Van het Kantongerecht. Schrijfboeken Tabellarische Registers Kasboeken Balanspapier Briefordners Perforateurs alle Kantoor benodigdheden N.V. Eerste Soester Electrische Drukkerij „Het leven begint met veertig jaar"... De spelingen van het lot. FEUILLETON met 1 of 2 geldkolommen v. Weedestr. 7, Soestdijk De ouderdom komt alleen tot de genen, die hem wenken. E. Nesbit. Wie de goddelijke gave van den geestdrift bezit, die wordt wel ouder, maar nooit oud. O n c k e n. IN een frisch en toch levenswijs boek, heeft een Amerikaan onder den titel „Het leven begint met 40 jaar" met groot succes de dwaze stelling bestreden, als zou de mensch na het- passeeren van de 4 kruisjes bergaf gaan in prestatie en waarde voor het leven, en allen ouder wordenden een hart onder den riem ge stoken, door erop te wijzen, dat men op veertigjarigen leeftijd pas eenige levens ervaring heeft opgedaan, die ons in staat stelt beter, wijzer en nuttiger te leven, dan in onze eerste jeugdjaren. Zooiets is wel eens nuttig, gezien het feit, dat er bij zoovele bedrijven en overheidsinstellingen weinig kans meer bestaat voor den man die boven de 33 of 35 jaar is, omdat deze aan het pensioenfonds geen voordeel brengt. Men vraagt zich af, of het niet mogelijk zou zijn, juist die mannen van rijper leeftijd, die dus veel waard moeten zijn voor een bedrijf, aan te nemen en in de pensioenfondsen op te nemen, desnoods door ze een hooger premie te laten beta len, om een compensatie te hebben voor het feit, dat zij boven de 35 jaar zijn en dus vermoedelijk korter tot het pensioen fonds zullen bijdragen. Er zijn ook zaken, waar men geen spe ciaal pensioenfonds heeft, doch waai- een zeker gewoonterecht bestaat, krachtens hetwelk zij bij pensionneering op een be paalden leeftijd een zeker pensioen zullen ontvangen uit de zaak, die zij dienden. Er zullen heden ten dage weinig instellingen gevonden .vorden, waar men niet op een of andere wijze voorziet in pensionneering in welken vorm dan ook. Doch ook deze bedrijven voelen er dikwijls weinig voor, oudere employés aan te stellen, ook al in verband met dit pensioen, dat men dan eerder zal moeten uitkeeren, terwijl men korter nut van den man zal hebben gehad. In deze overwegingen, ook in de redenee ring dat men een man op een bepaalden leeftijd moet pensionneeren (lees: zijnde waardeloos geworden, afdanken) zit er gens een fout. Een ouder, of zelfs een oud man, hoeft in de meeste gevallen nog geen waardeloos man te zijn, integendeel: zijn rijpe ervaring, zijn bezadigd oordeel, zijn groote routine en inzicht kunnen van bui tengemeen belang voor een instelling, zaak of bedrijf zijn. Iemand stelde het eens heel aardig aldus: Indien gij jaren zoudt be steden aan het fabriceeren van een zeker stuk machinerie, of eenig artikel, en het is eindelijk vervolmaakt en klaar om datge ne te verrichten, waarvoor het gemaakt werd, zoudt ge het dan opnemen en door de achterdeur op de mestvaalt gooien als zijnde waardeloos? Ik denk zoo van niet. Maar wat ge wel doet Ge neemt een man terwijl hij jong is, leidt hem op in uw speciale branche, tracht een vol maakt werkende machine van hem te ma ken. En na jaren van geduld en ongeduld bij het corrigeeren van zijn fouten, hebt ge eindelijk een „afgewerkte" man. Het eerste waaraan ge nu denkt, is een ver keerde opvatting van het woord „afge werkt", en ge neemt hem op, naar de achterdeur en deponeert hem op de rom- melbeltgepensionneerd. Maar waarom niet dat woord „afgewerkt" veranderd in „ver volmaakt" en beseft, dat ge in dien man een waardevol iets bezit? In zijn lange er varing heeft ht) een zekere waardigheid