TENTOONSTELLING KUNSTZAALVAN LIER VoogdenerJ Eemnes Japansche en Chineesche Schilderijen DINSDAG 6 MEI 1924. Verschijnt Dinsdags sn VrgdaV* [FLnriEiiLff-rDURAriT] ADVERTENTIEPRIJZEN: van 1—5 regels II.— elke regel meer 20 cent. Advertenties tusschen den tekst op pagina 2 en 3 dubbel tariefadvertenties op pagina 1 driemaal den regelprijs. Bij contract belangrijke reductie Bureau wan Redactie en Administratie ABONNEMENTSPRIJS bij vooruitbetaling per drie maanden 70 cent, met geïllustreerd Zondagsblad I 1 35 per post 85 cent. met geïllustreerd Zondagsblad I 1.80. Per week 6 cent. met Zondagsblad 11 cent. Losse nummers 5 ct Officieels Kennisgeving Vergadering van den Gemeenteraad van Eemnes, op Donderdag 18 Mei 1924, des voor middags 9-3° uur- Onderwerpen ter behandeling 1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Wijziging begrooting 1924 en af- en overschrijving bcgrooting 1923. Een Badhuis. 11. Wanneer men hoort spreken over het plat teland wordt onwillekeurig gedacht aan iets zeer onvolkomens, iets primitiefs op velerlei gebied, o.a. watervoorziening, rioleering, ver lichting, ziedaar een drietal hoofdfactoren voor een lokkend platteland, waaraan, het valt niet te ontkennen, in den laatsten tijd meer en meer aandacht wordt gewijd. De tijd dringt er evenwel toe hieraan nog meer aan dacht te schenken. Het dure leven en de wo ningnood vooral in de steden, zullen belang rijk profiteeren van wat ik zou willen noe men bewoonbaartnaking van het platteland. Het dure leven drijft de plattelanders naar de stad, vergrootcn er de woningnood, zonder dat de stedeling zich getrokken voelt, naar het dorp, waar hij veel, wat voor hem een eerste levensbehoefte is geworden, zal moeten mis sen, o.m. behoorlijk drinkwater, behoorlijke verlichting en behoorlijke afvoer van vuil en water, en last not least, een behoorlijke wo ning. Alleen reeds het feit, dat ten platte- lande veel goedkooper kan worden gebouwd dan in de grootc steden, had er toe moeten leiden, dat het bouwen ten plattclande gemak kelijker werd gemaakt dan het bouwen in de stad. De woningpolitiek van de laatste jaren heeft hierbij geen onderscheid gemaakt en zal het waarschijnlijk ook in de toekomst niet doen. Maar het zou mij te ver voeren hierop dieper in te gaan, ik moet terugkeeren tot mijn onderwerp en mij bepalen tot die platte landsgemeenten die gearbeid hebben in boven bedoelde richting. Alhoewel nog steeds wordt uitgezien naar meer intercommunale waterleidingen, naar al- gemeene electrificatie, naar meer verkeers middelen om gemakkelijk de grooterc centra te kunnen bereiken, zijn cr plattelandsgemeen ten diq het bouwen op grootere schaal ten zeerste hebben bevorderd en met voldoening zullen zij zien, dat hun gemeenten met be langrijke wijken zijn verrijkt geworden, met wijken, waar de bewoners zich anders voelen dan weleer in de hier en daar zonder verband neergesmeten woningen, waar een behoorlijke bestrating en rioleering wordt aangetroffen, waar de straten behoorlijk zijn verlicht, waar men het genot heeft van de waterkraan in huis te hebben, waar men geniet van zijn goed gesitueerde woning, waar men arbeidt in zijn tuin en waar men dagelijks geniet van de groote verbetering, ondergaan door een sim pele verandering van kuis. Dat de gezinnen in eens anders geworden zijn is overal waar te nemen, dat een goede woning er toe drijft van zijn huis te genieten, is ove.al aan te toonen en het is dan ook daarom, dat de tijd gekomen is om de aan dacht te vragen voor het onderwerp aan het hoofd dezer vermeld, voor het platteland. De waterleiding brengt ons niet alleen be hoorlijk drink- en werkwater, maar is in een gemeente een waterleiding, dan is ook de grootste moeilijkheid voor een badhuis op gelost, de beschikking over water, dat zonder verdere