STEMPELS Kleinveeteelt WILLY VEENENDAAL J. L. H0KSBERGEN Binnenland 3° Bewaa; dit adres G. VAN DUIN Predikbeurten Burgerlijke Stand ALLE MOGELIJKE uüf arbeid zijn verkregen, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, 2/3 in mindering gebracht op zjjn steun, vastgesteld volgens deze regeling. Bij de toepassing van het bepaalde in het le lid van dit artikel wordt een bèdrag f 3 van de verdiensten der vrouw van hi onder steunde met kinderen buiten beschouwing gelaten. De in-mindering-brenging van 2/3 heeft voorts niet plaats voor de bedragen, van werkgeverszijde uitgekeerd tot verhooging van den steun, echter slechts tot een ma ximum van 15% van het steunbedrag. Inkomsten niet uit arbeid verkregen, wor den tot het volle bedrag op den steun in mindering gebracht. Artikel 9. De steun aan gehuwden en ongehuwde kostwinners mag bij geheele werkloosheid nimmer meer bedragen dan 65 en aan kostgangers niet meer dan 55 van het loon, dat /.ij bij 48 urigen arbeidsweek in het bedrijf, waartoe zij behooren, zouden kunnerf verdienen. Voor gezinnen van zes en meer personen mag het maximum percentage van 65 wor den verhoogd tot 70. Bij gedeeltelijke werkloosheid van den ondersteunde mag de steun aan gehuwden en ongehuwde kostwinners tezamen met het verdiende loon van den ondersteunde, nimmer meer bedragen dan 80 van het loon, dat hij bij 48-urige arbeidsweek in het bedrijf, waartoe hij behoort, zou kunnen verdienen. Artikel 10. Slechts één lid van het gezin kan voor steun overeenkomstig deze regeling in aan merking komen. Artikel 11. Geen uitkeering wordt verstrekt: a. indien het steunbedrag plus huurtoe- slag plus gezinsinkomsten gelijk is aan of meer bedraagt dan anderhalf maal het steunbedrag volgens artikel 6 le lid A. c.q., artikel 19a, le lid; b. aan diegenen, die den leeftijd van 60 jaar overschreden hebben; c. aan diegenen, die een jaar of langer uit een werkloozenkas en/of volgens deze steunregeling uitkeering hebben genoten, zonder in dien tijd ten minste een maand in het vrije bedrijf te hebben gewerkt; d. aan diegenen, die moeten worden ge acht, niet meer aan het werk te zullen ko men in den bedrijfstak, waarin zij geregeld gewerkt hebben e. aan diegenen, die nog geen twee jaar in de gemeente woonachtig zijn; f. aan vrouwen. Voorts wordit aan diegenen-, die na den lsten Januari 1931 tijdens hun werkloos heid zijn gehuwd, geen „gehuwden uitkee ring'' verstrekt, dan nadat zij na hun hu welijk ten minste drie maanden in het vrije bedrijf hebben gewerkt. 'e. Diegenen, die gaan huwen, t rwijl zij als kostganger steun genoten,, k-ndnen mits- PIANOLEERARE8 DIPLOMA DER K. N. T. V. Korte Brinkweg 8 SOESTDIJk dien ook na hun huwelijk den steun voor kostgangers behouden, zoolang zij nog geen drie maanden in het vrije bedrijf heb ben gewerkt. In bepaalde gevallen kan na verkregen goedkeuring van den Minister van Binnen- landsche Zaken de leeftijdsgrens van 60 jaar, genoemd onder b, worden verhoogd tot 65 jaar en kan ook aan vrouwen steun worden verleend. Artikel 12. Aan de uitgetrokkenen kan op grond van deze regeling steun wordlera verleend ge durende ten hoogste: a. 18 weken aan kostgangers; b. 24 weken aan gehuwden en ongehuw de kostwinners, Heeft een uitgetrokkene gedurende het te zijnen-.