Plakkaatverf Het rotspad. S Te Kooti landt in de Poverty Baai. Rechtzaken _>o FEUILLETON Diverse kleuren voorradig D N. BI v/ J- KANTONGERECHT TE A'FOORT. Das Geld giebt keine Frage. Dat leek wel het geval te zijn bij deze verzetzaak. De rechtskundige bijstand mr. J. R. Voute van. Amsterdam sprak over zijn cliënt als een der rijkste personen in Baarn, die onmogelijk in zijn mond kon ,hebben genomen de uitdrukking „van den weg maaien." Hot was dan ook niet het peulschilletje van f 8U0 boete, die aanlei ding tot het verzet had gegeven, maar de bijkomende straf van een jaar ontzegging van rijbevoegdheid. Zonder dat nog een naam genoemd is, zijn we al georiënteerd in deze verzetzaak Zondag 23 Juli, dus midzomer en lang daglicht, passeerde het volgende moois on geveer op het midden van de Nieuwe Steeg te Soest. Agent van Wijngaarden komt per fiet met echtgenoote van Baarn af, houden het wielerpad tot aan de Naald maar nemen toen den rijweg, omdat het fietspad langs de Nieuwe Steeg kuilen heeft, als gevolg van de huizenbouw aan dien kant. Beiden rijden volkomen rechts; eerst naast elkaar en op het moment van het moois dat komt, achter elkaar. |Een auto nadert met 6U K.M. vaart. On behoorlijke vaart, zegt getuige A. v. d. Snoek, maar hier lijkt men het als een nor maal gangetje aan te zien; ieder doet het Deze getuige, loopenlde op het wandel pad ongeveer 150 M. vanaf de strafpredi caitie-metterdaad van onze verd. J. L. P. heeft alles volkomen kunnen opnemen, al wou mr. Voute dat in twijfel trekken, ge zien die 150 M. Nu daar wordt een advocaat voor betaald om zooveel mogelijk op ge tuigenverklaringen te beknibbelen. Daar schiet achter genoemden auto de wagen uit van verd., die passeert en dus meer snelheid moet hebben gehad dan bo vengenoemde 60 K.M. Volgens den verba lisant-gedupeerde moet het minstens 80 zijn geweest. Mijnheer gooit meteen vol licht op en rijdt op de wielrijders aan, nemende zijn passeerbochit zoo groot, dat hij ook vol gens den heer v. d. Snoek rakelings den betonrand sneed aan den kant van den weg. „Van den weg af!" zou hij geroepen heb ben. Dit was al niet meer noodig want de heer van Wijngaarden had zijn echtgenoote al noodsignalen gegeven met: Er af! En mevr. v. W. uitte de woorden: Ik dacht dat de verat gek was. Hiermede bedoelde ze natuurlijk den verdachte. Men had het leven gered over dera be tonrand heen en had den fietsen eveneens veilige plek verschaft. Mlen zal zich herinneren, dat verd. in een brief zelf heeft erkend, dat het zijn be doeling was geweest de fietsers (te verja gen, die op het wielerpad hadden te rijden Den volgenden morgen kreeg verd. be zoek van den verbalisant, die in alle con sternatie nog vlug nummer had kunnen op nemen. Dit kunnen noteeren achtte de advocaat een (teekera, dat de schrik niet zoo erg was geweest. Het O.M. achtte het daarentegen een deugd, een politieman die ondanks per soonlijken schrik en gevaar zijn politiewerk als van nature blijft uitoefenen. Bij die morgenvisite zou verd. bij herha ling hebben gezegd, dat zijn handeling was geweest om de fietsers van den weg af te maaien. Daar kwamen verd.,. diens echtgenoote en de advocaaat tegenop. Verd. was een uit stekend chauffeur, die in verschillende we- relddeelen had gereden en nooit een onge luk had veroorzaakt. Hij zou nu ook wel ,de fietsers hebben gespaard, als ze kalm waren doorgereden. Maar dan dat scheren langs den weg- band? Ontzegging van rijbevoegdheid, betoogde de advocaat, geschiedde om nieuwe onge lukken te voorkomen. Daarvoor behoefde hier geen vrees te bestaan. De Kantonrechter achtte hier echter wel degelijk een lesje op zijn plaats. De f 800 boette bleven gehandhaafd; het jaar ontzeg ging werd echter tot een half jaar terug gebracht. Cause célèbre. Het résumé door den makelaar P. Man te Soest gegeven over wat hem overkomen was met zijn reclameborden voor de assu rantie „De Nederlanden" was een wonder lijke historie. N.aar het Enge Is ch. 