k
>7.M£®IL^a
Damestasschen
Portefeuilles
Sigarenkokers
Portemonnaies
Actetasschen
Schooletui's
De geschiedenis en het proces
van Jeane d' Are.
Tweemaal twee is vier.
Burgerlijke Stand
Rechtzaken
FEUILLETON
T- VAN VLIET
Modelslagerïj
0-« Voor de Vrouw wO
Vestiging van 915 Nov. 1933.
A. Walleta van Baarn naar Braamweg 60;
J. Overgauw met vrouw van Den Haag n.
Eigendomweg 5; J. Baas van Hoogland n.
Kerkpad N.Z. *23; Wed. G. Kemp van Lin-
schoten naar W. Toplaan.'l; G. Westenberg
met gezin van A'dam naar Hartmanlaan
25; Wed. G. M1. van Krieken van Rijswijk
naar Vredehofstraat 29; B. Haven van Gro
ningen, naar B. Grothestraat 61); J. v. d.
Broek met vrouw van A'foort naar Kamp
weg 78; R. L. Br. v. d. Borch tot Verwolde
van Zutphen naar Amersf.straat 21; D. L.
van Peursen met vrouw van A'dam naar
Nieuweweg 41; Wed. K. Groenewold van
Zuilen naar Amersf.straat 93; R, Wassenaar
met gezin van Doniawerstal naar Kromme-
weg 27; A. Bouma idem; A. Fiedler van
DriebergenRijsenburg naar Amersf.str.
121; A. Kritzler met vrouw van A'dam n.
Nieuwerhoekstraat 7; J. de Ridder van
Oegstgeest naar Amersf.straat 23; E. Ca-
pelle van Arnhem naar Vosseveldlaao 11;
G. A. M,- van Assen van R'dam naar Spoor
straat 41; B. H. Lensing van R'dam naar
Kon.laan 77; A. H. Meiman met gezin van
Tienhoven naar Talmalaan 11.
Vertrek van 915 Nov. 1933.
W. Middelaar van Birktstraat 53 naar
Hoogland, F 3; C. A. Broersen van Lange
Bergstraat 3 naar Baarn, Laanstraat 12A;
J. A. Sonneveld met gezin van Kolonieweg
2b naar Waddinxveen, Bodegr.straatweg
107; H. J. Wi. van Ommeren van van Lijn
denlaan 20 naar Maurik, Donkerstraat Rij
87; D. de Keijzer met gezin van L. Brink-
weg 31a naar Baarn, Pompstraat 5; Wa.
Oostrom van Julianastraat 34 naar A'dam,
Prinsengracht 434; H. C. Kwak van Nieu
weweg 25 naar A'dam, Adelaarsweg 27 bo
ven; J. Sporry van Amersf.straat 112 naar
Zutphen, IJselkade 0; D. Boller met vrouw
van de Genestetlaan 3 naar A'dam, Wete
ringschans 34; C. C. v. d. Valk van Heide
weg 52 naar Utrecht, Wilhelminapark 28a;
A. Anema met vrouw van Amersf.straat 60
naar Zeist, Gerol. 52 boven; J. Jongepier
van Luchtv.afd. naar A'foort, Spaarnestraat
131; M. Manné met gezin van Den Bliek
laan 35 naar A'foort, Spaarnestraat 53; H.
L. d'Angremond van Nassaulaan 2 naar
A'dam, P. Potterlaan 11; C. G. Brasem van
Beukenlaan 1 naar Utrecht, Berkelstraat
63; J. A. Tolboom van Spoorstraat 9 naar
A'foort, Utr.weg 88; J. W. Nortier van B.
Grothestraat 49 naar Bloemendaal, v. Vol-
lertfhovenlaan 16a; W. van Deudekom met
vr. van Laanstraat 3a naar Amsterdam,
de Clercqstraat 18hs.
Verhuizingen binnen de gemeente van
9—15 Nov. 1933.
J. H. M'atthesius van Soesterengweg 46
naar Lange Brinkweg 39; E. van Putten
idem; G. Ruijer van L. Brinkweg 7 naar L.
Brinkweg 13a; J. Blankestijn met gezin van
Duinweg *2 naar Ringweg 10; Wa. Ga. Aa.
