WIST U ADVERTENTIES 38 Meter, het omgelegde gedeelte op 40 Meter zonder de slooten, terwijl de bestaan de rijksweg door het bebouwde gedeelte der gemeente tot aan de grens van Baarn op *24 Meter breedte is ontworpen, over eenkom .tig het desbetreffende raadsbesluit van 15 Sept. 1926, echter met dien verstan de, dat nu voor het geheele weggedeelte deze breedte is vastgelegd. De rijksweg Amersfoort—Utrecht werd door het Rijk reeds in orde gebracht, zoo dat deze weg op het oogenblik beter in staat is het geweldige verkeer te verwer ken. De toestand in Soesterberg is zeker niet ideaal. Helaas zal hier ook wel een onvoldoende toestand moeten blijven, daar de bebouwing over een groote lengte reeds bijna een geslotene is geworden en deze voldoende verbreeding niet toelaat. In overleg met den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat is het gedeelte van den rijksweg buiten de dichte bebouwing ont worpen op een breedte van 45 Meter. In Soesterberg zijn het de vele haaksche kruisingen, die hinderlijk zijn voor het ver keer en groot gevaar opleveren. In het plan is er naar gestreefd dit bezwaar op te heffen^ en te voorkomen, dat er nieuwe ontstaan. Daarom is in de eerste plaats de Kamplaan afgesloten, zoodat de krui sing van den rijksweg van uit de Banning straat zal verdwijnen. Dit kruispunt bij het Zwaantje is zeer gevaarlijk. Zou men den toestand zoo laten, dan zullen er bij grootere uitbreiding vaü Soesterberg meer dere ongelukken gebeuren. Voor de Kamp laan zijn twee toegangen ontworpen op plaatsen, waar geen wegen tegenover lig gen Daar de Banningstraat op den duur een winkelstraat zal worden, is de Soesterberg- sche straat meer naar het oosten omgelegd. Deze omlegging had het voordeel, dat er nu gezorgd kon worden voor een minder gevaarlijke invloeiïng in den rijksweg, en dat het nieuwe gedeelte een orfiel kon verkrijgen dat beter voor het verkeer ge schikt is. De Soesterbergsche straatweg is eigenlijk- een interlocale weg; deze behoorde feite lijk een provinciale weg te zijn, daar hij de functie heeft van verbindingsweg van woonkernen, al ligenen deze toevallig in eene gemeente. De weg loopt grootendeels langs de mi litaire terreinen en, verder door gronden, die als natuurreservaat dienen te worden behouden. Er dient gezorgd te worden, dat deze weg geen oorzaak is van storing in dit natuurschoon gebied. Daar, waar hij door het bosch gaat, zullen breede bosch- strooken ongeschonden bij den weg moe ten blijven. De voetpaden kunnen dan in deze strooken worden opgenomen. Daarom is de weg voor een groot gedeelte op een breedte van 40 Meter ontworpen. Door de omlegging bij Soesterberg kan een deel van de Banningstraat vervallen. Het nieuw aan te leggen gedeelte van den weg is, voorzoover het over het mili taire terrein is ontworpen, gedacht zonder b o om b ep 1 anti ng. Van Soesterberg is ontworpen een ver bindingsweg naar Zeist met twee uitmon dingen op dien rijksweg. Deze nieuwe weg za.1 ook ten goede ko men aan het verkeer Amersfoort-Zeist vice versa, dat nu via de Prins Alexanderlaan in Huis ter Heide plaats heeft. Verder is er ontworpen een verbinding SoesterbergDen Dolder via een verbe terde Batenburglaan. Beide wegen, alsmede een weg vanaf de Bosstraat naar den Dolderschen weg zijn ontworpen in overleg met de Gemeente Zeist. Deze laatste verbinding Bosstraat Dolderschen weg en eventueel verder naar Maartensdijk is noodig als schakel in het verkeer AmersfoortDen DolderMaar tensdijk, dat nu óf over Soestdijk óf over Soesterberg plaats heeft. In het algemeen is er bij het verbeteren en het ontwerpen van de verkeerswegen in het uitbreidingsplan naar gestreefd, een onbeschadigd behoud van het groote na- tuurschoongebied midden in de Gemeente. 