werktuigen in de inrichting komt en uit eigen kracht komt, waar men het hebben wil. Wij vragen dan ook speciaal de aandacht voor die gemeenten, di.e in het bezit zijn van een waterleiding. Het is mij niet met juistheid bekend hoeveel kleinere gemeenten thans in het bezit zijn van een waterleiding. Voor Zuid-Holland met zijn 186 gemeenten is dit op het oogenbiik ongeveer 70 en voor zoo ver mij bekend, is er tot nog toe slechts één plattelandsgemeente in het bezit van een bad huis cn wel de gemeente Voorschoten. In een complex van de Vereeniging Volkshuisvesting aldaar, omvattende een 70-tal woningen, is een zeer eenvoudig en klein badhuis gebouwd, waarvan het geheele dorp kan profiteeren. Er blijven dus nog 69 gemeenten over waar ge werkt moet worden. Het spreekt vanzelf, dat het grootste be zwaar dat overwonnen moet worden, de finan ciën betreft Een badhuis kost geld, even als elke maatregel tot bevordering der Volksge zondheid. Maar ook al is de rekening niet sluitend te maken, ook dan mag men niet V. zeggen, we zien er van af. Immers is het scheppen van een gelegenheid tot baden een belangrijk middel tot bevordering van de ge zondheid, tevens een middel om weerstands vermogen tegen ziekte te verhoogen. een mid del tot algemeene verhefflng van het volk, kortom: een bedrag daarvoor op de jaarlijk- sche begrooting uitgetrokken zal steeds ten gevolge hebben, dat andere posten, als be strijding van ziekte, politietoezicht enz. kun nen worden verminderd, terwijl de bevolking zal winnen in veerkracht en werklust. Men zal ons toevoegen, dat men zich even goed kan reinigen binnen de woning, alhoe wel niet zal worden ontkend, dat hij of zij, die de noodzakelijkheid voelt van een weke- lijksahe lichaamsreiniging, er veelal wel de gelegenheid voor zal vinden binnen de woning, ook al is deze niet ruim. Hiertegen kan wor den aangevoerd, dat naast deze enkelingen er honderden zijn, die het genot van lichaams reinheid niet kennen, nog minder deze in toe passing zullen brengen in een beperkte om geving, waar gelegenheid tot afzondering ont breekt. Het nemen van een bad moet als een genot worden aangevoeld, daarom moet de gelegenheid aan de hoogste cischen beant woorden. Het maken van badgelegenheid bin nenshuis zal voor onze arbeiderswoningen onoverkomelijke bezwaren opleveren. De hoofdzaak is toch niet de badruimte met toe- behooren, maar de verwarming van het bad water. Fornuizen met warmwaterketels, zoo als de arbeiderswoningen in Engeland bijvoor beeld krijgen, kennen wij hier niet en nu mag men door het plaatsen van badkuipen, het maken van doucheruimten, de gelegenheid tot baden scheppen, wanneer er geen warm water is, zal er van de gelegenheid geen ge bruik worden gemaakt. Het aanbrengen van gasverwaimers kan. het behoeft geen betoog, in de arbeiderswoning door de hooge kosten geen oplossing gevet). Een centrale inrichting zal aan alle bezwa ren tegemoetkomen, men zal zich wel is waar buitenshuis moeten begeven, maar hiertegen over staat het genot van het gebruik van een aan de hoogste eischen beantwoordende bad inrichting. Wannee.* gesproken wordt van een aan de hoogste eischen beantwoordende badinrichting, dan wordt daarmede bedoeld een hoogst een voudige, maar technisch en hygiënisch vol maakte inrichting. De samenstelling moet zoo danig zijn, dat reiniging door een waterstraal mogelijk is, dat waterdamp en zeep geen na- deeligen invloed hebben op de aangewende materialen, dat de inrichting een ruime toetre ding heelt van licht en lucht met een goede ventilatie zonder tocht. Bij de samenstelling moet in de eerste plaats worden nagegaan welke baden zullen worden aangewend, douche- of kuipbaden. Ter verkrijging van een zoo zuinig mogelijke exploitatie en dus het meest goedkoope bad is ihet douchebad als vanzelf