HJIITfMIIIII
FOTO
't Soester Atelier
BECKERINGHSTR. 14
MAAR f 2.- 6 BRIEFKAARTEN
IMP" in bruin en zwart.
Voor de Vrouw
KOUSEN RECLAME
Bovendien meenen wij -te weten, dat die
geheele uitzending van arbeiders (werk-
loozen) naar een werkverschaffingskamp,
een experiment is, dat de gemeente een be
duidend bedrag kost aan geld, waar geen
enkele bate tegenover staat.
Wij zijn van meening, dat de zoogenaam
de „slechte" arbeiders in zoo'n kamp niet
verbeterd worden, maar dat de bonafide
arbeiders daar bedorven worden.
Reden waarom wij Uwen Raad met aan
drang verzoeken, de uitzending van werk-
loozen naar een Rijkswerkverschaffings-
kamp stop te zetten.
Betrcff. Op gang brengen Werkverschaf.
fing met Rijkssubsidie.
We zijn dankbaar, dat Uwe Raad al
thans enkele wegen hebt willen doen aan
besteden, waardoor een aantal arbeiders
gedurende eenigen tijd een behoorlijk loon
ontvangen.
Maar dat geldt bij lange na niet voor
allen.
Niet omdat die anderen niet willen, maar
omdat zij niet allen geplaatst kunnen wor
den aan die werken.
Als Uwen Raad nu bedenken wilt, dat
velen sinds 28 April 1.1. niet meer dan 3 of
4 dagen „Armenzorg" hebben, dat is f (V.75
of f 9.per week, dan kunt U wel be
grijpen, dat de nood bij die-menschen groot
is.
Waar nu het College van Burgemeester
en Wethouders van Soest aan Z. ,Exc. den
Minister van Sociale Zaken hebben ge
schreven, dat zij „de bonafide werkloozen
niet aan hun lot zullen overlaten", en
„reeds met den betrokken inspecteur het
heropenen van de werkverschaffing voor
deze categorie hebben besproken", ('t welk
ons gebleken is uit een schrijven van den
Heer Minister door ons ontvangen d.d. 22
Mei 1934, 'No. 48—2505—852 I afd. W. en
S.) daar dringen wij met te meer vrijmoe
digheid er bij Uwen Raad op aan, die over-
blijvenden, welke NIET bij de onderhan
den zijnde werken geplaatst zijn, spoedig
te helpen met een van rijkswege gesubsi
dieerde werkverschaffing.
Wij hopen, dat U in den geest van dit
schrijven een beslissing zult kunnen ne
men en daardoor een groot aantal werk
loozen verlichtjng zult geven in hun zwa-
ren druk.
Met de verschuldigde gevoelens van
hoogachting,
Voor de Chr. Besturenbond',
P. C. ZONNEVELD, Voorzitter.
A. G. DEN BESTEN, Secretaris.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoek ik U opname van het
volgende:
Inwoner van Soesterberg zijnde, is mij
ter oore gekomen, dat een onzer politie
agenten per 1 October, overgeplaatst zal
worden naar Soest.
Dit nu, lijkt mij voor Soesterberg met
zijn intens druk verkeer, een zeer onge-
wenschten maatregel.
Bij doorvoering van dezen maatregel,
blijft er voor Soesterberg maar één (let
wel maar één) politieagent beschikbaar,
dewelke ook nog bureaudiensten moet
verrichten (minstens ecnige uren per dag).
Eén man kan ook maar één dienst waar
nemen, met als gevolg, waar blijft het toe
zicht op onze wegen, gedurende dien tijd,
en gedurende 's mans rusttijd.
Wat komt er terecht van een nachtdienst,
die kan dezelfde persoon er toch niet bij
waarnemen, of is dit op Soesterberg niet
noodig?
Moeten er nog meer ongelukken gebeu
ren, als nu alreeds het geval is.
Goed toezicht op het verkeer, en bewa
king van onze eigendommen, ook des
nachts is toch het minste wat wij mogen
verlangen, en dit kan door één man niet
gepresteerd worden, afgezien nog van de
vele andere diensten, die van de politie te
Soesterberg verlangd worden.