verkregen, die nog niet verkregen is door den jongen man, die hem in zijn werk zal opvolgen. En daarom, het zou goed kunnen zijn, dezen „vervolmaakten" man op zi) te zet ten, maar zoodanig, dat hij beschikbaar is, als het noodig is. Het zou best kunnen ge beuren, dat één van zijn besluiten of ad viezen, zijn werkgever misschien meer zou besparen, dan zijn heele pensioen voor een jaar bedraagt. Terwijl, als hij op de „rom- melbelt" had gelezen (dus: gepensionneerd, afgedankt, afgewerkt) dat jaar pensioen volledig verlies zou zijn geweest. Waarom geen „eereraad" ingesteld? Laat die raad samengesteld zijn uit ervaren employés, mannen die bewezen hebben bekwaam en ervaren te zijn, en die het misschien een eer zouden vinden, in dien raad benoemd te worden, zelfs al kregen ze er geen an dere belooning voor dan hun pensioenen. En dat plan zou den jongen man tevens iets geven, om naar vooruit te zien, een ambitie, een ideaal, in plaats van het dik wijls grijze en angstaanjagende vooruit zicht der pensionneering terwijl ze nog werken wilden dat meestal toch het karakter draagt van afgedankt te zijn, afgewerkt. Natuurlijk is dat plan niet van toepassing op alle bedrijven en alle soor ten werknemers. Maar het lijkt toch wel, of er iets in zit, dat vele instellingen of bedrijven met profijt zouden kunnen over wegen. Dr. Ch. v. d. Br. (Nadruk verboden). Weder zat mr. Röell in des Kantonrech ters zetel. De eerste zaak was de eigenaar digste van de gansche zitting en alle bak kers zullen er vreemd van opkijken. Het liep over Gekleurd krentenbrood, en dr. Sturm, onderdirecteur v.d. Keurings dienst te Utrecht was er als getuige. Na dat deze gehoord was, werd de zaak voor onbepaalden tijd verdaagd, daar de ge machtigde van den beschuldigden bakker niet aanwezig kon zijn. Die beschuldigde was bakker G. v. R. Waar vandaan weten we niet. Doet er niet toe; het is een alge meen geval. Zijn krentenbrood bevatte 20pCt. kren ten en dan is töevoeging van een Weinig kleurstof toegestaan. Maar't moet kleurstof zijn van plantaardigen aard en hier was z.g. kunstmatige toegevoegd, een chemisch product. Is dat gevaarlijk voor den gebruiker?, informeerde de Kantonrechter. Is niet te zeggen, daarvoor zou eerst een proef op menschen moeten genomen wor den. Is plantaardig kleursel niet gevaarlijk? Men beschouwt het wel als zoodanig. Ook daar is echter geen zekerheid. De hoofden der bakkersorganisaties zeg gen, dat die kunstmatige kleurstof steeds voor cake wordt gebruikt. Geldt daar het bezwaar niet Tegen gebruik in cake zou ik geen be zwaar hebben. Voor brood echter is slechts kleurstof van plantaardigen aard toegestaan. Daar dezen bakker reeds ge waarschuwd was in het kanton Zutfen (brood uit Olst was de Keuringsdienst thans direct tot verbaliseeren overgegaan. Zooals gezegd, wordt deze feuilleton later vervolgd. Verkeerszonden waren er natuurlijk weer in overdadige mate. Hierover straks enkele zaakjes. Eerst het andere. De vuilnisemmers. Wat zijn groote menschen soms klein, kunnen prulachtig doen. Een Amersfoor- ter uit het Vermeerstraatkwartier had zijn vier door den Reinigingsdienst geledigde emmers buiten laten staan en kreeg daar voor een bonnetje, thans verzilverd in 2 gulden, 't Leek niet de eerste maal dezer nalatigheid, want een agent had acht ge geven wegens ingekomen klacht van de buurtbewoners. Recht is recht, etalage van vuilnisemmers, mogelijk van diverse struc tuur, is niet op haar plaats in het Schil derskwartier met namen als Rubens, Ver meer, Breitner. 't Is een slag in het gezicht van onze groote kleinkunstenaars. Maar toch, het klagen der buren hadden we niet verwacht. Naar het Engelsch. 