4. DE ENG. Bij het ontwerpen van het Uitbreidings plan deed zich de gewichtige vraag voor: „Kan er aan de Eng. voor zoover nog niet bebouwd, de bestemming van landbouw worden gegeven, m.a.w. Kan de Eng in een bestaanden toestand nog worden behou den". Dit is gebleken niet meer mogelijk te zijn: en wel op de volgende gronden: De bebouwing, die er als een ring om heen gegroeuu is, en zich nog steeds uit breidt, verhoogt eiken dag de vraag naar bebouwing van het binnen den ring liggen de terrein. De Eng is reeds gedeeltelijk sterk be bouwd en voor een nog vrij open gedeelte reeds dwars doorsneden door de Molen straat en de Talmalaan. Ook de rand van De Eng is reeds op verschillende plaatsen door bebouwing aangetast. Door een en ander heeft de grond, die in handen is van zeer vele eigenaren, reeds boiiwtoerrein- waarde gekregen, zoodat een zeer groot kapitaal noodig zou zijn om tot aankoop of onteigening te geraken. Het is niet aan te nemen, dat er eenig lichaam bereid en in staat zou zijn het daar voor benoodigde kapitaal beschikbaar te stellen, te minder daar de grootste aantrek kelijkheid van De Eng reeds verloren is gegaan. Verder weegt als argument tegen het behoud, dat een vrijhouden van het nog open Eng gebied onvermijdelijk meebrengt de vergrooting van het voor bebouwing te bestemmen gebied buiten de Eng, waar door ander open land en/of natuurschoon wordt in beslag genomen. Gesteld, men zou tegemoet willen komen aan den zeer te waardeeren en te begrijpen wensch van velen om De Eng onbebouwd te laten door in het uitbreidingsplan aan deze gronden de bestemming van landbouw te geven, dan zou drie maatregel stellig lei den tot het tegengestelde van wat men er mee betoogde. En wel om de volgende re denen. Er zal een niet tegen te houden aandrang ontstaan op het Gemeentebe stuur. om de gronden toch te mogen bebou wen (en dus het U.P. te wijzigen) of wel om de gronden door de Gemeente te doen aankoopén of onteigenen. Deze aandrang zal, zooals gezegd, niet te weerstaan zijn. Noodgedwongen zal'men, stuk na stuk van De Eng moeten vrijgeven voor bebou wing, daar de Gemeente al dezen duren grond, niet zal kunnen koopen. Er ontstaat dan een bebouwing, die even slecht is als de reeds bestaande, en waarbij met de land schappelijke factoren, dus met de algemeene belangen der gemeente allerminst wordt rekening gehouden. Het is daarom beter in het uitbreidings plan deze zaak duidelijk op te lossen. Men moet het fei-t van bebouwing moedig aan vaarden en een plan maken, waarbij naast de belangen der grondeigenaren, ook, en niet in de laatste plaats, het algemeen be lang is behartigd. Want, wanneer een min of meer intensie ve bebouwing op De Eng wordt toegelaten, is het plicht, de schoonheid van De Eng die door de prachtige vergezichten en het uitzicht op den Kerktoren wordt gevoerd, zooveel mogelijk te behouden, en tegen over het verlies aan landelijkheid door de bebouwing van dezen typischen landbouw- heuvel te stellen een andere landelijke schoonheid, die weliswaar een geheel an der karakter zal dragen, doch niettemin in de toekomst niet minder aantrekkelijk zal kunnen zijn. Het toekomstbeeld van De Eng zal dus geheel anders zijn dan tegenwoordig; in het algemeen besloten door bebouwing en beplanting; met daarnaast op vele punten verrassende vergezichten. Een tegenstelling dus van ruimtewerking, die, mits goed uit gevoerd, even groote, ja wellicht nog groo tere bekoring zal hebben dan