Ondergeteekende vertrouwt, dat de be
voegde autoriteiten, een en ander wel in
overweging willen nemen, en alsnog deze
maatregel zullen intrekken, daar deze zeer
zeker ongewenschte complicaties zou ver
oorzaken.
U mijnheer de redacteur, dankend voor
de plaatsruimte.
Hoogachtend,
OPMERKER.
rijke fantasie is voortgekomen, integendeel,
ik heb haar persoonlijk gekend, en geluk
kig dat ik, al zh de geheele boel te stikken
van 't lachen, altijd er een stalen gezicht
bij kan houden, dat heb ik geleerd toen ik
nog bij de grenadiers diende en heb daar
later veel wil van gehad, want om een
voorbeeld te noemen, wanneer ik haar be
zocht en een kopje thee bij haar dronk, en
zij mij in vertrouwen mededeelde „dat
schzij vroeger schzoon schzoone schztem
had en Schzanijliederen op weldadig-
heidschzvoorschztellingen schzong, ja, ziet
U, dan had ik moeite om mij goed te hou
den, en dacht onwillekeurig: „is dat nu een
mensch naar Gods beeld geschapen?" en
op dat oogenblik daalde mijn geloof be
neden vriespunt.
Zij leefde heel rustig in haar eigen huis
je, genoot van een lijfrente haar door een
dame waar zij jaren in betrekking was ge
weest vermaakt, maar steeds dacht zij aan
Salomo's spreuk: „1t Is niet goed, dat
den mensch alleen zij."
Zooveel vrouwen trouwden, nog ouder
dan zij, waarom kwam er nu toch niemand
om haar?
Een onderzoekende blik in den spiegel,
had haar 't antwoord kunnen geven, maar
die dames die stiefmoederlijk bedeeld zijn
met uiterlijk schoon, raadplegen nooit den
spiegel en vergat, dat mannen de pest
hebben aan leelijke ouwe wijven, maar lie
ver iets jongs zien, wat pleit voor hun
schoonheidsgevoel en hun jeugdige hart,
maarjonge meiden hebben nu
weer 't land aan ouwe kerels, wat niet te
verwonderen is, neen, maar wat verbeel
den die ouwe bokken zich wel?
Toch gaf die ouwe vrijster den moed
niet op en besloot een kaartlegster te gaan
raadplegen, of zooals men 't tegenwoor
dig deftiger uitdrukt: „een helderziende te
.gaan consulteeren."
Er was (hoorde zij van een vriendin) in
de „Dorstige Hartsteeg" zoo'n exemplaar,
die daar haar tenten had opgeslagen, en
voor den civielen prijs van 2 kwartjes, 't
heden, verleden en toekomst voorspelde.
Niet zonder hartkloppingen (zelfs een
oude vrijster heeft een gevoelig hart) ging
zij 's avonds naar het haar nu bekende
adres, in afwachting wat de „helderzien.
de" haar zou voorspellen.
Zij werd binnengelaten bij een oud rim
pelig wijf op wier gelaat in vurige vlam
men 't woord „vergunning" stond geschil
derd en men vast kon aannemen, dat zij
een geestrijke teug niet versmaadde.
Op de krassende vraag: voor één of
twee kwartjes? (Wat zij niet begreep) haar
duidelijk werd gemaakt, dat zij voor twee
kwartjes, 't heden, verleden en toekomst
zou hooren, dus dubbel spel (in dubbele
beteekenis) zou gespeeld worden, en zij
haar twee maffies offerde.
De „helderziende" schudde de kaarten,
en begon met haar orakeltaal en zij luis
terde met ingehouden adem en glinsteren
de oogen.
't Heden en verleden klopte vrijwel
maar nu de toekomst.
Opnieuw werden de kaarten geschud en
klonk 't haar als hemelsche muziek in de
ooren: „er kruist een blonde jonge man
Uw weg, daarmede zult U in 't huwelijk
treden, er zal U een zoon en een dochter
geboren worden, maar pas vooral op voor
een zwarte man (de Mephisto) en voor
een blonde jonge vrouw, die kunnen U 't
leven nog lastig maken."
