STEMPELS
Kleinveeteelt
WILLY VEENENDAAL
J. L. H0KSBERGEN
Binnenland 3°
Bewaa; dit adres
G. VAN DUIN
Predikbeurten
Burgerlijke Stand
ALLE MOGELIJKE
uüf arbeid zijn verkregen, behoudens het
bepaalde in het tweede en derde lid van dit
artikel, 2/3 in mindering gebracht op zjjn
steun, vastgesteld volgens deze regeling.
Bij de toepassing van het bepaalde in het
le lid van dit artikel wordt een bèdrag f 3
van de verdiensten der vrouw van hi onder
steunde met kinderen buiten beschouwing
gelaten.
De in-mindering-brenging van 2/3 heeft
voorts niet plaats voor de bedragen, van
werkgeverszijde uitgekeerd tot verhooging
van den steun, echter slechts tot een ma
ximum van 15% van het steunbedrag.
Inkomsten niet uit arbeid verkregen, wor
den tot het volle bedrag op den steun in
mindering gebracht.
Artikel 9.
De steun aan gehuwden en ongehuwde
kostwinners mag bij geheele werkloosheid
nimmer meer bedragen dan 65 en aan
kostgangers niet meer dan 55 van het
loon, dat /.ij bij 48 urigen arbeidsweek in
het bedrijf, waartoe zij behooren, zouden
kunnerf verdienen.
Voor gezinnen van zes en meer personen
mag het maximum percentage van 65 wor
den verhoogd tot 70.
Bij gedeeltelijke werkloosheid van den
ondersteunde mag de steun aan gehuwden
en ongehuwde kostwinners tezamen met
het verdiende loon van den ondersteunde,
nimmer meer bedragen dan 80 van het
loon, dat hij bij 48-urige arbeidsweek in het
bedrijf, waartoe hij behoort, zou kunnen
verdienen.
Artikel 10.
Slechts één lid van het gezin kan voor
steun overeenkomstig deze regeling in aan
merking komen.
Artikel 11.
Geen uitkeering wordt verstrekt:
a. indien het steunbedrag plus huurtoe-
slag plus gezinsinkomsten gelijk is aan of
meer bedraagt dan anderhalf maal het
steunbedrag volgens artikel 6 le lid A. c.q.,
artikel 19a, le lid;
b. aan diegenen, die den leeftijd van 60
jaar overschreden hebben;
c. aan diegenen, die een jaar of langer
uit een werkloozenkas en/of volgens deze
steunregeling uitkeering hebben genoten,
zonder in dien tijd ten minste een maand
in het vrije bedrijf te hebben gewerkt;
d. aan diegenen, die moeten worden ge
acht, niet meer aan het werk te zullen ko
men in den bedrijfstak, waarin zij geregeld
gewerkt hebben
e. aan diegenen, die nog geen twee jaar
in de gemeente woonachtig zijn;
f. aan vrouwen.
Voorts wordit aan diegenen-, die na den
lsten Januari 1931 tijdens hun werkloos
heid zijn gehuwd, geen „gehuwden uitkee
ring'' verstrekt, dan nadat zij na hun hu
welijk ten minste drie maanden in het vrije
bedrijf hebben gewerkt. 'e.
Diegenen, die gaan huwen, t rwijl zij als
kostganger steun genoten,, k-ndnen mits-
PIANOLEERARE8
DIPLOMA DER K. N. T. V.
Korte Brinkweg 8 SOESTDIJk
dien ook na hun huwelijk den steun voor
kostgangers behouden, zoolang zij nog
geen drie maanden in het vrije bedrijf heb
ben gewerkt.
In bepaalde gevallen kan na verkregen
goedkeuring van den Minister van Binnen-
landsche Zaken de leeftijdsgrens van 60
jaar, genoemd onder b, worden verhoogd
tot 65 jaar en kan ook aan vrouwen steun
worden verleend.
Artikel 12.
Aan de uitgetrokkenen kan op grond van
deze regeling steun wordlera verleend ge
durende ten hoogste:
a. 18 weken aan kostgangers;
b. 24 weken aan gehuwden en ongehuw
de kostwinners,
Heeft een uitgetrokkene gedurende het
te zijnen-.-opzichte bepaalde aantal weken
steun genoten, dan behoort hij tot de dub-
bel-uitgetrokkenen.
Artikel 13.
