Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
HET VREEMDE BEGIN.
10 CENT 10
Bekendmakingen
0<
Officieel
O^Gemengd Nieuws^C1
BOTERHAMPAPIER
O^Plaatselijk Nieuws^O
No. 47 (Gegarandeerde oplaag 3000 exemplaren)
Twee en Twintigste Jaargèng
Woensdag 13 Juni 1934
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE! VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIÉN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTESOESTERELECTR. DRUKKERIIv.h. G. d. BQVENVAMP
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART 15 VAN DE AUTEURSWET 1912- (STAATSBLAD No. ?80
ADVERTENTIÉN i VAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS I 1— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST
REDACTIE- EN AOM.-AQRES: v. WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165
Burgemeester en Wethouders van Soest,
brengen ter openbare kennis dat het kan
toor van den Gemeente-Ontvanger, alsmede
de woning van den concierge-bode thans
'ijn ondergebracht in het perceel Steen
hofstraat No. 6, gelegen naast het Gemeen
tehuis.
Soest, 7 Juni 1934.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester, H. v. Klooster, l.b.
De Secretaris, J. Batenburg.
Burgemeester en Wethouders van Soest
doen te weten, dat door den raad dier ge
meente in zijne vergadering van 11 No
vember 1931 is vastgesteld de volgende
verordening:
Verordening aanwijzende de
nog geldende strafbedreigende
verordeningen in de gemeente
Soest.
De hieronder vermelde verordeningen,
tegen wier overtreding straf is bedreigd,
worden, met uitsluiting van alle andere,
verklaard nog te gelden:
1. Verordening betreffende de brand
weerkorpsen der gemeente Soest, de brand-
bluschmiddelen en de algemeene voor
schriften voor het geval van brand en oefe
ningen, vastgesteld 30 Juni 1924, afgekon
digd 25 Augustus 1924.
2. Bouwverordening voor de gemeente
Soest, vastgesteld 2 November 1927, afge
kondigd 28 November 1927, zooals deze
is gewijzigd' bij besluit van 2 Februari 1931.
afgekondigd 25 Maart 1931.
3. Algemeene politieverordening voor
de gemeente Soest, vastgesteld 19 Decem
ber 1928, afgekondigd 6 Maart 1929, zooals
deze is gewijzigd bij besluiten van:
10 Februari 1930 afgekondigd 1 Maart 1930
28 Juli 1930 afgekondigd 11 October 1930
8 December 1930 afgekondigd 2 Jan. 1931
5 October 1931 afgekondigd 22 Oct. 1931
4. Verordening, als bedoeld in art. 4
lid 1 sub 3 der Hinderwet, vastgesteld 24
Juli 1929, afgekondigd 31 Augustus 1929.
5. Verordening op de keuring van wa
ren, vastgesteld 30 September 1929, afge
kondigd 27 November 1929.
0. Verordening op den Keuringsdienst
van Vee en Vleesch in de gemeente Soest,
vastgesteld 16 December 1929, afgekondigd
14 Januari 1930.
7. Verordening, als bedoeld in artikel
25 der wet van 21 Juli 1928, Stbl. No. 265,
vastgesteld 23 Juni 1930, afgekondigd 2
Januari 1931.
8. Verordening ter voorkoming van
brand, vastgesteld 28 Juli 1930, afgekon
digd 11 October 1930, zooals deze is ge
wijzigd bij besluit van 23 Maart 1931, afge
kondigd 17 Juni 1931.
9. Verordening houdende aanwijzing
van een gedeelte der gemeente Soest, be
stemd voor het oprichten, hebben of ge
bruiken van eenige inrichtingen, vallende
onder de Hinderwet, vastgesteld 30 De
cember 1930, afgekondigd 27 Januari 1931.
10. Verordening op het verwijderen van
rupsennesten in de gemeente Soest, vast
gesteld 2 Maart 1931, afgekondigd 16 Maart
1931.
11. Verordening op het venten met melk
op Zondag, vastgesteld 2 Maart 1931, af
gekondigd 19 Maart 1931.
Zijnde deze verordening aan de Gedepu
teerde Staten van Utrecht volgens hun be
richt van den 29 Mei 1934, le afd. No.
3963'32-1203 in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 9den Juni 1934.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, H. v. Klooster, l.b.