Hoopvol gestemd verliet zij de „helder,
ziende", dat huwelijk met een blonde jon
ge man (haar ideaal) heerlijk, maar die kin
dertjes die zij dan moest krijgen en dat op
haar leeftijd, maar zij herinnerde, zich in
den bijbel te hebben gelezen, dat Abraham
de honderd jaar was gepasseerd en z'n
huisvrouw Sara negentig jaar telde en er
ook nog een kleintje kwam, en zij die
pas 54 jaar was, waarom kon haar dat niet
gebeuren?
Maar eerst de blonde man en de rest
kwam dan wel van zelf.
Toen raadpleegde zij ernstig haar spie
gel, en moest bekennen dat zij wel een
verfje noodig had, maarvolmaakt
is toch niets op aarde.
Den verderen avond besteedde zij, om de
courant te bestudeeren, waarin schoon
heidsmiddelen werden aanbevolen en be
sloot een voldoende voorraad in te slaan
en tevens om die stompjes tanden te la
ten uittrekken en een bekwaam dentist te
raadplegen over een schitterend wit gebit.
Niet vanaf
Films ontw. 30 ct. Afdrukjes 6 cent p. st.
EEN WANHOPIG MIDDEL.
door Ivees Spotvogel.
Wanneer U bovenstaande ititel leest,
zult U onwillekeurig denken, „hé, als hij
't nu maar niet al te griezelig maakt."
Neen, hooggeachte dames die dit lezen,
maak je maar niet bezorgd, 't is een ge
wone greep uit het dagelijksche leven en
loopt zonder bloedvergieten af.
Zij ('t was in dit geval een zij) had de
bouwvallige leeftijd bereikt van 54 jaar,
zonder ooit in de gelegenheid te zijn ge
weest haar maagdelijken staat met die des
huwelijks te verwisselen.
't Was ook geen wonder, zij bezat nu
niets, wat voor een man aantrekkelijk was,
of 't moest zijn, haar welgevulde porte-
monnaie en haar eigen huisje.
Zij was lang-benig, met vvortelkleurig
haar, een lange groezelige hals, een vuur-
rooden neus (ofschoon zij geheelonthoud-
ster was) een groote uilebril die op haar
reukorgaan waggelde, nog eenige stompjes
tand, en dan had zij een spraakgebrek,
daar zij de s of de z, als schz uitsprak.
Kortom een levende mummie.
Denkt nu niet -dat dit persoontje uit mijn
Voor dit doel werd 200 van de spaar
bank gehaald, en zou dat voorloopig wel
voldoende zijn.
In de eerstvolgende weken had zij reeds
een groote /verjongingskuur ondergaan,
dank zij de verschillende duur betaalde
schoonheidsmiddelen.
De uilenbril was vervangen door een
pince-nez, haar lippen waren keurig rood,
•de rimpels in haar tanig gezicht wegge-
poeierd, de wenkbrouwen bijgeschilderd,
de buste en gevulde beenen verschafte
Perry, een keurig mantelcostuum, opge
vuld met watten, gaven haar slijpplank-
achtige figuur ronde en gevulde vormen,
haar voetje, anders maar 45 (merk onder
zeeër) was nu 43 geworden, een schitterend
wit gebit, en een coquet hoedje, dat schuin
op haar puntige schedel ballanceerde, vol
maakte haar toilet.
Toen zij zoo ver gevorderd was, besloot
zij een huwelijksadvertentie te plaatsen, in
een der plaatselijke bladen van den volgen
den inhoud:
Huwelijk.
Een dame van de P.G., flinke verschijning,
ruim 40 jaar (ze vergistte zich maar even
tien jaar) met behoorlijk inkomen, eigen
huis bewonend, zoekt een levensgezel van
denzelfden leeftijd, om na voldoende ken
nismaking een wettig huwelijk aan te gaan.
Geheimhouding verzocht, maar tevens
ook verzekerd.
Brieven franco onder 't motto: Huwe
lijk" aan 't bureau van -dit blad.
Hè, hè, als 't nu maar wat geeft, ze had
zoo'n groote kosten gemaakt, maar 't zou
wel losloopen, want zij dacht aan de „hel.
derziende" en de heerlijke, verrukkelijk!
blonde man.