'Nadiruk verboden. 20) Colin bleef alleen op de binnen plaats zijn sigaar rooken. Hij stond tegen een van de bijgebouwtjes ge leund en keek op naar het sombere, grijs-steenen huis, terwijl weer die droefgeestige uitdrukking verscheen op zijn anders zoo joviaal gelaat. Hoe komt het toch, dat ik altijd op dit uur aan haar denken moet? Als de dag bijna ten einde is, en de m'en- schen zoo langzamerhand tot rust ko men, dan is het mij net altijd, of ik het hoofdje van Dorothy tegen mijn arm voel, zooals zij dit zoo lief kon doen en danJa, nu weet ik niet eens, waar zij is!Zou ze dood zijn, of waar en waarom heeft ze zich verborgen voor den man, die haar lief heeft? O, het is verschrikkelijk; die onwetendheid vooral is zoo onuit staanbaar! Ineens schrikte hij geweldig hij meende, dat de Hemel hem dien vurigen wensch verhoord had; want... had hij daar niet aan dat venster, vlak boven zich, het bleeke gezichtje van Dorothy gezien, met de groote, ern stige oogen? Als een pijl uit den boog vloog hij het kasteel binnen en liep de trap op, Ieder Soes^er weet van de geschieden mee te praten en zal ons mogelijk op kleine foutjes kunnen dippen. We geven het relaas, zooals we het verna men van verdachte en zoover we het zuiver hebben aangevoeld. In korte zinnen het verhaal weergegeven Sedert 25 Juli is in de kom der gemeen te Soest van kracht een of meer bepalin gen op Ontsierende Reclame, te beoordee len uitsluitend door Burg. en Weth. Op eigen erf maar buiten de rooilijn, heeft verd. een bord op palen, haaks op de Steenhofstraat staan met vermelding van woningbureau enz., een dubbel bord zicht gevend naar beide richtingen van den weg Dit bord staat er reeds 16 jaar, valt dus buiten het Ontsieringsreglement. Daaronder werd na 25 Juli, ook een dub bel bord aangebracht met reclame voor „D< Nederlanden." Aanzegging was gekomen om het te ver wijderen. Door het O.M. naar den ondergrond ge .vraagd van dit en wat volgt, zei verd. dat zijn concurrent of concurrenten een aan klacht wegens ontsiering hadden ingediend, terwijl een der. concurrenten op een uit gang naar het Kerkpad vier reclame-bor den mocht plaatsen, zonder dat hem last gewerd. Na de aanzegging was verd. en ook de nspecteur van de Nederlanden inlichtingen gaan vragen bij mr. de Raedt, een gemeente ambtenaar. Diens oordeel was, dat het bord er mocht neergehangen worden. De politie had geen bezwaar gevonden, als de buren er niets tegen hadden. Nu, deze hadden toegestemd. Toen heeft verd. zich gewend tot den Gemeenteraad en deze verwees het adres naar B. en W- Vervolgens zou de Burgemeester bij een vernieuwd bezoek verwezen hebben naai den heer van Noessel, gemeente-opzichter. En deze zou weer gezegd hebben: Ik be grijp niet wat B. en W. bezielt; er zijn er zooveel. Dat was voor den Kantonrechter even wel slechts intiem Soes-ter quaestie. Z.E.A. had echter houvast aan wat ni kwamVerdachte verklaarde, dat het verbaal kwamtoen het bord drie uren tevoren was verwijderd. Je reinste fantasie, besloot verd. Het O.M. vroeg veertien dagen uitstel; dan moet de agent Jansen als verbalisant ver schijnen. Ondertusschen zal de Ambtenaar eens verder onderzoeken en zal met den burgemeester gaan praten. Tijdens de „kermis" te Soesterberg De getuigende wielrijdster had daarvan niets geweten, toen ze van Utrecht naar Amersfoort terugkeerde. Zoo kan het wel ijn, dat ze wat links heeft gekeken naar de menigte volks. In allen gevalle op het wielerpad komt ze plotseling voor het openstaande