De Secretaris, J. Batenburg.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarie der gemeente ter
visie is gelegd een verzoek met bijlagen van
H. Wolfsen, wonende Veldweg 19, te Soest
om vergunning tot het oprichten van een
houtzagerij en het daartoe plaatsen van
een cirkelzaag, aangedreven door een elec-
tromotor van 10 P.K. op het perceel, ge
legen aan den Veldweg, kad. gemeente
Soest, sectie H. No. 3364/3365;
dat op den 22sten Juni 1934, des vóór
middags te 11 uren gelegenheid is om ten
gemeentehuize bezwaren tegen het oprich
ten dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende DRIE dagen vóór dien
dag op de secretarie der gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op
de aangewezen plaats en het aangegeven
uur in de vorengenoemde ingevolge art.
7 der Hinderwet te houden zitting zijn
verschenen, ten einde hunne bezwaren
mondeling toe te lichten.
Soest, 8 Juni 1934.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, H. v. Klooster, l.b
De Secretaris, J. Batenburg.
Wij zien met meer vertrouwen dan
ooit te voren de toekomst in. We
hebben de vurige hoop dat de we
reld tot haar zinnen mag komen en
beseffen, dat slechts door het leeren,
prediken en leven van het evangelie
van liefde en waarheid eeuwigdurend
geluk en vrede voor het menschdom
kan worden bereikt.
John. B. S z e g h y.
Kom, kom, we mogen allemaal nog wel
eens deksels rare dingen doen, maar in den
grond zijn de meesten van ons zoo kwaad
nog niet en hebben een vrij goed ontwik
keld gevoel voor de hoogere levenswaar
den, voor het belang vah al wat waar en
goed en liefdevol is, en onzelfzuchtig en
opofferend. Zeker, dat hebben we. Al valt
het ons nog dikwijls moeilijk in den hum-
drum van het bezige, snelle, jachtende le
ven steeds het allerbeste in ons aan het
woord te laten. En zoo hooren we in deze
tijden veel over ontwapening spreken en
de noodzakelijkheid er van, en we hebben
ons langzamerhand allen zeer vertrouwd
gemaakt met de eerste voorwaarde van
zulk een ontwapening, namelijk, dat deze
vooraf dient te worden gegaan door de
zoogenaamde moreele ontwapening. Wel,
toen we dit denkbeeld zoo voor het eerst
hoorden, waren we er gewoonweg „weg'
van. Kijk, degene die het eerste de nood
zakelijkheid van moreele ontwapening hel
der en klaar had naar voren gebracht en
beredeneerd, was een heldere kop. We wa
ren, er* zijn, het er nog allemaal over eens.
Dat moet eerst plaats vinden. Moreele
ontwapening, een verzoening der volken'
onderling, een wederzijdsch begrijpen en
verstaan van moeilijkheden, een weder
zijdsch vergeven van tekortkomingen en
geprikkeldheden, misschien zelfs wel van
fouten, beleedigingen, krenkingen.
Dat was alles heel, heel mooi. En zoo
menschelijk van gevoelen, zoo begrijpelijk.
Ongezien vergaven we den in onze ver
beelding wellicht bestaanden vijand, welke
natie het dan ook mocht zijn, zijn misstap
pen. En ontwapenden dus moreel. En als
we daarmee klaar waren, gingen we weer
door in het dagelijksche leven. En zeiden
soms bar onaangename dingen tegen el
kaar, en snauwden elkaar af, en dachten
onvriendelijk over elkaar, hadden weinig
geduld met elkaar, vochten en trapten om
toch maar in de eerste rij te staan in den
dagelijkschen „strijd om het bestaan", zoo
als men dat noemt. Af en toe logen we ook
tegen elkaar, of bedrogen elkaar, en deden
elkaar moordende concurrentie aan, of be
lasterden elkaar, kortom, als leden van een
gezin, of van een dorps- of stadsgemeen
schap waren we dikwijls deksels onaange
naam voor elkaar. Maar over die moreele
ontwapening, die aan algemeene ontwape
ning moest voorafgaan, o ja, dddr waren
we het over eens hoor! Ja, dat was best in
orde. Maar schuchter rijst nu misschien de
bedenking, dat die (dikwijls zoo weinig
hartelijke, ja bepaald hartelooze manier van
elkander bejegenen in het dagelijksch le
ven, toch feitelijk een vreemd begin is voor
moreele ontwapening. Want zie eens hier,
als we nu zoo gauw op onze teentjes ge
trapt zijn en zoo sikkeneurig en lichtge
raakt en onverdraagzaam zijn jegens el
kander in den dagelijkschen omgang, wij,
U en ik, die elkaar kennen en zien, hoe
moet het dan gaan, als er moeilijkheden zijn
met een „buitenlandschen" vijand, een
vreemd volk, dat ons op een of andere
wijze beleedigt of belaagt? Als we in den
dagelijkschen omgang niet de deugden van
verdraagzaamheid en vriendelijkheid en
waarheidslievendheid en vergevensgezind
heid hebben beoefend en aangekweekt, hoe
zullen we er dan toe in staat zijn, als in
nog veel grooter verband, van volk tot
volk, deze deugden aan de vuurproef wor
den onderworpen, en er getoetst wordt,
hoe het met onze moreele ontwapening
staat? Als we in het gewone leven nog al
te dikwijls als vijanden' en met haat en
afgunst en leugen en bedrog tegenover
elkander staan?