Jannes-Soerink van Schrikslaan 47 naar
Krommeweg 17; J. H. R. v. d. Steen van
Soesterb.straat 29 naar Soesterb.straat 35;
J. U.wland met gezin van van Lenneplaan
10a naar van Lenneplaan 12; J. Verwoerd
van Molenstraat W.Z. 22 naar Mblenweg 8;
E. M. Marks van van Lenneplaan 52 naar
van Lenneplaan 42; J. van Rouwen,'daal van
Kon.laan 1.47 naar Dorresteinweg 22; H.
v. d. Kuil met gezin van Eigendomweg 104
naar Driehoeksweg 10; F. L. Dankmeijer
met gezin van G. Pelsweg 22 naar Birktstr.
51a; G. Vermeulem met vrouw van Den
Blieklaan 59 naar Ossendamweg 18; J. H.
Vervveij van Ossendamweg 22 naar Hel-
lingweg 13; J. Fleischmann van Birkt
straat 41 naar Beetzlaan 22; C. J. Roling
van Soesterb.straat 54 naar Ossendamweg
7; J. Stronk van Heuvelweg 28 naar Hart
manlaan 8; P. Coonen van Schoutenkamp
weg 3 naar F. Huycklaan 7; A. Klevith van
Verl. Talmalaan 15 naarBelvédèreweg 3; P.
G. Stalenhoef met gezin van Nieuweweg 11
naar Smitsweg 12.
KANTONGERECHT TE A'FOORT.
De roomauto.
Het schriftelijk vonnis in deze zaak van
den, Bunschoter grootmelkhandelaar C. H.,
nam de overtreding als bewezen aan.
Verd. was in den auto opgemerkt als al
leen inzittende en het was niet mogelijk ge
weest, dat in den besloten kring A'foort
een ander met hem kon gewisseld hebben
aan het stuurrad. De auto met de 13 leege
bussen werd vrij gegeven; de room werd
verbeurd verklaard en een boete van f 800
werd opgelegd.
Aan de spoorhalte Soestdijk
van de lijn BaarnUtrecht waren 22 Sep
tember 's avonds kwart na vijf de boomen
nog niet gesloten, toen de trein uit Baarn
daar was gearriveerd en stopte wegens den
open gelaten overweg. Hiervoor stond te
recht de beheerder der halte G. L., en mr.
Dambrink uit Utrecht .nam zijn partij. Diens
woord belichtte de vele verzachtende om-
tandighedeni.
Deze haltewachter heeft voor alles te zor-
geny Hij stond dan ook aan het loket om
een bankje van tien gulden te wisselen»
waarmee een dame haar spoorkaartje be
taalde. Het raam, waardoor de lijn is te
overzien ligt aan de andere zijde van het
kantoor. En dan kan men slechts 100 M. van
de spoorbaan waarnemen. Eer de man dan
naar buiten is om de handel over te halen,
is de trein reeds bij den overweg. Dit geeft
dus niets als niet vanuit Baarn het vertrek
van den trein is aangegeven.
Dit was heden achterwege gelaten,. De
betrokkem ambtenaar aldaar is dan ook
disciplinair gestraft, wat ook den verd. van
heden- te wachten staat, al heeft hij geen
feitelijke schuld aan het geval.
Na dit geval is ingevoerd, dat bij den
overgang Pekinglaan waarschuwingssein
moet worden gegeven.
Verd. is Juli 30 jaar in dienst. In dien tijd
is door den dienst aldaar nooit een ongeval
voorgekomen. Daarom drong spr. aan op
uiterste clementie.
De Kantonrechter (mr. dr. deBeaufort
van de Treek) bracht den eisch van f 10 te
rug tot een vonnis van f 5.
De onverkochte pruimen.
Dc koopman of vertter P. v." d. B. uit
Amersfoort was Woensdag naar de Hilver-
umsche markt geweest, maar had veel on
verkochte pruimen weer terug te voeren.
Deze dacht hij den volgenden dag wel in
Soest te kunnen verhandelen. Hij liet dan
ook den wagen daar staan en kwam den
volgenden dag terug. De regen had de
pruimpjes opgefrischt. En nu zocht P. v. d.
B. te handelen, zonder de vereischte Soes-
OPGERICHT 1899
BOSCHSTRAAT 9 - BAARN
ALLEEN EERSTE KWALITEITEN!
fELEF. 330 POSTGIRO 146487
ter vergunning te hebben aangevraagd en
betaald. Dat zou zooveel gewonnen zijn.