-opzichte bepaalde aantal weken steun genoten, dan behoort hij tot de dub- bel-uitgetrokkenen. Artikel 13. De steunbedragen worden voor eiken per soon in het bijzonder vastgesteld door het orgaan. Zij worden door het bestuur der betrokken vakorganisatie voor de leden in ontvangst genomen en aan dezen ter hand gesteld. VAN DE CONTROLE. Artikel 14. Door het bestuur der betrokken vakver- eeniging wordt aan elk lid, dat voor on dersteuning in aanmerking wenscht te ko- menj, een aanvraagformulier ter invulling en onderteekening uitgereikt. Het ingevul de formulier "wordt vervolgens door ge noemd bestuur na accoordbevinding getee kend en bij het orgaan ingedïtend. Veranderingen in de omstandigheid van den gesteunde en diens gezin moeten, voor zoover deze van invloed kunnen zijn op de vaststelling van het steunbedrag, door den ondersteunde onverwijld aan het orgaan worden meegedeeld. Artikel 15. De gegevens der aanvraagformulieren vormen voor het orgaan den grondslag zij ner beoordeeling, of, en in welke mate, on dersteuning zal worden verleend. De juistheid der gegevens, door den on derstcunde op het aanvraagformulier inge vuld, wordt door of vanwege het orgaan onderzocht. Het orgaan neemt geen be slissing, dan nadat de resultaten van dat onderzoek bekendi zijn. Artikel 16. De aanvraagformulieren worden door het orgaan kosteloos verstrekt. Artikel 16bis. „Bij de uitreiking van het aanvraagfor mulier wordt derf werklooze gelijktijdig ter hand gesteld een aanmeidings- of stempel kaart, welke deze dagelijks, een of meer malen, ter afstempeling moet aanbieden, ten bewijzq, dat hij inderdaad werkloos is E*e stempeling geschiedt in den gewonen werktijd. De regeling tot bepaling van tijd(en) en plaats van stempeling wordt vastgesteld idopr Burgemeester en Wethouders; Zij is aan de goedkeuring van den Mi- uiister van Binnenlandsche Zaken onder worpen, terwijl afwijking van de goedge keurde regeling, anders dan in gevallen van dringende noodzaak, b.v. bij ziekte of over lijden van bloed- of aanverwanten, zonder toestemming van den Minister voornoemd, niet geoorloofd is." Artikel 17. Door het orgaan worden wekelijks uitbe- talingsstaten opgemaakt, welke met het be- noodigde geld aan het bestuur der betrok ken vakvereeniging wordt ter hand gesteld ter uitkeering van d-en steun aan de be trokkenen. Na de uitkeering van den steun worden de staten door het bestuur der vakvereeni ging weder bij het orgaan ingeleverd, voor zien van de handteekeningen der onder steunden, ten bewijze, dat de steun aan de betrokkenen is uitgekeerd. Artikel 18. De steun zal niet worden verleend, c.q. worden ingehouden, indien: de werklooze, die voor steun in aan merking komt, opzettelijk verkeerde inlich tingen verstrekt; b. de ondersteunde opzettelijk geen of onvolledige opgave verstrekt van zijn in- komeni en van dat van de overige leden van het gezin, of hij nalaat van veranderde omstandigheden, die op den steun van in vloed kunnen ziji\ tijdig aan het orgaan mededeeling te doen; de werklooze nalaat er voor te zor gen, dat hij als werkzoekende bij het agent schap der arbeidsbemiddeling te dezer plaatse is ingeschreven en ingeschreven blijft; d. de werklooze weigert werk te aan vaarden, waarvoor hij lichamelijk geschikt kan vvorden geacht; e. de werklooze weigert te allen tijde de(n) daartoe gemachtigde(n) persoon (per sonen) in zijn woning te ontvangen, of zich niet onderwerpt aan de vastgestelde maat regelen van controle; f. de werkloosheid een gevolg is van werkstaking of uitsluiting; g. -dé werklooze door ziekte of ongeval tot werken niet in staat is; h. de werklooze -die geen voldoende moeite doet^om werk te zoeken. B. VOOR DE REGLEMENTAIR