portier van den Leeuwarder auto van verd. A. L., thans niet aanwezig. Die auto nam benzine in of zou benzine innemen en stond met een wiel op het fiets pad. Zijn openstaand portier stak er natuur lijk verder overheen. Onze zus had echter nog wel ruimte om te passeeren, als ze dus opera portier vroegtijdig in de gaten had ge kregen. Nu kwam ze er plotseling voor en ze wierp het portier dicht. Maarde ruit brak en A. L. had doorgedreven dat de politie proces-verbaal daarover opmaakte, al werd hem opmerk zaam gemaakt, dat hij zelf in overtreding was. Toen dat ruitverbaal per sé moest door gaan, kwam hij zelf tevens op de bon en kreeg heden f 5.boete. UITSPRAKEN KANTONGERECHT Melkbesluit: B. J. B., Soest f 30.— of 10 dagen. Te Amersfoort rijwiel onbeheerd laten: P. de B.. Soest f 2.— of 1 dag; P. v. A., Soestdijk, idem. Met rijwiel de veiligheid van verkeer in gevaar brengen: J. !E. M., Soesterberg, f 25.of 10 dagen. DE EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKER IT 4 is het meest betrouwbare adres voor Uw drukwerk. Met onze mo- derne machines zijn wij in staat U V if het baste van het beste te leveren tegen zeer concurreerende prijzen naar het vertrek, vanwaar hij dat „vi sioen" had gezien. Maar, er was geen spoor van eenig menschelijk wezen daarhet moest dus een droomgezicht zijn ge weest Colin keerde terug, haast snikken- le, en van de plek, waar hij nu stond, kon hij lady Elinor zien, die den heu- el weer afdaalde; ja, hij luisterde zelfs naar haar woorden, die hem ten zeerste belang inboezemden. Een schitterenjd idee van Mary! a, waarlijk! Nog eens ging Colin het kasteel binnen, doorzocht alle vertrekken aan Jen achterkant van het gebouw, maar tevergeefs, tot hij tenslotte bij Je keuken kwam, waar Mary, bij den gloed van het vuur, een oud porselei nen kopje stond te bekijken^ - Die hoorde nog aan mijn over- groot-moeder, zei luis. Mc. Dougall. Zij was een Campbell, een Argyll- amp'bell. Er warer^ er vier, vier on- gesclu nden, en één, waar het oortje aan ontbrak, en bij het doopmaal van mijn eersten jongen werden er drie ge broken. Ik heb er om gehuild, wilt u wel gelooven! Er om gehuild, tranen' met luiten'! 't Was of er een stuk van mijn leven mee heenging! - Zeker, dat begrijp ik best, zei Mary. Hé Colin! - Zijn jullie klaar om te gaan? roeg hij. En zich toen ineens tot de huisbewaarster wendend: Wie heeft VERVOLG. Wij zijn nu genaderd tot een der donker ste bladzijden uit -de geschiedenis var Nieuw-Zeeland. Luitenant Sanders, die uit gezonden was, op eene verkenningstocht teneinde zich op de hoogte te stellen waar Te Kooti zich mocht bevinden, kwam 2 September terug met het bericht, dat deze eene sterke stelling had ingenomen te Pu ketapu, niet ver van de plaats, waar een paar weken tevoren het treffen met Kol Whitmore had plaats gevonden. Te Koot had eene versterking, eene zgn. „pa" ge bouwd; Luit. Sanders kwam, op binnen een paar mijl afstand, van deze pa, zoodat hij duidelijk de palisades kon zien. Eenige da gera daarna kwam de tijding, dat een jong bevriend Irrl. hoofd, Karaitiana genaamd, benevens nog drie andere inboorlingen van zijn stam, gedood waren, terwijl zij de be wegingen van Te Kooti gade sloegen. Di reet na deze gebeurtenis deed Te Kooti een aanval op de Wairoa-nederzetting, die toen door gewapende settlers bezet was; deze trokken daarna terug naar de versterkin gen aan^de Clyde. Een strijdmacht van on geveer 700 man, meest uit Inboorlingen be staande, onder bevel van Kapt. Tuke, werd in allerijl uit Napier gezonden, om het Wairoa-distriot te verdedigen. Toen deze daar was aaragekomen, bleek het echter, dat Te Kooti weg was getrokken, en men Iaagde er niet in, om te ontdekken, waar hij zich bevond. De