het tegen woordige landschapsbeeld. Hier moet de nadruk worden gelegd op het „mits goed uitgevoerd", want zou men De Eng be bouwen volgens hetzelfde systeem, dat ge volgd is in het noordwestelijke gedeelte, denk aan de Beetzlaan, de Laanstraat, de Wald. Pvrmontlaan, de Wilhelminalaan, de Emmalaan, de Anna Paulownalaan, de Oranjelaan, de Lindenlaan, de Spoorstraat, de Rembrandtlaan enz. enz., en in het zuid oostelijk gedeelte de Molenstraat, dan zou de Gemeente een onherstelbaar verlies heb ben geleden; een verlies waardoor de aan trekkelijkheid van Soest als woonplaats voor goed zou zijn verloren. De bebouwing van De Eng moet dus met zeer groote zorg worden geleid. En niet alleen zal zich die zorg moeten bepa len tot de soort van bebouwing, de onder linge afstand der gebouwen en de afstand van deze tot den weg enz., maar vooral ook aan de ruimtevulling en de ruimtever- deeling tusschen de toekomstige gebou wen, de breedte en het uiterlijk der wegen zal de grootste aandacht moeten worden geschonken. Want de wegen en de wijze van beplanting zullen meer nog dan de gebouwen het algemeene toekomstige uiter lijk beïnvloeden en den indruk bepalen, dien een bezoeker van dit belangrijke deel der gemeente zal meenemen. Er dient gezorgd te worden, dat de com positie van dood en levend materiaal uit groeit tot een volmaakt harmonisch geheel. Woon wegen zijn natuurlijk noodig, doch deze moeten voldoende ruim en van een landelijk karakter zijn. Maar naast deze normale wegen, zullen enkele breede, rus tige lanen, zooals we die in Baarn aan treffen. de hoofddeelen van De Eng moeten doorsnijdlen en verbinden. Tusschen en ach ter de bebouwing zullen wandelwegen die nen te worden behouden; wandelwegen, die aan de bewoners gelegenheid bieden, zonder last van auto's en andere voertuigen, zich te verplaatsen ovei grootere afstanden, die hen gelegenheid bieden te wandelen tusschen het groen, te luisteren naar de vo gels, te genieten van mooie uitzichten, te rusten op hier en diaar geplaatste banken. Deze rustieke wegen zullen grootelijks bij dragen tot verhooging van het aspect der bebouwing, omdat ze een groenen achter grond vormen voor de rijen woonhuizen, een achtergrond' die drie huizen als 't ware te zamen bindt. In het plan is er naar gestreefd aan deze voorwaardlen te voldoen. Een paar breede, men zou kunnen zeggen „deftige", lanen doorsnijden De Eng. Deze zijn niet bedoeld als wegen voor het snelle en intensieve verkeer. Dit moet de oude banen blijven volgen. Er dicht in alle opzichten naar gestreefd te worden het nieuwe centrum, evenals trouwens de andere nieuwe woonwijken, vrij te houden van het enerveerende, over drukke, onveilige en lawaaimakende ver keer. Voor hen, die dit verkeer zoeken (za- kenmenschen enz.) is er plaats aan de vele en lange verkeersbanen, die er reeds zijn. De toekomstige bewoners en zij, die aan den verkeersweg hebben moeten wonen, maar dankbaar zijn dat zij hem kunnen ver laten, zijn rustzoekendert, Zij verlangen een woning in een mooie, gezellige omgeving, aan een aardige straat of laan, die niet te stil is en zonder doorgaand verkeer, niet te ver van de winkelbuurt en van de ver keersmiddelen (trein, tram, bus enz.) en,, als zij kinderen hebben, niet te ver van de scholen. Met deze factoren moet het uitbreidings plan voor de Gemeente Soest rekening hou den en in het bijzonder geldt dit voor de toekomstige ontwikkeling van De Eng, om dat daarbij aan alie voorwaarden kan wor den voidaan, wat niet bij alle deelen der gemeente mogelijk is. De Eng zal, zooals gezegd, in de toe komst het Centrum worden