Kijk, als we dat inzien, dan is pas de
moreele ontwapening begonnen. Dan zien
we in d'at concurrentie van ras, zoowel als
handels- en persoonlijke concurrentie al
veel te ver zijn gegaan in de vernietiging
van vrede in de wereld. En dat in de be
trekkingen tusschen de menschen van man
tot man jalouzie en afgunst absolute oor
zaken van conflict vormen. En dan be
grijpen we dat de zorgvuldig aangekweekte
gewoonte om het goede in anderen te
waardeeren, zij het slechts in gedachte, een
blijde gemoedsrust brengt en een inner
lijke vreugde, die geen mensch van ons
weg kan nemen.
FLORIS C.
Nadruk verboden.
ALLE FRUIT OVER DE VEILINGEN.
Het Centraal Bureau van de Veilingen
in Nederland heeft nadere regelingen be
kend gemaakt omtrent .het verhandelen
van groenten en fruit.
De beschikking van den mi nieter ver
leent op de verplichting tot veilen op de
door de Ned. Groenten- en Fruitcentrale
erkende veilingen van groenten, fruit en
aardappelen de volgende uitzondering:
1. voor het verhandelen in een gezamen
lijke hoeveelheid van ten hoogste 10 K.G.
netto:
2. voor tuinders, die: a. in .het jaar 1933
een vaste standplaats aan een of meer
markten hebben gehad; b. ter nakoming
van een overeenkomst hun producten le
veren aan een conservenfabriek; c. naast
hun tuinbouwbedrijf een groenten- en
fruitwinkel drijven, of de producten uit hun
eigen bedrijf door middel van straathandel
plegen te verkoopen; d. het telen van fruit
niet als hoofdbedrijf uitoefenen, doch van
den oogst van hun fruitboomen geringe
hoeveelheden plegen te verkoopen.
Aan de vier groepen tuinders genoemd
onder 2 kan van het verplicht veilen hun
ner producten ontheffing worden verleend,
indien de betreffende tuinder: a. door de
Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale
is erkend; b. zijn bedrijf overeenkomstig
de voorschriften heeft doen registreeren en
de bepalingen der teeltregeling heeft nage
leefdc. een administratie bijhoudt ten ge
noege van de Nederlandsche Groenten-
en Fruitcentrale; d. zich tegenover de Ne
derlandsche Groenten- en Fruitcentrale
verbindt slechts bij een door deze stichting
erkende veiling, of grossier de meerdere
voor zijn handel benoodigde producten te
zullen bijkoopen.
Het betrekken van de fruitteelt in de
regeeringsmaatregelen heeft het voordeel
dat met bestaande toestanden zooveel mo
gelijk rekening kan worden gehouden, ter
wijl door de verbetering der kwaliteit en
sorteering voor het Nederlandsche pu
bliek een maatregel tor bescherming der
Nederlandsche markt tegen overstrooming
met goedkoope buitenlandsche fruitsoorten
wordt genomen.
Het verplicht veilen is dus in het belang
der Nederlandsche fruitteelt.