40). De beambte beloofde dit. Het leek hem niet zulk een ingewikkelde zaak en als Mr. Addison zijn adres gaf, dan wilde zij wel zorgen, hoe hij gewaarschuwd werd. Hij moest maar zorgen, thuis te blijven, daar ze waarschijnlijk dien „Parkhouse" al vóór den avond op spoor zouden zijn. Addison gaf zijn adres in Victoria Street en begaf zich nu dadelijk daarheen, terwijl h\j heel de rest van den dag doorbracht met het zorgvuldig bewaken van de deur van Lanceley, aan den overkant. HOOFDSTUK XXVII. Naarmate de duisternis begon in te val len, werd Addison onrustiger. Dien heelen middag had hij achter de gordijnen in zijn kamer gezeten, met een gevoel van stil len triomf over zich. Hij zag Lanceley terugkeeren, omstreeks twee uur. Want, na zijn bezoek in Bel- mont Street, zou Gavan eerst teruggaan naar Trevor Square en hier had Mrs. Puff hem overgehaald om mee den lunch te ge bruiken. Addison had maar wat laten halen in Kerstkribbetjes. Een Hilversummer en een uit Bussum waren werkeloos. Ze werden gesnapt op verboden grond, graaiende mos. Het was pas 24 November, maar volgens hun bewe ren moest dat mos dienen om kribbetjes voor den Kerstmis te drapeeren. Wet wat vroegtijdig; dat mos moest zich een volle maand handhaven. Maar u had een zak vol. Zooveel kribbe tjes maken? O, onze families zijn talrijk. Toch leuk gevonden en het bracht suc ces. Elk kreeg 2.of 1 dag voor Ver boden grond en 1.voor het kribbetjes mos. Wlldstroopersbranche. 't Betrof een Amersfoorter, maar zijn wieg had gestaan in Putten's omgeving, waar Garderen behoort tot de environs. Hij had met zijn broer geloopen over boschpa den, waar ieder vrij loopen mocht. Daar ziet het tweetal een kntjn aan den kant van het pad liggen. Meenemen, jongens! Hij pakt het dier slechts bij een poot beet, zei hij, maar liet het weer gauw liggen, want er zat een strik aan. Echt waar, geen strik in handen genomen. In het verbaal van den boschwachter stond wel dat, strik in de hand nemen. Want natuurlijk had deze op den loer ge legen nabij dat gestrikte dier. 20 guldentjes of 10 dagen. We kregen nog een relaas over wraak zoeken, omdat verd. aan dien P. v. B. geen wild meer wilde leveren. Wel leuk, zoo'n gemoeds uiting. Het bracht de openbaring, dat onze man zonder eigen jacht steeds vfald kon verschaffen. Voetbalkoelen. Het land van H. H., veehouder te Baarn, ligt niet wijd van het Baarnsche sport park. H.'s land was besmet door de bek en pootplage. Mdar de koeien bjj deze ge schiedenis betrokken, waren al aan het beter wezen, zooals buurman Niezing zich uitte, de aanbrenger, want z(jn eigen ge- zonde koeien hadden gevaar geloopen, I door de nabijheid van die van H. Zijn koeien 'graasden op een veld naast het sportpark, [De vier van vriend H. waren volgens de- zen op eigen risico gaan verhuizen. Ze werden 's morgens gevonden twee voor en twee op het voetbalveld. Goal dus. Kan 't niet helpen, zei H., het hek van mijn land had een ander stuk gereden en het sportpark staat dag en nacht open. Maar u hebt erkend, dat u wou verkam pen. Nog meer vijven en zessen met slot, dat de politieman van der Goot zal gehoord Worden. Er mag ook niets meer. De Spakenburger mulder mocht er een een hotel, daar dicht bij. Hij had zoo'n idee, dat het ochtend-bezoek van Lanceley in Belmont Street zou leiden tot een tegen bezoek van Drusilla; en, in dit geval, zou hij bij Lanceley binnendringen en er zijn vrouw wegvoeren. Wat hij dan met haar doen zou, daar had hij eigenlijk geen ge dachte aan gewijd; hij was er alleen maar op uit, om haar weg te halen onder de bescherming