WATEKSJSTOOD.
tot verdediging der geweldpleging. Voor
het gros des volks is en blijft de Engelsch-
man een vreemde indringerhet recht van
verzet kan op geen enkelen grond betwist
worden.
Het is ons niet te doen om de ,/Hol-
landsche Africaanders" mooier voor te stel
len dan zij zijn. Aan ons ideaal van een
krachtig vooruit strevende natie beantwoor
den zij zeer weinig, en wij geven hun vol
komen gelijk die beweren dat de Trans-
valers zich in de dagen van Burgers van
een heel ongunstige zijde hebben leeren
kennen; dat zij de de vruchten plukken
van hun eigen dwaze handelingen. Doch
dat alles kan geen invloed uitoefenen op
ons oordeel over het feit der annexatie.
Wat zwart is, kan niet wit gepleit worden.
De Engelschen namen den ongelukkigen
krijg tegen Secocoenien het gebrek
aan organisatie van de republiek, eenvou
dig als voorwendselshet vervolg der ge
schiedenis heeft bewezen, dat ook zij buiten
staat waren, de Zoeloe's en andere inboor
lingen tot onderwerping te brengen.
Om al deze redenen juichen wij het toe,
dat uit Nederland stemmen zijn opgegaan
om de Engelsche natie, wel te onder
scheiden van de Engelsche staatslieden,
tot het inzicht te brengen dat er onrecht
is gepleegd. Den hoogleeraar Harting dan
ken wij voor zijn opwekking.
Nederland is een kleine staatdie er
belang bij heeft, dat de internationale eer
lijkheid geen hersenschim worde. Als wij
iets kunnen doen om dat te verhinderen,
al is het nog zoo weinig, laat ons het
dan niet nalaten.
OFFICIËELE PUBLICATIE.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op de aanschrijving van Heeren Gedeputeerde
Staten der provincie Utrecht van den 16. Julij 1844
(Provinciaalblad No. 53), houdende uitnoodiging om,
ter voldoening aan een, op machtiging van Zijne Ma
jesteit den Koning, door Z. E. den Minister van Binnen-
landsche Zaken bij aanschrijving dd. 29 Junij 1844, No.
108, 1. afd. gedaan verzoek, jaarlijks de ingezetenen te
herinneren aan dc bepalingen der wet van den 1. Maart
1815 (Staatsblad No. 21), betrekkelijk de viering der
Zon- en Feestdagen.
Maken dientengevolge aan de ingezetenen bekend,
dat voormelde wet is van den navolgenden inhoud
Wij WILLEM, bij de gratie GODS, Prins van
Oranje-Nassau, Souverein Vorst der Vereenigde Neder
landen, enz., enz., enz.
Aan al degenen die dezen zullen zien of hooren lezen,
s&lut I doen te weten
Alzoo Wij in overweging genomen hebben de noodza
kelijkheid om, op het voetspoor onzer godsdienstige
voorvaderen, die daarop steeds den hoogstcn prijs stel
den, de pligtmatige viering van den dag des Heeren en
andere dagen, der openbare christelijke godsdienst toe
gewijd, door eenparige voor de gehcele uitgestrektheid
der Vereenigde Nederlanden algemeen werkende maat
regelen te verzekeren.
Zoo ia het, dat Wij, den Raad van State gehoord en
met algemeen overleg der Staten-Generaal dezer landen,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvin
den en verstaan bij deze
1. Dat op Zondagen en op zoodanige godsdienstige
feestdagenals door de kerkgenootschappen van de
Christelijke godsdienst dezer gemeente algemeen erkend
en gevierd worden, niet alleen geene beroepsbezigheden
zullen mogen verrigt worden, welke de godsdienst zou
den kunnen storen, maar dat in het algemeen geen
openbare arbeid zal mogen plaats hebben dan ingeval
van noodzakelijkheid, als wanneer de plaatselijke rege
ring daartoe schriftelijke toestemming zal geven.
2. Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe
eetwaren, geene koopwaren hoegenaamd op markten,
straten, of openbare plaatsen zullen mogen worden uit
gestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers
hnnne waren niet zullen mogen uitstallen noch met
opene deuren verkoopen.
ontschuldigingen worden niet aangenomen,
gij doet maar weer uw best om mij te ont
snappen. Hoe zijt gij dan naar den Pichels-
berg gekomen?" *In een huurrijtuig"
antwoordde Gustaaf aarzelend.
,/Welnu, dan is de zaak immers zoo
eenvoudig mogelijk. Ik rijd met mijne
vrouw naar Pichelsberg en zend uw koet
sier naar huis, en in dien tusschentijd
vaart gij er met uw bootje ook heen. En
opdat gij niet van den rechten weg moogt
afdwalen, krijgt gij Ella tot toezicht mede,
die zal u dan wel vasthouden. Zij heeft
er mij reeds den geheelén middag om ge
plaagd, dat ik haar over het meer naar
huis terug zou roeien. Denk nu eens aan,
ik zou moeten roeien. Neen, neen, dat
zou toch wat al te veel met de natuur
in strijd zijn; ik kan mij toch niet ter
wille van mijn buitensporig dochtertje vóór
den tijd in het graf helpen. Dus gij neemt
Ella met u mee, op die manier zijn wij
allen geholpen. Komaan, nu niet langer
tegenspreken. Houdt u niet te lang op
kinderen! anders laat ik een schip beman
nen, en zal u dan zelfs wel op de zee
achterhalen, want als stuurman kan ik nog
heel goed dienst doen. Dus tot wederziens,
het begint hierboven wel wat heel fxisch te
worden."
Er was nu geen ontkomen meer aan,
dat zag Gustaaf zeer duidelijk in. Hoe zeer
3. Dat gedurende den tijd voor de openbare gods
dienstoefening bestemd, de deuren der herbergen en
andere plaatsen, alwaar drank verkocht wordt, voor zoo
verre dezelve binnen den besloten kring der gebouwen
liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat ook gedurende
dienzelfden tijd, geenerhande spelen, hetzij kolven, bal
slaan of dergelijke mogen plaats hebben.
4. Dat geene openbare vermakelijkheden, zooah
schouwburgen publieke danspartijenconcerten ci
harddraverijen, op de Zondagen en algemeene feestdagen
zullen gedoogd worden, zullende het aan de plaatselijke
besturen worden vrijgelaten, hieromtrent eene uitzon
dering toetestaan, mits niet dan na het volkomen ein
digen van alle godsdienstoefeningen.
5. Dat de plaatselijke policie zorg zal dragen, tei
einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht, in de na
bijheid der gebouwen tot de openbare ceredienst be
stemd, en in het algemeen alles, wat derzelve zoude
kunuen hinderlijk zijn, voortekomen of te doen op
houden.
6. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit
besluit, naar gelang van personen en omstandigheden
zullen gestraft worden met een boete van niet hoogei
dan vijf en twintig guldenof met eene gevangenis var
niet langer dan drie dagen voor de overtreders die bni
ten staat mogten zijn deze boeten te betalen.
7. Dat, bij eene tweede overtreding, de boete of stral
zal worden verdubbeld, en wijders alle te koop gelegdi
of uitgestalde goederen verbeurd verklaard en de her
bergen of andere publieke plaatsen voor ééne maant
gesloten zullen worden.
En dat door deze algemeene verordeningen alle daar
mede niet overeenkomstige provinciale of plaatselijke
reglementen en inrigtingen zullen worden gehouden
voor vervallen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal wor
den ge'insereerd, en dat een genoegzaam getal exempla
ren gedrukt en aan de Staten in de onderscheidene pro
vinciën of landschappen, ingevolge art. 86 der grondwet,
ter uitvoering zal worden gezonden, met last om de
zelve alom te doen publiceren en affigcren, en van de
predikstoelen der onderscheidene Christelijke kerkge
nootschappen te doen aflezen.
