ae m Wh „STRALSUNDER" SPEELKAARTEN K Land- en Tuinbouw. FEUIL L ETOIN Tweemaal twee is vier. Voor de Vrouw Pluimveeteelt. Rechtzaken Het genoegen van een kaartavond wordt belangrijk verhoogd door het gebruik van Immers alle wenschen, die U dienaangaande mocht koesteren, worden in deze spelen verwezenlijkt VOORLOOPIGE PRIJZEN: 15, 24, 26, 32, 34 en 50 ets. per spel IX. KUNSTMEST. De mest van onze huisdieren bevat alles, wat de planten voor haar groei noodig hebben; stikstof, kali, fosforzuur en kalk, zij het dan ook niet in de juiste verhouding. De boer, die overvloed van dezen mest bezit, mag zich dus gelukkig rekenen. Maar wat men voor ruim 60 jaren nog niet wist, dat weet men nu door de onderzoekingen en proeven van bekwame mannen. Deze ontdekten, wat en hoeveel de planten op nemen, hoe ze dat voedsel uit den bodem en uit de lucht halen, en ook, waaruit de stalmest bestaat. En toen bleek, wat we zoo pas zeiden: de stalmest bevatte wel al het noodige plantenvoedsel, doch niet in de onderlinge goede verhouding. Die wetenschap leidde tot het zoeken naar stoffen, van welke de planten te wei nig ontvingen en die den stalmest geheel of gedeeltelijk zouden kunnen vervangen. Deels door proeven, deels door toeval vond men, dat mem het land volledig en goedkooper dan met stalmest kon bemes ten door middel van eenige minerale zou ten of gesteenten, nadat men deze eerst verschillende bewerkingen laat ondergaan. En een der grootste voordeelen is zeker wel, dat men van elk dezer meststoffen zooveel of zoo weinig kan geven', als men verkiest en die hoeveelheid geheel kan regelen naar de behoeften der verschil lende gewassen en gronden. Die uitvinding is voor den landbouw dus van zeer groote waarde, en sindsdien is hij dan ook met reuzenschreden vooruitge gaan. Duizenden en duizenden Hectaren woeste, niets opleverende gronden zijn in de laatste 50 jaren ontgonnen en tenge volge van die uitvinding herschapen in vruchtbare bouw- en weilanden. Die kostelijke uitvinding wasde kunstmest. De naam duidt reeds aan, dat men er met bedoelt die mest, welke op een kunstmatige wijze in fabrieken wordt ge maakt, in tegenstelling van den stalmest, die langs natuurlijken weg ontstaat. Die kunstmest wordt gemaakt van ver schillende stoffen, zoodat men tal van soorten heeft, ieder met zijn bijzondere eigenschappen; doch alle komen hierin overeen, dat ze bestaan uit een meer of minder fijn poeder. Jaarlijks worden er in ons land millioe- nen K.G. ingevoerd en over de akkers en weiden gestrooid, waarvan de volgende cijfers wel een sprekenid voorbeeld geven. In 1895 gebruikte Nederland ruim 13.000.U0Ü K.G. kaïniet, in 1900 ruim 14 en in 1905 bijna 102 y3 millioen K.G., terwijl het gebruik van patentkali (gezuiverde kaï niet) in diezelfde jaren achtereenvolgens was 195.000, bijna 2% millioen en ruim 12 millioen K.G. Het is natuurlijk, dat de kunstmeststof fen, als men ze afzonderlijk aanwendt, den stalmest niet volkomen kunnen vervangen» wijl er slechts enkele, belangrijke voedings stoffen in voorkomen. Indien men jaar op jaar met kalk bemestte, zou deze al spoe dig niet meer werken, als later ook de an dere planten'voediagsstoffen niet verstrekt i worden. Precies hetzelfde kan gezegd wor den van een eenzijdige stifstof-, fosforzuur- en kalibemesting. En juist in deze een* zijdige werking der kunstmeststoffen! ligt voor den onkundige het gevaar, dat hij slechte resultaten verkrijgt. Doch voor den zaakkundigen landbouwer is deze eenzij digheid juist een voordeel, want daardoor is hij in staat de bodemkracht te verster ken daar, waar zij het zwakst is, m.a.w. dat bestanddeel in den grond te brengen, wat hem