o< Voor de Vrouw
De twee machten in
het leven.
Ingezonden
FEUILL ETOIN
Buiten verantwoordelykiield
der Redactie
Mijnheer de Redacteur.
Verleent U mij voor het volgende een
plaats in Uw veelgelezen blad?
De raadsvergadering van 23 Mei j.1. deed
mij besluiten hierover een en ander te
schrijven en wel, dat het erg vreemd was,
dat juist bij deze zoo gewichtige zaak de
Voorzitter afwezig is door ziekte?
De Wethouder van Klooster moet daar
om de zaken afhandelen en verzocht de
raadsleden niet allemaal tegelijk te spre
ken, hetgeen de R.K. niet konden nalaten,
want op een zeker oogenblik leek het meer
op de Jodenhoek, dan wel op een Raad;,
vergadering, waar ieder op zijn beurt het
woord heeft gekregen om te spreken.
Toen punt 1 ter behandeling kwam werd
dit door het lid Gasille met zuiverheid be
oordeeld, en werd ook door den Voorzitter
beantwoord met zeer juist. Het antwoora
van den heer Grootewal viel mij hierop bij
zonder tegen, want wat heeft het gepen
sionneerd zijn hier mede te maken, al moge
het waar zijn, dat de Nederlander met zijn
Jan Saliegeest niet graag soldaat is. Waar
is ook, dat menig burger-patroon juist aan
oud-militairen de voorkeur geeft voor alle
mogelijke baantjes, en wel wegens stiptheid
en orde in het militaire leven geleerd. Zelf:
de Regeering benoemd oud-gepensionneer
den tot Burgemeesters, enz., zoodat ik de
hatelijke uitdrukking van den heer Groote
wal ernstig afkeur, daar zulke argumenten
niet in de Raadsvergadering thuis zijn.
doch het is beter, dat hij dat heeft gezegd,
dan iemand met zijn volle verstand.
Punt 5, Rijwieltoelage van 25 Gulden
werd zonder op- of aanmerking goedge
keurd, daar gaan onze hooge belastingcen
ten aan een tijdelijken opzichter. Hiertegen
heeft zich geen enkel raadslid Verzet, en
is ook niet bepaald, oi deze 25 gulden voor
één keer, of wel iedere maand kan ge
schieden.
Punt 6 werd ook heftig over gesproken.
Hier had de Heer de Bruyn het aan het
goede end, geen half werk, maar radicaal
in orde brengen, dat is ook de weg en geen
half lapwerk, zooals hier zoo veel voor
komt (zie het Natuurbad). De heer van
Dam was het eens met het voorstel van
B. en W.; weet van Dam wel wat hij heeft
gedaan? De Heer van Duren geeft de Raad
een vaderlijke raad, om toch voorzichtig
heid te betrachten, daar zij nu weer f 10.ÜU0
voteeren en wij belasting-betalers moeten
hier maar genoegen mede nemen. Kan en
mag dit zoo blijven voortgaan? Divere an
dere zaken worden met, of zonder opmer
king aangenomen, totdat eindelijk het kar
dinale punt ter behandeling komt en wel
al of geen kermisfeest.
De Heer de Bruyn (A.R.) is tegen ker
mis en heeft dit zeer duidelijk gezegd, ter
wijl de heer Grootewal zeer onvoorzichtig
den Heer Kolfschoten, Burgemeester van
lEdam, en de K.N.A.U. in een minder gun
stig licht heeft gesteld Ook de Heer En
dendijk drukt zijn spijt uit over hetgeen de
Burgemeester heeft gedaan, om hier zijn
toestemming aan te verleenen, nog veel
werd hierover gezwamd en bij de stemming
bleek, dat de kermis was afgestemd met 9
tegen, 5 vóór. Dit ging als een loopend
vuurtje door Soest en alle neringdoenden
waren nu over den uitslag ook tevrêe en
bij de rondvraag ben ik huiswaarts gegaan
met de gedachte: och, vader, vergeef het
hun, want zij weten niet, wat zij hebben
gedaan!