De steunbedragen worden voor eiken per
soon in het bijzonder vastgesteld door het
orgaan. Zij worden door het bestuur der
betrokken vakorganisatie voor de leden in
ontvangst genomen en aan dezen ter hand
gesteld.
VAN DE CONTROLE.
Artikel 14.
Door het bestuur der betrokken vakver-
eeniging wordt aan elk lid, dat voor on
dersteuning in aanmerking wenscht te ko-
menj, een aanvraagformulier ter invulling
en onderteekening uitgereikt. Het ingevul
de formulier "wordt vervolgens door ge
noemd bestuur na accoordbevinding getee
kend en bij het orgaan ingedïtend.
Veranderingen in de omstandigheid van
den gesteunde en diens gezin moeten, voor
zoover deze van invloed kunnen zijn op de
vaststelling van het steunbedrag, door den
ondersteunde onverwijld aan het orgaan
worden meegedeeld.
Artikel 15.
De gegevens der aanvraagformulieren
vormen voor het orgaan den grondslag zij
ner beoordeeling, of, en in welke mate, on
dersteuning zal worden verleend.
De juistheid der gegevens, door den on
derstcunde op het aanvraagformulier inge
vuld, wordt door of vanwege het orgaan
onderzocht. Het orgaan neemt geen be
slissing, dan nadat de resultaten van dat
onderzoek bekendi zijn.
Artikel 16.
De aanvraagformulieren worden door het
orgaan kosteloos verstrekt.
Artikel 16bis.
„Bij de uitreiking van het aanvraagfor
mulier wordt derf werklooze gelijktijdig ter
hand gesteld een aanmeidings- of stempel
kaart, welke deze dagelijks, een of meer
malen, ter afstempeling moet aanbieden,
ten bewijzq, dat hij inderdaad werkloos is
E*e stempeling geschiedt in den gewonen
werktijd.
De regeling tot bepaling van tijd(en) en
plaats van stempeling wordt vastgesteld
idopr Burgemeester en Wethouders;
Zij is aan de goedkeuring van den Mi-
uiister van Binnenlandsche Zaken onder
worpen, terwijl afwijking van de goedge
keurde regeling, anders dan in gevallen van
dringende noodzaak, b.v. bij ziekte of over
lijden van bloed- of aanverwanten, zonder
toestemming van den Minister voornoemd,
niet geoorloofd is."
Artikel 17.
Door het orgaan worden wekelijks uitbe-
talingsstaten opgemaakt, welke met het be-
noodigde geld aan het bestuur der betrok
ken vakvereeniging wordt ter hand gesteld
ter uitkeering van d-en steun aan de be
trokkenen.
Na de uitkeering van den steun worden
de staten door het bestuur der vakvereeni
ging weder bij het orgaan ingeleverd, voor
zien van de handteekeningen der onder
steunden, ten bewijze, dat de steun aan de
betrokkenen is uitgekeerd.
Artikel 18.
De steun zal niet worden verleend, c.q.
worden ingehouden, indien:
de werklooze, die voor steun in aan
merking komt, opzettelijk verkeerde inlich
tingen verstrekt;
b. de ondersteunde opzettelijk geen of
onvolledige opgave verstrekt van zijn in-
komeni en van dat van de overige leden
van het gezin, of hij nalaat van veranderde
omstandigheden, die op den steun van in
vloed kunnen ziji\ tijdig aan het orgaan
mededeeling te doen;
de werklooze nalaat er voor te zor
gen, dat hij als werkzoekende bij het agent
schap der arbeidsbemiddeling te dezer
plaatse is ingeschreven en ingeschreven
blijft;
d. de werklooze weigert werk te aan
vaarden, waarvoor hij lichamelijk geschikt
kan vvorden geacht;
e. de werklooze weigert te allen tijde
de(n) daartoe gemachtigde(n) persoon (per
sonen) in zijn woning te ontvangen, of zich
niet onderwerpt aan de vastgestelde maat
regelen van controle;
f. de werkloosheid een gevolg is van
werkstaking of uitsluiting;
g. -dé werklooze door ziekte of ongeval
tot werken niet in staat is;
h. de werklooze -die geen voldoende
moeite doet^om werk te zoeken.
B. VOOR DE REGLEMENTAIR NOG
NIET RECHTHEBBENDEN DUBBEL-
UITGETROKKENEN EN ONGEOR
GANISEERDEN.
Artikel 19.
Voor de hiervoor genoemde groepen geldt
het volgende tarief van steunverleening.