NOG NIET RECHTHEBBENDEN DUBBEL- UITGETROKKENEN EN ONGEOR GANISEERDEN. Artikel 19. Voor de hiervoor genoemde groepen geldt het volgende tarief van steunverleening. De steun bedraagt ten hoogste: a. voor gehuwden en ongehuwde kost winners f 9.50 per week, benevens f 0.75 per week per gezinslid, boven de twee per sonen, tot een maximum van vier perso nen. Bovendien kan aan gehuwdlen en onge huwde kostwinners een huurtoeslag wor den verstrekt, gelijk aan de helft van het bedrag, waarmede de huishuur f 3.over schrijdt, zulks tot een maximum van f 1.50 p r week. b. voor kostgangers f 6.50 per week: Artikel 20. Bij geheele werkloosheid mag de steun aan gehuwden en ongehuwde kostwinners nftonmer meer bedragen dan 60 en aan kostgangers niet meer dan 50 van het loon, dat zij bij 48 urige arbeidsweek in het bedrijf, 'Waartoe zij behooren, zouden kun nen verdienen. Voor gezinnen van zes en meer personen mag het percentage 60 worden verhoogd tot 65 Bij gedeeltelijke werkloosheid van den ondersteunde mag de steun aan gehuwden en ongehuwde kostwinners tezamen met het verdiende loon van den ondersteunde, nim mer meer bedragen dan 75 van het loon. dat hij bij 48 urige arbeidsweek in het be- dlrjijfwaarto>e hij behoort, zou kun, verdienen. Artikel 21. Aan deze groepen kan op grond van deze regeling steun worden verleend gedurende ten hoogste: le. dubbel-uitgetrokkenen: a. 15 weken aan kostgangers; b. 21 weken aan gehuwden en onge huwde kostwinners. 2e. reglementair nog niet rechthebbenden en ongeorganiseerden. a. 26 weken aan kostgangers; b. 35 weken aan gehuwden en ongehuw de kostwinners. De overige bepalingen der steunregeling voor uitgetrokkenen zijn. voor zoover mo gelijk, ook op deze personen van toepas si hg. Artikel 21bis. „Aan georganiseerden, die uitkeering uit de werkloozenkas genieten, kan een toeslag worden verstrekt, ten hoogste gelijk aan het verschlil tusschen die uitkeering en het bedrag, dat zij krachtens de steunregeling zouden ontvangen, indien zij uitgetrokken waren. De bepalingen van dé steunregeling voor uitgetrokkenen zijn, voorzoover mogelijk ook op deze personen van toepassing." DEN HAAG. JEUGDIGE AUTODIEVEN OPGE SPOORD. Artikel 22. Deze regeling wordt geacht in werking te treden op 14 November 1932. Soest, November 1932, De Raad voornoemd. voor GOUD, ZILVER EN HORLOGES en niet te vergeten BRILLEN. Eigen electr. Slijpinrichting Groote verscheidenheid Prima kwaliteit Concurreerende Prijzen. Juwelier Telefoon 898 Opticien AMERSFOORT Utrechtschestraat 23. Zooals men ziich zal herinneren, werden in den avond van 22 December 1.1. drie jon gelui aangehouden, als verdacht van dief stal van een 4-tal rij wiel plaatjes in de omge ving van het Zuiderpark te Den Haag. De ze arrestatie heeft geleid tot de opsporing van een heele club jongelingen van 16 tot 21-jarigen leeftijd, die er in den laatsten tijd hun werk van maakten, behalve rij wielplaatjes, auto's te stelen. Af en toe weid zelfs een inbraakje gepleegd. Op deze manier trachtte men aan geld te komen voor chocolade, bier, sigaretten enz. De strooptochten werden zoowel in de stad als in de omgeving gehouden. Het onder zoek in deze affaire heeft geleid tot de aanhouding van een 16-tal jongelieden van 16 tot 21 jaar. Gezocht werd nog naar ze- keien W. K., maar die is reeds in een tuchtschool. Van de overige aangehoude nen zijn er reeds verschillende in het Huis va^-Bewaring ingesloten. Bijna al deze jon gelieden waren reeds met de