In spanning gingen een paar dagen voor.
bij, en toen zij aan 't bureau haar brieven
ging halen, waren daar reeds een zestal
gearriveerd, welke haar hoopvol stemden en
bevend in ontvangst werden genomen,
maar hoorde gelukkig 't lachen van 't kan
toorpersoneel niet.
Vlug stapte zij in een taxie, wat zij an
ders nooit deed, maar zij brandde van
nieuwsgierigheid om met den inhoud ken
nis te maken, en thuiskomende zich nau
welijks den tijd gunde om hoed en mantel
af te leggen.
Zij verslond den inhoud en in jaren had
zoo'n heerlijke blos haar wangen niet ge
verfd, en één dier brieven ('t was zeker
van de blonde man) inviteerde haar har
telijk, Woensdagavond om. 8 uur te komen
bij „Heek", als herkenningsteeken een
zonnebloem op de borst.
't Was Woensdagavond, dus vanavond.
Zou hij een krullekop hebben? en zooal
hij schreef was hij 42 jaar en gepensioneerd
schipper van de Marine.
Hoe nu aan een zonnebloem te komen,
maar gelukkig hadden haar buren eenige
daarvan in hun tuintje en op haar vrien
delijk verzoek werd haar een exemplaar
gratis en franco verstrekt, dus dit bezwaar
was ook opgelost.
Zij woonde hoogstens vijf minuten van
de afgesproken plaats, maar om vijf uur
was zij reeds druk bezig zich te beschilde
ren en te behangen en toen zij hiermede
klaar was, op 't noodlottige idee kwam,
haar wortelkleurig haar zwart te gaan ver
ven, waarvoor ook de ingrediënten in huis
waren, maardit zou haar noodlottig
worden.
Mjet coquette stapjes, zoover de onder
zeeërs dit toelieten, dribbelde zij even
voor acht uur „Heek" binnen, de reusach
tige zonnebloem op -de gevulde borst, en
na een kop thee besteld te hebben aan een
der tafeltjes plaats nam.
Zij was nog nooit alleen in zoo'n inrich
ting geweest en keek eenigszins schuw
rond, en bemerkte dat eenige jonge man
nen haar vol verbazing zaten te begluren.
Brokstukken van gesprekken ving zij op
zooals: „die zonneblo'em flatteert haar
wel", of „die noemt zich veertig, is min
stens zeventig", of „ja man, wat God niet
geeft, datkoop je bij Perry", of „een schat
tig voetje", wat denk jij Karei, 7 of 48?
't Zweet brak haar uit onder die spot
achtige blikken, en ze kreeg 't al warmer
en warmer en voelde tot haar ontzetting,
dat de zwarte cosmestique, waarmee zij
zich van peenkleurig, in zwart had omge-
tooverd, vloeibaar werd en in stralen onder
haar hoed vandaan kwam, over haar lieve
wangetjes vloeiden en wist met haar fi
guur geen raad.
Plotseling zei een der jonge mannen
die over een zwaar barritongeluid beschik
te: ,,'t lijkt wel een zebra die aan 't ver
haren is", wat een brullend gelach ontke
tende, en zij als een kip op hoogen pooten
en onder hoerageroep naar .de deur rende.
Maar de .lijdensbeker was voor haar nog
niet tot aan den rand gevuld, want toen
zij naar den uitgang stormde, verloor zij
haar kousenband en de barriton met een
zachte melodieuze stem, zoodat je 't zeker
in Galerie Modern kon hooren, haar na
schreeuwde: „hé opoe, je verliest je sok-
kenophouder", en de geheele zaal gierde
van 't lachen.
Ze kon die kerels wel vernielen, mon
sters waren H, misbaksels, als 't in haar
macht was geweest had niemand van dat
stelletje levend Heek verlaten.
Hoe ze thuis gekomen is weet ze zelf
nog niet, hoe ze aan een man moet komen,
ook niet, en waar haar zoontje en dochter
tje vandaan moeten komen ook niet, maar
heeft een grenzelooze haat aan alles wat
.helderziende" heet. Maar nog geeft zij 't
niet op, een man moet en zal ze hebben,
desnoods één van 't asyl van 't Leger des
Heils, maar in afwachting daarvan staat
zij op die -dagen voor het stadhuis op de
Oudegracht als 't trouwen is, in de hoop,
dat er misschien nog ereis een ongeregel
de bruigom overschiet.
