hebben alles achtergelaten, enkelen hebben nog stuks vee mede kunnen Deinen, die nu in noodstalletjes aan den dijk staan. Deze rampzalige hutten dienen tegelijk en vee en menschen lot woning. Binnendijks lagen eenige doode stuks vee, die aldaar aangespoeld waren. Zeker is het dat er menschenlevens te betreuren zijn, maar hoeveel kon niemand der bewoners met zekerheid opgeven. Steeds waren schippers bezig om uit de Hoeven nog te redden wat ze konden. Kortom de toestand is allerverschrik kelijkst. Toen de commissie vertelde dat zij niet alleen gekomen was om menschen en vee te redden, maar dat brood en an dere levensmiddelen gedeeld zouden wor den, verspreidde dit bericht zich als een loopend vuur. Brood, brood en nog eens brood, was alles wat men hoorde van het eene eind van den dijk naar het andere. In minder dan geen tijd hadden zich on geveer honderd vijftig menschen verzameld op de plaats waar gedeeld zou worden. Maar dit deelen was geen gemakkelijke zaakLetterlijk werd de commissie plat gedrongen; tot driemaal toe moest zij eene poging doen om de zaal te doen ontruimen, wilde zij zooveel mogelijk ieder wat geven. En die wat bekomen had, verborg het on der jas of rok, want hij, die niets had bekomenontrukte het soms aan hem die op dit punt meer bevoorrecht was. Als iets de commissie speet, dan was het zeker dit, dat zij niet meer mondvoorraad bij zich had. Nu de deeling afgeloopen wasging men weer naar boord waar eenige menschen en stuks vee werpen op geladen die mede naar Heusden zouden worden gevoerd. Morgen zal dezelfde stoomboot weder naar Haarsteeg varen, ten einde de onge- lukkigen ruimschoots van mondbehoeften te voorzien. Een verblijdend verschijnsel is het, dat daar, waar de nood zoo hevig is, de hulp ook in zoo ruime mate verleend wordt maar de toestand is onhoudbaaren het is te hopen dat men nu ingezien heeft dat verbetering hier dringend noodzakelijk is, en dat de bewoners dezer streek niet langer behoeven te bedelen om datgene waarop ze recht hebben. Amersfoort, 4 Januari 1881. In het jaar 1880 zijn alhier geboren 230 van het Mannelijk en 232 van het Vrouwelijk geslacht; overleden 256 M. en 259 V.; 113 huwelijken werden gesloten en 2 ontbonden. De heer C. Honigh van Wageningen zal morgen, Donderdagavond, in Amicitia zijne verhandeling houden, in eene verga dering met dames van het Dep. Amers foort der Maatschappij „tot Nut van 't Algemeen." Naar men verneemt is 1.1. Zaterdagavond bij de godsdienstoefening der Herv. gemeen te alhier, gecollecteerd eene gift van 50 gulden aan baDkbilletten. BUITENLAND. De berichten uit Kaapland vermelden het bezetten van Pretoria door de Trans valers en het insluiten van het fort waar dat hem maar al te wel bekend was, opschrik ken. Eensklaps stond hij op. Droomde hij dan nog, voerde hem zijn verhit brein de beelden zijner phantasie in levenden lijve voor oogen. Hij streek de haren langs het blanke voor hoofd weg, en wreef het herhaaldelijk met de nog bevende hand. „Oefklonk het nu dichtachter hém uit het dennenboschje eene hijgende stem, „ik ben half dood. Dat heeft men er nu van als men op zijn ouden dag dwaas genoeg is, om aan de grillen van een overdreven dochtertje toe te geven. Schildhoorn, zonsondergang, onzin een glas bier, met een stukje ijs er in zou op deze warmen dag voor een' ken ner vrij wat meer poëzie bevatten dan een zonsondergang onder zulke bezwarende om standigheden/' „Ach, Papaaldus liet zich weer het zil veren stemmetje hooren, „stel u toch zoo niet aan, gij zijt toch immers graag meegegaan niet waar Moedertje? Papa plaagt mij maar wat Nu viel aan geen misleiding meer te denken, Gustaaf keerde zich om, en stond van aangezicht tot aangezicht tegenover de familie Hertel. Beide partijen waren een oogenblik stom van verbazing. Gustaaf keek Ella aan, als ware zij eene verschijning ge- binncn zich het kleine Engelsche garni zoen heeft teruggetrokken. De