, dat grooote armoede onder de bevolking was ontstaan. Men zag heel goed, dat de ellende begon bij het weigeren van toegang tot den grond. Zij zeggen dan ook in een geschrift: „Nu beschouwen wij de Aarde als onze moeder, en God heeft haar gegeven aan de menschenkindenen, de gemeenschappelijke en woeste gronden behooren aan de armen; wij hebben recht op die gronden zoowel volgens de wet als volgens redelijkheid en de schrift. Daarom zijn wij begonnen on zen arbeid aan te wenden op den grond en vertrouwen op den Heer voor het zegenen van onzen arbeid." Wiinstanley, de geestelijke vader van de- ze „Diggers (spitters, gravers) -beweging stelt de kwestie heel scherp in een pamflet getiteld: De Nieuwe Wet van Rechtvaar digheid). Hij zet voorop, dat de grond rechtmatig aan het geheele Engelsche volk toebehoort en dat niemand toegang tot den grond ge weigerd behoorde te worden als hij er op wilde arbeiden). Het koopen en verkoopen van grond was het begin van de „rente" en het gevolg hier van was dat hij, die grond kocht in staat was een grondlooze te dwingen voor hem tegen laag loon te arbeiden. De verovering van Engeland door de Normandiërs was geëindigd in de beroo ving van het Engelsche volk van haar rech ten op den grond en de voortschrijdende instelling van den particulieren grond eigendom had armoede in het land ge bracht]. „Ware vrijheid", aldus nog steeds Win- stanley, „is daar waar een man zijn voedsel en onderhoud vindt, en dat is in het bear beiden der aarde. Alles waar een mensch voor werkt, zegt Solomon, i< dat hij het vrije gebruik van den grond kan genieten en de vruchten daarvan. te verkiezen was boven de zoo zeker ver wachte zegeningen die de techniek zou brengen. De oorzaak daarvan wordt door Henry George gecondenseerd in deze uitspraak: „Niet de machinerie der Productie is in ge breke, maar de machinerie der Distributie faalt Bij de ontwikkeling van het groeiproces waarvan wij nu de resultaten zien, en wel ker verscheidenheid van verschijnselen nu Kapitalisme of beter Monopolisme worden genoemd, ging tevens gepaard met 'n steeds zuiverder wordend wat wij zouden kunnen noemen „grond-centrisch" denken; dus een denken dat zich baseert op het inzicht dat Grond het middelpunt is van het geheele maatschappelijk leven. De Physiocraten in Frankrijk, Thomas Spence en Herbert Spencer in Engeland, om Cobbett en zooveel anderen niet te ver geten leidden daarbij den weg. Prof. Duehring, Hertzka en Fluersheim in de Duitsche landen mondden uit in de begaafde Prof. Oppenheimer, wiens be weging helaas bleef steken in het moeras der binnen landsche kolonisatie. Het voorloopig hoogtepunt, echter werd bereikt in Henry George,. Een typische voorlooper van dezen was de genoemde 1 hom as Spence, een schoolmeester in New- castle on Tyne, die reeds omstreeks 1800 in een lezing betoogde dat de pachtsommen van den grond ten bate van het volk In zijn geheel behoorde te komen. Hij werd echter voor een gevaarlijk revolutionnair uitge kreten en moest zelfs uit zijn woonplaats vluchten). Geheel afhankelijk van hem kwam eury George tot zijn beginselen, welke WIJ ZIJN GOEDKOO- PER DAN OOIT II Steeds de nieuwste modellen N. V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v. Weedestraat 7 Op de ruïne van het Romeinsche rijk werd het feodale stelsel gebouwd. Hier Het proces der insluitingen en particu- lariseering v. d. grond, was echter niet meer te stuiflen en op de scheeve basis van den gestolen grondeigendom ging zich een nieuwe structuur verheffen). De ontwikkeling der techniek, de uit vindingen en ontdekkingen, hadden de pro ductie-mogelijkheid enorm vergroot. Toch zou blijken, dat desondanks de af gesloten periode der z.g. „reine wirtschaft" voor het groote deel der menschheid verre hij neerlegde in het boek, dat in buitenge woon fijne stijl en betoogtrant de geheele orthodoxe economie uiteenrafelt, weerlegt en een nieuwe staathuishoudkunde er voor in de plaats geeft. Vele groote geesten geven in onntisken- bare bewoordingen blijk van den gewel digen indruk, dien het logisch gebouwde, vol vuur geschrevene