van degenen, die zich kam pioen voor haar hadden gesteld. Naarmate de schemering in duisternis overging, was het moeilijk, om de deur daar tegenover precies bewaakt te hou den. Tegen een uur of zeven zag hij, dat het ineens donker werd in de kamer van Lanceley en veronderstelde hij dus, dat die uitging. Het liefst had hij hem gevolgd, maar dit durfde hij niet, in verband met zijn afspraak met de politie. Hij bleef in zijn deur staan en zag, dat Lanceley, met enkele brieven in de hand, naar een bus stapte. Op dit uur van den avond was het heel stil; daarbij kwam, dat het vochtige, gure weer niet tot uitgaan lokte. In die stilte hoorde Addison duidelijk een vrouw zingen; het was een ballade, die drie jaar geleden overal gehoord werd. Hij herinnerde zich nóg, hoe hij toen een exemplaar daarvan vjoor Drusilla had meegebracht op Bolton's Mead en hoe zij die dadelijk voor hem gezongen had en hij uitbundig wao geweest in zijn lof. Een oogenblik stond hij geheel in herin neringen verdiept, toen de zangster een ander lied begon, dat hij niet kende. Daar door keerde h(j tot de werkelijkheid wéér en dacht met vreugde in het hart, hoe gauw hij nu afgerekend zou hebben met Drusilla. Nu, hij zou het haar maar niet te lastig maken en had zij eenmaal de acte onderteekend, die hij al gereed bij zich droeg, en waarin zij het bezit van Bolton Mead met alle inkomsten daarvan op hèm overdroeg, dan zou hij het goed zoo gauw mogelijk verkoopen, terugkeeren naar het vrije leven in Brazilië en haar haar eigen weg laten volgen. Nu had de vrouw op straat het tweede lied uitgezongen. Lanceley was zeker verder gegaan, dan de brievenbus; anders moest hij nu al terug zijn. Daar liep een vrouw aan den overkant van de straat; zónder paraplu, dus blijk baar niet achtend op de weersgesteldheid. Dat moest wel de liedjeszangster zijn.. Z(j keek naar het nummer en ging de trap opDus dan had zjj toch een be paald doel; of schuilde ze enkel onder de portiek Even later kwam Lanceley de trap op en riep in zijn ontsteltenis: „Drusilla Addison ijlde nu de trap af van zijn eigen portiek-woning en liep bijna tegen een man op, die juist naar boven ging. „Woont hier Mr. Addison?" vroeg de vreemde. „Die ben ik." „Mooi zoo, sir. Ik kom van Scotland revolver op na te houden ln zijn woning Kerkstraat. Hij vergat echter te juister tijd verlenging der permissie aan te vragen ennam voor schoonmaak den revol ver mee naar z\jn molen. Pik, ik heb je; 4.boete en verlies van het vuurwapen. Thans iets uit de doos der verkeerszon den. De Poort te Woudenberg. Boekdeelen zijn te schrijven over de on gelukken op dit kruispunt der wegen Amersfoort-Maarsbergen en Zeist-Ede, toen er geen lichtsignalen waren. Toen deze gekomen zijn, kwamen weer ander soort verbalen. Die lichten brandden 's nachts niet; ze hebben thans afgedaan; een ver keersheuvel is thans als regelaar opge treden. Die ligt iets meer naar den Zeister kant, dan naar den Scherpenzeeler, met ge volg, dat den tweeden dag van den nieuwen toestand een Amersfoorter naar Scherpen- zeel links afsloeg zonder om den verkeers heuvel heen te cirkelen, 't Kost hem twee guldentjes. De fieteachterlichtjes. Ze zijn er, maar of alle perfect werken, is een tweede. Twee- of driemaal heden: ze hebben gebrand, maar bij de politiemannen brandden ze niet. Tien stuivers gold als normale prijs. Gevaren in het zog van 'n ander. Een timmerman uit Leusden reed op het Zuidsingel te Amersfoort en wou recht door. Maar ziet. Een voor hem rijdende auto slaat de Kleine Haag in en gedachte loos peddelt onze timmerman mee, natuur lijk zonder annuitsteken. Politie-agenten