ontbreekt om groote opbrengsten te geven. Maar ook op andere wijze vormen" de kunstmeststoffen een belangrijk hulpmid del. Onze kultuurplanten» moeten wel alle voedingsstoffen voor haar groei, maar de verschillende gewassen nemen de afzon derlijke stoffen in zeer verschillende ver houdingen tot zich, terwijl ze bovendien een verschillende geschiktheid bezitten om deze of gene voedingsstof op te nemen. Zoo moeten .b.v. de klaversoorten een zeer ruimen voorraad kalk in den bodem vin den, indien zij de voor haar noodige hoe veelheid zullen opnemen en lijden reeds dan honger, wanneer andere planten, b.v. halmgewassen, nog in staat zijn in ruime mate haar behoefte aan kalk uit den bo dem te halen. De vlinderbloemigen eischen een bijzonder grooten voorraad fosforzuur en kali, de hakvruchten en granen veel Militaire humoreske van Freiherr von Schlicht door CEKA. 27) Laat ten minste wat van de huid zit ten! riep Gerd. Maar onmeedoogend wreef de oppasser verder, tot beiden zich baadden in 't zweet. Ziezoo, nu kan ik niet meer, heer lui tenant! Ik ook niet, steunde deze. Maar hij gevoelde zich weer lekker, z'n bloed had de gewone circulatie hernomen, en toen hij nu opstond, was hij weer geheel frisch. Peter Petersen, zei Gerd tot z'n op passer, terwijl hij zich liet aankleeden» we zijn op eens ontzettend rijk geworden. Deze had het reeds gehoord, vroeg dus ook niet verder en meende alleen, dat het eindelijk ook hoog tijd werd. Ja. ja, tijd werd het, zei Gerd. En toch was het hem niet slechter gegaan dan zoo veel anderen, die er zich altijd kunstmatig bovenop hielden door met het eene gat het andere te stoppen, die voortdurend schul den maakten om ze later als kapitein of majoor langzaam af te betalen. En hij was in het schulden maken eigenlijk nog maar een beginneling: met 3000 Mark was alles te voldoen. Wil de heer luitenant nu nog luite nant blijven? Gerd zag hem verwonderd aan en vroeg: Waarom niet? Nu, ik meende maar zoo; want noo dig heeft de heer luitenant het nu toch niet meer. stikstof. Door de kunstmeststoffen is men alzoo, veel meer nog dan door den stal mest, in staat gesteld deze bijzondere be hoeften der kuituurgewassen te bevredi gen. Ook kan men door eenzijdige bemes ting bij mengsels van verschillende gewas sen veel meer op de ontwikkeling der af zonderlijke soorten werken, dan men dat door samenstelling van het zaadmengsel zelf vermag. Want vinden de afzonderlijke kultuurplanten in voedend of natuurkun dig opzicht niet de voor haar vereischte voorwaarden, dant ontwikkelen zij zich toch armoedig en worden door die planten, voor wie de omstandigheden gunstiger zijn, verdrongen en onderdrukt. Men kan daarom geheel naar keuze, door eenzijdige bemesting b.v. óf de klaver óf de grassen het sterkst tot ontwikkeling brepéefiT Be mest men een mengsel van klaver en gras met een stikstofrijke meststof, b.v. chili- salpeter, dan ontwikkelen zich voorname lijk de grassen; bemest men hoofdzakelijk met een kalkmeststof, dan krijgt de klaver de overhand. Evenzoo kan men ook op de weiden een geheele verandering in de sa menstelling der gewassen door de bemes ting veroorzaken. Strooit men kalk-, fos forzuur- en kalirijke aschbestanddeelen daarop uit, dan zullen zich weldra klaver en wikkesoorten ontwikkelen en de gras- groei zal verminderen. De invloed der eenzijdige meststoffen gaat zelfs zoo ver, dat ook de afzonder lijke organen der betreffende planten in hun tegenstrijdige behoeften daaraan on derworpen zijn. De stikstofrijke meststof fen werken inzonderheid op bladontwikke ling, kalk op een krachtigen, compacten groei der stengeldeelen en in verbinding met fosfaten ook gunstig op