NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, HaiersveM, HoevelaLen, Hooiland, Lensden, Soest,
Scherpenzeel, Stoutenhnrg, Vnursche en Wondenherg.
In 't nieuwe M.
NIEUWE
Uitgever: A. Af. Slothouwer,
te Amersfoort.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
Niet als bloote beleefdheidsvorm,
maar als diep gevoelde noodzake
lijkheid wordt het eerste woord in
't nieuwe jaar aan de Lezers gewijd,
nu het eerste nummer van dezen
jaargang in een nieuwéh vorm en
onder de leiding van eene nieuwe
redactie verschijnt.
Den Lezers heil!
Die gebruikelijke groet bij den
aanvang des jaars heeft voor de
nieuwe redactie eene eigenaardige
beteekenis. Zij richt dien groet tot
alle bewoners van Eemland zonder
onderscheid van stand, geloof of
staatkundige partij.
De staatkundige en kerkelijke
partijen hebben gelegenheid hare
twisten in de daarvoor bestemde
groote bladen te voeren; kleine bla-
FEUILLETON.
Tusschen Hemel en Aarde.
den zooals het onze moeten zooveel
mogelijk aan die twisten vreemd
blijven.
Het is de roeping der plaatselijke
bladen de belangen eener betrekke
lijk kleine streek te helpen bevor
deren, en dit doel wordt het best
bereikt, wanneer de redactie het
belang dier streek en niet dat van
de eene of andere partij in het oog
houdt.
Hoeveel goeds is er niet in onze
streek tot stand te brengen, zonder
dat de groote twistvraag onzer da
gen daarin behoeft gemoeid te wor
den. x
Het bevorderen van dat goede
zal het voortdurend streven der re
dactie zijn. Zij wil krachtig mede
werken om alles tot stand te bren
gen, -wat door allen als goed wordt
erkend.
Zaken, waarin ieder zijne mee-
niüg kan hebben, afgescheiden van
geloof of staatkundige partijschap,
zooals land- en waterwegen, handel
en nijverheid, belastingen, armoede,
zedelijkheid, enz. enz. zal de redac-
tie nu en dan ter sprake brengen,
maar steeds zal zij trachten te zor
gen, dat de courant eenige aange
name lectuur bevat, die niemand
kan kwetsen.
H are kolommen zullen open staan
voor de openbare bespreking van
zulke plaatselijke aangelegenheden,
die de groote bladen gewoonlijk
niet opnemen; maar de redactie zal
zooveel mogelijk zorgen, dat voor-
en tegenstanders in hun schrijven
den beleefden vorm bewaren.
Een gebrek in den vorm toch
geeft zoo licht aanleiding, dat een
verschil in meening over zaken in
een persoonlijken twist ontaardt,
die de welwillendheid, welke inge
zetenen van eene zelfde gemeente
elkander verschuldigd zijn, voor
haat en nijd doet wijken.
Eu nu zal het juist het streven
der redactie zijn, die onderlinge wel
willendheid krachtig te bevorderen.
Zij zal daarbij haar beginsel om een
door allen erkenden vooruitgang te
bevorderen niet verloochenen;
maar, waar zij in strijd mocht ko-
men, hare meening met bezadigd
heid en met vermijding van wat
kwetsen kan voordragen.
Onbeschroomd roept de redactie
de medewerking van alle ingezete
nen van Eemland in om haar te
steunen in hare poging om aller
welzijn te helpen bevorderen en het
twistvuur, dat zooveel jammer en
ellende onder de menschen brengt,
te helpen blusschen.
Over vele zaken kunnen allen het
niet eens zijn; maar hoezeer de men
schen in meening verschillen, toch
kunnen zij elkander eerbiedigen,
wanneer zij aan anderen de rechten
gunnen, die zij voor zich zeiven
eischen. -
Het is ieder eigen, te streven naar
geluk. In vroegere eeuwen dacht
men, dat een persoon, eene stad, een
staat in dat streven niet kon slagen,
zonder een ander persoon, eene an
dere stad, een anderen staat te be-
nadeelen. Van daar nog het onge
lukkige spreekwoord: „Des eenen
dood is des anderen brood." Wij
hebben het voorrecht te weten, dat
negeme
AMERSFOORTSCHE COURANT
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheelc Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
Agent voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Advertentiën van 16 regelsƒ0,40.
Iedere regel meer0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiëu zeude men den dag vóór de uitgave in.
i.
Bejaarde menschen in Koningsbergen
herinneren zich nog, dat op het plein dat nu
het Oude Kerkplein heet, eens de oude kerk
stond, terwijl de niéuwe zich nu tegenover
de post bevindt.