Thans heeft hij echter een paar pop aan
Justitie te betalen. Scha voor de hand.
Zoo kwamen er nog een paar vonnisjes
van een enkelen gulden^ wegens parkeeren
in Soest nabij de Torenstraat, waar parkee
ren niet is toegestaan, of voor een( ijsco ver-
koopen, denken.de dat men reeds was cp
Amersfoortsch grondgebied of hetzelfde op
Koninginnedag op andere plaats dan als
standplaats was aangewezen.
Beneden het tarief.
Met C. R., werkman in Soest liep het niet
met een erikelen gulden af, en toch kreeg hij
het voor eent koopje. Dronken op de fiets
besomt als regel 25 pop; hier liep het met
f 15 eisch en! f 10 vonnis af.
Nacht ZaterdagZondag 26-27 Aug. te
1 uur.
Drie wielrijders komende van Baarn; een
in zigzag-gang.
Soester politie roept tweemaal voor op
houden.
Doorrijden! zou uit het drietal gezegd
zijn. De zigzagger kwam te vallen. Schuld
van den agent, zei verd. Die gaf me een
douw, dat ik op mijn kameraad viel.
Niet dronken, betoogde hij. Want ik
sprong weer op en reed naar huis. Dronken,
dan had men, mij moeten opbergen;.
Zooals gezegd f 15 eisch, f 10 vonnis.
UITSPRAKEN KANTONGERECHT.
Vleeschkeuringsverordening Soest: M. J.,
aldaar f 2 of 1 dag. (Het niet afgedekt ver
voeren van vleesch).
Te snel rijden in Soest: C. G., geen vas
te woonplaats, f '25 of 10 dagen, plus f 3.—
of 1 dag voor niet toonen van rijbewijs.
Militaire humoreske
van Freiherr von Schlicht
door
CEKA.
6)
Tot uw dienst, kapitein!
König bracht de hand aan z'n pet, maak
te een| draai ert keerde zijn superieur den
rug toe. Hij was meer dan verwonderd
over 't gedrag van z'n kapitein; de kame
raden hadden, wel gelijk gehad, dat het geen
plezier was bij de 5e te staan.
De kapitein zag ondertusschen de oefe
ningen nog een poosje aan en ging toen
naar den ter zijde van het groote plein
staanden gemeenschappelijken paardenstal
van het regiment, om na ongeveer 5 minu
ten, hoog te paard gezetenv opnieuw te ver
schijnen.
In z'n rechterhand hield hij den getrok
ken sabel.
In compagnies-colonne aantreden!
Marsch!
Ook de officieren, trokken hun degen en
spoedden, zich naar het plein.
M'.et pijnlijke stiptheid controleerde de
chef de opstelling, de richting en de voor
mannen in 't gelid.
O ja, pardon, luitenant König! Ik ver
gat het. Mag ik u verzoeken uit 't gelid te
treden?
König keek verbaasd op, doch trad ter
stond ter zijde, en een oude onderofficier
sprong als troepleider voor hem in.
Wel een uur lang exerceerde de kapitein
zijne compagnie, en ook nu was het Gerd,
die zich de meeste moeite gaf. Hij mar
cheerde als een jonge god en bij het af-
marcheeren vloog hij bijna als een hal door
de lucht. Het was werkelijk een lust naar
hem te ziert.
Als ik me bij m'n ouden! kapitein
slechts half zooveel had ingespannen, was
die me met een kreet van vreugde om den
hals gevallen, dacht Gerd. Maar deze Völ-
kerling schijnt het als iets van zelf spre
kends te beschouwen, dat ik hier m'n ge
zondheid er aan waag. Als ik eiken dag m'n
sterfelijk gebeente zoo inspannen moest,
kon ik spoedig als geheel invalide met 50
Mark 's maands op pensioen' gaan.
^N'iet toegeven, mannen/! En ook gij lui
tenant Gerd, ik bid u, niet moe worden!
klonk de stem van den chef.
Ik bid u, niet moe worden die is
goed! dacht Gerd, alsof het in mijne macht
staat moe te worden of niet. 't Is toch mijn
schuld niet, dat m'n dijen me zeer doen en
de spieren van m'n voeten me opzwellen!
Maar moed, Gerd! Heden möet het ge
beuren!