aangewezen. Door zijn minder water verbruik, zijn minder benoodigdc bouwruimte, het gemakkelijker schoonhouden, zal het douchebad de voorkeur verdienen boven het kuipbad. Ten einde echter ook de gelegen heid voor een kuipbad te behouden zou het aanbeveling verdienen in het kleinste badhuis toch ook steeds één kuipbad aan te brengen, ook omdat op een dorp in den regel geen andere badinrichtingen ter beschikking zijn Ten einde een behoorlijke ventilatie en ver warming te verkrijgen zijn de afscheidingen tusschen de vorschillendc badruimten niet op getrokken tot het plafond. De scheidingsmuren hebben een hoogte van 2.30 M.alleen die van de kuipbadcel zijn tot aan het plafond opgetrokken. De badruimte is dus als 't ware een lokaal, dat gemakkelijk is te verwarmen en voor af voer van damp cn toevoer van verscfae lucht, is deze ruimte voorzien van een licht- en luchtkoker uitkomend boven het dak en aan vier zijden voorzien van een beweegbaar raam, zoodat naar golang van de windrichting be paalde ramen gesloten kunnen blijven. Tegen de wat men zou kunnen noemen open badccllen in tegenstelling van de gesloten cel len worden wel eens bezwaren aangevoerd en wel de mogelijkheid van het kijken over de muren in de naast liggende cel, welk bezwaar bij goeden wil geheel is te ondervangen door toezicht en discipline. Er is echter ook aan tegemoet te komen door de cellen af te dekken met ijzerdraadgaas, maar dit moet dan behoorlijk worden aangebracht door het te spannen op een 'raamwerk van gaspijpen b.v. en zoodanig op de mure tl geplaatst, dat reiniging gemakkelijk uitvoerbaar blijft. Bij een badhuis met vlak plafond kunnen ook alle tusschcnschotten tot het plafond worden op gehaald, het bovengedeelte kan dan gepleis terd worden, de badsteen behoeft niet te worden Voortgezet Behalve de lucht- en lichtkoker bevinden zich in de gang voor de badcellen nog twee ramen, waarvan de bovenramen naar binnen kunnen vallen in tochtvangen cn bovendien heeft elke badcel nog een venster met naar binnen vallend raam als boven. De douche ruimten zijn binnenwerks ongeveer 1.10 M. breed en zijn verdeeld in een ontkleedruimte en een doucheruimte. In de ontkleedruimte zijn in een hoek een bankje en eenige kap stokken voor het ophangen der kleeren aan gebracht. Ln de doucheruimte is een verdiepte voctkuip met plugkraan. zoodat men naar be lieven het water in deze bak kan laten staan of laten wegloopen. Het overloopen van de bak moet niet mogelijk zijn. zoodat het aan wenden van stoppen geen aanbeveling ver dient. Een installateur weet wat onder een kraan als bovenbedoeld wordt verstaan. De badkuipruimte wordt voorzien van een kuip van geëmailleerd ijzer, welke door om- metseling aansluitende aan de muren van de cel moet omgeven worden. Die ommetselin- gen kunnen opgetrokken worden van bad steen. Kuipen van vuurklei, dan wel geheel van metselwerk zijn af te radenbij weinig gebruik koelt het water van het eerst er in genomen wordend bad te snel af. De z g. badsteen is een verglaasde steen, gebakken in verschillende vormen, zoodat aan sluitingen kunnen worden gemaakt met holle hoeken, kanten met ronde hoeken, enz. Bij het maken van een ontwerp wordt een tee- kening opgezonden, naar den leverancier, die van het geheel een steenteekening maakt, waarnaar de opmetseling moet plaats hebben. Het gebruik van badsteen is te verkiezen boven het bezetten met tegels. Wanneer tegels voor wanden en vloeren worden gobruikt, moeten de tegels zoodanig worden geplaatst, dat er tusschen wand en tepel niet de geringste opening is. Om dit te bereiken zall men af moeten stappen' van de meestal gevolgde methode om de tegels te plaatsen zonder voegen, z.g. koud tegen elkaar. Men zal behoorlijke voegen moeten maken, op zoodanige wijze, dat de tegels vol en zat in de specie kunnen