HJIITfMIIIII FOTO 't Soester Atelier BECKERINGHSTR. 14 MAAR f 2.- 6 BRIEFKAARTEN IMP" in bruin en zwart. Voor de Vrouw KOUSEN RECLAME Bovendien meenen wij -te weten, dat die geheele uitzending van arbeiders (werk- loozen) naar een werkverschaffingskamp, een experiment is, dat de gemeente een be duidend bedrag kost aan geld, waar geen enkele bate tegenover staat. Wij zijn van meening, dat de zoogenaam de „slechte" arbeiders in zoo'n kamp niet verbeterd worden, maar dat de bonafide arbeiders daar bedorven worden. Reden waarom wij Uwen Raad met aan drang verzoeken, de uitzending van werk- loozen naar een Rijkswerkverschaffings- kamp stop te zetten. Betrcff. Op gang brengen Werkverschaf. fing met Rijkssubsidie. We zijn dankbaar, dat Uwe Raad al thans enkele wegen hebt willen doen aan besteden, waardoor een aantal arbeiders gedurende eenigen tijd een behoorlijk loon ontvangen. Maar dat geldt bij lange na niet voor allen. Niet omdat die anderen niet willen, maar omdat zij niet allen geplaatst kunnen wor den aan die werken. Als Uwen Raad nu bedenken wilt, dat velen sinds 28 April 1.1. niet meer dan 3 of 4 dagen „Armenzorg" hebben, dat is f (V.75 of f 9.per week, dan kunt U wel be grijpen, dat de nood bij die-menschen groot is. Waar nu het College van Burgemeester en Wethouders van Soest aan Z. ,Exc. den Minister van Sociale Zaken hebben ge schreven, dat zij „de bonafide werkloozen niet aan hun lot zullen overlaten", en „reeds met den betrokken inspecteur het heropenen van de werkverschaffing voor deze categorie hebben besproken", ('t welk ons gebleken is uit een schrijven van den Heer Minister door ons ontvangen d.d. 22 Mei 1934, 'No. 48—2505—852 I afd. W. en S.) daar dringen wij met te meer vrijmoe digheid er bij Uwen Raad op aan, die over- blijvenden, welke NIET bij de onderhan den zijnde werken geplaatst zijn, spoedig te helpen met een van rijkswege gesubsi dieerde werkverschaffing. Wij hopen, dat U in den geest van dit schrijven een beslissing zult kunnen ne men en daardoor een groot aantal werk loozen verlichtjng zult geven in hun zwa- ren druk. Met de verschuldigde gevoelens van hoogachting, Voor de Chr. Besturenbond', P. C. ZONNEVELD, Voorzitter. A. G. DEN BESTEN, Secretaris. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik U opname van het volgende: Inwoner van Soesterberg zijnde, is mij ter oore gekomen, dat een onzer politie agenten per 1 October, overgeplaatst zal worden naar Soest. Dit nu, lijkt mij voor Soesterberg met zijn intens druk verkeer, een zeer onge- wenschten maatregel. Bij doorvoering van dezen maatregel, blijft er voor Soesterberg maar één (let wel maar één) politieagent beschikbaar, dewelke ook nog bureaudiensten moet verrichten (minstens ecnige uren per dag). Eén man kan ook maar één dienst waar nemen, met als gevolg, waar blijft het toe zicht op onze wegen, gedurende dien tijd, en gedurende 's mans rusttijd. Wat komt er terecht van een nachtdienst, die kan dezelfde persoon er toch niet bij waarnemen, of is dit op Soesterberg niet noodig? Moeten er nog meer ongelukken gebeu ren, als nu alreeds het geval is. Goed toezicht op het verkeer, en bewa king van onze eigendommen, ook des nachts is toch het minste wat wij mogen verlangen, en dit kan door één man niet gepresteerd worden, afgezien nog van de vele andere diensten, die van de politie te Soesterberg verlangd worden. Ondergeteekende vertrouwt, dat de be voegde