van Soestdijk en Soest. Op het snijpunt der beide hoofd lanen werd een nieuw raadhuis ontworpen.. De Korte laan geeft, via een overbrugging van de spoorbaan, directe verbinding met den rijksweg ongeveer in het midden tus schen Soest en Soestdijk (tegenover de oudte Katholieke kerk) en verder met het ontworpen, station Soestereng aan de lijn AmersfoortAmsterdam. De Lange Mid denlaan verbindt de beide langseinden van De Eng met den Riijksweg, aan de N.W. zijde door de Julianastraat, aan de Z.O. zijde over de spoorbaan a niveau op het splitsingspunt van Rijksweg en Soester bergsche straatweg. De prachtige uitzichten op De Eng zijn in het plan benut. Men kan deze onderschei den in twee soorten; nml. de vergezichten en de uitzichten op het dorpsbeeld van het oude Soest ,met als culminatiepunt den ouden toren. De vergezichten liggen in ver schillende richtingen, doch hoofdzakelijk naar het Zuiden en Z. Westen. Het torenbeeld, als hoofdmoment van het dorpsbeeld werd voornamelijk in het stratenbeeld opgenomen, met één uitzonde ring. waar een zeer breed uitzicht over de sportvelden de geheele oude kern van Soest in het uitzicht brengt. Voor de vergezichten naar het Zuiden en Z.Westen werden de daarvoor meest ge schikte punten en uitzichtshoeken in het terrein bij de algemeene terreinverkenning nauwkeurig vastgesteld. De uitzichthoeken aijn Ln 't algemeen zoo breed genomen, dat de waarde van het uitzicht niet door bebouwing en beplanting geschaad wordt. Door de bebouwing van De Eng verliest de gemeente een van ouds bekend wandel terrein. Een aantal woonstraten of woonla- nen, zij 't dan ook dat deze van een goed type zijn, kunnen dit verlies niet vergoeden. De in het plan opgenomen „rustieke we gen" waarover hierboven reeds een en an der werd meegedeeld, zullen aan de be woners van De Eng, maar vooral ook aan die welke rondom De Eng wonen, een wel kome wandelgelegenheid dicht bij huis bie den. Door de uitvoering van het ontworpen plan zal het beeld van De Eng volkomen van karakter veranderen. Behalve op het bebouwde gedeelte is De Eng nu geheel open. In de toekomst zal er gestreefd moe ten worden naar geslotenheid welke verkre gen kan worden gedeeltelijk door de be bouwing, doch hoofdzakelijk door de be planting. De rustieke wegen kunnen daar toe veel bijdragen, omdat zij losstaande bouwwerken binden. De uit- en vergezichten zullen door de tegengestelde werking van geslotenheid en ruimte tot een veel grooter effect worden gebracht. Zij ziin zoodanig benut, dat men ze op verschillende plaatsen telkens in an deren vorm kan waarnemen. De Eng kan bij goede uitvoering van het plan heel mooi worden en zal dan min der koud en winderig zijn dan nu. In het plan voor De Eng zijn o.a. opge nomen: een groot kerkgebouw, (voor de kleinere kerkgebouwen behoeft geen be paalde plaats te worden aangewezen), ver der op verschillende plaatsen scholen met speel- en sportterreinen, een winkelbuurt tegenover het nieuwe raadhuis, een groot sportveld voor allerlei sport, en een com plex tennisbanen. De Molenstraat, de Talmalaan, de Korte Melmweg, de Anna Paulownalaan, de Em malaan enz. loopen vanaf het hoogste ge deelte van De Eng direct naar het laagste gedeelte en monden daar uit op den Rijks weg en enkele op de Nieuwe weg. Zulke wegen voeren over hunne verharding in regentijden groote hoeveelheden water af. Bij stortbuien is het zelfs niet mogelijk al het water langs rioolbuizen af te voe- rep. Dit water vormt een groot bezwaar voor de laaggelegen wegen, waarop het te recht komt. In het plan i.s dit stelsel niet voortgezet. Integendeel is alles gedaan om te voorko men, dat het water van de Eng snel naar beneden zal afvloeien. In het plan zijn de woonwegen zooveel mogelijk dwars op de hellingrichting ontworpen; verder zijn er de rustieke wegen, waarheen men het wa ter van de woonwegen kan afvoeren. Hier wordt het in greppels opgevangen en aan den bodem afgegeven. 