expeditie keerde daar na naar Napier terug. De settlers op de Oostkust verkeerden thans allen in een uiterst opgewonden toestand, aangezien het niet onmogelijk was, dat Te Kooti zich ter een of anderen tijd op hen zoude werpen, om hen uit te moorden. Te Matawhero in de Povertybaai werd eene vergadering be legd, die door een zeer groot aantal per sonen werd bezocht en waar de volgende besluiten met algemeene stemmen werden aangenomen: 1. Er moesten oogenblikkelijk verken ners naar de drie voornaamste toegangs wegen, die raaar het binnenland voerden, worden gezonden, om zoo spoedig mogelijk eenig inzicht te verkrijgen omtrent de be weging van den vijand. 2. Er zou op een of ander centraal punt een redoute worden opgericht, om als toevluchtsoord te dienen, zoowel voor In boorlingen als Europeanen. 3. Er zou een memorie aan het Gou vernemenit worden gericht, met het verzoek om aldaar eene voldoende strijdmacht te statioineeren. 4. Terwijl voorts deze vergadering in de krachtigste termen hare afkeuring wenschte te kennen te geven, omtrent het bestuur van Kol. Whitmore, toen hij hier het bevel voerde, daar het algemeen bekend was, dat hij elke gelegenheid te baat nam, om de bewoners van deze plaats, zoowel Inboorlingen als Europeanen, te beleedigen, zoodat daar door een uiterst gespannen toeestand tus- chen de Inboorlingen en het Gouverne ment is ontstaan. Het feit, dat deze resolutien werden aan genomen, toont wel aan, in welken ellen- digen staat de zaken zich ira het district bevonden, en ook, dat de settlers geen ver trouwen meer hadden in de officieren, die met het bestuur belast waren, zoodat zij (de ettlers) het voornemen hadden, om de teu gels van het bewind in eigen handen te ne-- men, en voor hun eigen veiligheid te zor gen. Een' veiligheids-comité werd gevormd; verkenners werden uitgezonden en met den aanleg van twee redoutes werd begonnen, n.1. een 'te Turanganui en een te Matawhe ro, naast het huis van Majoor Biggs, die thans tot senior officier was bevorderd. Kolonel Whi/trnore was na zijne nederlaag aar Napier terug gekeerd. Op 5 Nov. deel- e het veiligiheids-comité aan Maj. Biggs mede, dat Te Kooti zich in beweging had gesteld en in de Patutahi Vallei afdaalde. De majoor antwoordde, dat men niet ver ontrust behoefde te zijn, daar hij verken ners onder luit. Gascoingrae had uitgezop en, om hem met de beweging van den vij- nd op de hoogte te houden. Het comité was hierdoor gerust gesteld en ieder keer de daarna naar zijne woning terug, zood'at de waakzaamheid der settlers begon te ver lappen. Voor het aanbreken van den dag, op Dinsdag 10 Nov. 1868 (een nimmer te vergeten dag in de geschiedenis van N. Zee land), lag alles in de nederzetting Ma- hier bij zich? Een dame, die Smjith heet, maar ij is uit. - Ik geloof, dat wij nu ook moeten gaan, meende mrs. Fenwick. Klaar, Lucy? Wat zie je bleek, Colin! Heb je t koud? Fenwick trok haar mee naar de don- ere binnenplaats, want hij voelde, dat hij toch iemand in zijn vertrouwen moest nemen, en zei: O, ik ben zoo geschrikt, Mary! Ik dacht aan haar, aan Dorothy En ineens zag ik haar gezichtje aan het venster, vlak boven mij, verschij nen. Ik zag het zoo duidelijk als ik jou u zie! En ik weet heel goed, wat ik eg hoor! Ik droom niet. Maar ga dan kijken; Colin. Dat heb ik ook gedaan. En er was niets te zien, ofschoon ik alle kamers heb doorzocht. Dan heb je het je maar verbeeld! Maar het leek toch zoo duidelijk, Mary! En toch was er ietsiets bovenaardsch in de verschijning. Spreek er vooral niet van tegen de anderen Hij hield dan ook ineens op, toen eerst Lucy en vervolgens lady Elinor en de heeren verschenen; even later keerden allen terug langs het rotspad, terwijl Mary en haar man vooraan