Want Vrijdag werd opnieuw een spoed
vergadering belegd om toch den Raad te
bewegen, om de fout, die den Burgemees
ter heeft gemaakt, weer in orde te brengen,
en dit alles weer ten koste van onze Be
lasting-betalers van Soest, want deze spoed
vergadering kost weer aan 14 Raadsleden
extra thee, sigaren en presentiegeld. En
hoe komt dit nu, wel, omdat op Woensdag
23 Mei de vergadering half werk is ge
weest en omdat de wethouder van Klooster
achter de schermen speelt met „aap, wat
heb je een mooie jongen", neen, het zijn
geen menschen waar je op bouwen kunt,
vandaag is hun stem tegen, en als van
Klooster met de Burgemeester heeft ge
sproken zijn zij er weer vóór. Gelukkig dat
niet allen zoo zijn, en van de Nies ken ik
mij ook geen denkbeeld maken, hij gaat
door het vuur om de 'Ned. vlag hoog te
naar het Engelsch
van
LILLIAS CAMPBELL DAVIDSON.
(Nadruk verboden)
21)
De deur van zijn zitkamer stond op
een kier. Daar ging ik nu heen en keek
eens even binnen, eer ik klopte. Ik zag
een roode streep over den wit-steenen vloer
bij het kleedje van de schrijftafel en dade
lijk vloog ik er binnen. Hij lag plat op den
grond, met het gelaat voorover, en eer ik
nog trachtte, hem op te helpen, zag ik al,
dat dit niet meer noodig was. Hij moet
uren lang dood zijn geweest. Ik legde hem
weer precies zoo neer, en, toen ik voelde,
dat zijn hart niet klopte, ging ik alarm
slaan. De deur van de zitkamer was aan
de buitenzijde afgesloten, maar ik ging er
uit door de slaapkamer en in een halve mi
nuut stond de heele kazerne overeind
Te midden van al dat alarm riep een van
de jongere officieren, ik geloof, dat 't
Mr. Richards was, dat hij de kamer van
Mr. Vyvian leeg had gevonden, dat die er
zeker van door was. Dit maakte, dat er heel
wat daarheen gingen. En als Mr. Vyvian
den raad in dat briefje gevolgd had, dan
verzeker ik u, dat hij op dat oogenblik al
halverwege Sicilië kon zijn.. Ik nam mij
voor, daar niet van te spreken, uit vrees,
dat ik anders soms in moeilijkheden mocht
raken, doordat er dan allicht gezegd zou
worden, dat ik mee geholpen had, om hem
weg te krijgen; ofschoon dit toch niet door
mijn schuld was.
Toen ik den corridor bijna doorgeloopen
houden, zeker omdat de oranjewimpel hie
niet aan was gehecht. Dit is toch niet de
bedoeling van de S. D. A. P., is U, gelijk
als Busch in den tijd was? S.D.A.P. van de
naam, maar niet van de daad.
Op deze spoedverg. was het vrij onheb
bel ijk tusschen den heer de Bruyn en Ga.
sille, als de heer de Bruyn werkelijk in
dienst is geweest, dan heeft hij het toch
zeker niet tot Generaal kunnen brengen en
is dat wel zoo, dan nog vordert de mensche-
lijke beleefdheid, dat men niet dergelijke
uitdrukkingen doet tegen iemand op een
vergadering, waar men gezamenlijk de be
langen moet behartigen van de gemeente,
en mag zeker de partij dit niet gedoogen
Ik had van U, mijnheer de Bruyn, nie
verwacht, dat U je op deze manier, als
raadslid zou hebben uitgelaten.
En zie, bij de stemming wordt nu we
de kermis gehandhaafd en aangenomen
met 8 voor en 5 tegen. Kan je nu hier bij
komen, ook weth. Lodeesen is zelfs voor
de kermis en dat noemt zich (Chr. Arb.
deze film is ook weer afgedraaid.
En wat is de gemeente nu beter gewor
den van deze twee vergaderingen? Niets,
alleen heeft van Beuzel tweemaal sigaren
en thee moeten rondienen, terwijl all
raadsleden met pijp of sigaren zitten te
dampen is het ons op de houten bank ach
ter het hek verboden te rooken.