WAT DE NIEUWE MODE UIT
PARIJS BRENGT.
Hoewel de nieuwe wintercollecties nog
niet getoond zijn, kan men toch al ver
schillende nieuwigheden in de Fransche
hoofdstad (en natuurlijk ook in ons land)
opmerken. In de eerste plaats kan men
dan vaststellen, dat het met de heerschap
pij van de kleine ronde baret, voortgeko
men uit het „alpientje", voor goed gedaan
s. De vrouwen hebben de zomersche hoe
den met breeden rand blijkbaar zoo goed
vinden staan, dat ze voor najaar en winter
ook zooiets willen hebben. Maar hoe moet
•dat dan met de groote opstaande kragen
van de wintermantels? Geen nood, de
groote, fluweelige, izachte en plooibare
Rembrandt-muts heeft zijn intrede gedaan.
Deze groote, platte, pannekoek-achtige ba
ret staat heel goed en is veel practischer
dan de groote, zomersche hoeden, die dik
wijls „zoo groot als een karrewiel" en even
onhandelbaar waren. Wanneer men daar
bij dan een geplooide Pierrot-kraag van
dezelfde fluweelen stof draagt, op een ef
fen wollen stoffen japon of costume, dan
is men gereed om de eerste koude dagen
te ontvangen. Die Pierrot-kragen staan
velen heel goed. Het is eenvoudig een bree-
de ruche met stolpplooien erin, van vel
vet of zware zijde, van voren gesloten met
een strik van dezelfde stof. Het meest ge
bruikt men er velvet voor en dan -dikwijls
gevoerd met een afstekende kleur, bijvoor
beeld zwart velvet met een voering van
ichtgroen en een strik van zwart velvet,
terwijl deze kraag dan gedragen wordt op
een effen zwarte wollen jurk, met een
zwarte hoed met groene kokarde en zwar
te peau de suède handschoenen met kap-
Dames Kousen 19 ct.
29 -39 49 59 69
79 - 98 - 115 125 - 135 ct.
Heeren Sokken 15 ct.
29 35 39 45 49
59 - 79 98 110 - 125 ct.
Prima Sajetsokken 69 ct.
Enorme sorteering
Ajouren
MAGAZIJN „DE DUIF"
Sportkousen22 ct.
25 29 35 39 45 ct.
Kinderkousen 19 ct.
21 24 i 28 31 34 ct.
Skisokjes 13 ct.
15 18 21 24 26 ct.
Maaswol, 4 voor .10 ct.
Bébé-artikelen
- Plisseeren Stoomen Verven
Zeldzame keuze in Wol
HARTWEG 31
(bij Koninginnelaan)
ZATERDAG bij aankoop van f 1.50 een fijn stuk zeep cadeau.
Nieuwe Capucijners, p.p. 13 cent
N. Capucijners, (groote) p. p. 17 cent
Nieuwe groene Erwten, p.p. 10 cent
Prima Pindakaas, p. pond 19 cent
Manderijn, p. 3 blikjes 59 cent
Cakes, 8 stuks voor 25 cent
.Amandelbroodjes, 5 stuks 25 cent
Middelwijkstr. 3
TELEFOON 652
rheumatieklijdersü
Mijn afdoend geneesmiddel „Triumf
I" is het eenige smeersel wat direct
verlichting geeft bij pijnen in spieren
en gewrichten. Ik verkoop U dit met
volle garantie voor genezing binnen
enkele dagen. Flacon (100 gr.) met
gebruiksaanw. 80 cent. Part. adres:
Gallenkamp Pelsweg 8, SoestZuid
SOEP- EN BRAADKIPPEN
Piepkuikens en prima Poulardes
H. VAN ZIJTVELD POELIER
JULIANASTRAAT 62
r 22.50 per maand
Vrij benedenhuis te huur met gr.
tuin (llüü M2. Nieuwerhoekstr. 2.