worden gedrukt cc de overtollige specie een uitweg zal kun nen vinden door de voegen. Platvcfl gestreken geven deze voegen geen gelegenheid voor het vastzetten van vuil en ook uit een welstands oogpunt zijn er geen bezwaren tegen de voe gen aan te voeren. Voor tusschenwanden en wandbekleeding wordt ook wel kunstgraniet of andere kunst steen aangewend en ook hiermede kan goed werk worden verkregen, wanneer het geheel behoorlijk wordt geconstrueerd, de platen aan sluitende aan vloer en muurstukken bewerkt met holle hoeken, enz. Voor de vloeren is het z.g. granito het meest aangewezen materiaal en het spreekt vanzelf, dat de vloer zoodanig moet worden aange legd, dat het water gemakkelijk kan afvloeien naar de afvoerplaats. Wanneer in de deuren der badcellen geen verhoogde drempels wor den gemaakt kan het spoelwater van den vloer naar de afvoeren van de douches worden ge voerd. De afvoeren der douches loopen uit in een onder den vloer aangebracht overdekt riool, aans uitende op her hoofdriool. De dra gende vlo'r bestaat uit gewaperd beton e i daarondc is voldoende ruimte te laten om eventueele herstellingen of reiniging gemak kelijk te kunnen uitvoeren. Het is voldoende de badcellen af te sluiten -net houten deuren zonder konijnen, afgeiia: - gen aan ic het muurwerk aangebrachte du - men en staande vlak op het n.uurwerk zo ider sponningen enz. Dit voorkomt onderhout en de deuren blijven steeds goed duitend. De ruimte voor het kuipbad vraagt geen nadere bespreking. Het kantoortje is zooveel mogelijk door glaswanden van de overige ruimten geschei den, opdat de badmeester een behoorlijk toe zicht over alle ruimten kan hebben. Aan de zijde van den ingang is het loket voor atgiite van kaartjes. Hier is een tafelblad, waaron der bergkast voor handdoeken enz., ook aan de overzijde is een dergelijke kast. Alleen voor het geval, dat het gebouw cen traal verwarmd zal worden, dient de v oer van het ketellokaal lager tc liggen dan dc andere vloeren, zooals op de «cekening is aan gegeven. Onder de trap is een bergplaats voor coke- Van de badruimte uit gaat een trap naar den zolder, waar ruimte is voor het plaatsen van het reservoir en waar een drooggelegenlieid kan worden gemaakt voor de handdoeken. Het kctcllokaal geeft voldoende niimte voor het plaatsen van een waschmachinc voor hand doeken enz zoodat het wasschen in eigen in richting kan plaats hebben. Dit artikel is ontleend aan een vlug- schriftje, uitgegeven door dc Nedcrlandsche Vereeniging voor Volks- cn Schoolbaden, ge titeld: Volksbad cn Platteland, door W. van Boven en J. C. H. Fischer. Maggi producten. Vrijdagavond 9 Mei des middags half 3 cn des avonds 8 uur zullen in het Gebouw dor R. K. Werklieden-vereen, te Laren openbare voordrachten gehouden worden orvor Volksvoeding mot betrekking tot de van een belangrijke collectie antieke (Kakemono's, MaKimono's) TOT 1 JUNI 1924. Dagelijks ook des Zondags geopend. Naast 't Postkantoor te Laren. Maggi's Producten, waaraan verbonden wordeu kookdemonstraties en een film- vertooryng, die den bezoekers (sters) het geheele Moggi-liedrijf zal toonen, zoowel landbouw- al6 fabrieksbedrijf, en een kijkje geeft van het Zwitsersohe land schap. Nederland en Oranje. Deze anti-revolutionaire kiosverceniging hield Woensdagavond 30 April, 's avonds 8 uur, oen cursusvergadering, waar als spreker optrad Dr. Kolkcrt uit Hilversum. De Voorz., Ds. Sillevis Smitt doet Psalm 138:1 zingen, waarna hij een Psalm van David voorleest en in gebed voorgaat. Na welkomstwoord aan de weinige aanwezi gen wordt het woord verleend aan den spreker, welke tot onderwerp heeft ge kozen: .,De maatschappelijke crisis naar haar geestelijke zijde". Spr. acht het excuus van den voorzit ter betreffende slechte opkomst onnoo- dig: hij verheugt zich zooveel dames