De steun bedraagt ten hoogste:
a. voor gehuwden en ongehuwde kost
winners f 9.50 per week, benevens f 0.75
per week per gezinslid, boven de twee per
sonen, tot een maximum van vier perso
nen.
Bovendien kan aan gehuwdlen en onge
huwde kostwinners een huurtoeslag wor
den verstrekt, gelijk aan de helft van het
bedrag, waarmede de huishuur f 3.over
schrijdt, zulks tot een maximum van f 1.50
p r week.
b. voor kostgangers f 6.50 per week:
Artikel 20.
Bij geheele werkloosheid mag de steun
aan gehuwden en ongehuwde kostwinners
nftonmer meer bedragen dan 60 en aan
kostgangers niet meer dan 50 van het
loon, dat zij bij 48 urige arbeidsweek in het
bedrijf, 'Waartoe zij behooren, zouden kun
nen verdienen.
Voor gezinnen van zes en meer personen
mag het percentage 60 worden verhoogd
tot 65
Bij gedeeltelijke werkloosheid van den
ondersteunde mag de steun aan gehuwden
en ongehuwde kostwinners tezamen met het
verdiende loon van den ondersteunde, nim
mer meer bedragen dan 75 van het loon.
dat hij bij 48 urige arbeidsweek in het be-
dlrjijfwaarto>e hij behoort, zou kun,
verdienen.
Artikel 21.
Aan deze groepen kan op grond van deze
regeling steun worden verleend gedurende
ten hoogste:
le. dubbel-uitgetrokkenen:
a. 15 weken aan kostgangers;
b. 21 weken aan gehuwden en onge
huwde kostwinners.
2e. reglementair nog niet rechthebbenden
en ongeorganiseerden.
a. 26 weken aan kostgangers;
b. 35 weken aan gehuwden en ongehuw
de kostwinners.
De overige bepalingen der steunregeling
voor uitgetrokkenen zijn. voor zoover mo
gelijk, ook op deze personen van toepas
si hg.
Artikel 21bis.
„Aan georganiseerden, die uitkeering uit
de werkloozenkas genieten, kan een toeslag
worden verstrekt, ten hoogste gelijk aan
het verschlil tusschen die uitkeering en het
bedrag, dat zij krachtens de steunregeling
zouden ontvangen, indien zij uitgetrokken
waren.
De bepalingen van dé steunregeling voor
uitgetrokkenen zijn, voorzoover mogelijk
ook op deze personen van toepassing."
DEN HAAG.
JEUGDIGE AUTODIEVEN OPGE
SPOORD.
Artikel 22.
Deze regeling wordt geacht in werking
te treden op 14 November 1932.
Soest, November 1932,
De Raad voornoemd.
voor
GOUD, ZILVER EN HORLOGES
en niet te vergeten BRILLEN.
Eigen electr. Slijpinrichting
Groote verscheidenheid
Prima kwaliteit
Concurreerende Prijzen.
Juwelier Telefoon 898 Opticien
AMERSFOORT Utrechtschestraat 23.
Zooals men ziich zal herinneren, werden
in den avond van 22 December 1.1. drie jon
gelui aangehouden, als verdacht van dief
stal van een 4-tal rij wiel plaatjes in de omge
ving van het Zuiderpark te Den Haag. De
ze arrestatie heeft geleid tot de opsporing
van een heele club jongelingen van 16 tot
21-jarigen leeftijd, die er in den laatsten
tijd hun werk van maakten, behalve rij
wielplaatjes, auto's te stelen. Af en toe
weid zelfs een inbraakje gepleegd. Op deze
manier trachtte men aan geld te komen
voor chocolade, bier, sigaretten enz. De
strooptochten werden zoowel in de stad
als in de omgeving gehouden. Het onder
zoek in deze affaire heeft geleid tot de
aanhouding van een 16-tal jongelieden van
16 tot 21 jaar. Gezocht werd nog naar ze-
keien W. K., maar die is reeds in een
tuchtschool. Van de overige aangehoude
nen zijn er reeds verschillende in het Huis
va^-Bewaring ingesloten. Bijna al deze jon
gelieden waren reeds met de politie, of de
Justitie in aanraking gekomen'wegens klei
ne diefstallen, inbraakjes, wederspannig-
heid, enz.
EEN PLEIDOOI VOOR WERK
VERSCHAFFING.
