AD VEBTENTIËN.
van genoemden heer zich uitstrekt, aan
weerszijde van den spoorweg, ter breedte
van tien meter, hout en heide weg te
ruimen.
BUITENLAND.
De werkstakers te Roubaix en Armen-
tières hebben manifestatien aan den dag
gelegd. De menigte jouwde de gendarmes
en jagers te paard uit. Een bataljon sol
daten, dat uit Rijssel was ontboden, joeg
den zaamgeschoolden hoop uiteen.
De overheid heeft nieuwe maatregelen
genomen om eene herhaling der onlusten
te voorkomen.
Onder de bizonderheden betreffende de
reis van den heer de Lesseps naar Panama
wordt nog omtrent zijn kinderen meege
deeld, dat zij even als hun vader uitmunt
ten door moed en zelfbeheersching.
Als een staaltje daarvan wordt verhaald,
dat Ismaël, een allerliefste bruine krulle-
kop, de krachtigste en moedigste van de
drie jongens, op zekeren dag door een stier
wprd overvallen, wiens stoot.en hij met de
meeste behendigheid wist te ontwijken. Op
de angstkreten zijner moeder, die in de
vreeselijkste spanning uit de verte zijn strijd
gadesloeg, wendde hij echter de teugels van
zijn paard, gaf het de sporen en haastte
zich haar gerust te stellen.
Le Voltaire beribht, dat Sarah Bern
hardt bij den Vaudeville is geëngageerd
waar zij in de Dame aux Camélias zal
debuteren.
De beroemde billardspeler Vigneax, die
onlangs den Amerikaansche matador Slos-
son overwonnen heeft, gaat naar Londen
om zich met den sterksten kampstrijder
van Londen, den billardspeler Roberts, te
meten. Zij zullen de Pransche en Engel-
sche partij spelen, welke laatste op een
billard met zakken plaats heeft en daarin
bestaat, dat men een carambole maakt en
tegelijkertijd den rooden bal „maakt." De
beide meesters op de. queue, zullen ver
scheiden partijen spelen, tegen 1Ü0 p. st. elk.
De bankier Daillain, die 2 millioen aan
de Beurs verloor, heeft zich uit wanhoop
van het leven beroofd.
De Fransche Regeering heeft de mili
taire bezetting van de Belgisch Fransche
grenzen bevolenom op deze wijze het
smokkelen van de werkstakers van Rou
baix te beletten.
Schotschriften zijn verspreid geworden
waarin de arbeiders tot gewapenden tegen
stand worden aangespoord. De Regeering
heeft een onderzoek ingesteld en is be
sloten met de grootste gestrengheid te
handelen.
De vereenigde Engelsche vrijwilligers
korpsen vierden Vrijdag hun meerderjarig
heid. Den 12n Mei 1859 verscheen de
Solgers?" knikte de voerman, en vroeg,
het treurige gezicht van den man, die voor
hem stond, met eenig wantrouwen aanzien
de: „is u mijnheer de verloofde?"
Onwillekeurig beantwoordde de geplaag
de Frits toestemmend, en weldra rolde het
rijtuigje langs den landweg; nog een bocht
van den weg en daar lag het burge
meestershuis, door de ondergaande zon ver
guld, voor hem.
Toen Frits den tuin naderde, die men
door moest rijdenvoordat men het huis
bereikte, begroetten hem wel is waar erg
valsche, maar toch welgemeende, schette
rende tonen: de dorpskapel blies eene fan
fare. De door deze ovatie eenigszins ver
schrikte paarden waren moeielijk tot staan
te brengen; Frits bemerkte boven de huis
deur eene dikke guirlandeen toen hij
half verbijsterd van verwardheiduit het
rijtuig stapte, stroomde hem de warme
lucht van punch en gebraad feestelijk te
gemoet.
Voor de deur stond de burgemeester in
een zwarten rok, het ordelintje in het
knoopsgat, mevrouw Solgers in eene zijden
japon, nieuwsgierige kleine zwagers, schoon
zuster en dienstboden verdrongen zich in
den corridor. Amelia scheen zich als eene
beschaamde bruid nog niet te vertoonen.
Frits waggelde als een veroordeelde, die
het schavot zal beklimmen.
Maar er gebeurde iets onverwachts.