de vorming der vrucht. Voor we nu overgaan tot de bespreking der voornaamste kunstmeststof!en, hun oorsprong, htin samenstelling en de aan wending ervan, willen we eerst nog in het kort de verschijnselen nagaan, welke zich bij de planten vertoonen bij een gebrek aan (of een overvloed van) de een of an dere plantenvoedende stof. Het is n.1. ge bleken, dat alleen door een scheikundig onderzoek van den bodem niet is uit te ma ken, of de planten uit dien bodem vol doende voedsel voor een goeden groei kun nen halen. Dit vindt zijn oorzaak hierin, dat men door zoo'n grondonderzoek niet kan vaststellen, of de betreffende voedings stoffen aanwezig zijn in een vorm, waarin zij door de planten kunnen worden; opge nomen. Toch is daaruit wel komen vast te staan, dat een vruchtbare bodem in den regel rijk is aan de belangrijkste voedings stoffen, terwijl onvruchtbare gronden min stens aan één dier bestanddeelen gebrek hebben. Zoo heeft men b.v. ontdekt, dat de teelt van klaver niet gelukt, als de grond minder dan 0.1 kalk bevat, maar van den anderen kant bleek ook, dat een bo dem met 0.3 kalk geen grootere on- brengsten geeft door nog verderen toevoer daarvan. De halmgewassen daarentegen stellen, wat het kalkgehalte betreft, veel 'bescheidener eisohen: Ibevat de grond 0.1 dan lijden ze nog geen gebrek. Zichbaar gebrek lijden de granen, als 't ka ligehalte van den bodem beneden 0.05 is, erwten bij 0.08 terwijl bij deze laat ste vrucht fosforzuurgebrek zich vertoont beneden 0.05 Het stikstofgehalte mag bij granen, aardappels en bieten niet bene den 0.12 dalen, anders krijgt men gerin ger oogsten. Uiterlijke kenteekenen aan de gewassen voor de mestbehoefte van den bouwgrond zijn o.a. de volgende: a. bij kalkgebrek: te lange stengeldee len in vergelijking met hun middellijn en lange, flodderige bladeren, de aanwezig heid van veel zuring en gele ganze- bloem; i b. bij stikstofarmoede: lichtgroene tot geelachtige, aan de randen roodachtig ge kleurde, smalle bladeren en het veelvuldig voorkomen van heelbeen, akkerhoornbloem en voorjaarsvroegeling, terwijl daarentegen weelderige ontwikkeling van muur, gui chelheil, brandnetel, ganzevoet en melde wijst op rijkdom aan stikstof; c. bij fosforgebrek: ruime opbrengsten van stroo en weinig zaad; d. bij kaligebrek: de aardappels b.v. krijgen midden in den groeitijd reeds don- kerbruinachtige, later koperkleurige bla deren, de planten zijn in 't algemeen te vroeg rijp. (Wordt vervolgd). CEKA. Schaapskop! Dat was alles, wat Gerd daarop wist te zeggen. Alsof hij tot dusver alleen luitenant geweest was om geld te verdienen! En voor de eerste maal dacht hij er over na, waaróm hij eigenlijk officier was: louter omdat z'n moeder niet de middelen had bezeten hem een andere betrekking deelachtig te doen worden. Hij had een kostelooze plaats in het corps ge kregen en was daarna in het leger getre den. De staat had hem gratis opgenomen in de stellige verwachting, dat hij later z'n plicht zou doen; de staat zou later door de diensten, welke hij bewees, zeker de rente trekken van het voorgeschoten kapitaal. Maar hoe had hij z'n beroep opgevat? Hoe weinig was hij zich z'n plicht bewust ge weest! Hij schaamde zich plotseling bijna, zelfs voor Peter, die hem zoo goed kende, en hij zag hem met een eenigszins verle gen blik aan. Peter vatte dien blik ver keerd op, want hij zei: De heer luitenant kan gerust zijn; ik heb dat „schaapskop" heel niet kwalijk genomen. Schaapskop! herhaalde Gerd nog eens, en daarna liet hij zich verder aan- kleeden. Mijn sabel! riep hij eindelijk. Pet en handschoenen. Peter zag op het horloge. De heer luite nant heeft nog een half uur tijd; 