Ja, Soest is Soest en Soest zal wel Soest
blijven is hier door een persoon gezegd
maar hij heeft vergeten hier aan toe te voe
gen: al gaat het zielental hard vooruit, wij
zijn toch 50 jaar te laat geboren, want 2i
jaar terug was de belasting zeer laag 0.9,
thans betaal je, dat je groen en geel wordt,
en durft men nog te zeggen: Vestigt U in
Soest, lage belasting natuurlijk gegroepeer
de Jeneverbessen, ja, dit lokt velen, maar
komen vaak bedrogen uit. Dat men hier
niet alle stads-allures kan toepassen, ben
ik volkomen eens, maar vergun mij, dat ik
ook een paar vragen stel, die wel beant
woord zullen worden: Waarom is Baarn
met 12.000 zielen in de 2e klasse van de
Belasting en Soest met 16.000 in de 6e
klasse? Hierdoor betaalt men in Baarn van
f 4.00 per weck huurbelasting, terwijl men
in Soest van f 2.50 per week moet betalen
aan wien de schuld?
Ik hoor al zeggen: de beste stuurlui staan
aan wal, maar dan antwoord ik, dat het
allemaal geen slagers zijn, die lange mes
sen dragen.
Dan is er de kwestie van de Winkelslui
ting; de middenstand heeft het thans bij
zonder moeilijk en nu is het merkwaardige,
dat deze stand alzoo geholpen zou zijn, als
men maar een beetje terug kwam op de in
perking van zijn vrije werkgelegenheid.
Maar de Regeering talmt en schuift een
verbetering voortdurend op de lange baan,
en wat dóet onze gemeenteraad hier nu
voor? een kermis stichten om het geld
Soest uit te slepen, en de winkeliers pof-
klanten bezorgen totdat zij ten gronde zijn
en dan volgt een faillissement.
Tot zoover blijf ik U mijnheer de Re
dacteur dankbaar voor Uwe welwillendheid
en blijf ik, hoogachtend,
D. L. VAN PEURSEN.
NOGMAALS DE BULT.
Bij voorbaat dank aan allen, die willjsn
medewerken „het Hoogt" te behoudan.
vVat zou Soester-berg zijn, zonder hoogte'/
Wat waren wij vaak in 't Buitenland
waar de bewoners zou trotsch zijn op hun
heuvelen en dalen.
Geachte Heer van den Bremer !Op Uw
toestemming doe ik hierbij een beroep,
op Uwe 'welwillendheid ojm het natuur-
ichoon te bewaren voor Soesterb-ergi
Met dank voor de plaatsing, achtend'
Wed. L. A. Sevenhuysen-.v.d. Sloot
NOG EENS NATUURBAD.
Naar aanleiding van het schrijven aan
onzen raad over het natuurbad door en
kele voormannen der ultra Geref. gedachte
in samenwerking met 2 pastoors, moet ik
even wat zeggen. Het zijn dezelfde perso
nen, die verleden jaar ook trachten de re
putatie van ons bad te bezoedelen en de
exploitatie te doen mislukken; thans ech
ter in samenwerking met nog enkele an
deren. Ze zien geen kans hun schaapjes
onder bedwang te houden en nu moet de
raad dat maar opknappen ten koste van
alles. Men wete evenwel dat deze adres
schrijvers geen van allen zwementhousias-
ten zijn, er nog nooit gebruik van gemaakt
was, kwam ik Mr. Smith tegen. De offi
cier van gezondheid was er geweest en de
majoor, maar geen van allen konden ze
ets doen voor den kolonel: die was mors
dood!
Zoodra ik Mr. Smith zag, salueerde ik en
vroeg: Neem mij niet kwalijk, sir, maar
heeft de kolonel gisterenavond zijn deur
afgesloten, nadat u er uitging, of is u door
de slaapkamer gegaan? Hij keek op, of hij
een slag in het gezicht had gekregen en
zei: Ik ben in het geheel niet bij den
kolonel geweest. Hij zei dit met zóó'n na
druk, en keek zóó streng, dat ik mij een
oogenblik van mijn stuk gebracht voelde.