'En weer vlogen de beenen door de lucht.
Zoo is het goed, heel goed, luitenant!
Dat geloof ik, dacht Gerd. Wlat ik, hier
uitvoer, is eigenlijk de volmaakte marsch.
Zelfs König met z'n paradebeenen, zou het
me niet verbeteren. Ik zou echter wel eens
willen weten, hoe het komt, dat hij niets
doet, terwijl ik m'e afjakkeren moet.
Eindelijk sloeg het tien, en met den
klokslag klonk het commando: Ingerukt
marsch!
Als „de gesmeerde bliksem" stoven de
lui weg en| vragerud zag Gerd z'n kapitein
aan, die hem met eemige woorden van dank
ontsloeg.
Ulit den stal kwam de oppasser toeschie
ten om het paard van den kapitein weg te
leiden, waarop deze zich tot König wendde
met de woorden: Mag. ik u verzoeken, lui
tenantl
In strenge diensthouding trad deze op
zijn chef toe, maar deze zei vriendelijk: Ik
VERVOLG.
Zij was eene trouwe dochter van haar
land, zij was ook geheel en al een kind van
haar tijd. Evenals de plant is ook de inensch
een product van klimaat en bodem, waar
uit en waarop hij is opgegroeid. Elk levend
wezen draagt de onwischbare teekenen van
zijn tijd en ook was dit het geval met Jea
ne d'Arc, het Fransche boerenmeisje der
15e eeuw. Deze eeuw was eene periode, die
groote veranderingen, vooral op Geestelijk
gebied aankondigde. De Renaissance kon
digde zich aan en de reformatische gedach
te begon zich baan te breken, zooals zelfs
op de groote kerkvergaderingen van Hls?,
Constanz en Bazel bleek. In die veelbewo
gen eeuw, waarschijnlijk in het jaar 1412
werd Jeane d'Arc in het Fransche dorpje
Domremy geboren. Dit dorpje lag en ligt
een dal, dicht aan de Westgrens van het
Duitsche Rijksland Lotharingen. Hare
ouders hadden drie zoons, en benevens
Jeane nog één andere dochter. Hij was een
Fransche boer van dien tijd, dat beteekent:
hij moest met de uiterste inspanning voor
zich en zijne familie het levensonderhoud
verdienen, en de kinderen moesten reeds
zeer vroeg bij de werkzaamheden thuis en
op het veld behulpzaam zijn. Bij Jeane
openbaarde zich reeds'vroeg een rijk ge
moedsleven en eene innige vroomheid, ter
wijl haar levenswandel onberispelijk was.
Voor het overige was zij als elk ander boe
renmeisje, zoodat de graad harer ontwik
keling niet veel beteekende, en van school
onderricht totaal geen sprake was. Zooals
in hare processtukken staat, gaf hare moe
der, Isabelle Roméc haar onderricht in de
Christelijke leer, dat beteekent: zij leerde
hare dochter het Credo, het „Onze Vader
en het „Ave Maria" opzeggen. De zorgen
van Frankrijk en de ellende, waaronder
haar vaderland gebukt ging, vervulde haar
jong gemoed met smart, vooral toen in het
jaar 1124 ook in het afgelegen Maasdal de
oorlog zijn verdervelijken invloed deed
gelden. Óp zekeren zomerdag waar
schijnlijk was het in hetzelfde jaar 1424, die
den oorlogsstorm in de onmiddellijke nabij
heid van haar dorp bracht op dien zo
merdag vernam-Jeane in den tuin van haar
ouderlijk huis die Hemelsche stemmen,
die haar opriepen om de redster van haar
land te worden. Een lichtende glanswolk
breidde zich rondom haar uit en hierin
verscheen haar de aartsengel Michael, de
heilige'Katharine en de heilige Margaretha.
Dit visioen verscheen haar daarna nog her
haaldelijk en in het binnenste harer ziel was
zij van de werkelijkheid dier gezichten over
tuigd. De innerlijke stem, die haar onop
houdelijk toeriep: „Ga en red uw land!",
scheen voor het naïeve geloof van het jon
ge meisje als een haar door Engelen en
Heiligen toeroepende stem te zijn. De groo
te gedachte Frankrijk te redden en haar
volk voor eene vreemde heerschappij te be
hoeden, liet haar geen oogenblik meer los
en ze beschouwde deze als eene door En
geleen verkondigde en door Heiligen opge
legde missie. Zij nam deze, haar opgedra
gen taak met een kinderlijk geloof aan en
deze zelfde geloofskracht, waarmede zij aan
hare hemelsche zending geloofde, deed
eveneens de menschen aan haar gelooven.