5. DE BEBOUWING. Er is gestreefd naar een landelijke be bouwing. die bij de streek past. In de ker nen is zij 't dichtst en naar mate zij verder van de kernen verwijderd is, wordt ze wij der. In de dicht bebouwde gedeelten van Soest dijk, Soest en S'berg, zijn winkelstraten met gesloten bebouwing opgenomen. Bij de vaststelling van de in het Uitbrei dingsplan aangegeven bebouwingsvoor schriften werd er uitgegaan van de in de gemeente gebruikelijke bouwwijze, met dien verstande echter, dat er in de nieuwe wij ken geleidelijk een dorpsbeeld ontstaat, dat beter kan zijn dan het tegenwoordige. Dit is veelal eentonig. De eigenbouwers in Soest, die den bouw beheerschen., ma ken de minimum eischen, die in de Gem. Bouwverordening gesteld worden ten aan zien van onderlinge afstand van voorgevel tot het hart van den weg enz., tot normen, zoodat bijna alle gebouwen 5 Meter uit elkaar staan en 10 Meter uit het hart van den weg. Waar de wegen bijna overal 10 Meter breed zijn en ongeveer hetzelfde pro fiel hebben, kan het niet anders of er moet een stratenbeeld ontstaan dat nauw, eento nig en bekrompen aandoet. Dit is wel zeer in tegenstelling met het landschap, dat ruim, afwisselend en grootsch is. In het uitbreidingsplan zijn de wegen profielen, de soort van bebouwing, de on derlinge afstanden der huizen en de rooi lijnen verschillend naar den aard van de omgeving. Hierdoor is de mogelijkheid van een veel beter bebouwingsbeeld geschapen. Het spreekt van zelf, dat dit beeld zal be- heerscht worden door het uiterlijk der ge bouwen. Hieraan behoort dus ook groote aandacht te worden geschonken. De Gemeente heeft in haar bouwverorde ning een zoogenaamde welstandsbepaling. Het ware wenschelijk, dat op grond van die bepaling alle ontwerpen voor bouwwer ken werden gekeurd. Weliswaar geeft een dergelijke keuring geen zekerheid, dat er dan ook allemaal mooie gebouwen ontstaan (door een keuring en cventueele wijziging kan men van een leelijk ontwerp nog geen mooi maken), doch het hinderlijk leelijke kan toch zeker geweerd worden; bovendien is het voor vele bouwers dikwijls een aan sporing om zich in 't vervolg tot een goed architect te wenden. In het uitbreidingsplan is ook meer dan tot nu toe de gelegenheid geopend om meer woningen onder een kap te bouw/en. Dit is gedaan, eendeels omdat aan een dergelij ke bouwwijze blijkens de aanvragen meer behoefte is, maar ook omdat een bebou wing met breedere gebouwen op daarvoor geëigende plaatsen dikwijlg een veel meer bevredigend stratenbeeld geeft dan de re gelmatig repeteerende enkele of dubbele woningen, zooals er in Soest zooveel staan. Bovendien bevordert het de concentratie der bebouwing, een belangrijke aangele genheid waarop nader wordt teruggekomen. DAT DE N. V. EERSTE SOESTER ELËCTR. DRUKKER IJ ZONDER VERHOOGING PLAATST IN ALLE DAG-,WEEK 0FMAAN0- BLADEN IN NEDERLAND Bevolking Meer ge- Meer Bevol- Toena- Overle- boren dan Vestiging Vertrek gevestigd kring me Jaar op 31 Dec. Gebore nen denen overleden dan ver trokken - op 31 Dec 1910 5213 157 66 91 475 472 3 5307 94 1911 5397 168 81 87 465 437 28 5422 115 1912 5422 159 64 95 512 424 88 5695 183 1913 5605 188 63 125 517 462 55 5785 189 1914 5785 219 75 135 575 434 141 6961 276 1915 6961 187 88 99 557 449 108 6268 