't geweer appèl is eerst om 5 uur. Maar Gerd hield het in. z'n kleine wo ning niet langer uit, hij verlangde naar lucht en vrije beweging. Wil de heer luitenant dat gruwelijk vele geld niet bij zich steken? vrtieg de oppasser. O ja, dat is waar! Gerd schoof de bil jetten in z'n tasch, maar nam ze er ook direct weer uit. Neen, zoo lichtzinnig durf ik er niet mee omgaan. Hij nam de oude tasch zijns vaders en VAN SCHOORSTEEN EN KELDER. Er zijn nu twee deelen van ons huis, en wel de twee uitersten, die in de loopende maanden meer dan eens onze aandacht vragen. Dat is in de eerste plaats de schoorsteen (denk maar aan kachels en fornuizen) en in de tweede plaats de kel ders, waar we brandstoffen, of allerlei in- maakproducten bewaren. Onze schoorstee- nen moeten, willen we ons vrijwaren voor alle mogelijke narigheid, 1 keer per jaar geveegd worden. Brandt men veel eierko len, turf of hout, wat veel roet geeft, dan is één keer niet voldoende. Een keukeu- schoorsteen, die het heele jaar in dienst is, behoort dus minstens twee keer per jaar geveegd te worden. Dan kan meteen een algemeene inspectie gebeuren, als nakijken of voegen van gemetselde schoorsteenen nog vastzitten (uitgevallen voegen bij oude schoorsteenen en puin en kalk in nieuwe kunnen verstopping opleveren, waardoor de schoorsteen niet trekt). Rookende schoorsteenen hebben meestal verstopping tot oorzaak of wel, ze staan te laag, en zijn blootgesteld aan valwinden, enz. Er moet dan een verlengstukje op geplaatst worden. In de kelders, die maar al te dikwijls vochtig zijn, hebben we de ellende van sal peter, z.g. „poes" op de muren te bestrij den. Men geeft daar wel middelen tegen aan, doch geen één helpt afdoend. Het beste is, telkens als het poes opkomt, dit af te vegen. Ten slotte zal het dan voor goed ophouden te verschijnen. RECEPT. Wanneer moeder de vrouw de huisge- nooten eens extra wil onthalen, bij feest in het huisgezin, of iets van dien aard, dan is het volgende schoteltje, compote van pi sang, sinaasappelen en mandarijnen, aan te bevelen. Voor zes personen neme men 6 bananen, 3 sinaasappelen en 3 mandarijnen met de noodige suiker. De sinaasappelen en mandarijnen worden geschild. Haal er vooral de witte vezels af. Dan snijdt men de vruchten in schijfjes, waarna men over al de pitten verwijderd. De bananen wor den, ook geschild en in stukjes gesneden, waarna men de vruchten, laagje voor laag je met suiker, in een schaaltje doet. Dit laat men staan, tot alle suiker gesmolten is. Af en toe moet men de bovenste laag met het vocht overgieten. Voor dessert een heerlijk frisch schoteltje, dat zeker in den smaak zal vallen. VERTEER BA ARHEIDSPROEVEN BIJ HOENDERS. Om een goed voederrantsoen te kunnen samenstellen, moet men natuurlijk in de eerste plaats weten, wat een dier behoeft. Hoewel dit niet zoo eenvoudig is, meent men dat voor de meeste diersoorten wel te weten. Noodig is het echter ook te we ten, in hoeverre de voedermiddelen, waar uit het rantsoen is samengesteld, verteer baar zijn. Het vaststellen van de verteerbaarheid stuit echter bij hoenders, trouwens bij de vogels in 't algemeen, op bijzondere moei lijkheden. Bij de vogels worden n.1. het van het voedsel onverteerde gedeelte, de mest, en het overschot van het verteerde gedeel te, de urine, gezamenlijk afgescheiden. Af zonderlijk opvangen is zonder operatief in grijpen niet mogelijk, vandaar, dat men bij de samenstelling van voeders voor het pluimvee veelal van bij de groote huisdie ren, meest varkens, gevonden verteerbaar- heidscoëfficieniten heeft gebruik gemaakt. Professor Mangold van het Dierphysio- logisch Instituut der Landbouwhooge- school te