autoriteiten, een en ander wel in overweging willen nemen, en alsnog deze maatregel zullen intrekken, daar deze zeer zeker ongewenschte complicaties zou ver oorzaken. U mijnheer de redacteur, dankend voor de plaatsruimte. Hoogachtend, OPMERKER. rijke fantasie is voortgekomen, integendeel, ik heb haar persoonlijk gekend, en geluk kig dat ik, al zh de geheele boel te stikken van 't lachen, altijd er een stalen gezicht bij kan houden, dat heb ik geleerd toen ik nog bij de grenadiers diende en heb daar later veel wil van gehad, want om een voorbeeld te noemen, wanneer ik haar be zocht en een kopje thee bij haar dronk, en zij mij in vertrouwen mededeelde „dat schzij vroeger schzoon schzoone schztem had en Schzanijliederen op weldadig- heidschzvoorschztellingen schzong, ja, ziet U, dan had ik moeite om mij goed te hou den, en dacht onwillekeurig: „is dat nu een mensch naar Gods beeld geschapen?" en op dat oogenblik daalde mijn geloof be neden vriespunt. Zij leefde heel rustig in haar eigen huis je, genoot van een lijfrente haar door een dame waar zij jaren in betrekking was ge weest vermaakt, maar steeds dacht zij aan Salomo's spreuk: „1t Is niet goed, dat den mensch alleen zij." Zooveel vrouwen trouwden, nog ouder dan zij, waarom kwam er nu toch niemand om haar? Een onderzoekende blik in den spiegel, had haar 't antwoord kunnen geven, maar die dames die stiefmoederlijk bedeeld zijn met uiterlijk schoon, raadplegen nooit den spiegel en vergat, dat mannen de pest hebben aan leelijke ouwe wijven, maar lie ver iets jongs zien, wat pleit voor hun schoonheidsgevoel en hun jeugdige hart, maarjonge meiden hebben nu weer 't land aan ouwe kerels, wat niet te verwonderen is, neen, maar wat verbeel den die ouwe bokken zich wel? Toch gaf die ouwe vrijster den moed niet op en besloot een kaartlegster te gaan raadplegen, of zooals men 't tegenwoor dig deftiger uitdrukt: „een helderziende te .gaan consulteeren." Er was (hoorde zij van een vriendin) in de „Dorstige Hartsteeg" zoo'n exemplaar, die daar haar tenten had opgeslagen, en voor den civielen prijs van 2 kwartjes, 't heden, verleden en toekomst voorspelde. Niet zonder hartkloppingen (zelfs een oude vrijster heeft een gevoelig hart) ging zij 's avonds naar het haar nu bekende adres, in afwachting wat de „helderzien. de" haar zou voorspellen. Zij werd binnengelaten bij een oud rim pelig wijf op wier gelaat in vurige vlam men 't woord „vergunning" stond geschil derd en men vast kon aannemen, dat zij een geestrijke teug niet versmaadde. Op de krassende vraag: voor één of twee kwartjes? (Wat zij niet begreep) haar duidelijk werd gemaakt, dat zij voor twee kwartjes, 't heden, verleden en toekomst zou hooren, dus dubbel spel (in dubbele beteekenis) zou gespeeld worden, en zij haar twee maffies offerde. De „helderziende" schudde de kaarten, en begon met haar orakeltaal en zij luis terde met ingehouden adem en glinsteren de oogen. 