pen die met groen gevoerd zijn. Wat onze
hoeden verder betreft er zijn natuurlijk
nog tal van andere modellen, behalve die
Rembrandt mutsen kan gezegd worden
da-t de bol laag en rond blijft, met randen
van verschillende breedte. De rand wordt
van voren in het gezicht gedragen en is
van achteren dikwijls omgeslagen. In ieder
eval laat de nieuwe hoed het grootste
deel van het achterhoofd onbedekt, zoodat
er meer werk van het kapsel gemaakt moet
worden, rijtjes krulletjes of „rolletjes",
in plaats van de platte, gladde, grove on
dulatie. Dan is er een door de kappers
natuurlijk hevig bestreden gerucht om
trent de terugkeer van het lange haar, dat
dan in lage wrong in de hals gedragen
wordt. Al is het korte haar nog lang niet
verslagen, men ziet toch meer en meer de
wrong in de hals verschijnen. De kleinere
hoedjes hebben de neiging een ovaal mo
del te vertoonen, met het smalste gedeel
te naar voren.
Overigens zijn -de nieuwe najaarsmo
dellen (ensembles, manteljaponnen en/.)
vrij eenvoudig en nauwsluitend van stijl,
met veel diagonaal-lijnen er in; verder
wordt aan de hals veel aandacht besteed,
waarbij men tot allerlei aardige oplossin
gen komt. Links op de teekening zulk een
nieuw ensemble van wilgenkatjes-grijze
wollen stof, met een aardige hals. Rechts
een manteljapon, waarbij vooral de knoo-
pengarneering opvalt. Want -dit dient nog
opgemerkt te worden, knoopen voeren wat
garneering betreft, weer de hoofdtoon. En
niet zulke kleintjes, maar groote, glimmen
de zwarte of gekleurde knoopen!
MADELEINE.
KUNNEN WIJ EEN KELDER
MISSEN?
De moderne architect blijkt, zooals ik
onlangs nog van nabij vernam, wel eens de
meening toegedaan te zijn, dat ook bij een
buitenhuis de kelder gemist kan worden
en evengoed vervangen kan. worden door
een kelderkast. Hieronder verstaat men
een kast voorzien van een cement-vloer,
die eenigszins is uitgebouwd en iets lager
ligt dan -de oppervlakte van het huis. Op
dat vloertje kan men het een en ander
neerzetten en verder is de kast voorzien
van planken, waarop men verschillende
zaken kan plaatsen.
De moderne architect, die een dergelijke
ruimte voldoende acht, beroept zich er op,
dat de moderne huisvrouw toch slechts
weinig voorraad heeft. Wellicht denkt de
architect, die zoo redeneert, te veel aan de
stadswoning, waar de bewoners van de
bovenhuizen het zelfs zonder kelderkast
moeten stellen en alleen maar tot hun be
schikking hebben een kast, voorzien van
eenige ventilatie, waarin zij verschillende
levensmiddelen kunnen bergen. En dik
wijls ook ontbreekt zoo'n kast nog en is
de keukenkast met het steengoed enz. te
vens de bewaarplaats voor levensmiddelen,
of heeft men voor deze laatste in de keu
ken een vliegenkastje hangen.
Ja, indien in een huis geen kelder aan
gebracht behoeft te worden, dan maakt
dat het bouwen wel eenvoudiger en goed-
kooper. Het is echter de vraag of een der
gelijke vereenvoudiging in den woning
bouw wenschelijk is voor de plattelands
woning.
We moeten hierover eens even het een
en ander nagaan.
De stadshuisvrouw, die een huis zonder
kelder bewoont, stelt zich zooveel mogelijk
daarop m en het stadsleven is er op inge
richt de gezinnen geregeld van versche
waren te voorzien.
Voorraad van belang behoeft zij niet te
hebben en aan inmaak doet zij niet of
slechts zeer weinig, misschien wat jam of
n paar flesschen vruchten, omdat zij geen
tuin heeft, die haar tot inmaken dwingt en
omdat zij er geen geschikte bewaarplaats
voor heeft en gedurende den winter kan
zij aan de deur toch iederen dag de ver
langde versche groente koopen.