207 1916 626b 179 94 85 613 465 148 6501 233 1917 6591 205 83 122 896 725 171 6794 293 1918 6<94 211 117 94 1908 759 249 7137 343 1919 7137 293 84 119 1993 892 201 7457 329 1929 7457 261 73 188 1293 875 417 8962 695 1921 8962 278 99 179 1237 782 455 8696 0M 1922 8696 302 102 299 1591 882 709 9695 999 1923 9695 321 97 224 1715 962 753 1Ü582 077 1924 19582 320 89 231 1634 1256 378 11191 609 1925 11191 284 116 168 1674 1275 399 11758 567 1926 11758 321 117 294 1742 1395 347 12399 551 1927 12309 278 160 118 1661 1421 240 12667 358 1928 12667 313 139 183 1821 1436 385 13235 568 1929 13235 284 147 137 1585 1468 117 13489 254 1939 13489 312 142 179 1894 1615 279 13893 494 1931 13893 282 142 149 1663 1365 298 14331 438 L'it het hierbij gevoegde overzicht van de bevolking der Gemeente blijkt, dat er steeds een overschot is, zoowel van gebo renen en overledenen, als van vestiging en vertrek. Gerekend over de 29 jaren tusschen 1911 en 1932 is de totale toename 8999 inwoners, dus voor het 29-jarig jaargemiddelde 445.4. Dit gemiddelde wordt naar den hoogen kant beïnvloed door de jaren 1920, 1921, 1922 en 1923, welke zeer -hooge overschotten in beide categorieën geven. Deze jaren wa ren voor Soest abnormaal in verband met de vestiging van veel buitenlanders ten gevolge van den na-oorlogschen toestand. Zou men deze jaren buiten beschouwing houden, dan wordt het jaargemiddelde over 16 jareni 361.5. In de laatste 5 jaar is deze toename: 1927 met 358, 1928 met 568. 1929 met 254, 1939 met 494 en 1931 met 438, dus gemid deld 404.4. Hetjaar 1929 geeft daarbij een zeer laag toenamecijfer. Van de bebouwingstoenamc zijn er geen gegevens, behalve die van het aantal vol tooide woningen iri de jaren 1926 tot en met 1931. Wel zijn er opgaven sinds 1904 van het aantal bouwaanvragen, waarbij vanaf 1918 met de vermelding voor hoeveel dit betrek king heeft op woningen, doch er wordt niet bij vermeld of deze woningen ook in derdaad gebouwd zijn; bovendien geeft de staat geen gegevens over het aantal wonin gen, dat is afgebroken of door andere oor zaken is verdwenen. De staat van het aantal gebouwde wonin gen van 1926 tot en met 1931 geeft een ge middelde toename per jaar van 112.3. In deze 6 jaren was de gemiddelde bevol kingstoename (551 en 358 en 568 en 254 en 494 en 438) 6 is 428.8,, zoodat de bewo- ningscoëfficient 3.8 zou zijn. Dit kan wij zen op een kleine gezinssterkte of op een tekort aan woningen. Men krijgt dan ver hooging van de hier gevonden coëfficiënt, doordat bewoners van overvulde bestaande woningen- naar de nieuwe verhuizen, of wel doordat er woningen zijn afgebroken, waar door ook verplaatsing het gevolg was. De beschikbare gegevens van 1932 betref fende het aantal nieuw gebouwde wonin gen, (tot 1 Augustus was dit reeds 115) wij zen op een behoefte aan woningen. Het zou zeker niet juist zijn uit de be schikbare gegevens een zuivere conclusie te willen trekken, betreffende de te ver wachten bevolkingstoename en de daarmee verband houdende bebouwingsuitbreiding. Als de Gemeente Soest blijft groeien, zooaR dit tot nu toe het geval was, dan zou men kunnen aannemen, dat over 10 jaar dus in 1942 het inwonertal de 20.990 zal hebben overschreden en dat dit in 1950 on geveer 25.000 zal bedragen. De cijfers geven zeer zeker den indruk, dat de plaats sterk vooruitgaat en in het uitbreidingsplan niet met deze bevolkings toename in voldoend ruime mate wordt rekening gehouden, ja zelfs zal hierbij aan toename, welke in verhouding zeer hoog is, moeten worden gedacht. In de Gemeente Soest zal dit te meer het geval moeten zijn, omdat men