't Heden en verleden klopte vrijwel maar nu de toekomst. Opnieuw werden de kaarten geschud en klonk 't haar als hemelsche muziek in de ooren: „er kruist een blonde jonge man Uw weg, daarmede zult U in 't huwelijk treden, er zal U een zoon en een dochter geboren worden, maar pas vooral op voor een zwarte man (de Mephisto) en voor een blonde jonge vrouw, die kunnen U 't leven nog lastig maken." Hoopvol gestemd verliet zij de „helder, ziende", dat huwelijk met een blonde jon ge man (haar ideaal) heerlijk, maar die kin dertjes die zij dan moest krijgen en dat op haar leeftijd, maar zij herinnerde, zich in den bijbel te hebben gelezen, dat Abraham de honderd jaar was gepasseerd en z'n huisvrouw Sara negentig jaar telde en er ook nog een kleintje kwam, en zij die pas 54 jaar was, waarom kon haar dat niet gebeuren? Maar eerst de blonde man en de rest kwam dan wel van zelf. Toen raadpleegde zij ernstig haar spie gel, en moest bekennen dat zij wel een verfje noodig had, maarvolmaakt is toch niets op aarde. Den verderen avond besteedde zij, om de courant te bestudeeren, waarin schoon heidsmiddelen werden aanbevolen en be sloot een voldoende voorraad in te slaan en tevens om die stompjes tanden te la ten uittrekken en een bekwaam dentist te raadplegen over een schitterend wit gebit. Niet vanaf Films ontw. 30 ct. Afdrukjes 6 cent p. st. EEN WANHOPIG MIDDEL. door Ivees Spotvogel. Wanneer U bovenstaande ititel leest, zult U onwillekeurig denken, „hé, als hij 't nu maar niet al te griezelig maakt." Neen, hooggeachte dames die dit lezen, maak je maar niet bezorgd, 't is een ge wone greep uit het dagelijksche leven en loopt zonder bloedvergieten af. Zij ('t was in dit geval een zij) had de bouwvallige leeftijd bereikt van 54 jaar, zonder ooit in de gelegenheid te zijn ge weest haar maagdelijken staat met die des huwelijks te verwisselen. 't Was ook geen wonder, zij bezat nu niets, wat voor een man aantrekkelijk was, of 't moest zijn, haar welgevulde porte- monnaie en haar eigen huisje. Zij was lang-benig, met vvortelkleurig haar, een lange groezelige hals, een vuur- rooden neus (ofschoon zij geheelonthoud- ster was) een groote uilebril die op haar reukorgaan waggelde, nog eenige stompjes tand, en dan had zij een spraakgebrek, daar zij de s of de z, als schz uitsprak. Kortom een levende mummie. Denkt nu niet -dat dit persoontje uit mijn Voor dit doel werd 200 van de spaar bank gehaald, en zou dat voorloopig wel voldoende zijn. In de eerstvolgende weken had zij reeds een groote /verjongingskuur ondergaan, dank zij de verschillende duur betaalde schoonheidsmiddelen. De uilenbril was vervangen door een pince-nez, haar lippen waren keurig rood, •de rimpels in haar tanig gezicht wegge- poeierd, de wenkbrouwen bijgeschilderd, de buste en gevulde beenen verschafte Perry, een keurig mantelcostuum, opge vuld met watten, gaven haar slijpplank- achtige figuur ronde en gevulde vormen, haar voetje, anders maar 45 (merk onder zeeër) was nu 43 geworden, een schitterend wit gebit, en een coquet hoedje, dat schuin op haar puntige schedel ballanceerde, vol maakte haar toilet. Toen zij zoo ver gevorderd was, besloot zij een huwelijksadvertentie te plaatsen, in een der plaatselijke bladen van den volgen den inhoud: Huwelijk. Een dame van de P.G., flinke verschijning, ruim 40 jaar (ze vergistte zich maar even tien jaar) met behoorlijk inkomen, eigen huis bewonend, zoekt een levensgezel van denzelfden leeftijd, om na voldoende ken nismaking een wettig huwelijk aan te gaan. Geheimhouding verzocht, maar tevens ook verzekerd. Brieven franco onder 't motto: Huwe lijk" aan 't bureau van -dit blad. Hè, hè, als 't nu maar wat geeft, ze had zoo'n groote kosten gemaakt, maar 't zou wel losloopen, want zij dacht aan de „hel. derziende" en de heerlijke, verrukkelijk! blonde man. In spanning gingen een paar dagen voor. bij, en toen zij aan 't bureau haar brieven ging halen, waren daar