Onder het motto: „Beter veel werk aan
den winkel dan veel goud te pronk stel
len" (de uitspraak is van H. W. A. De-
terding) heeft Dr. W. L. Valk een brochu
re geschreven, waarvan de titel luidt
Werkverschaffing is mogelijk en dringend
noodzakelijk" (uitgave van de N.V. Boek
handel en Uitgevers Maatschappij v.h. W.
P. van Stockum Zoon, 's-Gravenhage).
De uitgevers waren zoo vriendelijk ons een
exemplaar ter bespreking te doen toeko
men. Tot ons leedwezen kan ons oordeel
over deze brochure niét gunstig luiden.
Zooals zoovelen, die slechts oppervlakkig
over het crisisverschijnsel hebben nage
dacht, verwart de schrijver een der ge
volgen van de crisis, welke tevens de
strekking heeft het herstel Üe bevorde
ren, te weten de inkrimping van het cre-
diet, de daling van de vraag, naar nieuwe
productiemiddelen met een oorzaak van
crisis en acht hij het zwakke prijsniveau,
dat hij zeer ten onrechte in de (voornaam
ste plaats aan oppotten van geld toe
schrijft, een nationaal gevaar. De schrij
ver klaagt over „braakliggen van geld.
arbeid en productiemiddelen", doch be
seft niet, dat dit het eenige mid'del is dat
het herstel bevorderen kan. Wanneer ie
mand aan indigestie lijdt en dientengevol
ge geen eetlust heeft, zal men den Jijdér
toch niet willen trachten te genezen door
hem te noodzaken zich met kracht te blij
ven voeden! Een dergelijke averechtsché
geneesmethode wil Dr. Valk toepassen op
ons economisch leven, op onze maat
schappij, die nog altijd te kampen heeft
met de grootste afzetmoeil ijk heden en
die deze slechts kan overwinnen door 'n
langdurig, voor velen pijnlijk aanpassings
proces aan een lager kosten- en prijzen-
peil. Zoolang dit proces niet volkomen
is tot rust gekomen, ligt het voor dc.
hand, dat het onverantwoord is met volle
kracht er op los te gaan produceeren,,
zonder dat men kans heeft het geprodu
ceerde loonend van de hand te doen. Dr.
Valk wil de werkverschaffing dan ook
zoeken buiten de eigenlijke industrie. Hij
erkent, dat er sterke bezwaren kleven
aan het te werkstellen van arbeiders in
het bedrijfsleven met gedeeltelijk of gé-
heele vergoeding van overheidswege van
hun loon aan de ondernemers. Hij ziet in
dat elke waarborg ontbreekt, dat de ge
produceerde goederen ook verkocht zul
len worden. Maar dan is daarmede te
vens erkend, dat de crisis op deze wijze
niet kan bestreden worden en dat dus de
werkverschaffing, welke Dr. Valk pro
pageert werkverschaffing van over
heidswege op groote schaal zich prin
cipieel in geen enkel opzicht onderscheidt
van hetgeen thans reeds van overheids
wege geschiedt om demoraliseering van de
werkloozen te voorkomen.. Niemand toch.
die even nadenkt, zal de meening zijn toe
gedaan, dat daarmee de crisis zelve wordt
aangetast. De werkverschaffing heeft hel
bestaan der crisis-depressie tot onderstel
ling; verdwijnt de depressie, dan wordt de
werkverschaffing overbodig. Maar de
werkverschaffing als zoodanig brengt in
de depressie zelf geen verbetering. En hoe
minder „productief", hoe minder rendee-
rend de verrichte werkzaamheden, de tot
stand gebrachte werken zijn, des te min
der kan deze werkverschaffing tot het
herstel der welvaart bijdragen. Dr. Valk
is hierom minder bekommerd. Op blz. 18
van de brochure lezen we, dat „het ,bes
te" wel schijnt, de verdere afbrokkeling
van het geldinkomen der gemeenschap
zooveel als mogelijk is te voorkomen, doot
van overheidswege werkzaamheden te la
ten verrichten, waarvan de opbrengst niet
dadelijk in den eigenlijken zin van het
woord „verkocht" wordt. Dr. Valk ziet
imjmers in, dat thans, in dezen tijd ,van
depressie, de kunstmatig opgevoerde pro
ducten onverkoopbaar zouden zijn.