politie, of de Justitie in aanraking gekomen'wegens klei ne diefstallen, inbraakjes, wederspannig- heid, enz. EEN PLEIDOOI VOOR WERK VERSCHAFFING. Onder het motto: „Beter veel werk aan den winkel dan veel goud te pronk stel len" (de uitspraak is van H. W. A. De- terding) heeft Dr. W. L. Valk een brochu re geschreven, waarvan de titel luidt Werkverschaffing is mogelijk en dringend noodzakelijk" (uitgave van de N.V. Boek handel en Uitgevers Maatschappij v.h. W. P. van Stockum Zoon, 's-Gravenhage). De uitgevers waren zoo vriendelijk ons een exemplaar ter bespreking te doen toeko men. Tot ons leedwezen kan ons oordeel over deze brochure niét gunstig luiden. Zooals zoovelen, die slechts oppervlakkig over het crisisverschijnsel hebben nage dacht, verwart de schrijver een der ge volgen van de crisis, welke tevens de strekking heeft het herstel Üe bevorde ren, te weten de inkrimping van het cre- diet, de daling van de vraag, naar nieuwe productiemiddelen met een oorzaak van crisis en acht hij het zwakke prijsniveau, dat hij zeer ten onrechte in de (voornaam ste plaats aan oppotten van geld toe schrijft, een nationaal gevaar. De schrij ver klaagt over „braakliggen van geld. arbeid en productiemiddelen", doch be seft niet, dat dit het eenige mid'del is dat het herstel bevorderen kan. Wanneer ie mand aan indigestie lijdt en dientengevol ge geen eetlust heeft, zal men den Jijdér toch niet willen trachten te genezen door hem te noodzaken zich met kracht te blij ven voeden! Een dergelijke averechtsché geneesmethode wil Dr. Valk toepassen op ons economisch leven, op onze maat schappij, die nog altijd te kampen heeft met de grootste afzetmoeil ijk heden en die deze slechts kan overwinnen door 'n langdurig, voor velen pijnlijk aanpassings proces aan een lager kosten- en prijzen- peil. Zoolang dit proces niet volkomen is tot rust gekomen, ligt het voor dc. hand, dat het onverantwoord is met volle kracht er op los te gaan produceeren,, zonder dat men kans heeft het geprodu ceerde loonend van de hand te doen. Dr. Valk wil de werkverschaffing dan ook zoeken buiten de eigenlijke industrie. Hij erkent, dat er sterke bezwaren kleven aan het te werkstellen van arbeiders in het bedrijfsleven met gedeeltelijk of gé- heele vergoeding van overheidswege van hun loon aan de ondernemers. Hij ziet in dat elke waarborg ontbreekt, dat de ge produceerde goederen ook verkocht zul len worden. Maar dan is daarmede te vens erkend, dat de crisis op deze wijze niet kan bestreden worden en dat dus de werkverschaffing, welke Dr. Valk pro pageert werkverschaffing van over heidswege op groote schaal zich prin cipieel in geen enkel opzicht onderscheidt van hetgeen thans reeds van overheids wege geschiedt om demoraliseering van de werkloozen te voorkomen.. Niemand toch. die even nadenkt, zal de meening zijn toe gedaan, dat daarmee de crisis zelve wordt aangetast. De werkverschaffing heeft hel bestaan der crisis-depressie tot onderstel ling; verdwijnt de depressie, dan wordt de werkverschaffing overbodig. Maar de werkverschaffing als zoodanig brengt in de depressie zelf geen verbetering. En hoe minder „productief", hoe minder rendee- rend de verrichte werkzaamheden, de tot stand gebrachte werken zijn, des te min der kan deze werkverschaffing tot het herstel der welvaart bijdragen. Dr. Valk is hierom minder bekommerd. Op blz. 18 van de brochure lezen we, dat „het ,bes te" wel schijnt, de verdere afbrokkeling van het geldinkomen der gemeenschap