Het dreunende „welkom", dat de huis
heer al dadelijk het rijtuig had toegeroe-
circulaire van den toenmaligen Minister
van Oorlog, generaal Peel, waarin de jon
gelingschap van Engeland werd opgeroepen
om weerbaarheids-corpsen te vormen. Aan
die oproeping werd spoedig en algemeen
gevolg gegeven. Het plan bestaat om die
meerderjarigheid nu eerstdaags door een
groote vrijwilligers-revue te vieren.
De Wetgevende Macht van den Staat
New-York heeft beslotenmaatregelen te
nemen tot verzekering van het welslagen
der in 1883 te New York te houden we
reldtentoonstelling.
Aan de New-York'sche bladen wordt uit
Havannah de verwoesting gemeld van het
Gubaansche dorp San Luis, niet ver van
Santiago de Cuba. Een brand, die binnen
enkele uren tot een grooten omvang aan
wakkerde, legde het geheele dorp in de
asch. Verscheiden personen en 300 paar
den kwamen in de vlammen om terwijl
8000 menschen, plotseling van alles be
roofd naar een onderkomen uitzien.
De kinderen van den heer Coolidge, die
gehuwd was met een kleindochter van Tho
mas Jefferson, hebben aan de Unie ten
geschenke aangeboden het mahoniehouten
lessenaartje, waarop de heer Jefferson de
onafhankelijkheidsverklaring heeft geschre
ven.
Aan the Times wordt uit Cairo bericht
„Ten gevolge der jongste inbeslagneming
van een slaven karavaan te Siout heeft de
Ministerraad uit eigen beweging den Gou
verneur der provincie ontslagen. Hij en
andere ambtenaren zullen voor een krijgs
raad worden gebracht. Om te voorkomen,
dat dergelijke feiten zich herhalen, en om
de uitvoering van de Britsche overeenkomst
betrekkelijk den slavenhandel te verzeke
ren, is, op aanbeveling van den Britschen
consul generaal, een bijzondere Europesche
slaven-commissie benoemd."
GEMENGDE BERICHTEN.
Te Maarn is de zandarbeider J. van Doorn
bij het terugzetten van den zandtrein door
eene afschuiving van zand onder den trein
geraakt en verpletterd.
Het onderzoek der politie in zake den
diefstal bij den Landbouwer H. v. R., te
Sondel, is reeds in zoover met een goe
den uitslag bekroond, dat het vermiste
geld teruggevonden is. Een gedeelte vond
men in de kist, waarin de vrouwelijke
dienstbode van den bestolene hare kleeren
enz. bewaarde, en de rest was verborgen
in een boom. Van een en ander is pro
cesverbaal opgemaakt.
Door den Heer R. C. Keun, consul-
generaal der Nederlanden te Bender Bushir,
is aan het Rijk ten geschenke aangebo
den een steenen lijkkist met doodsbeende
ren, gevonden in een begraafplaats der
penverstomde plotseling toen hij onzen
Frits zag.
Het was moeielijk te zeggen, wiens trek
ken de meeste verlegenheid uitdrukten
die van den gast of die van den gastheer.
De burgemeestersche maakte rechtsom
keert, en joeg met woorden en gebaren
de nieuwsgierigen uit den corridor, toen
verdween zij.
Haar man hief werktuigelijk de hand,
krabde zich achter het oor en zweeg.
Frits zweeg ook; het was hem zonder
ling te moede. Hij geloofde, hij moest wel
geloovendat het gezicht van zijn bleek,
ontsteld gelaat zoo verpletterend op de ze
nuwen van zijne schoonouders werkte, dat
men geene woorden vond, hem vroolijk,
als vrcolijke bruidegom te ontvangen.
Maar dat van weerszijden stomme aan
zien was om dol te worden „Als het nog
twee seconden duurd," dacht Frits, „poets
ik de plaat, en loop zoover als mijne voe
ten mij dragen kunnen." Hij kuchte een
paar maal, stak zijne hand eenigszins ge
dwongen uit en begon toenwas zoo
buitengewoon goedmijnheer de burge
meester
De oude heer keek strak naar den grond,
nam de aangeboden hand en schudde die
krachtig, toen zeide hij met bedrukte stem
„Niet te danken, miju lieve vriend! ik
had waarlijk niet verwacht maar wil
len wij niet lieier naar binnen gaanMij
kunnen beter in mijne kamer spreken."
(Wordt veivolgd.)
vuuraanbidders, gelegen in de 'nabijheid
van genoemde stad, ter plaatse waar zich
de oude stad Rielier bevond.