Het volk gaf zich in die tijden zoo gaarne
over aan mythische voorstellingen en ge
dachten. De verlosser der wereld was im
mers uit eene jonkvrouw geboren; waarom
zoude het dan onmogelijk zijn, dat de ver
lossing van Frankrijk, waar menigeen zoo
verlangend naar uitzag, door eene andere
Maagd zoude geschieden? ,Er waren ech
ter ook men'schen, die zoo iets maar niet
voetstoots wilden aannemen, omdat ze
meer nuchter over deze dingen nadachten
en practischer aangelegd waren, o.a. ook
haar eigen vader. Deze schudde zijn hoofd
en vond, dat het maar verstandiger was om
zijne overspannen dochter uit te huwen;
het huwelijksleven zou, volgens zijne mee
ning, al die grillen wel uit het hoofd van
dat overspannen kind verdrijven. Doch het
bleek, dat Jeane van dat geneesmiddel niet
gediend was en zij verzette zich met kracht
tegen het plan van haar vader. Al de getui
genissen, die uit dien tijd nog bestaan, wij
zen er op, dat haar hart de liefde voor man
nen nooit heeft gekend. Al hare innerlijke
gedachten, die voortsproten uit een zeer
groot religieus gevoel, waren gericht op
het groote doel, dat zij zich voor oogen had
gesteld. Gedurende het later tegen haar ge
voerd proces gaf zij te verstaan, dat zij,
toen de hemelsche stemmen voor het eerst
tegen haar hadden gesproken, de gelofte
van kuischheid had afgelegd en dat zij later
van de heilige Ivatharina en de heilige Mar-
garetha voor het bewaren dier gelofte de
verzekering van den toegang tot het para
dijs had ontvangen. Jeane's vader trachtte
nochtans zijn wil door te zetten, en zeide
tegen haar, dat een jonge dorpeling be
weerde, dat zij hem had beloofd, om met
hem in het huwelijk te zullen treden. Aan
gezien zij daar niets van wilde weten, klaag
de zij dien haar onbekenden dorpeling bij
den Geestelijken rechtbank te Toul aan en
reinigde zich déar door een eed van de
valsche aantijging. Eindelijk overwon bet
edele enthousiasme van het meisje de prac-
tische tegenwerpingen van haren vader. In
het begin van het jaar 1429 scheen de ver
overing van Orleans slechts een kwestie
van eenige dagen te zijn. In dien tijd, toen
de nood der Nationale zaak in Frankrijk
zeer hoog was gestegen, werden de aan
Jeane d'Arc verschijnende visioenen steeds
menigvuldiger en klonk de tot haar ge
richte Hemelsche roepstem steeds luider.
De aartsengel Michael sprak tot haar: Ga
heen! Maak u op. en snel uwen koning te
hulp. Ook de beide heilige vrouwen dron
gen daar in eene verschijning bij haar op
aan, en wezen hare tegenwerping, dat ze
„slechts een arm meisje was, ongeschikt
om oorlog te voeren," van de hand. De
kracht van haar innerlijk wezen en haar
begeesterd willen, overwon thans alle hin
dernissen en zij begon met de toebereidin
gen tot het volvoeren van hare groote taak.
Wordt vervolgd.
EEN GEKLEED JAPONNETJE.
Dit 1s nu eens een! japonnetje, dat zoowel
door jongere, als oudere dames uitstekend
gedragen kan worden. Het is een zeer ge-
verzoek u, luitenant niet zóó!
Hij begon nu het plein op en neer te loo-
pen; König schreed naast hem en dacht:
Wöt zal dat nu worden?