Toch begreep ik zeer wel, dat ik goed ge
zien had. Neem mij niet kwalijk, sir,
vroeg ik weer even eerbiedig, maar ik zag
u van de kamer van den kolonel komen,
toen u mij dat briefje gaf, om bij Mr. Vy
vian te brengen. Hijstaarde mij aan en
snauwde: Ga mee naar mijn kamer. Ik
volgde hem, en, toen ik daar was, nam hij
een stoel, keek mij door en door en vroeg:
Wat durf jij beweren, Reynolds? Hoe
kan je nu zeggen, dat je mij in den corri
dor zag, die naar de kamer van den kolo
nel leidt? Die corridor leidt immers ook
naar mijn kamer en ik kwam daaruit, toen
k jou zag en je den brief voor Mr. Vyvian
gaf. Maar daar hoeft niets van geweten te
worden; denk er aan Je hebt mij in het ge
heel niet gezien, vat je? Jij hebt mij enkel
op mijn eigen kamer gezien, toen je mij
den brief bracht, dien de kolonel mij zond,
om 'm door te geven aan Mr. Vyvian en
waarin hij hem orders gaf, op zijn kamer
te komen, omdat hij hem spreken wilde.
Nog eens: je hebt mij in het geheel niet
op den corridor gezien; dat verbeeldde je je
maar! Je begrijpt toch ook wel, Reynolds,
dat je den schijn heel erg tegen hebt, en dat,
als Mr. Vyvian dat schot op den kolonel
niet heeft gelost, de verdenking dan aller
eerst op jou valt: je hebt een boodschap
hebben en misschien (enkele uitgezonderd
er nog nooit geweest zijn, en er ook nooit
komen zullen, óók al was het steeds ge
scheiden. Hun schaapjes storen zich ech
ter niet aan hun gedachte maar wagen het
met die „onzedelijkheid" die niet bstaat
Iemand die een ander niet in een badpakj,
kan zien zonder wellustgedachte, hoort in
een zwemgelegenheid nooit thuis, (men
gaat nu eenmaal niet in gekleed costuum
te water) maar dat geeft geen recht, een
zwemliefhebber zijn genoegen te ontnemen.
Op Zondag vind ik auto- en rijwielgema.
niak veel erger dan een verfrissching zoe.
ken in het water. Wat zonnebaden betreft,
zij men niet zoo gek om een zwemmer te
verbieden eerst even op het strand te rus
ten om enkele geestdrijvers genoegen te
doen. Nu aan het adres der Stichting nog
dit: Ware het niet billijk een abonnement
nemer te wijzen op de avonden dat hij (zij)
er geen gebruik van mag maken? Zoo loopt
men er in. Degenen die gescheiden komen
zwemmen, komen er óók gemengd. Waar
om de avondtarieven niet als verleden jaar
op de helft, dan kan de arbeidende ook
s avonds «ich nog even verfrisschen wat
voor dezen prijs niet gaat; het komt finan
tieel de Stichting ten goede. We wachten
v. D.
IN NAVOLGING VAN??
Als wij, als buitenstaanders van de talrij
ke navolgers van den rattenvanger van Ha
melen zullen behooren, eens een blik slaan
in den grooten heksenketel, die in Europa,
ja in heel de wereld te vuur staat, dan komt
onwillekeurig de gedachte te voorschijn:
dat Darwin toch niet zoo geheel ongelijk
scheen te hebben, en dat het: Zwakheid
Uw naam is mensch, ook veel waarheid be
vat. Is het geen zwakheid, zich als zachte
klei, door anderen, of een ander te latei
bewerken, soms bewust, soms onbewust.
Was de mensch wel ooit zoo klein en sug
gestief, als in dezen hoogst zieken tijd';
Wij leerden een kleine zeventig jaren terug,
dat de beeldenstorm was ontstaan, omdat
eene doldriftige vrouw haar schoen, of slof
tegen een beeld had geworpen. Een kleine
oorzaak met ontzettend groote gevolgen.