Ter nadere uitwerking van bovenbe
doelde beschikking van den minister van
Economische Zaken d.d. 18 April j.1. heeft
de regeeringscommissaris voor den Tuin
bouw thans het volgende bepaald:
prima, vetvrij, [per 50 vel
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij
Van Weedestraat 7 Soestdijk
Filiaal Soesterbergschestraat No. 8
1. Onder veilen wordt verstaan het ver
koopen op een door de Nederlandsche
Groenten- en Fruitcentrale erkende vei
ling, ongeacht de gevolgde wijze van vei
len
2. iedere kweeker van voor den handel
bestemd fruit, die niet op de hierboven
aangegeven wijze ontheffing van het ver
plicht veilen heeft verkregen, is verplicht
voor 15 Juni a.s. de veiling aan te wijzen,
waar hij zijn fruit zal veilen; hij zal daar
toe voor genoemden datum een schrifte
lijke en door hem geteekende verklaring
bij deze veiling moeten inleveren;
3. het veilen op meerdere veilingen is
slechts toegestaan, indien de betrokken
veilingsbesturen zich daarmede uitdrukke
lijk accoord verklaren en voor zoover de
Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale
daarna machtiging heeft verleend. Deze
machtiging zal slechts worden gegeven
indien voldoende waarborgen tegen ont
duiking der regeling zijn verstrekt;
4. het verpachten van boomgaarden, dus
de z.g. verkoop van fruit op het hout,
wordt ten deze niet als verkoop door den
kweeker aangemerkt; dit verpachten zal
derhalve op de tot nu toe gevolgde wijze
kunnen plaats hebben.
5. de verkoop van kleine hoeveelheden
druiven en ander fruit in zoogenaamde
druiveneetgelegenheden en van kleine hoe
veelheden kersen en pruimen in den boom
gaard zelf is vrij, evenals het verzenden
van postpakketten, mits hiervan een een
voudige administratie wordt bijgehouden;
6. Het opslaan van fruit rechtstreeks
door dem kweeker of door den pachter in
koelhuizen of bewaarplaatsen ,is toege
staan, onder voorwaarde, dat aan de door
den kweeker (pachter) aangewezen veiling
opgave wordt verstrekt van de opgeslagen
hoeveelheden en soorten;
7. het veilen van fruit op monster en het
z.g. administratief veilen is toegestaan,
doch de betrokken veiling is verplicht
controle uit te oefenen op het gewicht der
verkochte partij en op de overeenstemming
met het monster.
omtrent de heffing der omzetbelasting
op fruit worden op dit oogenblik nog be
sprekingen gevoerd met het ministerie van
Financiëh. Zoo spoedig mogelijk gullen
ook hiefomtrent nadere instructies worden
gegeven.
De voorschriften voor het verplicht vei
len zijn krachtens de Landbouw Crisiswet
1933. Overtreding dezer voorschriften valt
dus onder de in deze wet bepaalde straf
maatregelen, namelijk uitsluiting van iede-
ren regeeringssteun, hechtenis van ten
hoogste een jaar en geldboete van ten
hoogste 10.000.
TEGEN DE LINTBEBOUWING.
De Stedebouwkundige Raad van het Ne-
derlandsch Instituut voor Volkshuisvesting
en Stedebouw heeft over het ontwerp Ver
keerswet tegen de Lintbébouwing een
adres tot de Tweede Kamer gericht om
eenige amendementen aan te bevelen, en
op aanneming van dit ontwerp (aan te
dringen. Dit wetsontwerp, tot wet gewor
den, zal veel ertoe kunnen bijdragen om
een deel der bezwaren, aan de lintbebou
wing verbonden, waarop het Nederlandsch
Instituut voor Volkshuisvesting en Stede-
bouw, tezamen met den A. N. W. B. en
het Wegencongres, op een congres, gehou
den op 14 April 1928, de aandacht vestig
de, te beperken.
De Stedebouwkundige Raad dringt thans
bij de Tweede Kamer op aanneming van
het wetsontwerp aan, omda> daarmee een
belangrijk openbaar belang wordt gediend.
DE TEELTREGELING VOOR HET
RUNDVEE.
(VERVOLG).
Vaarsstierkalveren.
Aan de veehouders zelf wordt overge
laten te bepalen, binnen het hun toegewe
zen aantal kalveren, hoeveel vaars- en hoe
veel stierkalveren zij willen aanhouden.
Alle niet toegelaten stierkalveren moeten
als nuchtere kalveren worden opgeruimd,
benevens een aantal vaarskalveren. Hier
van worden uitgezonderd die kalveren
waarvan de eigenaren zich verbinden ze
zelf te mesten en binnen een zekeren tijd
als gemeste kalveren af te leveren.
Kalvermestvergunningen.