zooveel als mogelijk is te voorkomen, doot van overheidswege werkzaamheden te la ten verrichten, waarvan de opbrengst niet dadelijk in den eigenlijken zin van het woord „verkocht" wordt. Dr. Valk ziet imjmers in, dat thans, in dezen tijd ,van depressie, de kunstmatig opgevoerde pro ducten onverkoopbaar zouden zijn. Maar wat verstaat hij onder een „op brengst", "die niet „dadelijk" verkocht w,ordt? Wij gelooven, dat hij het zelf niet weet en dat het hem ook niet schelen kan ot de werken, die h(j wil laten verrichten ooit eenige opbrengst zullen opleveren, welke de gemaakte kosten dekt. Op bl 33 toch schreef hij: Na jaren van bezuiniging (deze bestaan slechts sporadisch bezuinigd. Bte.) is er eerst dit jaar begint men met serieuze (be zuinigingen de vorige jaren werd er slecchts sporadisch bezuinigd. Bte.) is er veel werk, dat dringend noodig is, en zelfs, indien dit niet het geval was, zou werk verschaffing nóg nuttig zijn. Al bouwde men, bij wijze van spreken, pyramidep •en obelisken, dan zou dit nog toe te jui- ceh zijn, indien er op deze wijze werk verschaft werd en geld in omloop gebracht zou kunnen worden. Aan 't slot van deze passagejiomt op- jnieuw het waandenkbeeld om ien hoek gluren, als zou de hoeveelheid geld, die in omloop is, van invloed zijn op de cri sis. Overigens zijn wij, vanwege het rno- reele nut ervan allerminst tegenstanders van werkverschaffing en juichen wij het zelfs toe, indien deze kan worden dienst baar gemaakt aan het totstpndbrengen van werken, waaraan economische behoefté bestaat of die belangrijke vruchten af werpen. Maar anders komt de zaak er voor te staan, indien men de werkverV» schaffing als zoodanig, met zekere on verschilligheid voor haar productiviteit, gaat aanbevelen als hèt middel bij uit nemendheid om uit den toestand van de pressie te geraken en deze daartoe op. enorme schaal wil doen plaats vinden. Dan rijst toch immers terstond de vraag: waar moet het geld daarvoor van daan komen? En nu is het wonderlijke, dat Dr. van der Valk zich van dit aange legen punt met buitengewone oppervlak kigheid afmaakt. Wij citeeren: De wijze van financiering is minder re levant dan men wel zou denken. Het bes te en eenvoudigste (wij drukken vet Bte.) zou zijn liet drukken van papiergeld, doch de schrik voor dezen vorm van leenen (want daarop komt het toch neer) is zoo groot, dat het misschien om psycholo gische redenen, maar dan ook alleen daar om, de voorkeur zou kunnen verdienen, liet geld op andere wijze te krijgen. De wijze van financeering is weinig re levant, meent Dr. Valk. Prof. Cassell, de groote econoom, denkt hierover anders. Nog zeer onlangs heeft hij in de Revue Internationale du Travail een artikel ge publiceerd, waarin hij, juist in verband met dit vraagstuk, waarschuwt tegen me thoden van werkverschaffing op groote schaal van overheidswege, welke mede brengen, dat voor rente en aflossing der daarvoor benoodigde leeningen de belas tingen aanmerkelijk zouden moeten ver hoogd. Daardoor aldus deze deskun dige onttrekt de Staat- koopkracht aan de burgers en schept daardoor weer nieu we werkloosheid. En door toepassing van deze methode meent Dr. Valk het probleem van de cri sis te kunnen oplossen! (De Vrijheid) Bte. CHRISTELIJK GEREFORMEERDE GEMEENTE. Zondag 8 Januari 1933 voorin. 10 uur, nam. 6 uur: Godsdienstoefening. Woensdag 11 Januari 1933 nam. 7.30 uur: Ds. H. Visser, van Dordrecht. HERV. (GER.) EVANG. Spoorstraat. Zondag 8 Januari 1933 's morgens 10 uur: De Eerw. Heer L. M. D. van Ekelenburg, van Utrecht. s Avonds 6 uur: Ds. K. J. v. d. Berg, van Amersfoort. VEREEN. VAN VRIJZINNIG-GODS- DIENSTIGEN. Zondag 8 Januari 1933 voorm. 