Maar wat verstaat hij onder een „op
brengst", "die niet „dadelijk" verkocht
w,ordt? Wij gelooven, dat hij het zelf niet
weet en dat het hem ook niet schelen kan
ot de werken, die h(j wil laten verrichten
ooit eenige opbrengst zullen opleveren,
welke de gemaakte kosten dekt. Op bl
33 toch schreef hij:
Na jaren van bezuiniging (deze bestaan
slechts sporadisch bezuinigd. Bte.) is er
eerst dit jaar begint men met serieuze (be
zuinigingen de vorige jaren werd er
slecchts sporadisch bezuinigd. Bte.) is er
veel werk, dat dringend noodig is, en zelfs,
indien dit niet het geval was, zou werk
verschaffing nóg nuttig zijn. Al bouwde
men, bij wijze van spreken, pyramidep
•en obelisken, dan zou dit nog toe te jui-
ceh zijn, indien er op deze wijze werk
verschaft werd en geld in omloop gebracht
zou kunnen worden.
Aan 't slot van deze passagejiomt op-
jnieuw het waandenkbeeld om ien hoek
gluren, als zou de hoeveelheid geld, die
in omloop is, van invloed zijn op de cri
sis. Overigens zijn wij, vanwege het rno-
reele nut ervan allerminst tegenstanders
van werkverschaffing en juichen wij het
zelfs toe, indien deze kan worden dienst
baar gemaakt aan het totstpndbrengen van
werken, waaraan economische behoefté
bestaat of die belangrijke vruchten af
werpen. Maar anders komt de zaak er
voor te staan, indien men de werkverV»
schaffing als zoodanig, met zekere on
verschilligheid voor haar productiviteit,
gaat aanbevelen als hèt middel bij uit
nemendheid om uit den toestand van de
pressie te geraken en deze daartoe op.
enorme schaal wil doen plaats vinden.
Dan rijst toch immers terstond de
vraag: waar moet het geld daarvoor van
daan komen? En nu is het wonderlijke,
dat Dr. van der Valk zich van dit aange
legen punt met buitengewone oppervlak
kigheid afmaakt. Wij citeeren:
De wijze van financiering is minder re
levant dan men wel zou denken. Het bes
te en eenvoudigste (wij drukken vet Bte.)
zou zijn liet drukken van papiergeld, doch
de schrik voor dezen vorm van leenen
(want daarop komt het toch neer) is zoo
groot, dat het misschien om psycholo
gische redenen, maar dan ook alleen daar
om, de voorkeur zou kunnen verdienen,
liet geld op andere wijze te krijgen.
De wijze van financeering is weinig re
levant, meent Dr. Valk. Prof. Cassell, de
groote econoom, denkt hierover anders.
Nog zeer onlangs heeft hij in de Revue
Internationale du Travail een artikel ge
publiceerd, waarin hij, juist in verband
met dit vraagstuk, waarschuwt tegen me
thoden van werkverschaffing op groote
schaal van overheidswege, welke mede
brengen, dat voor rente en aflossing der
daarvoor benoodigde leeningen de belas
tingen aanmerkelijk zouden moeten ver
hoogd. Daardoor aldus deze deskun
dige onttrekt de Staat- koopkracht aan
de burgers en schept daardoor weer nieu
we werkloosheid.
En door toepassing van deze methode
meent Dr. Valk het probleem van de cri
sis te kunnen oplossen!
(De Vrijheid) Bte.
CHRISTELIJK GEREFORMEERDE
GEMEENTE.
Zondag 8 Januari 1933 voorin. 10 uur, nam.
6 uur: Godsdienstoefening.
Woensdag 11 Januari 1933 nam. 7.30 uur:
Ds. H. Visser, van Dordrecht.
HERV. (GER.) EVANG. Spoorstraat.
Zondag 8 Januari 1933 's morgens 10 uur:
De Eerw. Heer L. M. D. van Ekelenburg,
van Utrecht.
s Avonds 6 uur: Ds. K. J. v. d. Berg, van
Amersfoort.
VEREEN. VAN VRIJZINNIG-GODS-
DIENSTIGEN.
Zondag 8 Januari 1933 voorm. 10.30 uur
Ds. J. M. Erkelens, van Hilversum.
NED. HERV. GEM. TE SOEST
Zondag 8 Januari 1933 kerk 10 uur: den
Eerw. Heer Kluyver, tand t. d. H. Dienst.
Kerk 6 uur: Ds. Groeheveld.