reeds een zestal gearriveerd, welke haar hoopvol stemden en bevend in ontvangst werden genomen, maar hoorde gelukkig 't lachen van 't kan toorpersoneel niet. Vlug stapte zij in een taxie, wat zij an ders nooit deed, maar zij brandde van nieuwsgierigheid om met den inhoud ken nis te maken, en thuiskomende zich nau welijks den tijd gunde om hoed en mantel af te leggen. Zij verslond den inhoud en in jaren had zoo'n heerlijke blos haar wangen niet ge verfd, en één dier brieven ('t was zeker van de blonde man) inviteerde haar har telijk, Woensdagavond om. 8 uur te komen bij „Heek", als herkenningsteeken een zonnebloem op de borst. 't Was Woensdagavond, dus vanavond. Zou hij een krullekop hebben? en zooal hij schreef was hij 42 jaar en gepensioneerd schipper van de Marine. Hoe nu aan een zonnebloem te komen, maar gelukkig hadden haar buren eenige daarvan in hun tuintje en op haar vrien delijk verzoek werd haar een exemplaar gratis en franco verstrekt, dus dit bezwaar was ook opgelost. Zij woonde hoogstens vijf minuten van de afgesproken plaats, maar om vijf uur was zij reeds druk bezig zich te beschilde ren en te behangen en toen zij hiermede klaar was, op 't noodlottige idee kwam, haar wortelkleurig haar zwart te gaan ver ven, waarvoor ook de ingrediënten in huis waren, maardit zou haar noodlottig worden. Mjet coquette stapjes, zoover de onder zeeërs dit toelieten, dribbelde zij even voor acht uur „Heek" binnen, de reusach tige zonnebloem op -de gevulde borst, en na een kop thee besteld te hebben aan een der tafeltjes plaats nam. Zij was nog nooit alleen in zoo'n inrich ting geweest en keek eenigszins schuw rond, en bemerkte dat eenige jonge man nen haar vol verbazing zaten te begluren. Brokstukken van gesprekken ving zij op zooals: „die zonneblo'em flatteert haar wel", of „die noemt zich veertig, is min stens zeventig", of „ja man, wat God niet geeft, datkoop je bij Perry", of „een schat tig voetje", wat denk jij Karei, 7 of 48? 't Zweet brak haar uit onder die spot achtige blikken, en ze kreeg 't al warmer en warmer en voelde tot haar ontzetting, dat de zwarte cosmestique, waarmee zij zich van peenkleurig, in zwart had omge- tooverd, vloeibaar werd en in stralen onder haar hoed vandaan kwam, over haar lieve wangetjes vloeiden en wist met haar fi guur geen raad. Plotseling zei een der jonge mannen die over een zwaar barritongeluid beschik te: ,,'t lijkt wel een zebra die aan 't ver haren is", wat een brullend gelach ontke tende, en zij als een kip op hoogen pooten en onder hoerageroep naar .de deur rende. Maar de .lijdensbeker was voor haar nog niet tot aan den rand gevuld, want toen zij naar den uitgang stormde, verloor zij haar kousenband en de barriton met een zachte melodieuze stem, zoodat je 't zeker in Galerie Modern kon hooren, haar na schreeuwde: „hé opoe, je verliest je sok- kenophouder", en de geheele zaal gierde van 't lachen. Ze kon die kerels wel vernielen, mon sters waren H, misbaksels, als 't in haar macht was geweest had niemand van dat stelletje levend Heek verlaten. Hoe ze thuis gekomen is weet ze zelf nog niet, hoe ze aan een man moet komen, ook niet, en waar haar zoontje en dochter tje vandaan moeten komen ook niet, maar heeft een grenzelooze haat aan alles wat .helderziende" heet. Maar nog geeft zij 't niet op, een man moet en zal ze hebben, desnoods één van 't asyl van 't Leger des Heils, maar in afwachting daarvan staat zij