10.30 uur Ds. J. M. Erkelens, van Hilversum. NED. HERV. GEM. TE SOEST Zondag 8 Januari 1933 kerk 10 uur: den Eerw. Heer Kluyver, tand t. d. H. Dienst. Kerk 6 uur: Ds. Groeheveld. Emmakerk 10 uur: Ds. Groeneveld Einmakerk 6 uur: geen dienst. van 2» Dec. 1932—4 Jan. 1933. GEBOREN: Charles Ben zoon van S. L. Monas en M. Rozenberg van Weedestraat 61; Hendrika Engelina dochter van J. A. Beijer en, E. Th. van Haag Beetzlaan 20; Geertruida dochter van J. Moester en P. M. van de Meent Plas'weg 27; Catharina Cornellia dochter van P. G. Kljjn en N. Hafkamp Talmalaan 6; Bertus Willem zoon van G. van Egdom en J. Koersen Hartweg 30; Renata dochter van Th. J. Regter en A. Ch. L. J. Barzilay Heideweg 5; Gerar- dus zoon van H. Elschot en J. Meijer Verl. Kolonieweg 4; Teunisje dochter van J. van Duinkerken en J. A. Hoedeman Beetzlaan 41. ONDERTROUWD: A. H. H. van Royen en C. A. Boogaerdit; G. Snoek en C. W. Lankreijer; H. B. van Hartogsveld en A. van Klooster. GEHUWD: B. J. Veeze en S. C. Bakker; M. A. van Scheppingen en C. G. Bnimmer; J. D. van Schoonhorst en P. van Klingeren. OVERLEDEN: Hendrik Carel Menger 73 jaar gehuwd met H. W. v. d. Keilen Beethovenlaan 14. Vestiging van 29 Dec. 19324 Jan. 1933. C. Ro^kenlhauser van Haarlem naar Ba tenburglaan 15; G. J. Lengers van Baarn naar Van Weedestraat 32; E. J. Gerrits met vrouw van Amersfoort naar Eiken- horstweg 8; S. M. Hessel van Rheden naar Birktstraat 33; Wed. J. Kliphuis van Assen naar Laanstraat 7a; A. A. van Leeuwen van Utrecht naar Konangfinnelaan 2; J. B. Velthoen van Kesteren naar Kerkpad NZ 1; G. v. d. Bunt met gez. van Amersfoort naar Kerksrtaat 25; C. Ivroeske met vrouw van Pernis naar Vosseveldlaan 3. Vertrek van 29 Dec. 19324 Jan. 1933 Eikelmans met gezin van Klaarwaterweg 28 naar Breda Prinsenkade 14; B. M. van de Plasche van Koninginnelaan 159 naar St. Kruis (Z); H. F. Souffree van Lucht vaart Afdeeling naar Gouda St. Joseph- straat 96; W. F. Rottier met gezin v. Soes terbergschestraat 152 naar Nice (Zuid- Frankrijk); B. H. Lensing van Koninginne laan 77 naar Parijs; P. Dekker met gezin van Juliianastraat 6 naar Ned. O, Indië Soekaboemi; A. Gombert van Verlengde Talmalaan 15a naar Amsterdam Prinsen gracht 403; J. F. Meier met gezin van Nieuwstraat 12 naar Baarn Adelheidstraat 4; K. Bloem met gezin van Verlengde Postweg 8 naar Utrecht Lepelaarstraat 6; A. Schut van Verlengde Talmalaan 29 naai den Helder Dijkstraat 56. Verhuizingen in de gemeente van 29 Dec 19324 Jan. 1933. W. v. dl Steeg van Nieuwstraat 24c naar Nieuwstraat 32b; H. Lagemaat met gezin van Kerkpad ZZ 18 naar Rembrandtlaan 19; K. F. Vervat met gezin van Burgen» Grothestaat 45 naar Heuvelweg 2; G. Haage met gezin van Molenweg 8 naar Veldweg lj G. H. A. Simon met zoon van Birktstraat ong. naar Kerkstraat 10fM. J. v. d. Hoek met gezin van Koninginnelaan 61 naar Nieuwstraat 49; W. Heinhuis met gezin van Schoutenkampweg 21 naar Schoutenkamp weg 15; W. van Uxem met gezin van Klaarwaterweg 33 naar Wald. Pyrmontlaan 56; P. J. de Vries met vrouw van Talma laan 12 naar Hartmanlaan 40. (voorheen R. FRESE Hofleveranciers BAARN. Vleeschhouwerij Varkensslachterij BESLIST EERSTE KWALITEIT Nijverheidstraat 13 Telefoon 31 Dagelijks hooren en bezorgen leveren tegen zeer lage prijzen N.V. EERSTES0ESTER ELECTR. DRUKKERIJ HET