NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR t, Baarn, Bunschoten, Eemts, Hamersyelfl, Hoevelaken, Hoogland, Lensden, Soest, Scberpzeel, Stouteiurg, Vnnrsclie en Wondenlierg. RICHTINGEN. Voor de deur. j(0> jo. W oensdag 4 Februari. Negende Jaargang. UltgeTer: A. Hf. Slothouwer, W. Z. MULDER te Baarn. - Eene viermaal geplaatste ad vertentie -wordt slechts drie maal in rekening gebracht. FEUILLETON. AMERSFOORTSCHE COURANT Abonnementsprijs voor Amersfoort per 8 maanden f 1,-—. A Advertentien van 1 6 regels ƒ0,40, Franco door het geheele Rijk1.10. TE AMERSFOORT. Iedere regel meer0.05. Afzonderlijke nummera3 Cent. Ageilt VOOr Baarn en Omstreken: Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. Advertentien zende men den dag vo'ór de uitgave in. INGEZONDEN. Zoo ooit dan is vooral in dezen tijd ieder mensch, die op eenige ontwikkeling aanspraak maken mag, zoowel op kerke lijk als staatkundig gebiedeene richting toegedaan. Omtrent de herkomst van ieders rich ting bestaat echter nog al eenig verschil. 36e een dankt haar aan zijne opvoeding. Vaders richting werd ook de zijne en hij werd er ongemerkt groot mee, zonder dat hij zich op rijperen leeftijd ooit met ernst afvroeg: /Waarom ben ik nu eigenlijk deze richting toegedaan?" Een tweede neemt eene richting aan op gezag van anderen. De man scheen geene zelfstandigheid te hebbenom zelf te kiezen. Hij zal nu maar steunen op de goede gezindheid van anderen, op anderer krachten. Een derde weer heeft eene richting om nevenbedoelingen. Och, hem zelf kan het weinig schelen hoe de wagen loopje De verachtelijke vraag: //Wat zal het mij geven Hoeveel kan ik er mee verdienen? I. In een zachten Novembernacht reed eene vigilante van het Görlitzer station te Ber lijn naar de Genthinerstraat. Dat is een heel eind, en daar de trein te laat aan gekomen was, moest het dringende ver zoek van de eenige dame door een drinkgeld ondersteund worden om den koetsier tot den rit te bewegen. De lucht was zoel en de donkere he mel dreigde met regen; de koetsier ran selde het moede paard en de vigilante sjokte en rammelde voort. Eindelijk kwam zij in de Genthinerstraat, in welker ver lengde de huizen nog zoo sporadisch voor komen, als de tanden in het gebit van een ouden man. Nadat het paard hier geheel stapvoets geloopen had, hield het voor een nieuw gebouw stil. fNog verder koetsier!" riep de dame uit het portier. gaat bij hem boven alles en beheerscht geheel zijn doen en laten. In duizend bochten wringt hij zich en dient nu deze, morgen gene partij. Een vierde eindelijk heeft zijne richting te danken aan ijverig, nauwlettend en langdurig onderzoek. Hij begreep, dat hij, bij de menigerlei schakeering op ker kelijk en staatkundig gebied eene zelf standige goede keuze moest doen. Alleen voor dezen laatste kunnen wij achting hebbenook al symphatiseeren wij niet in alles met hem. Hij toch is het, die het in al zijn gedrag en handelingen toonen zal, dat hij niet loopt aan den leiband van anderen. Zijne gevestigde overtuiging bestuurt hem in al zijn doen en laten. Hij laat zich noch door schoonklinkende woorden, noch door fraaie beloften verlokken van den eenmaal ingeslagen weg te wijken. En zoo behoort het ook. Onder verschillende benamingen gaan voorts de stroomingen van het menschelijk denken en gelooven de wereld door, open baren zich de geestesmeeningen. Op staat kundig terrein zijn het in hoofdzaak libe ralen, conservatieven en anti-revolutionai ren terwijl men ook al leest van Groe- nianen, Thorbeckianen en welhaast ook van Kuijperianen. En op kerkelijk ge bied is het aantal nog al grooter. Daar heeft men orthodoxen, liberalen, moder nen, evangelischenconfessioneelen, ethi- schen en ethisch-irenischen. Wat al na men De man oriënteerde zich eerst; toen wendde hij het hoofd om en riep: z/Ja maar, Juffrouw, het gaat niet ver der, er is hier in het geheel geen pla veisel meer. Ik kan er verder niet door komen." De jonge dame stapte uit het rijtuig en de koetsier was zoo beleefd, haar koffer tot voor de deur van het huis te dragen; toen trok zij met haar zachte handje aan de bel, zonder dat het haar gelukte den metalen klepel van de klok in beweging te brengen. //Neen, zoo gaat het niet, Juffrouw," zeide de koetsier, nadat hij eenigen tijd met hoofdschudden toegezien had, //laat mij het maar even doenMet deze woorden vatte hij den knop van de bel met beide vuisten aan en ontlokte aan den klok een korten, maar luiden toon. //Zoo," zeide hij; «nu zullen zij het wel gehoord hebben." Toen zeide hij goe den nacht, ging naar zijne vigilante en sjokte langzaam naar huis. De dame wachtte een oogenblik maar niemand deed open; toen trok zij nog eens aan de bel, maar vond niet den Al deze stroomen worden nog door kleinere