de inwoners zeker niet kan dwingen en dit ook niet zou willen doen, zich met hunne nieuwe te bou wen woningen direct bij de bestaande be bouwing aan te sluiten. Ren dergelijke in tensieve concentrische bebouwing, welke geen open bouwterrein overlaat, zou de op pervlakte voor bebouwing stellig zeer be perken, doch zij is in plaatsen, waar prak tisch overal gebouwd kan worden, niet toe te passen. Zelfs al zou men dus in het uitbreidings plan rekening houden met een bebouwings uitbreiding voor 10 jaren (de termijn bin nen welke het plan moet worden herzien; dan nog zou men een aanmerkelijk groo tere oppervlakte voor bebouwing dienen te bestemmen als noodig zou zijn voor de in die termijn te verwachten bevolkingstoe name. In het uitbreidingsplan moet bovendien met groote en onverwachte mogelijkheid worden rekening gehouden. Zoo hebben we dus naast elkaar de wenschelijkheid van concentratie der bebouwing enhet uitbreidingsplan, dat gelegenheid biedt tot ingebruikneming van een grootere opper vlakte dan in de komende jaren voor de bebouwing noodi'g is. Naar samenvoeging der bebouwing dient zooveel mogelijk gestreefd. Sterk versprei de bebouwing is uit een oeconomisch, en uit een landschappelijk oogpunt zeer na- deelig voor de gemeente. Het gemeente bestuur zal dus met alle beschikbare maat regelen moeten bevorderen, dat de bebou wing zooveel mogelijk geconcentreerd blijft en het zal door beperkende bepalin gen, o.a. bij den aanleg van nieuwe wegen, er veel toe kunnen bijdragen, om bebou wing van nieuwe gronden op grooten af stand van de woonkernen zoo lang mogelijk tegen te houden. H. KERKEN, SCHOLEN EN ANDERE BELANGRIJKE GEBOUWEN. Voor belangrijke gebouwen, die, wegens hunne bestemming of om andere redenen, aan een bepaalde plaats in de toekomstige uitbreiding zijn gebonden, werd deze plaats in het plan vastgesteld Dit is het geval met het nicuw-gedachte raadhuis op De Eng en met de gebouwen voor gemeente-administr; tie, brandweer en volksbadhuis in Soesterberg. Verder zijn ook voor enkele belangrijke kerkgebouwen de plaatsen aangegeven: n l. een nieuwe N.H. Kerk op De Eng, een R.K. Kerk bij de Bosstraat, een N.H. Kerk in Soesterberg, welke in verband met de toe komstige bebouwingsuitbrciding noodig geacht worden. Aan de architectuur van deze gebouwen zal groote zorg moeten worden besteed. Zij zijn zeer belangrijk ook wegens hunne waarde in het landschap pelijke beeld. Opzettelijk wordt de plaatsbepaling slechts tot deze kerkgebouwen beperkt; voor alle andere kerken kan deze naar be hoefte worden bepaald. Zij kunnen op vele plaatsen in de bouwterreinen worden opge nomen. V oor de scholen werden zooveel mogelijk de plaatsen -aangegeven. Deze voor een ze kere bebouwingsoppervlaktt noodige in richtingen, eischen veel terrein (speel- en sportveld; en bovendien is hare ligging van groote beteekenis in verband met de rust bij het onderwijs, en de veiligheid der kin deren bij het bezoeken en verlaten der scholen. Ook dient er voor gewaakt, dat scholen niet aan drukke verkeerswegen worden gebouwd, behalve om bovenge noemde veiligheid der kinderen, omdat het verkeer groote hinder ondervindt van aan- en uitgaande scholen. Bij de in J*t plan opgenomen scholen zijn ook gedacht een tweetal onderwijs-jn- richtingen voor middelbaar- of voorberei dend hooger onderwijs en wel één bij de Emmalaan, en één bij de Bartolottilaan. in een niet verre toekomst zal Soest aan zulk een school, 14.B.S., Gymnasium of Lyceum zeker behoefte krijgen. Deze inrichtingen liggen dicht bij groote sportvelden, nml. die bij' de Emmalaan op korten afstand