boek, Vooruitgang en toch Armoede, op hen maakte,. VValter Sinton, een fijne moderne Amerikaansche denker, 'drukt zijn waardeering uit in de volgenide bewoordingen: „lk kan U niet genoeg aanraden om Vooruitgang en Armoede, door Henry George te lezen en grondig te verstaan. Het is geen gemakkelijke taak maar het is er een, welke indien volbracht, u een be- gniip zal geven van de principes waarop het practti.sche leven gebouwd is, doordat het U de draad in handen geeft, welke U in staat zal stellen de verschrikkelijke war boel, welke foutief beschaving wordt ge noemd, te ontrafelen. Het plaatst U in een onneembare positie met een kijk op het leven, hoofd en schou ders boven Uw medemenschen. Een gron dig begrijpen van de beginselen uiteengezet in dit boek is niet alleen een les in logica, maar zoowel din de wetten wielke handel en nijverheid ten grondslag liggen als in prac- tische rechtvaardigheid." (Spiritual Law and Economics harmo nized). Henry George was in 1839 in S. Francis co geboren. In zijn jonge jaren vervulde hij tal van betrekkingen. Matroos, drukkersleerling, reporter re dacteur en hoofdredacteur volgden elkaar in korten tijd op. Zijn aandacht tot <Je economie werd ge- trokken door de kwestie van de imigratie der Chineezen in Californië. De loonen werden lager en lager, terwijl de grondprijzen steeds hooger werden. Dat was een te typisch verschijnsel om aan den weetgrerigen man voorbij te kun nen gaan zonder zijn verwondering te wek ken. Bezield met een intensen waarheids drang en de ontembare moed om de con sequenties van juiste premisen tot het uiter ste te volgen, aarzelde Henry George niet zijn arbeid vol vuur voort te zetten ook toen bleek, dat zijn verworven inzichten moesten leiden tot het meedogenloos aan pakken van een reeds traditioneel en ge vestigd belang als den particulieren grond eigendom. Onder zijn begeesterende leiding ontston den in Amerika, Engeland, Schotland en Australië z.g. Land Restauration Leagues, dat waren Bonden voor Grond-teruggave De grond moest weer aan de gemeen schap worden teruggegeven en Henry George wees daarvoor de practische weg aan, de opvordering van de pachtwaarde van eiken gebruiker van grond door de geenngj. Htt kenmerkende van de Georgi/stische beweging was het direct verbinden van den eisch der grondrente-inning aan die der af schaffing van belastingen. Ter zelfder tijd dat men de grondrente voor allen opeischte kwam het inzicht dat dit ionds het natuurlijke inkomen der ge meenschap was, dat de gemeenschap ter beschikking stond om de publieke uitgaven te bekostigen en de vraag: „heeft de staat net recht haar onderdanen te belastten", een vraag waar zoo vele economen hun kracht aan gegeven hebben, kwam in een geheel nieuw licht te staan. Gegeven het zelfbeschikkingsrecht der individuen, het eigendomsrecht op datgeen, wat hij door zijn arbeid tot stand brengt en de aanwezigheid van een fonds, dat niet ontstaat door de speciale vlijt van een individu, maar door het aanwezig zijn van de gemeenschap, is het niet moeilijk meer de juiste conclusie te trekken. Een Amerikaan James R. Brown be schrijft met onverdienstelijk de belasting onzin. „Belasting is de inning van geldien voor openbare diensten, straten, riolen, licht politie, scholen enz. Openbare diensten behooren betaald te worden zooals elke andere dienst betaald wordt, dat is, naargelang de waarde van genoemde diensten. De waarde van Uw huis, ameublement, garage, auto enz. is niet en kan nooit de maatstaf zijn van de openbare diensten, die genoten hebt. Iemand belasten naar de waarde van zijn huis als betaling voor openbare diensten is precies gelijk aan het iemand laten betalen voor een nieuw pak naar de waarde van zijn auto. Iemand belasten naarmate hij diensten bewezen heeft (verdiend heeft) is eenvou dig het nemen van particulieren eigerudom voor openbaar gebruik zonder compensatie m.aj.w. stelen langs wettelijken weg. Als iemand bouwt, zijn huis schildert of verbe tert, betaalt hij daarvoor aan den schilder of bouwer. W aarom, dan, zou hij verplicht moeten worden om voor die