liepen. Het was nu al donker en Mary was til. Ze dacht aan Colm en aan dien blik op zijn gezicht, en vroeg zich af, tawhera nog in diepe rust en alleen het blaffen van een enkelen waakhond of he; verwijderd geschreeuw van een boschhoen, verbrak zoo nu en dan de stilte van den morgen. Gedurendcn den nacht was een groote troep van Te Kooti's volgelingen de Pal\uati-ford overgetrokken en bewoog deze zich in de richting van Matawhero. Majoor Biggs, die op de waakzaamheid van zijne verkenners vertrouwde, was 's nacht tevoren met de andere settlers terug getrok ken. Hij had geene nadere berichten van der. vijand ontvangen, en verkeerde in de mee ning, dat alles veilig was. Plotseling wen hij in zijn slaap gestoord, omdat hij perso nen in de Maorietaal hoorde spreken. Hij dacht niet anders, of er waren eenigen van zijne Inlandsche verkenners met belang rijke berichten omtrent de beweging van den vijand terug gekeerd. Hij sprong daar om haastig uit zijn bed en begon de zoo juist aaragekomenen te ondervragen, die echter oogenblikkelijk op hem vuurden en hem vreeselijk verwondden. Hij rende i; zijn huis terug en waarschuwde zijne vrouw om ter wille van haar leven en dat van hun kind, zoo snel mogelijk te vluchten; zij wei gerde echter om haar echtgenoot te veria ten. De majoor, hoewel zwaar gewond zijn de, had intusschen aan een jongen, die bij hem in dienst was, order gegeven, om hem zijn geweer aan te reiken. Deze jongen C. James genaamd, voldeed aan dat bevel doch maakte den majoor er opmerkzaam op, dat het niet geladen was. Terwijl de ma joor bezig was, om het geweer te laden, werd weder door de Maories op hem ge schoten en viel hij. De Maoriës drongen nu het huis binnen en, allen, die zich daar be vonden, werden op eene vreeselijke wijze vermoord, met uitzondering van genoemden C. James, die er in slaagde, om te vluchten Vermoord werden: Maj. Biggs, zijne echt genoote en kind, benevens de vrouwelijk bediende van Mevr. Biggs, terwijl hunne li chamen vreeselijk verminkt werden. Op hetzelf de oogen blik, dat de fam. Biggs er- moord werd, viel een andere troep Maories het huis van Kapt. Wfilson aan, dat op kor ten afstands van het huis van. Maj. Biggs was verwijderd. Nadat zij eerst verschil lerade salvo's op de bewoners hadden a/fge vuurd, werd het huis in brand gestoken Kapt. Wilson sneuvelde, terwijl zijne vrouw en drie zijner kinderen door de ba jonetten werden gedood. Het oudste kind, een knaapje van 9 jaar, slaagde er in, om in de verwarring te ontvluchten en werd pas raa verscheidene dagen terug gevonden Mevr. Wilson leefde nog, toen men haar later vond, doch stierf te Napier aan hare wonden. Voor haar dood kon zij de bizon- derheden van den overval echter nog mede- deelen. Het lichaam van den bediende van den majoor werd later, vreeselijk verminkt, terug gevonden. Nadat de jongen C. James uit het huis van den Maj. Biggs was ge vlucht, snelde hij raaar de in de buurt gele gen wonirag van Mevr. Bloomfield en maak te alarm. H'ij klopte zoo hard mogelijk aan de deur en riep haar toe, dat ze moest vluchten, aangezien de M'aories bezig wa ren om iedereen te vermoorden. Mevr Bloomfield nam zoo spoedig mogelijk hare kinderen op en vluchtte met hare zuster, die bij haar inwoonde, naar Turanganui, op ongeveer 6 mijl afstand gelegen. Ze werden op hare vlucht begeleid door een bij haar in dienst zijnde jongen, Tom Finukin. ge naamd. Op zijn aanraden trokken zij, om niet gezien te worden, door het struikge was langs het strand. Toen zij voort gingen zagen, ze het huis van luit. Wilson in vlam men en hoorden ze duidelijk het luide •chreeuwen en het schieten der Maories. In uitgeputten toestand bereikten zij ten laatste Turanganui. Mr. Walsh, zijne