Dit voorwerp wordt geplaatst in 's Rijks
Museum van oudheden te Leiden.
In de bibliotheek van de Domkerk te
Praag is een Czechische vertaling van het
Nibelunaenlied gevonden, afkomstig uit
de 14e eeuw.
Te Shrewsbury is de eigenares van een
rondreizend paardenspel tot een boete van
f 1 veroordeeld, omdat zij op Zondag met
tien wagens en dertig paarden door de
straten van die stad gereden heeft.
Dit vonnis was gegrond op een oude
wet, waarbij bepaald is, dat ieder, die op
Zondag eenig dier, vee of pluimgedierte
door Shrewsbury leidt, of er met een ge
laden of ongeladen kar of v.agen doorrijdt,
met een boete van hoogstens f 5 gestraft
wordt.
Een natuurlijke kleinzoon van Hertog
Karei van Brunswijk, de vicomte Divry,
is dezer dagen, wegens diefstal met inbraak,
tot drie jaren gevangenisstraf veroordeeld.
Handschoenen worden tegenwoordig in
de elegante Parijsche wereld niet meer uit
sluitend met gewone knoopjes die licht los
raken, dichtgemaakt, maar zijn dikwijls al
leen voorzien van twee rijen knoopsgaten,
waardoor dan, evenals in de manchetten,
sierlijke gouden of granaten knoopjes ge
stoken worden.
Nu de grillige mode gedurig langer
handschoenen eischt, waarvoor soms dozij
nen knoopjes noodig zijn, is dat voor de
goudsmeden en juweliers een goed voor
uitzicht.
Aan eene particuliere correspondentie,
dd. 1 April 1880, die ons welwillend me
degedeeld is, ontleenen wij het volgende:
Van de 24 uren die wij bil Atjeh vertoef
den, heb ik gebruik gemaakt om met een
klein roeibootje aan wal te gaan en, bij
eene temperatuur van 85" Celsius, oogge
tuige te zijn van al hetgeen de nieuwsbla
den ons nu en dan van deze streek hebben
weten te verbalen. Prachtig is er de na
tuur, bij aankomst: aan weêrskanten van
de ree verheffen zich verbazend liooge
bergen die, tot aan hun kruin digt be
groeid, eeu indrukwekkend schouwspel
opleveren Eene goede landingsplaats
voert ons tot een fraaijen weg naar Oleh-
leh. Van daar rijdt een spoortrein naar
Kotta- Radja, waar wij den veel bespro
ken kraton aantroffen, die ik, door de
welwillendheid van een aldaar toevallig
aanwezigen ouden kennis uit B. geheel
heb bezien. Bij die gelegenheid viel mij
het voorregt te beurt den generaal van
der Heyden te ontmoeten, wiens hoofd
kwartier tegenwoordig hier gevestigd is,
den beroemden »missigit" te zien die we
der opgebouwd wordt, de graven der ge
sneuvelden te bezoeken enz enz.
»Het ziet er hier zóó huisselijk uit, dat
men zich waarlijk geen denkbeeld vormen
kan hoe bier nog betrekkelijk korten tijd
geleden zooveel bloed gestroomd beeft. Er
zijn flinke wegen aangelegd en bruggen
gebouwd, waaronder eene zeer fraaijeover
de Atjeb-rivier. Men vindt hier een aantal
Chinezen, kortom al wat ons omgeeft doet
aan vrede en welvaart denken.
De Atjehers houden zich tegenwoor
dig ook zeer kalm, maar hebben trouwens
ook weinig meer in te brengen. Ik weet
niet of het u bekend is dat van der Hey
den, zooals ik hier vernomen heb, het be
vel uitgevaardigd beeft, dat, indien er een
Europeaan vermoord wordt, de dessa
waarin dit is geschied den schuldige uit
leveren of eene boete van f 3UOO betalen
moet. Op zich zelf beteekent die som niet
veel, maar voor hen is zij aanzienlijk,
want door den oorlog zijn zij totaal uitge
put en bezitten ik zou haast zeggen
geen 30U0 centen meer. Dat dit bevel hun
angst heeft aangejaagd, zult ge u kunnen
voorstellen. (Arnh. Ct.)
Hoe soms een kleinigheid aanleiding
kan geven tot ontdekking van een mis
drijf, bleek gisteren te Landsmeer. Aan
den dijk van het hoogheemraadschap Wa
terland onder llpendam was een aanne
mer uit Landsmeer bezig een sehoeijing te
plaatsen, en meer dan eens was daar in de
afgeloopen week paalwerk ontvreemd. LI.