diensten een tweede maal te betalen aan de staat, die niet bouw de of schilderde, dus geen diensten bewees of goederen leverde? Iemand s aanslag te verhoogen omdat hij zich zelf en tegelijkertijd ook de omgeving, die fraaier wordt, een dienst bewees, is om hel zacht te zeggen, onredelijk. Als Uw slager, die uw huis passeert en merkt dat gij U;w huis geschilderd hebt en opgeknapt. U een rekening van twintig pond vleesch stuurde, die hij niet geleverd had en ook niet van plan is te leveren, zou U zeggen dat hij een dwaas en een oplich ter was. Waarom dan, in naam van alle re delijkheid zou de staat zulk een dwaas en oneerlijk ding dolen?" De gevolgen van belasting op de produc tie worden in eenige van de mooiste blad zijden van Vooruitgang en Armoede ge schilderd. Wij herinneren slechts aan zijn vermel ding van de belasting op de dadelboomen, die Mohammed Aid instelde en welke tot gevolg had 'dat de Egyptenaren hun boo nien kapten, terwijl een cyns op den grond, die tweemaal zoo groot was en op de grondwaarde gesteld werd precies het te genovergestelde gevolg had. Een soortgelijk verschijnsel viel in de vo rige eeuw in Engeland te bespeuren toen Wij leveren tegen zeer lage prijzen N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ men ging belasten naar ratio van het aan tal glasj-amen in het huis. Het duurde niet lang of er verrezen slechts nieuwe huizen met minimaal kleine ruiten. De tiende penning van Alva zou op den duur alle ruilverkeer gestopt hebben en maar lu-el weinig opgebracht hebben. Zoo is elke belasting een hindernis voor het opbloeien van het maatschappelijk le ven en den welstand van de individuen. Aanvankelijk werden de Georgisten betiteld met den naam Single Taxers (Voorstander van een belasting, nl.1. op de grondwaar de). Als zoodanig zijn zij ook georganiseerd in een Wereldunie voor grondwaardebeias- ting. In Nederland bestaat ook nu nog een tak van deze Uniq. Z'ij richten zich tot politici van diverse richtingen om te bewerkstelligen, dat eens een klein stapje in de richting van het be lasten der grondwaarde gedaan zou wor den. Dit echter had jammerlijke gevolgen Terwijl de inning der pachtwaarde door de regeening niets met belasten hteft tc maken, werd het ,idee in de hoofden der menschen gewekt, dat er alweer een nieu we belasting bij kwam. Bovendien kon geen bevredigend ant woord gegeven worden op de vraag waar om als de grond aan de gemeenschap toe behoorde, dan genoegen moest worden ge nomen met een beetje belasting op de pachtwaarde, welke haar dan toch rechtma tig geheel toekwam. Zoo ging het vorig jaar in Engeland toen Snowden in geldnood verkeerde, bij andere belastingen, op de benzine b.vj., ook nog kwam aandragen met een beetje belasting op de grondwaarde. Met de ervaringen van de afgeloopen vijf tig jaar ter beschikking en staande op de schouders van een reus als Henry George is het echter gelukt de geperfectioneerde nieuwe Wereldbeweging naar de vrijheid een onwrikbaar fundament te geven.. In Engeland onder leiding van Graham Feace, D.r. Dundas White, John. E. GTant om maar eenige te noemen, in Denemarken met reeds drie kamerleden onder Dr. Alex Dam, Amerika met Mir. Beckwith, Zuid-Af rika en Australië met resp. mannen als Mathersmith en Hodgkiss is een interna tionale organisatie tot stand gekomen, die haar program kortweg en scherpsnijdend formuleert; inning der grondrente en af schaffing van alle belasting. Zij streven nationaal en internationaal naar de aanwending der parlementaire de mocratie om op de wijze zooals reeds in vorige artikelen door ons uiteengezet, het roer van het staatsschip geheel om te gooi en en den steven te wenden naar 'n lokkend land, waar vrijheid, gelijkheid en vrede heerschen. Zoo is in Nederland het Ned. Verb,. tot Afschaffing van Privaat Grondeigendom de organisatie, welke straks als partij naar voren wil komen om het geneesmiddel voor onze zieke samenleving onder de aandacht van het publiek te brengen. In haar kortstondig bestaan heeft dit verbond reeds veel gedaan om de schoone zaak welke zij voorstaat, te propageer