Ongeveer dertig jaar gele'den, toen ik nog
een kleine jongen was, werd de oude kerk,
waar wij vlak tegenover woonden, afgebro
ken. Ik genas juist langzaam van de schar
lakenkoorts, toen de interessante afbraak
begon, en daar ik gedurende deze herstelling
halve dagen lang aan het venster zat, kon ik
me* sterk gespannen opmerkzaamheid nauw
keurig nagaan, hoe de groote stellage om den
toren opgebouwd, en de gouden bal naar
beneden gehaald werd. Ik interesseerde er
mij te meer voor, omdat onze werkmeid de
verloofde was van een jongen timmerman,
die aan het bouwen van de stellage meewerk
te en zich altijd met het gevaarlijkste werk
belastte. Hij was in het klimmen en wagen
op de gevaarlijkste plaatsen zoo'n verme
tele onbedachtzame klant, dat de anderen
hem nooit anders dan „Frits den Waaghals"
noemden.
Het werk vorderde steeds, terwijl Frits
zijne beminde voortdurend schrik aanjoeg
door zijne waaghalzerijen. Hij stelde er ook
eene eer in, de moeilijkste deelen van den
bouw uit te voeren zonder eene bizondere
belooning te vragen.
Eens, toen de stellage af was, zagen wij
hem op den gouden bal van den toren eene
cigaar rooken. Toen had onze meid het
voorrecht hem den geheelen dag te kunnen
gadeslaan, en te zien hoe hij den bliksem
afleider losmaakte en daarop langzaam den
bal, die vier voet boven de stellage uitstak,
van den toren afnam. Men begrijpt, dat zij
op dien dag niet veel werk verrichtte, want
Brigitta lag voortdurend met een gedeeltelijk
angstig, gedeeltelijk verwijtend gezicht uit
het venster. Maar dan was het voor den jon
gen ook heel aardig 's avonds naar beneden
te klauteren en achter in den tuin het loon
voor zijne waaghalzerijen in omhelzingen en
kussen te ontvangen, die hem, zoo het mij toe
scheen, beter smaakten dan lekkernijen. Onze
held vond dat, wat hij boven gedaan had zoo
volkomen, dat hij het opgaf en er iets anders
voor in de plaats stelde. Hij begon op een
vooruitstekenden balk van de stellage heen
en weer te springen, zoo dikwijls hij zijne
Brigitta aan het venster zag, wat in den be
ginne niet zelden gebeurde.
Eindelijk zeide zij hem echter duidelijk,
dat zij, daar hij klaarblijkelijk zijn leven
moedwillig op het spel zette, den geheelen
dag niet meer naar hem zou zien. Maar om
dat dit zijne grap geheel bedierf, beloofde hij,
het ergste na te laten, en als hij dan bij haar
aanblik toch danslustig werd, was het plot
seling terugtrekken van haar hoofd voldoen
de om hem oogenblikkelijk te bedwingen.
Eens, toen de toren tot halverwege de klok-
kenkamer afgebroken was, deed Frits een
dansje, dat hem bijna het leven gekost had.
Eene plank die op twee korte balken gelegd
was, brak onder hem. Hij stiet dien wilden
kreet uit, dien onze Brigitta al lang verwacht
had, waarschijnlijk met een ander gevoel dan
die leegloopers, die bij halsbrekende toeren
op het trapees of het gespannen koord op
een klein ongelukje hopen.
Frits greep onder het vallen naar ieder
vooruitstekend voorwerp en werd ten laat-
sten, nadat zijn val door een der balken ge
broken was, door een wel vijftien voet uit
stekenden dunnen balk tegengehouden aan
welks uiteinde zijn boezeroen bleef haken,
zoodat hij daaraan in de lucht zweefde. Een
arm was hem bij deu veertig voet diepen val
gebroken.
Eerst zwiepte de balk, waaraan de onge
lukkige hing, e:g bedenkelijk, en ieder ge
loofde, dat hij breken, en met zijn last naar
beneden vallen moest, of dat de boezeroen
zou scheuren en de man, die daar hing, na
den verderen, tachtig voet diepen val, den
nek zou breken. Maar de boezeroen was van
sterke stof zij hield.
Alles was voor het oogenblik in verwar»
ring. Alleen onze meid behield hare tegen
woordigheid van geest. De beide op de
werkplaats aanwezige opzieners waren niet
minder in de war dan de overigen.
„Iemand moet langs den balk klimmen en
Frits een touw toereiken!" riep de een.
„Wat zou dat geven!" riep de ander. Hij
moet vastgebonden en dan opgetrokken
worden."
„Neen, neergelaten," zeide een derde.
„Maar wie moet dan op den balk? Hij kan
er geen twee dragen!" merkte een vierde op.
„Dan moeten wij hem een touw toewerpen
en dan kan hij zichzelf redden!"
„Och, hij kan toch niets doenDie is ge
heel hulpeloos."
„Kan je een touw gebruiken, Frits, als
wij het je toewerpen?"
„Neen," riep de ontstelde man, huiverend
naar beneden ziende. „Mijn eene arm is ge
broken en de andere is zoo in mijn boezeroen
verward, dat ik hem niet verroeren kan.
Doet wat ge kunt! Ik hoorde zooeven een
naad scheuren. De balk is ook niet vast.
Helpt mij!"
Wordt vervolgd.)*