Ter voorkoming, dat door het verstrek
ken van jmestvergunningen een grooter
aantal kalveren zal worden gehouden, dan
op grond van de teeltregeling in de bedoe
ling ligt, zullen deze vergunningen door
de Gewestelijke Rundveecentrale Utrecht
uitsluitend worden afgegeven in gevallen,
waarin vaststaat, dat de kalveren als zgn.
zoetemeikskalveren worden gemest. Van
de geboorte af zullen deze dieren dus moe
ten zijn gevoerd met uitsluitend volle melk
of met meerendeels volle melk en verder
hoofdzakelijk ondermelk.
Deze mestvergunningen zullen uitslui
tend worden afgegeven ten behoeve van
pasgeboren kalveren en zullen een geldig
heidsduur hebben van uiterlijk drie maan
den. De houders dezer vergunningen heb
ben de verplichting deze vergunning bin
nen acht dagen na verkoop van het kalf
weder in te leveren. Voor elk kalf dient een
afzonderlijke mestvergunning te worden
aangevraagd, tegen betaling van 25 cent
aan den districtssecretaris, die hiervoor
een kwitantie afgeeft aan het betrokken lid.
De districtssecretaris teekent de aanvrage-
mestvergunning voor „voldaan" met zijn
handteekening en stelt de aanvrage aan den
controleur-merker (schetser) ter hand, die
de kenteekenen van het kalf nauwkeurig
ter plaatse invult en ons de ingevulde aan
vrage doorzendt ter verleening der mest
vergunning.
Voor die kalveren welke reeds voor het
ingaan van de regeling op het mesthok
staan en op de boven omschreven wijze
zijn gevoerd, kan als overgangsmaatregel
alsnog een mestvergunning worden ver
strekt. De looptijd van die vergunning
dient berekend te worden van den dag der
geboorte van het betreffende kalf. Voor
dit soort kalveren mag de vergunning eerst
worden afgegeven na controle ter piaatse.
Identiteitsbewijzen.
Vaarskalveren en ongeregistreerde stier
kalveren, waarvan men identiteitsbewijzen
venscht, moeten worden opgegeven aan
uen Districts-Secretaris, die nagaat, of het
toegestane aantal kalveren niet is over
schreden, het verschuldigde bedrag int en
de opgave doorgeeft aan den betreffenden
schetser. Deze gaat de dieren schetsen en
dient de schets in bij de Gewestelijke
Rundveecentrale Utrecht, welke binnen het
voor den betrokkene toegestane aantal kal
veren identiteitsbewijzen afgeeft aan de
eigenaren.
Geregistreerde stierkalveren en
merkwaardige fokdieren.
De gelegenheid wordt gegeven om boven
het gewoon aantal toegewezen kalveren
nog te houden geregistreerde stierkalveren,
welke aan de bepaalde afstammingseischen
voldoen, terwijl ten slotte nog maatregelen
zijn getroffen voor het behouden van meer-
aardige fokdieren.
Eischen aan de boventallig aan te hou
den vaarskalveren van deze veestapels 7 te
dellen:
Deze vaarskalveren zullen moeten zijn
óf volbloedsstamboekkalveren, welker moe
ders voor zooveel betreft de grootste helft
der melklijsten, welke van de dieren aan
wezig kunnen zijn, voldoen aan de eischen,
gesteld voor de moeders der aan te hou
den geregistreerde stierkalveren; óf vaars-,
kalveren, ingeschreven rtTïïet Register voor
jongvee van een ^erkende fokvereeniging,
waarbij alle normale (ter beoordeeling van
het Rijkszuivelconsulentschap) melkstaten
der moeders, welke aanwezig kunnen zijn,
aan die eischen voldoen.
Eischen te stellen op grond van ziekte
bestrijdingsmaatregelen e/kende veesta
pels:
Veestapels, uitsluitend bestaande uit tu-
berculosevrije dieren kunnen door de Cri
sis Rundveecentrale als zoodanig worden
erkend op voordracht van de Gewestelijke
Rundveecentrale.
Onder tuberculosevrije veebeslagen wordt
verstaan, de beslagen van eigenaren, die
lid zijn van een erkende tuberculose-be-
strijdings-organisatie en in welke geduren
de twee achtereenvolgende jaren geen
reactiedieren boven den leeftijd van een
jaar zijn voorgekomen, noch eenige andere
vorm van tuberculose is geconstateerd. Bij
het event. voorkomen in zulk een veebe-
slag van een reactiedier beneden den leef-
:,jd van een jaar is de eigenaar verplicht
het betreffende dier zoo spoedig mogelijk
van de hand te doen.