op die -dagen voor het stadhuis op de Oudegracht als 't trouwen is, in de hoop, dat er misschien nog ereis een ongeregel de bruigom overschiet. WAT DE NIEUWE MODE UIT PARIJS BRENGT. Hoewel de nieuwe wintercollecties nog niet getoond zijn, kan men toch al ver schillende nieuwigheden in de Fransche hoofdstad (en natuurlijk ook in ons land) opmerken. In de eerste plaats kan men dan vaststellen, dat het met de heerschap pij van de kleine ronde baret, voortgeko men uit het „alpientje", voor goed gedaan s. De vrouwen hebben de zomersche hoe den met breeden rand blijkbaar zoo goed vinden staan, dat ze voor najaar en winter ook zooiets willen hebben. Maar hoe moet •dat dan met de groote opstaande kragen van de wintermantels? Geen nood, de groote, fluweelige, izachte en plooibare Rembrandt-muts heeft zijn intrede gedaan. Deze groote, platte, pannekoek-achtige ba ret staat heel goed en is veel practischer dan de groote, zomersche hoeden, die dik wijls „zoo groot als een karrewiel" en even onhandelbaar waren. Wanneer men daar bij dan een geplooide Pierrot-kraag van dezelfde fluweelen stof draagt, op een ef fen wollen stoffen japon of costume, dan is men gereed om de eerste koude dagen te ontvangen. Die Pierrot-kragen staan velen heel goed. Het is eenvoudig een bree- de ruche met stolpplooien erin, van vel vet of zware zijde, van voren gesloten met een strik van dezelfde stof. Het meest ge bruikt men er velvet voor en dan -dikwijls gevoerd met een afstekende kleur, bijvoor beeld zwart velvet met een voering van ichtgroen en een strik van zwart velvet, terwijl deze kraag dan gedragen wordt op een effen zwarte wollen jurk, met een zwarte hoed met groene kokarde en zwar te peau de suède handschoenen met kap- Dames Kousen 19 ct. 29 -39 49 59 69 79 - 98 - 115 125 - 135 ct. Heeren Sokken 15 ct. 29 35 39 45 49 59 - 79 98 110 - 125 ct. Prima Sajetsokken 69 ct. Enorme sorteering Ajouren MAGAZIJN „DE DUIF" Sportkousen22 ct. 25 29 35 39 45 ct. Kinderkousen 19 ct. 21 24 i 28 31 34 ct. Skisokjes 13 ct. 15 18 21 24 26 ct. Maaswol, 4 voor .10 ct. Bébé-artikelen - Plisseeren Stoomen Verven Zeldzame keuze in Wol HARTWEG 31 (bij Koninginnelaan) ZATERDAG bij aankoop van f 1.50 een fijn stuk zeep cadeau. Nieuwe Capucijners, p.p. 13 cent N. Capucijners, (groote) p. p. 17 cent Nieuwe groene Erwten, p.p. 10 cent Prima Pindakaas, p. pond 19 cent Manderijn, p. 3 blikjes 59 cent Cakes, 8 stuks voor 25 cent .Amandelbroodjes, 5 stuks 25 cent Middelwijkstr. 3 TELEFOON 652 rheumatieklijdersü Mijn afdoend geneesmiddel „Triumf I" is het eenige smeersel wat direct verlichting geeft bij pijnen in spieren en gewrichten. Ik verkoop U dit met volle garantie voor genezing binnen enkele dagen. Flacon (100 gr.) met gebruiksaanw. 80 cent. Part. adres: Gallenkamp Pelsweg 8, SoestZuid SOEP- EN BRAADKIPPEN Piepkuikens en prima Poulardes H. VAN ZIJTVELD POELIER JULIANASTRAAT 62 r 22.50 per maand Vrij benedenhuis te huur met gr. tuin (llüü M2. Nieuwerhoekstr. 