stroomen en stroompjes gevolgd. Bijna ieder volger van eene dier richtingen zweertdat hij de bestede eenig ware heeft. Hij verdedigt haar, strijdt er voor, handelt er naar en verwacht van haar de eindelijke zegepraal. Op zichzelf beschouwd is dit eene wenschelijke zaak; want wat men is, moet men geheel, ten volle zijn. Door halfheid komt niets goeds tot stand. Integendeel versterkt men er het kwade mee. Toch zijn er bij alle richtingen mannen, die op een klip verzeilen, welke niet ge noeg vermeden en waartegen niet genoeg gewaarschuwd kan worden. Het is het te scherp afteekenen der lijnen. Dat doen zijdie zich ontoegankelijk maken voor belijders van andere richtingen. Zijdie oor en oog en hart en beurs gesloten houden voor het goededat ook bij anderen gevonden wordt. Zij eindelijk, die in hun hoogmoed vergeten, dat ook in den tuin van anderen wat goeds groeien kan. Het terrein van hun denken bake nen zij zorgvuldig af en bewegen zich met hunne gedachten steeds binnen denzelfden cirkelomtrek. Al wat daarbuiten ligt is naar hun gevoelen verkeerdslechton navolgbaar en alleen dienstig een moord te plegen aan het eigen geluk en dat van anderen. Het woord //liberaal" is dikwijls al genoegom den orthodox met veront waardiging het voorhoofd te doen fronsen, terwijl de naam orthodox soms een too- verwoord schijnt, dat den liberaal met verachting de lippen doet plooien. De minsten tegenstand. //O hemel," klaagde zij zachtjes, //de koetsier heeft de bel stuk getrokken. Wat moet ik nu be ginnen, midden in de nacht alleen in eene eenzame straat?" Toen trok zij nog eenige malen aan de gebroken draad, riep met haar zachte stemmetje, en toen dat alles niet hielp, begon zij te schreien, wat, zooals bekend is, al heel weinig helpt. Eensklaps hief zij echter het hoofd op en luisterde. Een mannenstap klonk over het trottoir en naderde het huis. Sidde rende verschool de juffrouw zich in den donkeren hoek van de huisdeur. De on veiligheid van de straten van Berlijn was haar maar al te zeer bekend, en de vrees voor nachtelijke zwervers meer dan ge grond. Zij stond nog met ingehouden adem en een kloppend harttoen de heer voor de huisdeur «aankwam. Hij had de kraag van zijn jas opgeslagen, den hoed een beetje scheef op het hoofd, een si gaar in den linkerhoek van den mond en neuriede een liedje. »Hé," zeide hij, in het eerst alleen den koffer bemerkende, //hoe komt die koffer voor mijne deur?".... minste gemeenschap met de richting van «andersdenkenden wordt do'or dezulken verfoeidals gold het de beet van een slang. En het wachtwoord van de //Stan daard" //in ons isolement ligt onze kracht" wordt door hen met gestrengheid toege past. In ons isolement ligt onze kracht! Ja, waar men er mee bedoelt: geen gemeenschap te willen hebben aan oneer lijkheid, liefdeloosheid en kwade trouw; in één woord, als we geen deel willen hebben aan de zonden van anderen, daar kan dit woord als leuze niet genoeg gewaardeerd worden. Daar moest het aan de posten van onze deuren, neen, in ons hart geschreven staan Maar waar wij ons isoleeren omtrent anderer meeningen en denkwijzen, daar handelen wij dwaas. Elke richting, die de onze niet is, heeft wat goeds en dat goede moeten wij tot ons eigendom trachten te maken en beoefenen. Laat ons nooit vragen van wien het komt, maar of het goed is. Iets anders is het onderscheid te maken tusschen richtingen en de personen, die deze richtingen voorstaan. Als iemand tegenover mij de bescheidenheid uit het oog verliest, kan ik hem geene achting schenken. Zegt een ander op voornamen toon tot mij: //Och, jelui bent te dom, om de zaken te begrijpen, je weet er geen steek van!" dan haal ik medelijdend de schouders op, zonder nog te beweren, dat er niets goeds is in de richting, door Bij deze woorden hukte hij om het gewicht ervan te bepalen, toen de dame uit hare schuilplaats te voorschijn trad. z/Och, wees zoo goed mij mijn koffer te laten houden dan wil ik u graag tien gulden geven!" De jonge man keek verwonderd op bij die onverwachte vrou welijke verschijning. //Neem mij niet kwa lijk, mejuffrouw," zeide hij groetende; z/Ik ben geen dief, ik ben kunstenaar." //O hoe gelukkigzeide de dame gerustgesteld; //ik vreesde, dat ik mijn hoofd reeds verloren had." z/Heeft iemand u soms beleedigd?" zeide de driftige jongeling met zijn stokje zwaaiend. //Volstrekt niet mijnheer, maar ik be- vindt mij in eene zeer onaangename posi tie.ik kom zooeven van de reis en mijn portier is doof, als z/Als de mijne," viel de jonge man in; //gisteren avond heb ik drie en twintig maal gebeld eer hij opendeed." U woont dus in dit huis?" //Ja... vijf trappen ophet is wel wat hoog; maar het huis zaktwij hebben hier

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1