Maandagnacbt had men zells hout, dat
reeds verwerkt en vastgetimmerd was, af
gebroken en weggevoerd. Bij onderzoek
vond men op het terrein, waar de diefstal
wad-gepleegd, een wollen polsje, dat zeer
sterk naar visch rook, zoodat men ver
moedde, dat de voorwerpen ontvreemd
waren door iemand, die van de visscherij
leefde. Bij voortgezet onderzoek is het den
veldwachter Van Oest en Van der Meer,
van llpendam en Landsmeer, gebleken
dat twee visschers uit Oostzaan den dief
stal hadden gepleegd. Beiden hebben het
feit bekend, terwijl het hout in hun bezit
gevonden is.
Terwijl de margarine- of kunstboter
reeds een gevaarlijke concurrent voor den
natuurboter is, dreigt ook het plantenrijk
met een nieuwe boterindustrie. Reeds ge-
ruimen tijd keude men een Oost-lndischen
boom, behoorende tot de Saponaccae, die
pitten of kernen opleverde, waaruit een
vette, voedzame stof getrokken kon wor
den, doch eerst sedert kort is men op het
denkbeeld gekomen een nieuwen tak van
industrie er aan te verbinden. De offici-
eele naam van den boom is „Buty rosper-
mum Parkil," doch in Indie is hij meer
bekend onder den naam van „boterboom."
Verschillende reizigers uit Midden-Afrika
berichten, dat deze boomsoort aldaar in
groote hoeveelheid voorkomt. De vruch
ten zijn ongeveer zoo groot als een dui
venei en onder de opperhuid bevindt
zich een vetachtige stol van een zeer aan-
genamen smaak. Door uitkoking met
water wordt deze stof verkregen (door
hare lichtheid rijst ze naar de oppervlakte.
De overeenkomst met boter is zeer groot
en behalve dat bij een economische be
reidingswijze, de prijs zeer laag zoude ko
men, is een van de uitstekendste eigen
schappen deze, dat ze zich geruimen tijd
goed kan houden zonder een zweem van
ransigheid.
ALLERLEI.
Burgemeester: „Uwe exellentie zal er
zich zeker over verheugeD, dat haar zulk
eene schitterende ovacie wordt gebracht?
Zie eens welk eene massa menschen zich
verdringen om uwe exellentie te zien!"
Minister: „Och neen dat laat -me ge
heel koud; want als ik opgehangen werd,
zouden er nog meer menschen zich ver
dringen, om het genoegen te hebben mij
te zien."
Vrouw: „Lieve hemel, de kleine Izak
zal zich verslikken: hij heeft het kwartje
ingeslikt, dat gij hem gegeven hebt."
Man: „Bekommer u daar niet over:
wij verliezen er niets bij: het kwartje was
valsch.
Moeder (tot haar zoon): „Ach Willem,
ik kan dikwijls den geheelen nacht niet
slapen, als gij zoo laat thuiskomt."
Zoon: „Zoo moeder, ik ook niet."
,,'t Is slecht weer", sprak iemand, die op
weg was naar de galg, tot den provoost
die hem vergezelde. „Zeker" antwoordde
deze, „doch het is slechter voor mij dan jou,
want ik moet straks nog den weg terug
maken."
Een smid zei eens: „Het menschelijk
lichaam heeft veel overeenkomst met een
kachel. Beiden moeten goed schoon ge
houden worden, anders zit er geen tier
in."
Een vischkooper zeide: „Ik zeg, dat de
menschen gelijk zijn aan een stokvisch:
als ze niet gebeukt worden zijn ze on
bruikbaar."
„En ik", zeide een metselaar, „ik hou
staande dat zij gelijk zijn aan een gebouw:
de fondamenten moeten goed zijn, daar
hangt alles van af."
„'t Is evenals de aarde" zeide de tuin
man, als men niet mest, krijgt men schrale
groenten."
„Dat is al te maal zottepraat", zeide
de kleermaker„de kleeren maken den
man."
Heden overleed na een korte on
gesteldheid te Hardegarijp onze geliefde
Vader en Behuwdvader OABE1JNSE
RA DERSMAin den ouderdom van
62 jaar.
Amersfoort, 15 Mei 1880.
J. RADERSMA.
P. RADERSMAv. d. Berg.