We moeten echter niet voorbij zien, dat
•de huisvrouw, al tracht zij het zoo goed
mogelijk zonder kelder te stellen, zij in
de zomermaanden wel den last er van on
dervindt, dat zij geen koele ruimte heeft en
zij het ook wel eens als een bezwaar ge
voelt dat zij van het een of ander, b.v. aard
appelen, niet eens wat kan opslaan.
Dat gezinnen, die het kunnen betalen,
zich ter vervanging van den kelder een
electrische koelkast (vroeger werd van
een ijskast gebruik gemaakt) aanschaffen
is wel het beste bewijs, dat toch overal
wel behoefte wordt gevoeld aan een koele
ruimte in huis. Zoo'n koelkast kost een
paar honderd gulden en is nog niet eens
er voor bestemd om eenigen voorraad van
belang te kunnen bergen.
•Hoeveel beter is men dan met een kel
der af. 'Natuurlijk behoeft deze voor een
niéuw te bouwen boerderij lang niet zoo
groot te zijn als bij.de oude boerderijen het
geval was, waar ook de kelder er voor
bestemd was om de melk voor de boter-
bereiding te laten zuren. Maar missen kun
nen we den kelder niet. Laat deze klein
zijn, maar goed, zoodat deze voor het be
waren van levensmiddelen van korten
duur, zoowel als voor het bewaren van
onzen inmaak, opslag aardappelen, appe
len enz., een frissche bewaarplaats biedt.
De plattelandshuisvrouw heeft in dezen
weer met andere factoren rekening te hou
den. Het inmaken zullen we niet overdrij
ven, maar wie een tuin heeft, past dit toch
noodwendig toe en we weten ook maar
al te goed, welk een genot het is, indien
men iets achter de hand heeft voor onver
wachte omstandigheden. De winkels heb
ben we op het platteland niet overal zoo
bij de hand als in de stad; de groenteman
bezoekt ons daar niet zoo geregeld.
Hoe gauw is er eens niet wat, dat we
voordeelig in een grootere hoeveelheid
kunnen inkoopen. En wat is het dan niet
een genot, als men een goeden kelder heeft.
Vereenvoudiging van de woning is uit
stekend, maar deze moet niet gaan ten
koste van datgene, dat onmisbaar is in de
huishouding. En naar ons voorkomt kan
in een buitenhuis en in het bijzonder wel
in de boerderijwoning de kelder niet ge
mist worden. Het meerdere geld daarvoor
bij het bouwen uitgegeven zal zijn rente
wel opbrengen en de plattelandshuisvrouw
zal ook met een kelder nog wel modern
kunnen zijn!
EEN FRISSCHE KEUKEN.
De Nederlandsche huisvrouw staat
ervoor bekend, dat ze zoo bijzonder op
haar heldere keuken gesteld is. „Je kunt er
wel van den vloer eten." De keuken is aan
ook als 't ware de „werkplaats" van de
huisvrouw, waar niet alleen de maaltijden
worden toebereid, doch ook in vele geval
len het werkmateriaal van de huisvrouw
wordt opgeborgen. Het is dus om twee re
denen belangrijk, dat al ons werkmate
riaal zooals dweilen, leeren lappen, spon
zen, boenders, enz. goed schoongespoeld
worden weggehangen. En liefst in kasten,
waar veel lucht bij komt. Daarom zijn de
kastjes onder den aanrecht in moderne
huizen meestal voorzien van een gazen pa
neeltje, zooals van een hor. Verder is het
goed om al het materiaal op te hangen.
Het stofblik moet na gebruik dadelijk goed
schoongeveegd worden. Is het kaal gewor
den, dan kan men het met spirituslak op
knappen. Vergeet verder de messenplank
niet. Na gebruik goed afkloppen en droog
weghangen. Is hij erg vuil geworden, dan
eens afboenen met een lauw sopje. Bij bet
drogen de uiteinden met een paar zware
voorwerpen belasten, tegen het kromtrek
ken. Sponzen moeten in schoon water uit
gewrongen worden, en af en toe, om ze
frisch te houden, in zout water.
Huisvrouw weet raad.
Vlekken iin linnengoed ontstaan 'door
het strijken met een te heete bout (schroei
vlekken) willen in de meeste gevallen wel
verdwijnen als men ze onmiddellijk met
uiensap inwrijft.