aanval op het Engelsche kamp is met verlies afge slagen. Officieel wordt de nederlaag der Engel- schen tusschen Leydenburg en Pretoria bevestigd. Daarbij zijn 250 man der En- gelschen deels gesneuveld, deels gewond en grootendeels gevangen genomen, te za- men 250 man. De Transvalers hebben een driemanschap gevormdhetwelk een proclamatie heeft afgekondigd, waarin de vroegere constitutie verdedigd en den tegenstanders vergiffenis wordt aangeboden, zelfs wil men een En- gelschen consul toelaten. De gouverneur Lanyan is gesommeerd om zich over te geven. De gemeenschap met de Transvaal is enkel nog open met den Oranjevrijstraat. Tevens wordt er gemeld, dat in het Zulu- land hongersnood heerscht, het direct ge volg van den oorlog tegen dat rijk gevoerd door Engelanddat nu de verantwoorde lijkheid voor de heerschende ellende draagt. In de Daily News is het adres van Nederlanders op initiatief van prof. Hal ting woordelijk opgenomen. De Times heeft het veranderd, met een Duitsch preludium, opgenomen. Blijkbaar is men in Engeland niet gesticht over de sympathie in Duitsch- land voor de zaak der Transvalers betoond. Engelsche dagbladen als de Northern Echo Weekly DispathPall Mall en Daily News, geven onomwonden te kennen dat de opstand gerechtvaardigd is. In de Vereen. Staten heerscht, ten oosten van de Rocky mountains, hevige koude, zooals men het zich sedert jaren niet her innert. De oorlog tusschen Chili en Peru-Bolivia duurt steeds voort. De vloot van eerstge noemd rijk heeft een landing gedaan met 14 oorlog- en 4 transportschepen, waarna de stad Pisco stormenderhand werd inge nomen. Chili weigert vrede te sluiten wanneer zijn tegenstander geen aanzienlijk grond gebied afstaat en de oorlogskosten betaalt. BINNENLAND. De hoogleeraar P. Harting schrijft in het Utr. Dagblad het volgende Mijn voorstel dat het Nederlandsche volk zich rechtstreeks tot het Engelsche volk zoude wenden en een beroep op het rechtvaardigheidsgevoel van dit laatste doen, heeft een gevolg gehad, grooter dan ik mij ooit had durven beloven. Binnen acht dagen zijn van zooveel per sonen uitnoodigingen ontvangen om hunne namen als onderteekenaars van het adres op de lijst te plaatsen, dat het inderdaad alle inspanning zal kosten op den bepaal den tijd geheel gereed te komen En daaronderwelke namen. Het meest intelligente en meest ener gieke gedeelte van ods volk is daaronder ruimschoots vertegenwoordigd. Elk, die leze lijsten inziet, zal moeten erkennen dat, waar het op pogingen tot handhaving van het volkenrecht, van onafhankelijk heid en vrijheid aankomt, ons volk nog toont zijn vaderen waard te zijn. Weldra zal eene uit die lijsten opgemaakte statis tiek dit nog duidelijker in het oog doen vallen. weest. Was dit een wenk van het noodlot Zond hem dit de eenige toe aan wie werke lijk zijn hart toebehoorde De oude bouw meester begon eindelijk hartelijk te lachen. „Voortreffelijk," riep hij uit, hier moet men u dus komen opzoeken mijnheer de de serteur. Ja, Ella, als gij mijn eerder gezegd hadt, dat die zonsondergang zulk eene ver rassende uitkomst zou hebben, dan zou ik al dadelijk zonder tegenspreken meegegaan zijn." Daarbij keek hij Ella met zijne vroo- lijke oogeD zoo spottend aan, dat deze van verlegenheid geen enkel woord kon uitbren gen. „Inderdaad het is eene zeer aardige ontmoeting zeide de vrouw van den bouw meester lachend. Gustaaf wist zich nu eenigszins te hervatten. „Ik ben er het toeval ook zeer dankbaar voor," zeide hij, de hand van de vriendelijke vrouw kussende, zulk eene blijde verrassing had ik niet kun nen droomen." „Gij en Ella houdt heel veel vaD verrassingen nietwaar?" vroeg de bouw meester met goedhartige vroolijkheid, ter wijl hij de hem aangebodene hand van Gus taaf hartelijk schudde. „Neen, neen, spreek mij maar niet tegen, deze geschiedenis is bepaald eene afspraak, dat laat ik mij maar Deze groote deelneming en het mij daardoor betoonde