Heeft de mensch (met een kleine letter dit
woord) met al zijn vernis, dat men voor
Beschaving aanzag en aanziet, geen rust
voor de heksenketel overkookt; en een dol
driftige het brouwsel over de toeschouwers
stort en roept: „dat heeft een jood ge
daan", of elders „dat deed een neger?" Die
doldriftige, de ware dader behoort tot de
imitatie-christenen. Hij doet deze wandaad
niet om Christus wil. Dat kan hij niet, om
dat Christus voor hem niet de ware Christus
is; Wiens leer „naastenliefde" in ruimen zin
bevatte; en Wiens woorden: Die zijn broe
der (d.i. zijn naaste) haat, is een moorde
naar. Waar is opeens die Vaderlandsliefde
vandaan gekomen, waar die zanglust voor
Vaderlandsche liederen? Vliegen vangt men
met suiker, of stroop zegt men; menschen
vangt menvul zelf maar in lezers
en lezeressen. Ledigheid is des duivels oor
kussen, ik denk dat Z.M. de Duivel, of te
wel, de vele zwarte gedachten (die door de
suggestieve menschen niet zwart worden
gezien) vele oorkussens op den weg kan
vinden. En dan is het voor een zaaier ge
makkelijk zaaien, doch wee den Zaaier, die
met beschimmeld zaad zaait. Wee, waar
hij zelfzucht, haat, vernietiging, vrijheids-
berooving, moordlust zaait. Aan de vrucht
kent men den boom. In troebel water is
het goed visschen. En het vischwater is
troebel en wat in den heksenketel te vuur
staat, overtreft alles in troebelheid. Toch
waant men recht te hebben zich te rekenen
tot eene Beschaafde Christelijke Maat
schappij. Het is nog niet zoo lang geleden
dat een jonge man alhier alle, niet-vader-
landsche liederen zingenden naar „Digoel"
wilde doen verhuizen, een ander wilde ze
naar de grenzen zenden. Dat waren de
z.g.n. beste stuurlui, die aan den wal, dus
op het veilige land stonden. Daarvan loopt
de Maatschappij over, men zou ze ook imi
tatie-rattenvangers van Hameien kunnen
noemen. Zij helpen bewust, misschien on
bewust, mede tot de herhaling van de ont
zettende stierengevechten 19141918; de
herhaling van den menschonteerenden men-
schenmoord, die voor immer, als een Vloek
op beschaafd (Europa zal rusten.
Beseffen zelfs de vrouwen niet: dat zij,
door naar dien lokstem te luisteren aan de
Vrouwenwereld een kaakslag toebrengen?
Denken zij nooit eens dieper door? Het is
niet, als bij een roofoverval: „je beurs of
gebracht naar mÜ van den kolonel. Ik
vond je daar op den corridor naar zijn ka
mer, nog laat, nadat iedereen te bed lag en
de lichten uit waren. Ik weet toevallig, dat
er den laatsten tijd in de officierskwartie
ren enkele dingen vermist werden; de ko
lonel heeft zelve zijn beklag gedaan tegen
over mij, dat hij geld vermiste uit zijn ka
mer. Als ik in de kazerne bekend maakte,
ter vergelding van jouw uitspraak, dat ik
in den corridor zou zijn geweest, dat ik er
zoo mijn idee van had, wie den moord be
ging, dan zou het je slecht vergaan!
Nu, u begrijpt, al zweer ik nu ook, dat
ik zoo onschuldig ben als een pas-geboren
kind, wat zou mijn woord nu voor gewicht
de schaal leggen tegenover dat van een
officier?
Je ziet, ging Mr. Smith voort, je hebt
den schijn tegen en dit deel ik met jou. Als
we nu maar beiden zwijgen en ons totaal
onwetend houden van deze zaak, dan zal er
geen risico bestaan voor een van ons bei
den. Het was Mr. Vyvian, die het misdrijf
pleegde. Hij zou gisterenavond al den ko
lonel getroffen hebben, als wij hem zijn
gang hadden laten gaan, zóó driftig was
hij. Het is nu zóó gebeurd: de kolonel
zond om hem door mij. Jij bracht het brief
je. Dit zal je moeten getuigen. Je zegt dan,
dat je mij het briefje op mijn kamer bracht
en dat ik er je mee doorstuurde naar Mr.