en. Daarbij niet weinig gesteund door de in- Kberale, royale opvattingen van eenige re dacties, die hen de gelegenheid gaven hun zaak te bepleiten en te verdedigen Amsterdam, 18 October 1932. NAAR HET ENGELSCH 5) Maar u moet mijn antwoord toch wel aanvaarden, zei ze, bang, dat hij haar soms mocht blijven achtervolgen met zijn aan zoek. Maakt u zich maar niet ongerust, Miss Raymond, ik zal het u niet lastig maken; dat beloof ik u. Ik beschouw mij eenmaal als afgewezen en voor het oogenblik zal ik daarin berusten. Mag ik alleen/, bij wijze van troostt, een sigaret opsteken? Gaat uw gang. Dank u, Nu, èl wat ik u verzoek, is, om op het oogenblik neutraal te zijn je gens mij. Ik ben overtuigd, dat ik u nog wel voor mij zal weten te winnen. Die zekerheid in zijn toon van spreken ergerde haar: tóch wist zij er niets op te zeggen. Ze stonden zwijgend naar de ondergaan de zon te kijken, waarvan de stralen hddr geheel verlichtten, terwijl hij slechts een donkere vlek leek, wat ter zijde als hij stond. De klecdhoorn! riep Ardine> toen de zilveren klank zich deed hooren op dek. De hoornist was ook weer een meester in zijn vk en het signaal, dat hij gaf, was steeds weer een ander getint geluid, dat altijd aangenaam aandeed en melodieus van klank was. Zij ging vóór en hij volgde, beiden, voor het uiterlijk zoo onverstoord en kalm, dat niemand uit hun houding had kunnen op maken, dat de arme bloedverwante van La dy Smyth zoo juist een van de verkies lijkste partijen van Engeland had geweigerd Toen ze langs de geïmproviseerde rust bank van Lord Lorresmere gingen, zei die waardeerend U heeft moed,, Mliss Raymond! Gaat u zich zelfs alweer kleeden? Neen, dokter Serie zegt, dat ik dit nog niet doen mag; maar Lady Lorresmere heeft mij een makkelijk toilet te leen aan geboden, waar ik een dankbaar gebruik van zal maken. U hoeft haar volstrekt niet zoo dank baar te zijn, Miss Raymond, want het is Lilia een waar feest! Ze zou ons allemaal wel als groote poppen willen kleeden! Dan mag Lady Lorresmere nu aan mij haar hart eens ophalen! De toiletten in den nieuwen koffer van Ardine waren een cadeau van Lady Smyth geweest, die haar „arme bloedverwante" toch behoorlijk uitgerust; den kring van de Lorresmere's moest binnenvoeren. Tóch waren die toiletten zeer eenvoudig; maar stijl- en smaakvol, zoodat zelfs Lady Lor resmere er niets op aan te merken vo-d. Ardiile's eerste verschijnen weer aan j tafel, na haar kouvatten;, was een waar suc- I ces. De keuze van toilet van Lady Lor resmere droeg hiertoe niet weinig bij, want nog nooit had de „arme bloedverwante" zoo schoon geleken. Haar Ladyschap was dan ook niet weinig trotsch op dat werk van haar handen. Wat een interessante zieke! luidde dc schampere opmerking van Mrs. Granner tot haar gastheer. Ik hoop maar, dat Miss Raymond niet ineens te veel van haar krachten vergt, ant woordde Lord Lorresmere. Hijzelve kwam met eenige hulp ook aan de maaltijden en bnnen een paar dagen hoopte hij weer op de been te zijn. Weet iemand ook, waar wij zijn? vroeg Vader Sannard. Morgen zullen we in Port-Said aanko men zegt de kapitein, antwoordde Lord Lorremere. En ik hoop, dat u er van zien zult, wat u wilt Miss Raymond. Helaas, zal ik u nog niet kunnen vrgezellen. Ja, dat is heel jammer! Maar u geeft toch ook niet zooveel om Port-Said? O, ik zou graag met u door de Ara bische wijk zijn gegaan, om uw opinie daar over te hooren, Zorgt u, in ieder geval, dat u eau-de-cologne of reukzout bij u heeft, als ik u een raad mag geven! Zij lachte eens en vond het jammer, dat Lord Lorresmere niet mee kon gaan; ze voelde zich altijd zoo veilig en op haar ge mak, in zijn gezelschap. Ardine, zei Lady Smyth, toen zij dien avond bij het jonge meisje in de hut kwam, ik zou graag eens met je praten. Ardine keek haar bezoekster vragend aan, terwijl deze op de sofa plaats nam. Weet je wel, dat ik je nooit zoozeer bewonderd heb, als nu, meisje? Het was de mooie satijnen! verklaarde Ardine, zelve, meer of minder overtuigd. Als Lady Lorresmere mij kleedde, dan zou ik zeker voor een schoonheid kunnen door