Eischen aan de boventallige aan te hou
den kalveren van deze veestapels te stel
len:
Overgelegd moet worden een bewijs
van een erkende runder-tuberculose-be-
strijdings-organisatie, bij welke de bedrij
ven der betrokken eigenaren zijn aange
sloten, dat deze kalveren afkomstig zijn
van het erkende bedrijf en dat het in het
belang van de tuberculosebestrijding in
deze veestapel is, dat deze kalveren worden
aangehouden. Deze verklaring zal moeten
zijn voorzien van het fiat van den betrok
ken Inspecteur van den Veeartsenijkundi-
gen Dienst.
De gang van zaken is hierbij de volgen
de:
Aanvrage om erkenning van veestapels
in Utrecht zullen moeten worden gericht
tot de Gewestelijke Rundveecentrale U-
trecht, evenals aanvrage voor hiervan bo
ventallig te houden kalveren, onder over
legging van 20.per stuk.
Deze aanvragen zullen voor zoover be
treft kalveren van geregistreerde bedrij
ven voorzien moeten zijn van een bewijs
van Stamboek of Hoofdcontroledienst, dat
zij aan de gestelde eischen voldoen en voor
zoover betreft die van gezond verklaarde
veestapels, van het bewijs dat zij afkomstig
zijn uit den betreffenden veestapel en dat
hun aanhouden is in het belang van de tu
berculosebestrijding in dien veestapel. Dit
bewijs moet zijn gefiatteerd door den be
trokken Inspecteur van den Veeartsenij-
kundigen Dienst.
Ter verkrijging van een identiteitsbewijs
voor kalveren aan te houden boven het toe
gewezen aantal, is het noodig, dat de toe
gewezen kalveren ook voldoen aan de
eischen betreffende afstamming, ,gesteld
voor boventallige kalveren. Verder dat al
le kalveren uit den betreffenden veestapel
zijn geboren.
Indien een eigenaar van een erkenden
meerwaardigen veestapel dus kalveren aan
koopt waardoor hij komt boven het aantal,
hetwelk hem in eerste instantie is toebe
deeld, heeft hij hiermede het recht verloren,
gebruik te maken van de regelingen voor
meerwaardige veestapels.
GESLAAGD.
Geslaagd aan de Rijkskweekschool te
Amersfoort voor onderwijzeres:
Mej. N. Zaalberg van Zeist,
Mej. M. Spaargaren, beiden alhier.
JAARVERGADERING VAN VRIJZIN
NIG GODSDIENSTIGEN.
Gepasseerden Vrijdagavond om 8 uur,
hield genoemde vereeniging in een der za
len van het gebouw Religie en Kunst, haar
Jaarvergadering onder praesidium van den
heer J. C. Plemper van Balen. Voor den
aanvang der vergadering werd door mij
aan den praeses gevraagd of ik de vergade
ring mocht bijwonen, waarop toestemmend
werd geantwoord, waarop de heer Schuy-
lenburg de pers kwam mededeelen, dat wij
wel de causerie mochten bijwonen, de jaar-
vergad. niet, deze was huishoudelijk. Enfin,
er is iets van deze huishoudelijke vergade
ring blijven hangen, en dit kunnen wij de
lezers meedeelen, echter geen financieele
cijfers.
De vergadering, welke zeer slecht be
zocht was, werd met een woord van wel
kom door den praeses geopend, waarna
Mej. Maas, de secretaresse, een keurig
overzicht gaf van den stand der vereen.
Het ledenaantal steeg niet, waarom ge
vraagd werd om meerdere actie, de finan-
tiën waren gezond, de begrooting 1934'35
geeft een nadeelig saldo voorloopig aan.
De aftredende bestuursleden werden met
meerderheid van stemmen gekozen, uitge
loot werden 2 rentelooze obligatiën, No.
174181. De dames Wragge werden be
dankt voor hunne attentie bij spreekbeur
ten. Daarop werd het woord verleend aan
den heer G. Voet, uit Velzen, die een cau
serie hield, over het onderwerp: „Wat we
ten wij van Rome's activiteit in ons land".
Deze causerie had het Hoofdbestuur van-