Vyvian. Dat is de waarheid. Mr. Vyvian is
naar den kolonel gegaan, nadat jij en ik
den corridor hadden verlaten en ongetwij
feld beschuldigde kolonel Lang hem toen
an vervalsching van de kaarten. In zijn
drift haalde Mr. Vyvian zijn pistool te
oorschijn en schoot. Ik beweer daarmee
nog niet, dat hij dit deed met de bedoeling
an doodslag, maar hij kan wel hajf waan
zinnig zijn geweest van drift. Toen hij
wist, wat hij gedaan had, ontvluchtte hij.
Ja, sir, zei ik gedwee. Intusschen wist
ik beter: dat geluid als het breken of het-af-
je leven"; doch gehoorzaamheid in alles,
óf daar is een concentratiekamp, waarin
te leven erger is, dan de dood. Wij lezen
hiervan in het Meinummer van Bevrijding
1934 het volgende: Concentratiekamp. „Zoo
brachten wij onze dagen door: vijf uur
wekken. Naakt naast de bedden staan
Horst Wessellied zingen. Bedden opmaken
Koffie halen. Vrije oefeningen, zwemmen
„Gelande"-sport. (verkapte militaire ter
reinoefeningen). Om 12 uur 's middag!
steeds slechts een bord soep en een stuk
droog brood. Van half een tot half twee
vrij. Om half twee appèl, inspectie, toe
spraken. Van twee tot zes uur werken aan
den dijk. Dan borden reinigen, wasschen
Om zeven uur avondboterham. Om acht
uur naar bed. En dan kwam de nacht. W
lagen met zes en dertig mannen in één ver
trek. Dat vertrek was fel belicht, gesloten
en gegrendeld, en voor de getraliede groo
te vensters patrouilleerden onophoudelijk
schildwachten met geladen geweren. Die
nachten!!!
Tweemaal heb ik het meegemaakt, dat
's nachts menschen verhoord werden. Hur
kreten klonken uren lang. Wij konden niei
slapenHeinz Liepmann i/d neue
Weltbühne. De vrouwen en meisjes, die
suggestief als zij zijn, zich in een Hitier
uniform (de blouse) willen kleeden, zien
niet, kunnen niet zien; de vlekken op dat
uniform, nagelaten door het bloed en de
tranen der slachtoffers, hunner vrouwen en
kinderen. Christelijk! nietwaar zulk een
sombere uniform??
Soestdijk, Mei 1934.
Mevr. C. M. BERG.
COSTUMES EN SCHOENEN.
Eindelijk een rustpunt! Dat zal de kreet
van opluchting zijn, door haar die niet zoo
rg van verandering houden, alsmede door
zuinige heeren der schepping geslaakt, wan
neer ze aan het oude vertrouwde, altijd
keurige donkerblauwe mantelpakje den
ken, het veston met twee rijen knoopen,
dat elk jaar opnieuw opduikt en diegenen
verrukt, die van een sportieve, Engelsche
snit houden. Want modes mogen komen
en gaan, het twee-rij-veston, zooals dat
oorspronkelijk door het modehuis Chanel
werd uitgebracht, blijft voor immer vrijwel
onberoerd door voorbijgaande modes, be
taan. En bovendien wordt het bijna door
alle seizoenen heen gedragen. Nu zien we
ze weer van marineblauwe Schotsche
tweed. De rok is van onderen klokkend
door een aantal kleine ingezette godets van
voren. Het figuurtje rechts op de teeke-
ning geeft er een beeld van. Een andei
modelletje, heel populair dit seizoen, voor
al gedragen door de z.g. „flapper", het min
of meer ondeugende jonge meisjes, is het
korte voorjaarspakje, met jasje tot op de
heup reikend, en korte, zeer breede revers.