Berlijn heeft nu echter een schei kundige methode gevonden om bij kippen de uitwerpselen van mest en urine te scheiden. Hij deelt in de D. L. G. Z. omtrent de volgens deze methode gevonden verteer- baarheidscoefficienten het een en ander mede. Het aantal proeven schijnt al vrij belangrijk te zijn; op grond daarvan heeft prof. Mangold ten minste de volgende ta bel samengesteld: legde ze daar in. Arme vader! dacht hij, was u in uw leven ook eens zoo'n geluk overkomen! Hij wist, hoeveel moeite deze gehad had om naar zijn stand te kunnen leven, en hij gevoelde zich plotseling tegenover den doode erg schuldig, omdat het hem zelf zooveel beter ging. Daarop wendde hij zich tot z'n oppasser. Ge hebt hedenmiddag niets te doen, nietwaar? Wlelnu, Peter, ga dan naar alle kooplui, wien ik iets schuldig ben en laat je de re keningen geven. Je behoeft echter niet overal te vertellen, dat ik een prijs gewon nen heb. Dat is absoluut niet noodig. Ik zal er mij wel voor wachten, zei Peter. Want als het bekend werd, zouden wij zooveel bedelaars aan onzen hals krij gen, dat wij er heelemaal niet tegen op konden. En wat het ergste is: dan leenen altijd zij het meest, die het in 't geheel niet noodig hebben. Spreek je dan uit ondervinding? Neen, dat niet, heer luitenant! Maar ik heb het eens in de courant gelezen en wat daarin staat, is toch waar! Of ook niet! Nu, ik ga en jij zorgt voor de rekeningen. Zal ik dan tegelijk nieuwe sigaren meebrengen? Wij hebben er maar één meer. Dat spreekt van zelf! En die laatste mag jij rooken. Dat liet Peter zich geen tweemaal zeg gen en nauwelijks was z'n luitenant weg, of hij stak ze aan, zette zich in den gemak kclijken Amerikaanschen stoel, strekte z'n beenen wijd uit en zag de rookwolkjes na. Hij luierde naar alle regelen der kunst; lieden mocht hij zich die weelde volgens z'n innige overtuiging wel veroorloven. En terwijl hij luierde dacht hij er óver na, hoeveel z'n luitenant hem wel van het Verteerbaarheid van verschillende voeder middelen in percenten bij hoenders. No. 16 droge organische ruw ruw ruw stofstof stof stof eiwit vet vezel extrac- tiefstoffen Tarwe 77.25 80.81 84.16 47.30 13.32 83.58 Gerst 72.98 75.06 75.95 52.26 21.21 79.59 Mais 82.58 84.08 87.09 83.09 2.68 85.69 Rogge 76.20 78.29 69.90 31.44 10.18 81.75 Haver- schroot 51.89 57.65 70.96 88.38 21.88 61.67 Vischml. 41.38 66. LI 94.20 Uit deze tabel blijkt ook een vrij groote verteerbaarheid van ruwvezelstoffen voor hoenders. Algemeen werd vroeger aange nomen, dat deze stoffen voor hoenders on verteerbaar waren. Prof. Mangold-*is echter tot een andere conclusie gekomerr. Uit speciaal daarvoor opgezette proeven is hem gebleken, dat de ontwikkeling van de spiermaag bij kuikens ter zeerste afhangt van de voeding. Hij is van oordeel, dat men kuikens reeds spoe dig ook zaden moet voederen, zoodat hun spiermaag zich beter ontwikkelt, wat aan een voordeelig voedergebruik op lateren leeftijd ten goede zou komen. In deze redeneering zit ongetwijfeld veel waars, maar of een goede of minder goede vertering van ruwvezel door hoenders ooit van veel invloed kan zijn op de rentabiliteit van het pluimveebedrijf, gelooven wij niet. Men moet niet vergeten, voor het verteren van ruwvezels, door welke diersoort ook, is veel arbeid, of beter energie, noodig, zoodat het netto-rendement steeds klein zal blijven. Intusschen zal het geen kwaad kunnen, de jonge hennen niet al te zeer als kas plantjes te behandelen, maar ze door het toedienen van voldoende granen en zaden bij den opfok hun maag te laten ontwik kelen. UITSPRAKEN KANTONGERECHT. Arbeidswet: C. J. te Soest f 5 of 3 d. Vleeschwarerabesluit: R. B. te Soest f 15 of 6 dagen. Vleeschkeuringswet: G. J. K. te Soest f 4U of 10 dagen. Te snel rijden in Soest: A. A. G. te Utrecht f 15 of 8 dagen. Te Amersfoort wielrijden naast twee anderen f 1 of 1 dag. Te Soest venten z.v.: G. Ch. te A'dam, f 2 of 1 dag. Wielrijden zonder licht: S. B. te Soes- terberg: f 5 of 3 dagen. Verboden weg rijden: J. P. van U. te Soest f 1 of 1 dag. N'.V. Eerste Soester Electrische Drukkerij v. Weedestr. 