van het sportterrein aan de Schrikslaan, en die bij de Bartolottilaan in de onmiddellijke nabijheid van het terrein voor feestelijkheden en sport, dat er achter Egt. .Stellig zullen in de toekomst, vooral op plaatsen verder verwijderd van de bebou wingskernen,, nog meerdere schoolgebou wen noodig zijn, indien de bebouwing zich volgens het plan zal ontwikkelen. Op vele plaatsen laat de bouwterreindiepte en de rustieke ligging van de woonstraat hel op richten van schoolgebouwen met de noo dige speel- en sportgelegenheid volkomen toe. Hier was dus een plaatsvast3teiiing overbodig. In het plan werden opgenomen twee- nieuwe stations of halten, nml. een aan de- spoorbaan AmsterdamAmersfoort (in het plan genaamd „Soestereng") en een aan de- lijn UtrechtBaarn, tusschen de stations Dei) Dolder en Soest (in hetplan genaamd „Soesterveen"). De halte Nieuwe Weg, wel ke zeer dicht bij het station Soest is gele gen, kan daardoor vervallen. De eerste halte (Soestereng) schept een directe verbinding van de Gemeente Soest met Amsterdam. Vooral, als de lijn Am sterdamA'foort geëlectrificeerd wordt, zal zulk een halte een groote verbetering in het verkeer voor Soest beteekenen. De halte Soesterveen zal in de toekomst, bij uitbreiding der bebouwing tusschen het Soesterveen en de Nieuwe weg, en ten N. Westen van de Bosstraat, een middel punt vormen van een zeer belangrijk ge deelte der gemeente, temeer omdat het ont worpen is bij den overweg van den Heide weg, zoodat het Vosseveld en de geheele buurt ten noorden van den Heidew. direct met deze halte zullen zijn verbonden. Tien slotte zij nog vermeld, dat in het uit breidingsplan werd opgenomen de gelegen heid tot het plaatsen van een zeer groote garage, bijv. voor de stalling van verkeers- autobussen, tusschen de Middelwijkstraat en de spoorbaan. 7. HET WOONWEGENPLAN. Bij de behandeling van De Eng en van de Bebouwing kwamen de woonwegen van zelf reeds ter sprake. Zij vormen ook een onafscheidelijk deel der bebouwing, van welke* zij een noodzakelijk gevolg zijn, hoe wel zij in de praktijk er meestal aan voor af gaan. Hoewel dus bebouwing en woonstraat een geheel bchooren tc vormen, kan in een uitbreidingsplan die onafscheidelijke samenhang niet tot uitbeelding komen. De weg kan volkomen in vorm worden ge bracht; de bebouwing er langs, hoe ook geformuleerd, blijft een vraagteeken. Bij smalle, on- of dunbeplante wegen is dit bezwaar natuurlijk grooter, dan bij breede, sterk beplante lanen. De bestaande woonwegen van Soest zijn als regel te smal en in verhouding tot hun ne breedte toch zeer kostbaar. Zij laten geen plaats voor stilstaande verhuiswa gens, auto's, enz., zij laten het leggen van leidingen moeilijk toe en voor de boomen is er te smalle ruimte. Aldus is het nuttig effect gering, het straatbeeld van binnen uit is „bekrompen", terwijl de weg in ver houding van zijn geringe breedte toch kostbaar is, omdat hij over zijn geheele oppervlakte is verhard. Absorbeering van hemelwater is onmogelijk, zoodat alles afgeroilèerd moet worden. Met de beplan ting heeft men last, omdat de boomen on voldoende plaats hebben om te groeien. In woonwegen van 10 Meter breedte kun nen geen boomen worden geplant, tenzij het zeer ondergeschikte stille wegen zijn. waarbij de verharding alle verkeer gemak kelijk kan opnemen en de beplanting slechts bestaat uit hier en daar een boom bij de perce-elscheidingen. (zie profiel 10A). In het uitbreidingsplan voor Soest werd voor eiken weg het profiel vastgesteld in verband met de ligging en de beteekenis

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 2