Zoo'n modelletje is links op de teekening.
knappen van een stok was uit de kamer
van den kolonel gekomen, eer ik het briefje
aan Mr. Vyvian bracht. Het was ook geen
schrijven van den kolonel, om Mr. Vyvian
order te geven, bij hem op de kamer te ko
men, maar er stond een waarschuwing in,
om te ontvluchten. Mr. Vyvian was ook niet
uit zijn kamer geweest, vóór ik er het
briefje bracht en niet daarna, tenzij dit was,
toen ik al in bed lag. Maar dit was niet
waarschijnlijk, in aanmerking genomen den
tijd, dien het hem zal gekost hebben, om
zich uit het raam te laten zakken en van de
rots te springen, om de boot naar Sicilië
te halen met een roeibootje.
Dus kort en goed komt het nu hierop
neer, ging Mr. Smith voort: Je rept er
geen woord van, dat je mij op den corridor
gezien zou hebben, of ik maak openbaar,
dat ik je daar nog zag rondlummclen en
vertel tegelijk van die diefstallen. We hou
den beiden onzen mond en ik zal het nog
goed voor je maken ook: ik zal je geld
geven, dat je je pensioen kunt nemen en
dat je stilletjes kunt gaan leven.
Nu, Miss, ik wil u wel vertellen, dat
ik meer dan genoeg had van den dienst
en dat ik er altijd op uitgekeken had, om
nog eens een herberg over te nemen, als
k eenmaal gepensionneerd was. Ik bedacht
mij dus niet lang, maar zwoer, dat ik mij
nooit over dat bewuste geval zou uitlaten
en dat heb ik tot op heden dan ook nooit
gedaan. Ik zal u nog zijn naam niet ver
klappen, ofschoon het zijn schuld is, dat
er nu een eind aan mijn leven zal komen!
Hoe dan? vroeg Jocelyn, die haast
zelve niet wist, dat zij die vraag gedaan
ad, verplet als zij was door deze open
baring.
Kijk zoo, Miss: Ik nam „In het dor
stende Hert" over in Sheet Bridge en ik
was daar heel gelukkig en tevreden. Op
een dag kwam er daar een jonge heer aan
gereden, wiens paard een hoefijzer verlo-
een heel klein beetje gekarikaturiseerd,
weergegeven. Men ziet die pakjes in het
blauw, beige en roestkleur. En dan nog een
paar woorden over onze schoenen. Het
lijkt wel of de schoenfabrikanten de leuze
van „leve de perforatie!" hebben aange
heven. Tallooze modellen zijn versierd met
allerlei figuren die uit kleine gaatjes be
staan; meestal zijn die gaatjes niet door
en door. Verder veel garneering van stik
sels. De „Walk-over" brengt als aller
nieuwste nieuwigheid zoo'n geperforeerde
schoen in het blauw! Die wordt door de
schoenfabrikanten nu gelanceerd als „de"
voorjaarsschoen bij uitnemendheid, die bij
elke jurk en elk costuumpje gedragen kan
worden en er de echte voorjaarskleur aan
verleent.
MADE LEI NE.
We gelooven nu eenmaal, dat heet wa
ter veel beter is, om ons keukengerei af te
wasschen, dan koud. En toch is dat voor
sommige dingen niet waar. Voorwerpen,
die we gebruikt hebben voor de behandeling
van rauwe eieren, worden veel sneller met
koud water gereinigd. Omdat heet water
de aanklevende eierdeelen alleen maar
kookt en dus verhardt, waardoor het veel
lastiger wordt, ze te verwijderen.
Ook zoo'n kleverig jampotje kunnen we
gemakkelijk met koud water en een bor
denkwast schoon maken. Die kleverigheid
wordt o.a. veroorzaakt door de suiker, die
in de jam zit. En suiker lost heel snel op
in koud water.
Wanneer men oude aardappelen kookt,
is het goed, een klein beetje suiker in het
water te doen, waarin ze opgezet worden.
Caramelvla.
Dit is een Toe'tje, waarvan zelfs de grim
migste isegrim begint te glunderen. Er is
voor noodig: 1 kan melk, 3 eetlepels mai-
zena.^1ons suiker, 2 eieren, 1/4 stokje
vanille. Wfe nemen nu ons van de suiker
en doen die met de vanille in de melk, die
aan de kook wordt gebracht. De rest van
de suiker doen we in een pan, die we op
een zacht vuur zetten. Met een houten le
pel roeren we de suiker, tot die caramel
is geworden en overal begint te schuimen.