Lasten en bevelen voorts dat Onze ministeriëele de
partementen en andere autoriteiten, justicieren en offi
cieren, wien zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoe
ring de hand zullen honden, zonder eenige conniventie
of dissimulatie.
Gegeven in 's Gravenhage, den lsten Maart des jaars
1815, het tweede van Onze regering.
(geteekend) WILLEM.
Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke Hoogheid,
(geteekend) A. R. FALCK.
Gedaan te Amersfoort, den 3. Jannari 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, VAN PERSIJN.
W. L. SCHELTÜS.
Amersfoort, 7 Januari 1881.
Zondag 9 Januari des voormiddags 10
ure zal voor Ds. Graswinckel optreden,
Prof. Cannegieter uit Uitrecht.
Het concert, dat de heer De Neut "Woens
dag in Amicitia gaf, mag over het alge
meen welgeslaagd heeten.
De orkestsukken werden (de geringe
krachten in aanmerking genomen) flink
gespeeld, en het aangenaam ensemble be
wees genoeg dat de heer De Neut geene
moeite gespaard had, om alle beschikbare
krachten te gebruiken.
Eene aangename verrassing was het,
toen, in plaats van het Kerk-aria uit Stra-
della (eene opera van Flotow)het veel
schoonere Pieta-Signora van Stradella (een
beroemd musicus uit deXVIde eeuw) ten
gehoore werd gebracht.
De solo's slaagden niet minder gelukkig.
Vooral de heer de Neut maakte met het
7de concert van Rhodeeen zeer aange-
namen indruk, die nog verhoogd werd door
het duo //c'est une larme", dat als het
best geslaagde van den geheelen avond kan
beschouwd worden.
De heer Bekker die elders met het
hij ook gewenscht had om nu alleen te
mogen zijn, evenzoo zeer vervulde de ge
dachte hem met verrukking, om met Ella
alleen in het bootje te varen, haar in de
blauwe oogen te mogen staren, en naar
hare melodieuse stem te kunnen luisteren.
Hij vergat alles wat hem tot hiertoe ge
kweld en verontrust had.
,/Wilt gij u aan mij toevertrouwen; Ella?"
vroeg hij.
u O, gaarne antwoordde zij, en de vreug
de die haar uit de oogen straaldetrof
hem tot in het diepste zijns harten.
/Komaan, is dan alles nu eindelijk in
orde?" vroeg de bouwmeester, terwijl hij
zijne vrouw met zich meetrok, tot weder
ziens bij den Pichelsberg."
z/Ella doe uw doek om, het is altijd
wat frisch op het water," vermaande de
moeder.
,i Wees maar gerust mevrouw," kon Gus
taaf haar nog toeroepen, toen verdwenen de
ouders achter de dennen, en hij was met Ella
alleen.
Beiden stonden gedurende eenige oogen-
blikken zwijgend, alsof hetzelfde overwel
digende gevoel hun de spraak benam.
Willen wij nu ook maar niet heen
gaan?" vroeg Ella zacht. //Vader en moe-
,der zullen ongerust zijn wanneer wij zoo
laat aankomen."
z/Gij hebt gelijk, Ella." Hij nam haar
pianoconcert van Von Biilow veel roem
ingeoogst heeft, speelde Woensdag minder
gelukkig; toch had men genoeg gelegen
heid om zijne bizondere vlugheid en goe
den aanslag te bewonderen.
De solo voor trompet klonk in de kleine
zaal, boven verwachting, zeer goed. Hij
werd dan ook uitstekend gespeeld, evenals
de clarinetsolo van Balfe.
Moge de vrij goede opkomst van het
publiek den heer De Neut versterken in
zijn voornemen, om dezen winter nogmaals
op te treden.
De afdeeling Amersfoort, van het ge
nootschap voor Landbouw en Kruidkunde
te Utrecht, heeft eene openbare vergade
ring uitgeschreven op Vrijdag 14 Jan. a.s.
des voormiddags precies ten 11 uur, in
het lokaal ,/de Arend", buiten de Slijk-
poort alhier.