Emmakerk 10 uur: Ds. Groeneveld
Einmakerk 6 uur: geen dienst.
van 2» Dec. 1932—4 Jan. 1933.
GEBOREN: Charles Ben zoon van S. L.
Monas en M. Rozenberg van Weedestraat
61; Hendrika Engelina dochter van J. A.
Beijer en, E. Th. van Haag Beetzlaan 20;
Geertruida dochter van J. Moester en P.
M. van de Meent Plas'weg 27; Catharina
Cornellia dochter van P. G. Kljjn en N.
Hafkamp Talmalaan 6; Bertus Willem zoon
van G. van Egdom en J. Koersen Hartweg
30; Renata dochter van Th. J. Regter en
A. Ch. L. J. Barzilay Heideweg 5; Gerar-
dus zoon van H. Elschot en J. Meijer Verl.
Kolonieweg 4; Teunisje dochter van J. van
Duinkerken en J. A. Hoedeman Beetzlaan
41.
ONDERTROUWD: A. H. H. van Royen
en C. A. Boogaerdit; G. Snoek en C. W.
Lankreijer; H. B. van Hartogsveld en A.
van Klooster.
GEHUWD: B. J. Veeze en S. C. Bakker;
M. A. van Scheppingen en C. G. Bnimmer;
J. D. van Schoonhorst en P. van Klingeren.
OVERLEDEN: Hendrik Carel Menger
73 jaar gehuwd met H. W. v. d. Keilen
Beethovenlaan 14.
Vestiging van 29 Dec. 19324 Jan. 1933.
C. Ro^kenlhauser van Haarlem naar Ba
tenburglaan 15; G. J. Lengers van Baarn
naar Van Weedestraat 32; E. J. Gerrits
met vrouw van Amersfoort naar Eiken-
horstweg 8; S. M. Hessel van Rheden naar
Birktstraat 33; Wed. J. Kliphuis van Assen
naar Laanstraat 7a; A. A. van Leeuwen
van Utrecht naar Konangfinnelaan 2; J. B.
Velthoen van Kesteren naar Kerkpad NZ
1; G. v. d. Bunt met gez. van Amersfoort
naar Kerksrtaat 25; C. Ivroeske met vrouw
van Pernis naar Vosseveldlaan 3.
Vertrek van 29 Dec. 19324 Jan. 1933
Eikelmans met gezin van Klaarwaterweg
28 naar Breda Prinsenkade 14; B. M. van
de Plasche van Koninginnelaan 159 naar
St. Kruis (Z); H. F. Souffree van Lucht
vaart Afdeeling naar Gouda St. Joseph-
straat 96; W. F. Rottier met gezin v. Soes
terbergschestraat 152 naar Nice (Zuid-
Frankrijk); B. H. Lensing van Koninginne
laan 77 naar Parijs; P. Dekker met gezin
van Juliianastraat 6 naar Ned. O, Indië
Soekaboemi; A. Gombert van Verlengde
Talmalaan 15a naar Amsterdam Prinsen
gracht 403; J. F. Meier met gezin van
Nieuwstraat 12 naar Baarn Adelheidstraat
4; K. Bloem met gezin van Verlengde
Postweg 8 naar Utrecht Lepelaarstraat 6;
A. Schut van Verlengde Talmalaan 29 naai
den Helder Dijkstraat 56.
Verhuizingen in de gemeente van 29 Dec
19324 Jan. 1933.
W. v. dl Steeg van Nieuwstraat 24c naar
Nieuwstraat 32b; H. Lagemaat met gezin
van Kerkpad ZZ 18 naar Rembrandtlaan
19; K. F. Vervat met gezin van Burgen»
Grothestaat 45 naar Heuvelweg 2; G. Haage
met gezin van Molenweg 8 naar Veldweg
lj G. H. A. Simon met zoon van Birktstraat
ong. naar Kerkstraat 10fM. J. v. d. Hoek
met gezin van Koninginnelaan 61 naar
Nieuwstraat 49; W. Heinhuis met gezin van
Schoutenkampweg 21 naar Schoutenkamp
weg 15; W. van Uxem met gezin van
Klaarwaterweg 33 naar Wald. Pyrmontlaan
56; P. J. de Vries met vrouw van Talma
laan 12 naar Hartmanlaan 40.
(voorheen R. FRESE Hofleveranciers
BAARN.