vertrouwen leggen mij echter ook de plicht op, de bij mij inge komen voorstellen ter kennis van het pu bliek te brengen, opdat de adressanten in staat worden gesteld te overwegen of die voorstellen, gedaan, als zij zijn, om aan ons gezamenlijk streven meer kracht bij te zet ten, ondersteuning verdienen. Natuurlijk reken ik daartoe niet zulke voorstellen, die, werden zij uitgevoerd, ons eigen vaderland slechts in moeielijkheden wikkelen en ten slotte den Transvalers zei ven, naar mijne overtuiging, schaden zouden. De laatsten moeten wel weten, dat zij van onze zijde op geen anderen dan zedelijken steun kunnen rekenen. Anders is het gelegen met sommige voor stellen van geheel anderen aard, namelijk de zoodanige, die een veel grootere verspreiding van het adres met zijne onderteekeningen onder het Engelsche volk beoogen dan oor spronkelijk door mij bedoeld is. Het spreekt van zelf, dat de Engelsche dagbladen hoogstens alleen het adres, niet de lijsten van onderteekeningen, zullen publi- ceeren. Nu wordt, van meer dan een zijde, voorgesteld, beide te zenden aan alle parle mentsleden, aan de mayors en aldermen van groote steden, het adres hier en daar in Londen te doen aanplakken, enz. Zelfs is het denkbeeld geopperd, om eene deputatie, bestaande uit twee of drie der onderteeke naars, naar Engeland af te vaardigen, om daar het adres, als afkomstig van het Neder landsche volk, aan de vertegenwoordigers van het Engelsche volk, met betamelijke plechtigheid aan te bieden. Natuurlijk vereenig ik mij van ganscher harte met al zulke voorsteliep, die geen andere strekking hebben, dan om, zelfs door het ongewone der zaak, indruk te maken. Wat het laatste voorstel betreft, zoo zal het, na het in een vorig opstel door mij gezegde, wel te nauwernood behoeven her haald te worden, dat ik persoonlijk, hoewel zeer tot mijn leedwezen, geen deel kan uit maken van eene zich naar Londen begevende deputatie. Daarvoor zullen zich echter on der de adressanten wel anderen, die jeugdi ger zijn, en waardiglijk als vertegenwoordi gers van ons volk kunnen optreden, laten vinden. Eene zwarigheid bestaat echter, die ik niet alleen kan oplossen. De uitvoering van dergelijke plannen kost geld, veel gelds zelfs. Daarom wend ik mij nogmaals tot de onder teekenaars van het adres. Er zullen ongetwijfeld onder hen velen zijn, die de uitvoering van zulke plannen door eene geldelijke bijdrage, kleiner of grooter naar gelang van ieders vermogen, willen steunen. Mijn ambtgenoot, professor C. H. D. Buijs Ballot, verklaart zich be reid de daarvoor bestemde gelden in ont vangst te nemen. Aan het bureau van 't Utrechtsch Dagblad zullen bijdragen ook gaarne worden,aangenomen. Van de ont vangst zal in 't blad melding worden ge maakt. Mocht er meer dan voor bovengenoemde doeleinden noodig is worden bijeengebracht, dan zullen de overschietende gelden uitslui tend gebruikt worden om op vredelievende wijze de belangen van de Transvaal te bevor deren, b. v. door het uitgeven en verspreiden van geschriften. Nog één wensch zij het mij vergund hier bij te voegen, namelijk dat de gevraagde zoo niet uit het hoofd praten, dat hebt gij samen dien middag, toen ik met mijn oudje naar de akademie was, klaar ge speeld. Wij hebben ons maar mooi laten beet nemen. Wil ik u eens vertellen Gustaaf, onder welk voorwendsel mijn dochtertje ons hierheen heeft gelokt? Zij wilde het ondergaan der zon zien, alles wat ik er tegen in te brengen had, hielp maar niets, ik moest niettegenstaande al mijn tegen stribbelen en zonder dat zij eenig me delijden met mijne dikte had, toch maar mee. Men sleept mij mede naar de zen zandhoopdoor welke inspanning ik eenige ponden van mijne zwaarte en eenige precenten van de daarin uitge drukte waardigheid verloren heb, op die manier wordt men door zijn kinderen be handeld. Neem maar een voorbeeld aan zulk een bedroefden vader als ik ben, Gus taaf, en trouw maar