BEWAREN DER EIEREN. (Jos. Boshouwers.) Wanneer men zoo hier en daar eens rond hoort, dan blijkt, dat over het alge meen de kelder als de beste bewaarplaats voor eieren wordt beschouwd. Maar in z'n algemeenheid is dat niet zoo. Een kelder, aie erg diep en daardoor kil-koud aanvoelt, zal b(j eieren zwee ting veroorzaken, ze worden dan min of meer vochtig van schaal. En dat is slecht voor de houdbaarheid. Een ei, dat niet binnen heel korten tijd verorberd wordt, mag niet nat zjjn; men mag ze dus nimmer afwasschen, ze mogen ook niet ongedekt van het hok naar binnen worden gebracht, als 't regent; ook niet naar den verzamelaar voor de veiling; men mag ze om dezelfde reden niet jat en zweeten. En zulks gebeurt, wanneer ze in een te koude vochtige omgeving ge bracht worden. Worden zulke eieren later in de export- kisten tusschen houtwol verpakt aldus „Pluimveebelangen" dan zullen de schimmels door de poriën van "de eieren dringen en krijgt men een schimfrielont- wikkeling binnen in het ei, hetgeen men met den naam ,/t vuur" aanduidt. Hier en daar heeft men de gewoonte, de eieren direct in kartonkisten te verpakken, ik bedoel ftn de kisten met kartonlagen bo ven elkaar. Over het algemeen zullen de eieren hier wel droog liggen, maar karton geeft altijd een eigenaardige lucht af, vooral wanneer er vroeger al eens eieren stuk in gegaan zijn. Doch ook het zuiverste karton geeft lucht af, welke zich vastzet aan den- ei-inhoud,', en dus aan de eieren een smaak geeft, alsof ze duf en oud zijn. Men moet de eieren bewaren in een koele, frissthe omgeving, waar dus geen verdachte geur aanwezig kan zijn. Een ei neemt er o, zoo gemakkelijk, den geur van over. Haal maar eens eieren in een vischwin- kel! Als ze er lang gelegen hebben, proeft men den vischsmaak. Het beste is een vertrek op het Noorden, onverschillig wat voor vertrek het is, als maar voldaan is aan de eischen: niet al te koud (of 's zomers te heet!), waar het frisch en droog is, dus geventileerd kan worden. De eieren vooral niet afdekken, want dan gaan ze weer zoo licht zweeten. Eten vertrek met z..g. verflucht is hoogst ongewenscht. We moeten allemaal ons best doen, om de kwaliteit van het ei zoo hoog mogelijk op te voeren. In het buitenland is men te genwoordig allesbehalve verliefd op den Hollandscljen kippenhouder. Vroeger was dat anders, erf zag men alles gröag door de vingers, doch nu zoeken sommigen zelfs spijkers op laag water! Als ze maar iets kunnen vinden, zetten ze een mond open, of die Hollander-eieren allesbehalve zijn. De export beleeft hoogst moeilijke tijden, en wat het worden zal weet niemand, maar dit kunnen we wel als vaststaand aanne men, dat wij die moeilijkheden enorm ver- grooten^ wanneer we niet in de weer zijn. om de kwaliteit van het ei' zoo hoog moge lijk op te voeren. Daarom moeten de eieren in den zomer tijd ook minstens 2 maal daags worden uit gehaald en 's winters bij vriezend weer eveneens. In vochtige hokken raapt men nooit eieren, die lang houdbaar zijn, als ze niet tijdig buiten die vochtige omgeving ge bracht worden. Het is dus noodig, als 't donker begint te worden, om nog eens langs de nesten te gaan. Daar de lucht der omgeving zich zoo ge makkelijk mededeelt aan den ei-inhoud_ moet men natuurlijk ook steeds versch strooisel in de legnesten hebben, of zinde lijke matjes, die zoo uiterst gemakkelijk te reinigen zijn. als 't noodig is. (Alg. Holl. Landbouwblad).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 2