Vleeschhouwerij Varkensslachterij
BESLIST EERSTE KWALITEIT
Nijverheidstraat 13 Telefoon 31
Dagelijks hooren en bezorgen
leveren
tegen zeer lage prijzen
N.V. EERSTES0ESTER
ELECTR. DRUKKERIJ
HET BEWAREN DER EIEREN.
(Jos. Boshouwers.)
Wanneer men zoo hier en daar eens
rond hoort, dan blijkt, dat over het alge
meen de kelder als de beste bewaarplaats
voor eieren wordt beschouwd.
Maar in z'n algemeenheid is dat niet zoo.
Een kelder, aie erg diep en daardoor
kil-koud aanvoelt, zal b(j eieren zwee
ting veroorzaken, ze worden dan min of
meer vochtig van schaal. En dat is
slecht voor de houdbaarheid. Een ei, dat
niet binnen heel korten tijd verorberd
wordt, mag niet nat zjjn; men mag ze
dus nimmer afwasschen, ze mogen ook
niet ongedekt van het hok naar binnen
worden gebracht, als 't regent; ook niet
naar den verzamelaar voor de veiling;
men mag ze om dezelfde reden niet jat en
zweeten. En zulks gebeurt, wanneer ze
in een te koude vochtige omgeving ge
bracht worden.
Worden zulke eieren later in de export-
kisten tusschen houtwol verpakt aldus
„Pluimveebelangen" dan zullen de
schimmels door de poriën van "de eieren
dringen en krijgt men een schimfrielont-
wikkeling binnen in het ei, hetgeen men
met den naam ,/t vuur" aanduidt.
Hier en daar heeft men de gewoonte, de
eieren direct in kartonkisten te verpakken,
ik bedoel ftn de kisten met kartonlagen bo
ven elkaar. Over het algemeen zullen de
eieren hier wel droog liggen, maar
karton geeft altijd een eigenaardige lucht
af, vooral wanneer er vroeger al eens eieren
stuk in gegaan zijn. Doch ook het zuiverste
karton geeft lucht af, welke zich vastzet
aan den- ei-inhoud,', en dus aan de eieren
een smaak geeft, alsof ze duf en oud zijn.
Men moet de eieren bewaren in een koele,
frissthe omgeving, waar dus geen verdachte
geur aanwezig kan zijn. Een ei neemt er o,
zoo gemakkelijk, den geur van over.
Haal maar eens eieren in een vischwin-
kel! Als ze er lang gelegen hebben, proeft
men den vischsmaak.
Het beste is een vertrek op het Noorden,
onverschillig wat voor vertrek het is, als
maar voldaan is aan de eischen: niet al te
koud (of 's zomers te heet!), waar het
frisch en droog is, dus geventileerd kan
worden.
De eieren vooral niet afdekken, want dan
gaan ze weer zoo licht zweeten.
Eten vertrek met z..g. verflucht is hoogst
ongewenscht.
We moeten allemaal ons best doen, om
de kwaliteit van het ei zoo hoog mogelijk
op te voeren. In het buitenland is men te
genwoordig allesbehalve verliefd op den
Hollandscljen kippenhouder. Vroeger was
dat anders, erf zag men alles gröag door
de vingers, doch nu zoeken sommigen zelfs
spijkers op laag water! Als ze maar iets
kunnen vinden, zetten ze een mond open,
of die Hollander-eieren allesbehalve zijn.
De export beleeft hoogst moeilijke tijden,
en wat het worden zal weet niemand, maar
dit kunnen we wel als vaststaand aanne
men, dat wij die moeilijkheden enorm ver-
grooten^ wanneer we niet in de weer zijn.
om de kwaliteit van het ei' zoo hoog moge
lijk op te voeren.
Daarom moeten de eieren in den zomer
tijd ook minstens 2 maal daags worden uit
gehaald en 's winters bij vriezend weer
eveneens.
In vochtige hokken raapt men nooit
eieren, die lang houdbaar zijn, als ze niet
tijdig buiten die vochtige omgeving ge
bracht worden.
Het is dus noodig, als 't donker begint
te worden, om nog eens langs de nesten te
gaan.
Daar de lucht der omgeving zich zoo ge
makkelijk mededeelt aan den ei-inhoud_
moet men natuurlijk ook steeds versch
strooisel in de legnesten hebben, of zinde
lijke matjes, die zoo uiterst gemakkelijk
te reinigen zijn. als 't noodig is.
(Alg. Holl. Landbouwblad).