nooit." „Maar va der," zeide Ella in de grootste verlegen heid, „gij gelooft toch niet." „Nu, en waarom niet? de verrassing bevalt mij heel goed, en gij hebt er goed slag van gehad om die ten uitvoer te brengen. Komt er na nog niets meer bij meisje en hij klop- bijdragen spoedig worden ingezonden omdat de grootte der oplage eerst daarna kan bepaald worden, en het afdrukken der lijstenzoowel om politieke als om tech nische redenen, spoed vereischt. De Nederlandsche pers, die zich in deze geheele zaak zoo wakker heeft gedragen, zal ook wel willen medewerkenom het bovenstaande zoodra mogelijk ter kennis vau het algemeen te brengen. Te Zutfen is een brief in de bus gewor pen, geadresseerd aan niemand minder dan: den heer Sint Nicolaas, bisschop in Spanje. Wie de afzender is, zal zeker geheim blijventotdat óf Sint-Nicolaas-zelf dien verklapt of de „staat van onbekende brie ven" het uitvischt. Wellicht heeft een dankbare kinderhand dezen brief geschre ven welkeals een aardige tegenstelling met de „brandbrieven", waarvan 't nieuwe nu toch wel af is, zeker aanbeveling ver dient, en welke tevens, als ons ver moeden ten minste juist is de ouder- wetsche knorrepottendie steeds van 't ongeloof dezer eeuw pratentot de over tuiging moge brengen, dat het geloof in den witgebaarden kindervrind nog menig kindergemoed vervult. Vrijdagnamiddag viel een gebrekkig man in een kelder op den Haarlemmerdijk te Amsterdam tengevolge waarvan hij een arm brak. Voor de herberg van de studenten aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is nu reeds f 16.500 bijeen. Bij den voorzitter der Prins Hendrik stichting, ds. van Laer te Makkinga, is een onaangeteekenden brief van een onbe kende met de som van f 3000 ontvangen, ten behoeve "der genoemde stichting. Z. K. H. Prins Frederik heeft Zaterdag een bezoek gebracht aan Z. M. den Koning en de Koningin. Te Doetinchem wordt de gasprijs van 13 op 10 ct. per Ms gebracht. De Nederlandsche minister-resident te Madrid, Jhr. Mr. M. J. L. J. H, A. Hel- dewier, is dood op zijn bed gevonden. GEMENGDE BERICHTEN. Een bende die wil plunderen. Blijkens ontvangen berichten moet zich te Twelloo en omstreken eene bende ophouden met het doel te plunderen. Voor een paar dagen vervoegde zich iemand bij een boer, nachtleger vragende, hetwelk de landbouwer weigerde. De onbe kende liet evenwel niet af, en drong er zelfs brutaal op aan. De landbouwer werd toornig, en wierp ten slotte den indrin ger de deur uit. De echtgenoote van den boer hoorde het geraas en vroeg wat er gebeurd was, waarop zij tot haren man zeide: Gij hebt dwaas gehandeld, roep hem terug, wie weet wat de booswicht nu doet." De boer riep daarop zijn knecht, en gelastte dezen onmiddellijk naar 't dorp te gaan om eenige politiemannen te halen. De onbekende werd inmiddels terugge-- te haar vroolijk tegen de wangen. „Gij vergist u inderdaad heer bouwmeester," zeide Gustaaf, „er bestond niet de minste afspraak tusschen Ella en mij, het toeval alleen heeft hier de hand in gehad." „Waarlijk George," hernam nu de vrouw van den bouwmeester, terwijl zij zich tot haar echtgenoot wendde „hoe kunt gij er nu nog aan twijfelen? Stoor er u maar niet aan Gustaaf, gij kent immers mijn man, hij heeft niet meer pleizier dan wan- f neer hij jonge lieden in verlegenheid kan brengen." Gustaaf boog als ter toestem ming, en keek nog eens angstig rond, terwijl zijn gelaat zoo mogelijk nog blee- ker werd. „Als Hedwig juist nu eens kwam," fluisterde hem een booze genius in het oor, dat zou een mooi tooneel ge ven?" Het angstzweet brak hem uit. „Nu niet, slechts nu niet," klonk het in zijn hart, ol vreeselijk noodlot, bespaar mij slechts dit uiterste." „Nu, mijnentwege," sprak de bouw- meester, toeval of niet. De hoofdzaak is echter dat wij u opgespoord en gevonden hebben gij zult ons nu zoo gemakkelijk niet meer ontsnappen. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 2