vrouw en twee kinderen, w.o, een: zuigeling, wer dén verrast en vermoord, en nog meerdere ersonen ondergingen hetzelfde lot. Een zekere Mevr. James, die door een zekeren jongen, Tarr genaamd, gealarmeerd werd, gelukte het, om met hare zes kinderen te vluchten. Een zekere James Gar.land bleef op eene wonderlijke wijze voor de moord zucht der Maories gespaard. Hij woonde in een hut, dicht bij het huis van Mevr. Bloom field, doch het klinkt bijna als een sprookje hij was niet wakker geworden van al het rumoer in den omtrek. Om 5 uur morgens stond hij volgens gewoonte op en ging uit, om de koeien te melken; tot ijn schrik en ontzetting zag hij toen pas, wat er 's nachts was geschied. Geen enkele Inboorling was er op dat oogenblik te zien. ofschoon ze nog altijd in de buurt waren en, oók gedurende het grootste gedeelte van den dag in den omtrek bleven, om de hui zen der settlers te plunderen en te verbran den. Een aantal bevriende Inboorlingen, die te Matawhero woonden, vielen eveneens als lachtoffers van de rebellen. In het geheel erden, zooals later bleek, 38 Europeanen of het toch niet een spel van zijn ver- eelding was geweest, dat hij dat ge laat had gezien aan een van de bo- envensters. Toen hoorde Mary de tem van haar echtgenoot. - Heb je den steun van mijn arm iet noodig, vrouwtje, want het pad is hier en daar glibberig. Tom, wat denk jij van Dorothv Wenyss? Hoe kom je daar zoo bij? Ze hadden nu de Lange Brug be reikt en hun stemmen klonken heel uidelijk in de stilte. Een donkere ge- aante beklom het pad in de richting aar het kasteel, langs de rivier „De Zorg", en hield ineerns verschrikt op, bij het hooren van den naam. Ik weet niet, maar Colin sprak an haar. - Dat is een geheimzinnig geval, meende Fenwick. Wat dat meisje toch bezielde om eg te loopen van een verloofde als 'olin ens een inkomen van tienduizend pond per jaar, vat ik niet! Ze moet toch waarlijk wel „krank van zinnen" ijn geweest; anders kan ik het mij niet verklaren! Tom! - Maar, liefste! Ik heb al eens meer zoo'n vermoeden hooren uitspreken. "iemand heeft haar ooit na het onge- uk gezien en de oude Wenyss was ook altijd wat vreemd. Maar zij zal vroe ger of later nog wel eens opdagen; aar ben ik van overtuigd. Kijk, daar zijn de anderen}! en 32 bevriende Inboorlingen vermoord. Een zekere Mr. Gold-smith, die te paard in de buurt was en het schreeuwen en schieten hoorde, reed ijlings naar de plaats des onheils en was vreeselijk ontdaan, toen hij het vreeselijk verminkte lijk van Mevr. Mann zag liggen. De Inboorlingen hadden haar vermoord, en daarna hare kleeren in brand gestoken. De Maories waren in de nabijheid, toen Mx. Goldsmith daar aan kwam. Ze trachtte om de teugels van het paard te grijpen, doch Goldsmith gaf het dier de sporen en galJoppeerde weg. Het was gelukkig, dat de geweren der Maories op dat oogenblik niet geladen waren, zoo dat men hem geen kogel na kon zenden. Bij het vluchten zag hij de lijken van ver schillende vermoorde personen op den grond liggen. In ten vreeselijk opgewonden toestand bereikte hij Turanganui, om al daar het bericht der slachting te brengen. Wordt vervolgd. DE VOET EN ZIJN VERZORGING. VERVOLG. Deze bogen nu rusten op 3 steunpunten, n.1. het eerste steunpunt; dit bevindt zich in den hiel, het 2de steunpunt: bal, kleine teen, het 3de steunpunt, bal, groote teen. Functioneereh deze bogen goed op de teunpunten, dan loopt men lekker, gemak kelijk veerend, al weegt men 300100 pond, toch loopt men dan licht. Zijn echter de bogen van hun steunpunten af, dan heeft men een voeteuvel en loopt zelfs iemand van 80 pond zwaar. Wij zetten dus bij het loopen eerst de hiel, dan de bal-kleine teen en daarna de bal-groote teer» neer, drukken en op de