on der de aanwezigen tc zien, waaruit blijkt dat het feminisme in Laren vooruitgaat. Spr. bedoelt niet de min of meer latente kubinetscrisis, doch de crisis van mensch en menschheid, welke hij vooral als goes-" telijk conflict ziet. De menschheid is ont redderd. Nu is het leven van mensch en menschheid tweezijdig, geestelijk en stof felijk. Volgens de Christelijke Levensbe schouwing komt 't stoffelijke naar tijds orde allereerst; do stof is eerst geschapen, waarna God die stof bezield, doorzield heeft. Naar rangorde echter is 't Geestelijke het voornnamste. God is Geest, waar de bron puairj geest is, is wat daaruit voort vloeit in wegen ook allereerst geest. Natuur - Historie - Schrift loeren on- omstootelijk, dot de geestelijke dingen van moer waarde zijn, dan de stoffelijke; do geestelijke dingen zijn eeuwig, de stof felijke tijdelijk. De H. Schrift drukt zulks onomwonden uit: „Wat baat het de mensoh, zoo hij de geheele wereld zou go- winnen, doch schade aan zijn ziel lijde", waarbij opgemerkt dienc, dat volgens de Oud-Hollandsohe vertaling schade lijden be teekent verliezen. Het verbrekeif der evenwichtstoestand tusschen geest en stof is oorzaak der ellende. Materialisten zijn eenzijdig, dus onevenwichtig, idealisten, asceten en dergelijke eveneens, maar do andere zijde. Alleen de Schrift teekent de ware ver binding tussehen geest en stof, tusschen hemelscho en aard9che elementen. Niot bij de Christenen, alleen in de Schrift is het juiste evenwicht te vinden. Het geestelijk leven is drieërlei: ten eerste het hart, centrum van zedelijk en godsdienstig leven, cn daarnaast lea tweede wetenschap en intellect en ion derde gevoel en schoonheidsontroering. Niet in de Kunst, noch in de Wetenschap, doch nlleon in 't Hart is God te vinden. Wat voor den enkeling geldt, is ook waar voer de menschheid. De geestelijke fundcering der mensch heid staat niet onder den invloed van een geest. l>e afval van Lucifer, thans Satan, is de bron van alle persoonlijke en socinlo ellende. Dat i9 de antithese, de tegenstel ling, welke tot huis, tuin en keukenwoord verwarden, zoo'n diepe zin heeft. Antithese heteekent: afval van al wat ia van God. Het zich niet willen stellen onder Gods Souvereiniteit is in individu eu in maat schappij, de antithese. Heeft niet ieder mensch op aarde een innerlijk conflict tussehen ziel en wat uit de diepte is? De strijd oin de souvereini teit verdeelt mcnschen, groepen, volken. Er zijn tweërlei verschillen, scheppings- verschillen en verschillen als gevolg van onze schuld; dat is de sociule kwestie van Christelijk standpunt. Wij hebl>on de on derscheiding te erkenneu .welke God be liefd heeft, in te 9tellen, doch wij hebben, met alle kracht welke in ons is, te be strijden die, welke aan ons liggen. Ieder Bijholseh Christen is Christen demoeraat; hij erkent God nis de bron van alles wat 16, en zal niet trachten de verschillen te nivelleeren. Wie zich niet op de bodem van de Schrift stelt, moet zich verzetten, alles nivelleeren, en alles gelijk maken lungs den weg van het staatssocialisme. Socialisme en Communisme zijn geba seerd op den strijd om het bestaan: de Christen aanvaardt de verschillen. De kiesvereeniging heeft alleen te maken met het publieke leven, leer zonder leven is dood: Dat is niet in strijd met 't persoonlijk leven; overtuiging en uiter lijke openbaring moeten in juiste verhou ding tot elkaar staan. Dat is schriftuur lijk, hetgeen- spreker staaft met eene aan haling uit' den Bijbel. Wij wenschen Gods Nuam in 't publieke leven te brengen. De Koningin regeert bij Gratie Gods; in Raad en Staten hoort ge beden, en de Troonrede heeft Gods Zegen in te roepen om den voorgenomen arbeid. Mon vraagt wel eens, is dat van waarde? Vroeger was 't zoo; de Fransche Revo lutie heeft Gods Souvereiniteit