Eindelijk bleef de chef weer staan en; zei:
Ik was voornemens een lange rede te
houden) om u het waarom en waartoe te
verklaren; maar op dit kale plein kan ik er
niet toe komen, wijl me de stemming ont
breekt om me uit te spreken. Wilt u me
echter het genoegen doen hedenmiddag te
2 uur bij me te komen eten? Veel omslag
wordt niet gemaakt: een bordsoep, een stuk
vleesch, boter en kaas, eni daarna een; si
gaar, waarvan ge veel plezier zult hebben
Maar, kapiteinKönig was
zóó verbaasd, dat hij heelemaal niet wist,
wat hij zeggen zou. Hij kon zich niet her
inneren, dat heer von Völkerling ooit een
officier bij zich aan huis genoo'digd had, en
nu viel deze onderscheiding hem reeds op
den eersten dag ten deel.
Ook zonder dat König het uitdrukkelijk
toestemde, hield de kapitein het voor van
zelfsprekend.
Mooi, afgesproken dus! Precies 2 uur!
Dan zullen we elkaar nader leeren ken
nen, of tenminste u mij. Ik ken u reeds lang.
Ik heb u in en buiten, den dienst gadege
slagen en. kan u zeggen, dat gij bij me ge
komen zijt. Ik weet, dat ik als compagnie
chef niet zoo heel liefelijk beoordeeld word;
maar het leven en de dienst hebben me ge
maakt, zooals ik thans ben. Ook weet ik
dat Gerd zich meer dan ongelukkig ge
voelt, dat de Overste hem bij mij geplaatst
heeft, doch wederkeerig is dat gevoel
ook bij mij. Ik kan alles ter wereld verdra
gen, maar geen huichelarij. Toent ik zag,
hoe Gerd zich heden inspande om een wit
voetje bij me te halen, werd ik direct woc
dend op hem.
Arme kleine Gerd! dacht König, als
ge dat eens wistmaar veroorloof
de zich toch de tegenwerping: Maar
kapitein!
kleed middagjaponnetje, waaraan het leuke
kraagje een heel vlot en jeugdig uiterlijk
verleent. Zooals men ziet, is de mouw zeer
modern en met veel ruimte aan den kop in
de japon gezet. Verder valt de mouw strak
-4 Ja, ja! Ik weet: wat ik zeg, klinkt in
het eerst zonderling, maar gij zult me wel
begrijpen. Gij hebt me voor u ingenomen,
omdat ge mij openhartig uwe meening over
den dienst hebt gezegd. Nu weet ik, in welke
takken van dienst gij me van nut kunt zijn
en ik beni er van overtuigd, dat wij het best
met elkaar zullen kunnen vinden. En ik ben
het geheel met u eens, dat de gewone exer
citiën doodelijk vervelend zijn. Gij comman
deert „op schouder 't geweer!" era „zet
af 't geweer!" nog maar 14, doch ik reeds
25 jaar. 't Is in één woord verschrikkelijk!
De kapitein zuchtte luid, en bij het voor
uitzicht van 't geen hém wachtte, zuchtte
König mee.
Och ja, zei de kapitein. Maar wat
helpt liet? Het moet toch gebeureni
Helaas, ja! beaamde König nogmaals
Dus tot wederziens om 2 uur.
Tot wederziens, kapitein!
De commandant ging naar het bureau
der compagnie om met den feldwebel. te
overleggen, en König zocht het casino op
om daar te ontbijten.
IV.
„DE WERELD VERGAAT".
KJönig vond in het casino den kleinen
Gerd reeds voor een dubbel glas bier.
Vroeger had Gerd in het rcuzenglas,
waarin een zuigeling heel rustig zwemon-
derricht had kunnen nemen;, altijd nog een
halve flesch champagne bijgegoten.; maar
nu, wijl hij definitief besloten had een so-
liden levenswandel te beginnen, dronk hij
zijn bier er zonder.
Gerd was door de inspanning bij de oefe
ningen warm geworden; op z'n voorhoofd
parelden nog de zweetdroppels. Daarom
stak hij z'n hoofd diep in het bierglas en
deed een langen, langen teug, zoodat het
eert geruimen tijd duurde vóór z'n gezicht
Afdeeling Lederwaren
Goed en Goedkoop
Ie SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ
VAN WEEDESTRAAT 7 - SOESTDIJK
over den onderarm en sluit met een paar
drukkertjes in den elboognaad aan den pols.
Het kraagje en' het vestje, die van een ande
re kleur zijn, zitten los op de japon en kun
nen dus zoo noodig gemakkelijk er af ge
haald worden om te worden, gewasschen.