bal van de groote teen en op de groote teen zelf en gaan een stap vooruit. De groote teen is derhalve voornaam (evenals de duim); iemand een handdruk geven zonder duim gaat nu eentinaal niet. Daar zit namelijk de groote teenstrekker, die zoo goed als het geheele loopen in zich heèft. Ontstaat er een voeteuvel, dan gaan de bogen van hun plaats, een beentje uit zijn erband geeft, dat ze na korten duur alle ten getale van 28 meegaan. De 3 steunpunten zijn dus vervallen. De meeste voeteuvels zijn voorvoetver- <z wak kingen d.w.z. de voorvoetboog, die eer veel te doorstaan heeft, zakt door en menschen die zoo'n euvel hebben, voelen bij het loopen alles, zelfs vermeenen ze overal de straatsteenen te voelen. Hoe komt dit? De voorvoetbeenderen hebben hoofdjes, welke drukken in een vet laag, die zich vormt onder de voetzool. On ze geheele huid is een beweeglijke huid, dus uit te rekken, behalve echter de huid van handen era voeten; dat is een vaste huid. .Op een vaste huid kan men staan, dus ook op de handen. Gaat nu de voorvoetboog doorzakken, dan gaan de teenbeenderen loopend over de wreef eenigszins plat lig gen, willen het hielbeen achteruit drukken, wat niet kan door de vaste huid-onder de voet en (moet het hielbeen naar buiten uit en gaan de voeten aan den binnenkant, iets oor de enkel naar binnen staan, of te wel het z.g. springbeen. De banden, waar de 28 beentjes, welke e voet vormen in opgesloten liggen, gaan aardoor scheef rekken en gaan na een moeizamen dag opzetten, dik worden. Door e scheeve rekking der banden, gaat dus de voet opzetten, wat men gewoon is te noe men: zucht. Zetten LTwe voeten in den na middag of avond op, dan is dit echter geen ucht, 't is zelfs zeer goed te genezen. Voor H.H. Winkeliers, te gebruiken voor Etalage reclame, voor prijzen enz. N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij Van Weedestraat 7 - Soestdijk Nog eer 't donker was, bereikten ze allen het portiershuisje en reden terug, terwijl ze nog juist bijtijds kwamen oor het diner. Rokeby Wenyss stelde geen bijzon- Ier belang in de beschrijving van het kasteel em Colin sprak niet van zijn avontuur, ofschoon het hem heel den avond niet uit de gedachten wilde en hij 's nachts in den slaap het bleeke gezichtje van Dorothy voor zich zag met dien strakken, vreemden, starren blik. Jntuusschen had Effie langzaam het pad bestegen, met trillende lippen en onzekeren tred. Het mandje, dat ze bij zich had, leek haar nu een zware racht, ofschoon zij eerst haast niet gemerkt had, dat zij wat droeg. Haar vrees voor ontdekking had zij bijna vergeten, gedurende het jaar, dat ij Dorothy veilig had geweten;, aan alle kanten omringd door vreemden, als zij waren. Nu, nu ineens had die angst zich weer van haar meester ge maakt! Hier, in de kloof naar het kasteel, had zij den naam van haar lieveling gehoord. Er waren menschen Dolour, menschen aan den voet van het kasteel „Schaduw", die haar kenL Jen, die haar misschien hadden gezien en haar zeker zouden'herkennen, als zij haar weerzagen! Natuurlijk zou Ro- eby Wenyss er van hooren en dan zou Dorothy andermaal in zijn macht zijn. O, verschrikking! Wordt vervolgd. Ni BU AC TC Uil HE D B con is li star Wa prei hou der schi kon ninj behi volt Am tal leid ninj. ovei puni den, het litai de j Hitl lioei teV larei gim< vaar in n: stor; Er staai eenk te b( nen onde Het bijvc een zou in rv van teria ontw slagc de 01 der orga van van riaal. Me de ei ming rig b over me, lange tot Een groot immt ning. die fc ontw 't ouc en dc denhc heel hoort loof om d leger; zijn 1 ontmi haald' Hel lijke 1 elk v heerli vader de voi tie on tuigen propaj ander, dan ir teeker, *0 De Sp: Btli

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 4