stonden er toevallig en zij deden niet ge dachteloos, maar zetten onze timmerman op de bon, wat uitliep op 3.boete. Te dicht achter elkaar. Het voorval passeerde op de Birktstraat nabij de uitmonding van de Hartmanlaan, want daaruit kwam getuige Blom, die al les goed had opgenomen. Een Woudenbergsch chauffeur reed ach ter een ander aan, wel wat heel dicht. Toen deze dan ook plotseling uitweek voor een handwagen, liep de Wouderberger daar bovenop. Brokken dus, maar ook een der jongens van dat handgerij raakte bekneld tusschen wagen en een boom. Nummer twee der jongens, der gebroeders, kreeg een duw, buitelde over zijn kop en zette de spat erin zonder klompen. Die zette de chauffeur aan den kant, ze waren heel ge bleven. Toch stonden op het briefje, dat de stiefvader had meegekregen o.a. 2 paar klompen en 2 paar kousen. Eigenlijk wist hij niet veel af van een en ander, zoo sprak stiefvader. Toen het Tribunaal zijn scha devordering van 36.tot 20.terug bracht, vond hij het ook goed. De Woudenberger chauffeur kreeg dit te betalen plus 5.boete, maakt een bankje van 25. Yard." „Zoo? Is het adres gevonden?" „Ja, sir." Hij nam een stukje papier uit zijn zakboek en zei: „Hier is het: Gray Street, nummero 16; heel handig, vlak bij, daar ginds over de brug. De menschen zijn verhuisd onder den naam van „Jones". Wij moeten er zijn om acht uur. Maar u wilde ons mimers vóór wezen, sir?" „Juist. Dus dan zie ik u nog binnen het uur." De man ging weg en Addison keek op z\jn horloge: Kwart over zeven. Een kwar tier kon hij dus nog letten op die twee aan den overkant! Als hij in alle stilte Drusilla kon mee voeren, wanneer zij van de kamers van Lanceley kwam, zou hij dit bezoek aan Gray Street maar opgeven. Die Parkhouse zou zonder zijn bijstand toch wel ingere kend worden en als hij zelve niet meer persoonlijk in aanmerking hoefte te ko men met de politie, dan achtte hij dit nog wèl zoo geschikt. Intusschen hield hij de wacht bij de trap van de portiek, waar het hem op eens in viel, dat er mogelijk een tweede trap kon wezen, waar langs zij kalm het huis aan den overkant konden verlaten. In een paar stappen was hij de portiek op en zou hij die twee trachten te over vallen. HOOFDSTUK XXVIII. Drusllla's ontsteltenis, toen ze ontdekte, dat ze het geld voor den verkoop van haar lieven Sprite verloren had, was vreeselijk! Behalve de enkele inkoopjes, die zij ge daan had bij kruidenier en melkboer, was zij voor hun dagelijksche uitgaven dus weer geheel aangewezen op hetgeen z\j met straat-zingen verdienen zou, ten zij ze zich in zooverre gewonnen gaf, dat ze zich tot Gavan meldde om hulp. Dien heelen nacht had zij geen oog toe gedaan en ze had moeite haar neerslach tigheid voor haar vader verborgen te hou den. Van het weinige, dat haar nog restte, kocht zij een biefstukje voor haar vader en juist in het korte tijdje, dat ze die bood schap deed, was Arethusa, op weg naai" de repetitie in den schouwburg even bij haar gekomen en had een briefje voor haar afgegeven. Maar, toen ze daar nu naar keken, konden ze het niet vinden. Maar Drusilla zei, dat alles wel in orde zou komen, want dat zijzelve dien avond, na afloop van de voorstelling, Arethusa zou gaan opzoeken. Zij ging naar boven en was bezig met iets voor haar vader in orde te maken. Zij had geen stuiver meer over gehad voor zijn avondcourant en deed nu, of zij vergeten had, er een te koopen en het nu te leelijk weer vond. Ze deed haar best, zoo opgewekt mogelijk te praten on der het eten; en daarna zat zij nog wat te vertellen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1938 | | pagina 3