aange rand, en de Souvereiniteit van den mensch geproclameerd. Tegenover de revolutie staat de anti-revolutie. De Anti-Revolu tionaire Partij, wier geschiedenis spr. als bekend veronderstelt, is uit de kleine luiden opgekomen en geleid geworden door genieën uls Bilderdijk, Da Costa, Groen van Prinsteren, Kuijper, Lobman. Do scheidingslijn tusschen links en rechts de antithese, bij welke w\j in ver hond met de Roomseh Katholieken staan, is onoverbrugbaar; God hoeft die schei ding geslagen. Aan de andere zijde trachten conserva tieven, liberalen, vrijzinnig- en sociaal democraten ons te lokken, door te bewe ren dat zij niets tegen den godsdienst hebben. Do leuze der soeiaal-demoeraten: „godsdienst is privaatzaak, is bekend. Wij achten schipperen op dit punt onmoge lijk al heeft spr. vrienden, welke oprechte Christenen, doch in politiek liberaal zijn. Hot con6equent9t zijn Communisten en Anarchisten. Wij hebben echter rechts zoovele vuile waeoh, dat wij van de vuile wasch rechts links uf moeten blij Ven; ech ter moeten wij ook bij de linkor-leiders oprechte roeping onderstellen. Do Roomschon daükon nun verhelderden kijk op de menschheid aan de groote reformatorische leiders, zooals o. a. Schaepman erkende. De tijd is niet rijp» voor vereeniging van Christelijk Histo- rischen en anti-Revolutionairen, ons past echter een deemoedig saluut aan den edeion Lohman. Bij ons is verwording, bij de Chr. Hin. nog veel meer. De eindstrijd zal volgons spr. gestreden worden tusschen de drie eenige wereldbe schouwingen: Katholieken, Socialisten en Calvinisten. Evenals sinds do revolutie in 1918 in Duitschland geschiedt, is geen fusie, doch wel samengaan mogelijk tusschen Katholieken en Sociaal-Democraten; tus schen enkele Katholieke en Socialistische leiders worden dan ook reeds beminnelijke Tcnkjes gewisseld, welke wel uit zullen loopon op vaste verkeoring. Doch een hu welijk zou slechts zakenhuwelijk blijken en eindigen met scheiding van tafej en bed. In de roaalpolitiek kan incidonteel sa menwerking tusschen calvinisten en socia listen mogelijk zijn, e«u nationale poli tieke samenwerking, acjit spreker onmo gelijk. De Roomsche kerk ie buitengowoon solide van fundament; zij is aun de win nende hund. Er is levensgemeenschap tus schen Katholieken en Protestanten. Scharen wij ons onder het Vaagdel dat Gods Naarn draagt en strijdt ter zijner Eere. Steunt Purtij en Leiding met gebed en gaven; bestudeert den Stundanrd. Spr. besluit met een oproep tot verleven diging der lic-fde voor de Anti-Revolutio- i.aire Purtij, de Partij van de Eere Qods. Na de pauze was er gelegenheid tot vi agon stellen eu debat. De heer Legomuat informeert betref fende de verhouding tot de Katholieken. De heer A. Kreuzen vraagt of or g'4bo principieel verschil was tussehen Kuijper en Lohman, of de door Christen-Demo- craten gekoesterde verpachtingen niet teleurgesteld zijn, toen Kuijper Minister was; over de democratische st rooming onder cie katholieken en vestigt verder de aandacht op de levenspraktijk dor voormannen. Do heer Van Wijk wenscht dc meening van spr. te weten over die vrienden welkt» tegelijk Christen en liberaal zijn, en wekt op zich bij hem op de Standaard te abon- neeren. Eindelijk stelt Ds. Sillevis Smith 2 vragen, namelijk of nuast de .genoemde drie groopeeringen er geen vierde zou zijn: Öo9tersch getint pantheïsme en om trent de oorzaken dor indifferentiever- sehijn9elen. De rede van spr. was nogal lang, bijna 2 uur en hebben wij, al is de weergave tot een minimum gereduceerd, gemeend niet meer te mogen verkorten. De gren zen waaraan wij voor eon verslag gebon den zijn. beletten ons zeer tot onzen spijt het antwoord van spr. op te nomen op de gestelde vragen.

Historische kranten - Archief Eemland

Eemnesser Courant | 1924 | | pagina 1