Het is daarom aan te bevelen om de japon
steeds van een dubbel stel (kraagje en vest-
e) te voorzien. Als men deze stelletjes in
verschillende kleuren heeft, bereikt men
daarmede bovendien; het effect alsof men
twee heel verschillende japonnen heeft. Te
vens is het makkelijk als een garnituurtje
uil is en men direct een ander voorhanden
heeft om het op de japon te naaien. De rok,
die twee ingezette banen heeft, loopt van
onderen eenigszins klokkend uit. Verder is
de rok van achtefen glad. Deze japon is ook
heel geschikt om van fluweel gemaakt te
worden. Wil men/ het eenvoudiger doen, dan
een donkerblauw japonnetje met rood en
groen geruit kraagje en vestje buitenge
woon geschikt voor kantoor of om ons zelf
middags eens keurig op te knappen. Wil
men echter meer aan denmodernen) kant
blijven,, dan kan een' mooie groene kleur
stof met beige vestje en, kraagje zeker wor
den aanbevolen. Wat dc noodige hoeveel
heid stof aangaat, heeft men twee maal de
engte van de japon, of wel ongeveer 3.25
M. stof van 1.10 M. breed noodig. Voor het
garnituur heeft men 60 e.M. geruite stof
noodig.
MADELEINE.
BESTELLING
van
KNIPPATRONEN.
Van model No. 4 is een knippatroon ver
krijgbaar ad 25 cent; uitsluitend in een
standaardmaat, waarvan de afmetingen ge
legen zijn tusschen 44 en 46. Met eenige
handigheid kan men dit standaardpatroon
zelf geschikt maken en gebruiken voor zoo
wel de maten 42 en 44, als 46 en 48.
Bestellingen uitsluitend over de post te
richten aan:
De Beurs, Daniël Willinkplein 45, A'dam-Z.
Op strookje van postwissel of postgirobil
jet (POSTGIRO DE BEURS 71512) nauw
keurig vermelden: 'Naam en adres van af
zender en nummer van het gewenfechte mo
del.
N.B. Patronen kunnen niet geruild wor
den, noch kan cr correspondentie over wor
den gevoerd. Bestellingen worden alleen
uitgevoerd, indien zij vergezeld zijn van be
taling.
444444444444444444444
4
EEN GOED ZAKENMAN4
4
4 weet, dat net uitgevoerd Drukwerk ^0
4 cachet aan zijn zaak geeft. Komt 4
4 daarvoor bij ons, wij geven U gaarne
4 advies engij zult tevreden zijn 1 4
4 le Soester Electr. Drukkerij 4
4
weer te voorschijn kwam.
Wiel! wat zegt ge van onzen nieuwen
chef? vroeg hij König.
Deze bleef het antwoord schuldig; zijn
oordeel over den superieur stond nog niet
vast, al scheen hij hem voorloopig ook een
weinig zonderling. Hij was er op voorbereid
geweest, dat hem behoorlijk de mantel zou
worden uitgeveegd, omdat hij zich er toe
had laten verleiden zijn meening vrij uit te
zeggen, en in plaats daarvan was hem lof
toegezwaaid.
En ook dat hij geïnviteerd was, wilde er
nog niet goed bij hem in; hij wist niet te
zeggen, waaraan hij die uitnoodiging te
danken had.
Nu heelemaal geen oordeel is ook
een oordeel, zei Gerd, toen König nog
steeds zweeg. Maar dit staat vast: mijn ak
ten over denl man zijn gesloten!
En mag men weten, wat er in die ak
ten staat?
i Neen, ze dragen het opschrift „ge
heim".
Jammer! Ik weet weliswaar niet, wat
ge er in geschreven1 hebt, maar geloof toch.
dat ge hem onrecht doet.
Gerd trok met de schouders. Woudt gij
mij de menschen leeren kennen? Ik heb
mijn ervaringen ook!
Waar hebt ge die dan opgedaan?
In de wereld, in de droevigste aller
uitvindingen en waardoor ik steeds gegaan
ben met open oogen, En zooveel weet ik
wel, dat ik nooit met hem bevriend zal ra
ken.
Wellicht is dat dan wederkeerig
Met een slag zette Gerd het glas weer
neer, waarin hij, vooroverbuigend, juist
verdwijnen zou.
H°eft hij zich dan onwelwillend over
mij uitgelaten?
König had reeds spijt van z'n woorden
Wordt vervolgd.