7, Soestdijk. gewonnen geld zou afstaan. Op een thaler rekende hij beslist, maar in z'n stoutste droomen hoopte hij op een goudstuk. XVI. DONKER EN LICHT. Ondertusschen slenterde Gerd door de straten naar de kazerne. Wie z'n schulden betaalt, vergroot z'n vermogen, dacht hij en ging daarom terstond naar 't bureau van den betaalmeester om daar het geleen de terug te brengen, en na den dienst zocht hij König op. Deze zette heel verbaasde oogen op, toen Gerd hem alles, wat hij schuldig was, op de tafel neertelde. Wel, wat is er nou gebeurd? 't Lijkt wel, of je het groote lot gewonnen hebt. Dat heb ik ook! bevestigde Gerd ern stig en vertelde van het geluk, dat hem overkomen was. Menschenkind, hoe is 't mogelijk! riep König. Ik heb meer dan eens gelezen, dat iemand in de loterij iets won; maar ik had altijd gedacht, dat het slechts een truc was om de dommen te lokken hun geld aan loten, uit te geven. En nu zit tegen over me een mensch, die met één slag een vermogen gewonnen heeft. Kerel, je hebt meer geluk dan verstand! Van ganscher harte wensch ik je toe, dat het geld je ten zegen strekke en ik verheug me hartelijk en zonder afgunst in je geluk! En König verheugde zich werkelijk. In den laatsten tijd had hij zich dagelijks in z'n gedachten met Gerd bezig gehouden en steeds bij zich zelf gevraagd: Wat zal er nog eens van hem worden? Bezit hif de energie, uit zich zelf een ernstig mensch te worden? En wat zal hij beginnen, als hij op een kwaden dag de bonte rok moet afleggen? Nu was die zorg verdwenen; als Gerd rijet al te krankzinnig deed, was z'n t tV-,: toekomst ten minste finantieel verzekerd: Wilt ge nu nog langer officier blij ven? zei hij. Gerd keek verbaasd op. Ge zijt nu reeds de tweede, die me dat vraagt. Waarom zou ik er dan toe overgaan m'n ontslag te vra gen? König dacht: Nu, ik had me niet ver wonderd, als ik een ander antwoord had gekregen; maar hij wachtte zich wel het uit te spreken. Daarom zei hij heel ver standig: Zonder geld kan men leven, maar een arbeid of een beroep moet men heb ben; alleen maar boemelen leidt op den duur tot den ondergang. Gerd stemde dait toe en zette uiteen, hoe hij zich er een ernstig verwijt van maakte, dat hij z'n plaats tot nu toe zoo slecht ver vuld had. Ik weet niet, zei hij; de naturen zijn zoo verschillend, maar trots al m'n licht zinnigheid heb ik nooit de zorgeloosheid bezeten me zelf met m'n finantiëelen toe stand te bedotten. Ik geloof, dat ik behoor tot hen, die slechts dèn met vreugde hun plicht kunnen vervullen, als ze vrij zijn van •alle geldzorgen. God geve, dat het werkelijk bij u is, zooals ge zegt; dan zult ge nu immers een der plicfrtgetrouwste officieren worden. Ik hoop het, en ik zou u willen ver zoeken eens ernstig met den kapitein over mij te spreken. Zoo gaat het niet langer; hij is in de laatste dagen woedend op me! En waarom? Hij is slecht over u te spreken, om dat ge laatst z'n dochter zoo razend het hof gemaakt hebt. O! daarom? zei Gerd. Wlaarom zegt hij me dat niet open en eerlijk? Maar hebt ge hem dan niet verklaard, dat m'n hart niet meer vrij is? Wordt vervolgd. BURE; ADVE TOT I UITGV HET I DIT Een - oogelijk aarde. daar iei vormt

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 4