De heer A. F. Marlet zal eene lezing
houden over de vraag: //Wat kan gedaan
worden, om te bevorderen dat aan de afwate
ring der landerijen meerder zorg worde be
steed.
Dinsdag 18 Januari a.s., des avonds
half zeven zal, namens de Afd. Neder-
Veluwe d^r Geld. Maatsch. van Landb.,
ten huize van den heer G. C. van Ver-
sendaal in het Logement de Roskam te
Barnevelddoor den Landbouwleeraar F.
R. Corten uit Maastricht eene voordracht
gehouden worden over de zuivelbereiding
en de keuze van melkkoeien.
SPAARBANK.
Het Bestuur van de Spaarbank te
Amersfoort zal zijne gewone zitting hou
den op Maandag 10 Januari e.k.,
op het Raadhuis, des namiddags van 122
uur, terwijl belanghebbenden worden uit-
genoodigd om hunne boekjes tot het bij
schrijven van Renten, hetzij in die Zitting,
hetzij vooraf, ten huize van een der Com
missarissen in te zenden.
A. J. BOS, Secretaris.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van gelden ter' leen zal eene Com
missie uit het bestuur op MAANDAG, den 10. JANU
ARI aanst.'s namiddags van halftwee tot half drie.
zitting houden in een der localen van het Raadhuis,
alwaar de belanghebbenden zich kunnen aanmelden.
Inlichtingen zijn te bekomen bij de ondergeteekenden
en bij verdere leden van het bestuur, de Heeren
B. E. Eerschei, W. A. CrooclcewitM. van Beek,
en Jhr. Mr. 3. J. L. van Sasse van Tsselt.
Mr. J. VAN DER LEEUW, President.
J. APELDOORN, Penningmeester.
J. C. LEINWEBER Secretaris.
De algemeene vereenigde Commissie tot
leniging van rampen door Watersnood in
Nederland verzoekt hun, die, ten behoeve
der Noodlijdendengoederen in natura
mochten willen schenken, die te doen be
zorgen in het gebouw No. 84 Kloveniers
burgwal.
G. VAN TIENHOVEN, Voorzitter.
J. A. SILLEM, Secretaris.
Amsterdam, 6 Jan. 1881.
arm in den zijne en voerde haar den heu
vel af. Toen steeg hij in de boot. //Wilt
gij wel zoo goed zijn om in het midden
te gaan zitten?"
z/Ik kan ook wel sturen," zeide zij
lachend," als gij mij maar zeggen wilt
welken kant wij uit moeten."
z/Des te beter. Ziet gij die kromming
daar ginds? Daarheen moeten wij roeien
en dan hebt gij hare wendingen maar te
volgen, en dan komen wij van zelf aan
den keizerlijken tuin, want dat is het punt
waar wij zijn moeten."
Zij stegen beide in, en door langzame,
gelijkmatige riemslagen voortgestuwd, ver
wijderde zich het bootje steeds meer en
meer van den Schildhoorn. Gustaaf hield
den blik nog zooveel mogelijk op de zuil
gevestigd aan wier voet Hedwig toch nog
altijd zou kunnen verschijnen, zoolang tot
dat het boolje de bosht indraaide en de
Schildhoorn uit zijn oogen verdween. Toen
haalde hij diep adem, evenals iemand die
van een zwaren last bevrijd wordt, en zijn
oog viel nu voor het eerst op het meisje dat
tegenover hem zat. Eene onwederstaanbare
verrukking maakte zich van hem meester.
Alsof er nu een nieuw leven voor hem zou
aanvangen, zoo vroolijk klopte hem het hart.
Wordt vervolgd.)
BINNENLAND.
Door den Koning is een besluit getee
kend, waarbij bepaald wordt dat, evenals
zulks reeds sedert enkele jaren geschiedde,
ook thans op 1 April aan de weduwen
deelgenooten van het officiers-weduwen-
fonds-voor de landmacht, een gratificatie
zal worden uitgekeerd, ten bedrage van
25 percent van haar pensioen.