2. pen die met groen gevoerd zijn. Wat onze hoeden verder betreft er zijn natuurlijk nog tal van andere modellen, behalve die Rembrandt mutsen kan gezegd worden da-t de bol laag en rond blijft, met randen van verschillende breedte. De rand wordt van voren in het gezicht gedragen en is van achteren dikwijls omgeslagen. In ieder eval laat de nieuwe hoed het grootste deel van het achterhoofd onbedekt, zoodat er meer werk van het kapsel gemaakt moet worden, rijtjes krulletjes of „rolletjes", in plaats van de platte, gladde, grove on dulatie. Dan is er een door de kappers natuurlijk hevig bestreden gerucht om trent de terugkeer van het lange haar, dat dan in lage wrong in de hals gedragen wordt. Al is het korte haar nog lang niet verslagen, men ziet toch meer en meer de wrong in de hals verschijnen. De kleinere hoedjes hebben de neiging een ovaal mo del te vertoonen, met het smalste gedeel te naar voren. Overigens zijn -de nieuwe najaarsmo dellen (ensembles, manteljaponnen en/.) vrij eenvoudig en nauwsluitend van stijl, met veel diagonaal-lijnen er in; verder wordt aan de hals veel aandacht besteed, waarbij men tot allerlei aardige oplossin gen komt. Links op de teekening zulk een nieuw ensemble van wilgenkatjes-grijze wollen stof, met een aardige hals. Rechts een manteljapon, waarbij vooral de knoo- pengarneering opvalt. Want -dit dient nog opgemerkt te worden, knoopen voeren wat garneering betreft, weer de hoofdtoon. En niet zulke kleintjes, maar groote, glimmen de zwarte of gekleurde knoopen! MADELEINE. KUNNEN WIJ EEN KELDER MISSEN? De moderne architect blijkt, zooals ik onlangs nog van nabij vernam, wel eens de meening toegedaan te zijn, dat ook bij een buitenhuis de kelder gemist kan worden en evengoed vervangen kan. worden door een kelderkast. Hieronder verstaat men een kast voorzien van een cement-vloer, die eenigszins is uitgebouwd en iets lager ligt dan -de oppervlakte van het huis. Op dat vloertje kan men het een en ander neerzetten en verder is de kast voorzien van planken, waarop men verschillende zaken kan plaatsen. De moderne architect, die een dergelijke ruimte voldoende acht, beroept zich er op, dat de moderne huisvrouw toch slechts weinig voorraad heeft. Wellicht denkt de architect, die zoo redeneert, te veel aan de stadswoning, waar de bewoners van de bovenhuizen het zelfs zonder kelderkast moeten stellen en alleen maar tot hun be schikking hebben een kast, voorzien van eenige ventilatie, waarin zij verschillende levensmiddelen kunnen bergen. En dik wijls ook ontbreekt zoo'n kast nog en is de keukenkast met het steengoed enz. te vens de bewaarplaats voor levensmiddelen, of heeft men voor deze laatste in de keu ken een vliegenkastje hangen. Ja, indien in een huis geen kelder aan gebracht behoeft te worden, dan maakt dat het bouwen wel eenvoudiger en goed- kooper. Het is echter de vraag of een der gelijke vereenvoudiging in den woning bouw wenschelijk is voor de plattelands woning. We moeten hierover eens even het een en ander nagaan. De stadshuisvrouw, die een huis zonder kelder bewoont, stelt zich zooveel mogelijk daarop m en het stadsleven is er op inge richt de gezinnen geregeld van versche waren te voorzien. Voorraad van belang behoeft zij niet te hebben en aan inmaak doet zij niet of slechts zeer weinig, misschien wat jam of n paar flesschen vruchten, omdat zij geen tuin heeft, die haar tot inmaken dwingt en omdat zij er geen geschikte bewaarplaats voor heeft en gedurende den winter kan zij aan de deur toch iederen dag de ver langde versche groente koopen. We moeten echter niet voorbij zien, dat •de huisvrouw, al tracht zij het zoo goed mogelijk zonder kelder te stellen, zij in de zomermaanden wel den last er van on dervindt, dat zij geen koele ruimte heeft en zij het ook wel eens als een bezwaar ge voelt dat zij van het een of ander, b.v. aard appelen, niet eens wat kan opslaan. Dat gezinnen, die het kunnen betalen, zich ter vervanging van den kelder een electrische koelkast (vroeger werd van een ijskast gebruik gemaakt) aanschaffen is wel het beste bewijs, dat toch overal wel behoefte wordt gevoeld aan een koele ruimte in huis. Zoo'n koelkast kost een paar honderd gulden en is nog niet eens er voor bestemd om eenigen voorraad van belang te kunnen bergen. •Hoeveel beter is men dan met een kel der af. 