Dan moet er langzaam de kokende melk
bijgegoten worden, waarbij we er wel voor
moeten zorgen, dat we aan één stuk door
gieten. De eierdooiers worden geklutst en
roerende bij dp maizena gedaan, waarbij
we er vooral op moeten letten, dat we alle
klontjes fijnwrijven. 'Nu gaat er wat van
de heele vla bij, genoeg, om de eierdooiers
goed te verwarmen. Steeds natuurlijk roe
ren. Nu gaan de eierdooiers in de pan bij
de overige vla. Even laten doorkoken, ter
wijl we nog met een z.g. garde roeren.
Laten bekoelen, af en toe nog roeren en
voor het opdienen met stijfgeklopt eiwit
vermengen.
Een nuttige wenk, bewaard op zijn tijd,
heeft menige vrouw van veel last bevrijd.
Er zijn nog veel gezinnen, waar de stof
zuiger om tal van redenen zijn intree nog
niet heeft gedaan. Daar wordt het karpet
geschuierd en strooit men vooraf natte
theeblaren. Een eenvoudiger methode is,
den stoffer in water te doopen, goed uit te
chudden en dan te schuieren. Het stof kan
dan niet opstijgen.
Een theelepeltje citroensap bij het beslag
voor wafels enz. gevoegd verhoogt de
smaak zeer en maakt het baksel fijn bros.
In plaats van slagroom kan men heel
goed een fijngemaakte banaan nemen, die
men goed met het stijfgeklopte wit van
een ei vermengt.
Als men cake of ander gebak in den
oven bakt, zet de wekker dan zoo, dat die
begint te wekken, als het uur of 3/4 uur
voorbij zijn. Dat is veel secuurder en U
kunt in den tusschentijd rustig wat anders
doen.
Cake, al bewaart men die ook in een
blikken trommel, wordt al heel gauw oud
bakken, doordat ze uitdroogt. Neem daar
om een klein vingerdoekje, doop dat in
koud water en leg het in de trommel, waar-
n de cake bewaard wordt. Het is opmer
kelijk, hoe lang de cake dan versch blijft.
HUISVROUW.
ren had, zoodat hij het naar de smidse ge
bracht had en bij mij een glas bier kwam
drinken. We raakten zoo aan het praten en
hij vertelde mij, dat hij officier was in het
East-Mercia-Regiment en ik vroeg hem
naar het een en ander. Hij was overge
plaatst van het andere bataljon, vandaar
dat ik hem niet kende. Ik genoot, toen ik
hem weer eens van het een en ander hoor
de vertellen. Maar een paar dagen later
kwam Mr. Smith zelf van Portsmouth aan
gereden, in woede ontstoken. Het scheen,
dat de ander er hem toevallig van gespro
ken had, dat hij mij ontmoette, en nu was
Mr. Smith vuur en vlam, dat ik mij zoo
dicht bij het regiment gevestigd had,
net of ik nu wist, dat zij in Portsmouth
zouden ingekwartierd worden, toen zij te
rugkwamen uit de koloniën. Hij zei, hoe ik
onmiddellijk met pak en zak daar weg
moest trekken en ergens anders heengaan.
Ik verzette mij nog zoo lang ik kon, tot
hij begon te dreigen. Hij liet mij een pa
pier zien, waarbij deze plaats te huur werd
aangeboden en zei, dat hij ze koopen wilde
en dat hij mijn verhuizing betalen zou, mits
ik niemand zou laten weten, waar ik heen
ging, of eenig spoor zou achterlaten. Ik
moest haast op staanden voet vertrekken;
het was verschrikkelijk ruw weer, zoodat ik
kou vatte. En hier is het onbeschrijfelijk
ochtig. Hij zal dus ook mijn dood op zijn
geweten hebben.
Als ter bezegeling van deze uitspraak
overviel den armen man weer een geweldi
ge hoestbui. Jocelyn wilde hem al water
bieden, maar hij schudde het hoofd.
Wordt vervolgd.