gaan. Onzin, kind! Geen kleeren ter wereld kunnen je oogen' zoo diep blauw maken, of je haar zoo sierlijk, doen krullen Je moest een goed huwelijk doen al was het nu ook niet zoo schitterend. Een plattelandsdokter met een goede praktijk, of een directeur van een kleine bank, of zoo, niet waar? Maar hoe zal ik daaraan komen Lady Smyth? Ja, dat is 't juist! Als jij maar blijft vasthouden aan dat typen en stenografee ren, tenminste! Maar, waarom geef je dit dan ook niet op en kom geheel bij mij? Ik zou heusch geen gezelschapsdame kunnen zijn, Lady Smyth! Daar is mijn hu meur niet naar. Ik moet in zekeren zin vrij en onafhankelijk blijven, al is het werk op zichzelve dan ook lang niet altijd prettig of onderhoudend. Maar, kindje, ik zou je immers niet als een gewone gezelschapsdame behande len. Dat begrijp je toch wel? Ik weet, dat u altijd allerliefst is en dat het een heelen tijd goed zal gaan. Maar toch zou ik het niet voortdurend op mij willen nemen, om als uw gezelschapsdame te fungeeren, hoe ondankbaar dit nu ook is. Ik vindt het prettig, dat je althans zoo rond voor de waarheid uitkomt en ik ben ook niet in 't minst er door beleedigd. Kon ik je maar overhalenZo olang denk ik ook niet, dat je bij mij zoudt hoeven te blij ven; maar, zooals je er nu toe staat, ont moet je nooit iemand, die een geschikte partij zou zijn. Ardine schudde slechts het hoofd en na een korte pauze begon haar Ladyschap: Je hebt heel wat oplettendheid hier aan boord ondervonden. Ja, iedereen is heel vriendelijk voor mij geweest. Ik dacht eigenlijk aan één man in het bijzonder. Mr. De Courcy? vroeg Ardine ferm. Juist. Dat hij je vragen zou, daar is anders niet veel kans op, Ardine; dus daar moet je maar niet op hopen! Hij is een van de béste partijen in Engeland. Nu twee jaar geleden heeft hij een groot fortuin gekre gen en dat heeft hem er weer heelemaal bovenop geholpen: want hij had wel een heel vroolijk leventje geleid! Het oude goed kwam zelfs onder den hamer en De Cour cy zou geruïneerd zijn geweest, toen het geld nog juist op het geschikte oogenblik kwam. Ik geloof, dat er ergens in de kolo nie een familielid van hem gestorven is en nu is hij weer evenzeer gevierd door de we reld, als hij er eerst uitgestooten werd. Dan is hij wèl gelukkig geweest, als hij weer zoo in genade aangenomen werd! Ja. Hij kan nu een vrouw kiezen on der de eersten in den lande; dus acht ik het niet voor waarschijnlijk, dat hij jou zijn hand en hart zal bieden. Maar alleen de op lettendheid, die hij je bewijst* zijn al een onderscheidingEn nu, lieve, wil ik je verder niet uit de rust houden. Maar denk nog eens ernstig over mijn voorstel na. Goeden nacht! Lady Smyth moest eens weten! dacht Ardine, hoe haar protégée nogal het aan zoek van De Courcy heeft afgewezen! HOOFDSTUK IV. Zij, die naar Indië en naar Australië gaan, beschouwen Port-Said als den eersten mijl paal op de heen-, en als den laatsten op de terugreis, en negen-en-negentig van de- honderd zullen het een vuile plaats noemen, waaraan ze niets geen aardige herinnerin gen hebben. Maar Ardine was de honderdste, die wèl van Port-Said genoot. Ze had nooit te vo ren den Arabier in al zijn glorie gezien en ze was volkomen bereid, hem zijn onzinde lijkheid te vergeven om der wille van de bekoring, die zij vond in zijn leven en in zijn omgeving. Bovendien amuseerde zij zich uitstekend met het gadeslaan van al de booten, die het Kanaal op- en uitvoeren. De koopvaarders schijnen bijzonder zeel aantrekkelijks te bezitten voor Miss Raymond, zei Mrs. Cramner scherp, ter wijl zij met Mossel naast Ardine kwam taan. Op het oogenblik was het meer de Marine, die mijn aandacht vroeg, luidde het antwoord. Daar komt juist een kanon neerboot het Kanaal opgevaren. O ja, Miss Raymond? riep Mossel. Heeft u haar naam ook gehoord? Een van de matrozen, meende, dat het de „Beatrice" was. Als dat waar is, dan zijn daar So- tners, Elrington en Scott aan boord; alle drie gezellige lui! Dan kan Miss Raymond nog een paar harten veroveren, zei Mrs. Cranmer scham per. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4