'Natuurlijk behoeft deze voor een niéuw te bouwen boerderij lang niet zoo groot te zijn als bij.de oude boerderijen het geval was, waar ook de kelder er voor bestemd was om de melk voor de boter- bereiding te laten zuren. Maar missen kun nen we den kelder niet. Laat deze klein zijn, maar goed, zoodat deze voor het be waren van levensmiddelen van korten duur, zoowel als voor het bewaren van onzen inmaak, opslag aardappelen, appe len enz., een frissche bewaarplaats biedt. De plattelandshuisvrouw heeft in dezen weer met andere factoren rekening te hou den. Het inmaken zullen we niet overdrij ven, maar wie een tuin heeft, past dit toch noodwendig toe en we weten ook maar al te goed, welk een genot het is, indien men iets achter de hand heeft voor onver wachte omstandigheden. De winkels heb ben we op het platteland niet overal zoo bij de hand als in de stad; de groenteman bezoekt ons daar niet zoo geregeld. Hoe gauw is er eens niet wat, dat we voordeelig in een grootere hoeveelheid kunnen inkoopen. En wat is het dan niet een genot, als men een goeden kelder heeft. Vereenvoudiging van de woning is uit stekend, maar deze moet niet gaan ten koste van datgene, dat onmisbaar is in de huishouding. En naar ons voorkomt kan in een buitenhuis en in het bijzonder wel in de boerderijwoning de kelder niet ge mist worden. Het meerdere geld daarvoor bij het bouwen uitgegeven zal zijn rente wel opbrengen en de plattelandshuisvrouw zal ook met een kelder nog wel modern kunnen zijn! EEN FRISSCHE KEUKEN. De Nederlandsche huisvrouw staat ervoor bekend, dat ze zoo bijzonder op haar heldere keuken gesteld is. „Je kunt er wel van den vloer eten." De keuken is aan ook als 't ware de „werkplaats" van de huisvrouw, waar niet alleen de maaltijden worden toebereid, doch ook in vele geval len het werkmateriaal van de huisvrouw wordt opgeborgen. Het is dus om twee re denen belangrijk, dat al ons werkmate riaal zooals dweilen, leeren lappen, spon zen, boenders, enz. goed schoongespoeld worden weggehangen. En liefst in kasten, waar veel lucht bij komt. Daarom zijn de kastjes onder den aanrecht in moderne huizen meestal voorzien van een gazen pa neeltje, zooals van een hor. Verder is het goed om al het materiaal op te hangen. Het stofblik moet na gebruik dadelijk goed schoongeveegd worden. Is het kaal gewor den, dan kan men het met spirituslak op knappen. Vergeet verder de messenplank niet. Na gebruik goed afkloppen en droog weghangen. Is hij erg vuil geworden, dan eens afboenen met een lauw sopje. Bij bet drogen de uiteinden met een paar zware voorwerpen belasten, tegen het kromtrek ken. Sponzen moeten in schoon water uit gewrongen worden, en af en toe, om ze frisch te houden, in zout water. Huisvrouw weet raad. Vlekken iin linnengoed ontstaan 'door het strijken met een te heete bout (schroei vlekken) willen in de meeste gevallen wel verdwijnen als men ze onmiddellijk met uiensap inwrijft.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 6