In den antiquiteiten winkel van den Heer
Bromet, in de Kalverstraat bij het Sophia-
plein te Amsterdam, is Dondermiddag om
streeks 5 uren een binnenbrand uitgebroken.
De brand was in den beginne vrij hevig
en heeft in het schoone magazijn niet on
aanzienlijke schade aangericht.
Door de hevige rookontwikkeling in het
pand werd aan de drie bewoonsters van
het bovenhuis de wijk langs de trap, die
naar het benedenhuis geleidde, afgesneden.
De drie dames werden echter door de
brandweermannen uit een raam op de straat
oDgedeord nedergelaten in den daarvoor
bestemden reddingstoestel.
Men was den brand in een uur meester.
Photographiën van eenige belangrijke
punten in de overstroomde streken wor
den uitgegeven geheel ten voordeele van
de noodlijdenden. De H.II. Spin en Kehrer,
te Amsterdamhebben ze met dat doel
laten vervaardigen.
Onze bekende in Japan gevestigde land
genoot Jan de Beer, wien de redding van
de Rnssische stoomboot Nordenskjöld te
danken is, heeft den agent van den eigenaar
dier boot voor de Russische consulaire
rechtbank in Japan gedaagd ter verkrijging
eener som van 8992.70 voor onkosten bij
de redding van genoemde stoomboot en
1223 commissiepenningen over de waarde
der geredde goederen. De tegenpartij erkent
eene som van 2189.49 schuldig te zijn,
maar wenscht de commissie-quaestie door
de rechtbank beslist te zien.
Jan de Beer wordt door den advocaat
Kirkwood ter zijde gestaan; vele zittingen
hadden reeds plaats, en bij het vertrek der
laatste mail was de uitspraak nog niet
bekend.
Te Dungen stonden Dinsdag nog 90
huizen in het water, bewoond door ruim
130 huisgezinnen, van welke er verschil
lende huis met have en goed hebben moe
ten verlaten, om naar den binnenpolder te
vluchten.
Nabij Bussum zal dezer dagen een aan
vang worden gemaakt met den aanleg van
een arboretumof boom- en heesterpark.
Het resultaat der overstroomingen laat
zich [al eenigzins overzien. Acht lijken zijn
reeds komen aandrijventerwijl nog één
persoon vermist wordt. Alleen te Haarsteeg,
zegt men, liggen 200 suks vee verdron
ken; het overige zal wel volgen. Te Els-
hout zou de kerk dreigen in te vallen,
evenzoo te Nieuwkuyk, alwaar reeds een
gedeeltelijke instorting heeft plaats gehad.
Van Nieuwkuyk verwacht men, dat niets
dan een puinhoop zal te voorschijn komen;
de verwachting, die men van het veld
koestert als het water zal weggeloopen zijn,
is treurig; bergen, hoog opgeworpen van
dor zand met groote wielen daarneven,
zullen de slotsom zijn.
Ook te Deventer is thans de tongblaar
onder het rundvee uitgebroken, waardoor
de veehandel geheel stil staat. Het buiten
land koopt niets in, waardoor de prijzen
zeer achteruit gaan.
Moody en Sankey zullen dit jaar ook
nog een bezoek aan ons land brengen.
Te Parijs heeft zich een comité gevormd
van Nederlanders, dat gelden zal inzame
len ten behoeve der overstroomden in ons
laud. Den eersten dag had men reeds
4000 fres. bijeen.
Men schrijft uit Rhenen
z/Door het zachte weder begunstigd, werkt
men nog met alle kracht aan het gedeelte van
den spoorweg tusschen Veenendaal en
Rhenen. Heden heeft men de heiing voor de
3de viaduct (186 palen, ieder gemiddeld
8 tot 10 M. zakkende) gereed gekregen en
dewijl dit de laatste viaduct te Achterberg,
was, maakt men toebereidselen om onder
Veenendaal te beginnen. De doorgraving van
den berg vordert ook goed, daar dezelve
reeds over eene lengte van p. m. 600 M.