Een herinnering aan het verledene.
FEUILLETON.
Toren van Treviso.
XVII.
2e Kamer, om te verkrijgen dat de rivier
door het Rijk worde overgenomen of aan
vaard.
Een ander doel van de afdeeling zon moe
ten zijn, om toe te zien dat deze gemeente
raad, die onze belangen zoo goed kent en
waarneemt, geen tarief vaststelle voor de
heffing van havengelddat het tegenwoordige
vuur-, haven- en tongeld nabij komt.
Zulk een tarief, dat naar ik gis, aan de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten, en
zeer zeker ook aan die van den Koning moet
worden onderworpen, zou de aandacht van de
afdeeling Schuttevaer niet mogen ontgaan,
en bij te hooge vorderingen, de hulp en in
vloed der geheele Vereeniging moeten wor
den ingeroepen, om te voorkomen dat die
goedkeu-ring er aan geschonken worde.
Voor Handelaars en Schippers zal het
naar ik hoop duidelijk zijndat een ge
meenschappelijk belang hier alleen door
gemeenschappelijke samenwerking kan ver
kregen worden en noodigen wij u thans
uit, om als bewijs van instemming met ons
streven, u te willen aansluiten bij de af
deeling Schuttevaer" waarvan wij de op
richting, om het doel dat hier wordt voor
gestaan, gaarne van deze vergadering zagen
uitgaan.
Hiermede is de taak geëindigddie ik
op mij had genomenmocht iemand der
aanwezigen deze kwestie nader toegelicht
willen hebbendan verzoek ik hem dit
kenbaar te willen maken.
Eene geanimeerde discussie had er plaats
waaraan werd deelgenomen door de Heeren
Wolff, Dr. Verloren van Themaat, Huet
en Houtzaager. Een voorstel om de ver
gaderden te doen uitspreken, dat zij het
betreurde dat op eene vergadering waar zoo
groote belangen als die van Handel en-
Scheepvaart der Gemeente ter sprake kwa
men, geen enkel lid van den gemeenteraad
tegenwoordig was, en het eenig lid dat nog
verscheen, de discussie niet afwachtte, maar
na de inleiding reeds vertrok, werd door
den leider der vergadering als niet aan de
orde beschouwd, en de verdere bespreking
er van niet voortgezet.
Een krachtige aanmoediging tot oprich
ting eener Afdeeling Schuttevaer" ontving
de vergadering van den Heer Dr. Verloren,
die op den grooten invloed van die Ver
eeniging wees, en de vele diensten die zij
de schipperij bewijst. Na eenige inlich
tingen door den leider der vergaderiug
gegevenwerd met algemeen applaus de
wenschelijkheid uitgesproken om eene af
deeling //Schuttevaer" opterichten, en tra
den onmiddellijk een vijftigtal leden toe.
Wij hopen spoedig iets van haren arbeid
te vernemen en wenschen de jeugdige af
deeling eene toenemende levenskracht, waar
aan wij, bij zoo groote vatbaarheid daarvoor,
niet twijfelen.
Op het graf van den Staatsraad Bachiene
werd o. a. het woord gevoerd door den
In het' salon van Hohenbruch was het
talrijke gezelschap aan de lange tafel bont
door elkander nedergezeten, heeren en dames
jong en oud, alle met vroolijke opgewekte
gezichten, allen behalve één.
En deze ééne was de élegante onweder
staaubare heer von Triks. Wat hielp hem
nu zijn frak, die naar de nieuwstemode
gemaakt was of zijn geheele zoo onberis
pelijke sierlijke kleeding? Al die zorg aan
zijn toilet besteed was eigenlijk geheel en
al te vergeefs geweest: de heer von Triks
gevoelde dat hij hier eene belachelijke rol
speelde.
Maar hoe was deze verwonderlijke ge
daanteverwisseling van het verhevene tot
het belachelijke dan toch wel in zijn werk
gegaan?
Eigenlijk is de verwijdering van het eene
tot het andere soms niet meer dan eene
schrede ver, en deze schrede had de salet
jonker zelf gedaan, toen hij, terwijl zij zich
naar tafel zouden begeven aan zijne aan
staande bruid den arm geboden had. Wij
zeggen, //aanstaande" bruid, dewijl von Triks
tot op het oogenblik dat de gasten aan
tafel zouden gaan, stellig en zeker over
tuigd was, dat Lilly von Lichteuhain hem
toebehoorde, omdat haar voogd hem het
meisje had toegezegd. De dame zelve had
hem zeer bedaard geantwoord, dat haar
neef graaf von Ahlden, haar naar tafel zou
heer Van Eek, lid der Tweede Kamer en
met den overledene behuorende tot Thor-
becke's oude garde. Aan Bachiene's poli
tieke loopbaan herinnerende, sprak de heer
Van Eek de volgende woorden:
„Toen vrijheid en vooruitgang zich be
kneld gevoelden door staatsinstellingen van
verouderden zinmaar wier handhaving
door eene onderdrukking en vervolging,
waarvan men zich thans moeielijk meer
een begrip kan vormen, werd volgehou
den, was Bachiene, hoewel hij ambtenaar
was en ook de zorg voor een huisgezin
had, desniettegenstaande, hoewel hij wist
welke gevaren hij daardoor op zich laadde,
en terwijl zoovele anderen terugdeinsden
een van de eersten die door woord en pen
operdijk en krachtig medewerkten om de
grondwettelijke instellingen, in wier bezit
wij ons thans verheugen in het leven te
doen roepen."
Het is goed en nuttig, dat het geslacht,
hetwelk tegenwoordig den toon aangeeft,
eens herinnerd wordt aan de moeielijkhe-
den, waarmede de libeialen uit die dagen te
worstelen hebben gehad. Men heeft er geen
begrip meer van, hoe de toestand was vóór
en in de eerste jaren na de grondwetsherzie
ning van 1848, en hoeveel er te danken is
aan den moed en de volharding van de
mannen aan wie wij niet alleen de ves
tiging maar ook het behoud en de beves
tiging te danken hebben van de milde
staatsinstellingen, waaronder wij leven.
Hadden de jongere liberalen dat begrip
wij zouden zeker minder teekenen van
verdeeldheid te betreuren hebben, want
die jongere liberalen zouden dan weten,
dat hunne voorgangers alleen door dege
lederen vast aaneen gesloten te houden,
machtig waren en aan alle aanvallen op
hunne veste het hoofd hebben kunnen
bieden.
In onze dagen ziet de liberale partij
hare beginselen niet ernstig meer bedreigd.
De politiek-reactionaire partij, die er steeds
op uit was die beginselen machteloos te
maken en af te breken wat in 1848 werd
opgebouwd, is verdwenen. Maar de libe
rale partij heeft nog altijd voort te bou
wen aan het groote werk van vooruitgang.
Er is in den politieken, den economischen
en den uiaatschappelijken toestand des
lands nog zeer veelte verbeteren. En dat
werk wordt vertraagd en bemoeielijkt,
deels onmogelijk gemaakt door het gebrek
aan eensgezindheid en krachtige aaneen
sluiting.
KENNISGEVINGEN.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op art. 6 der wet van den 2 Juni 1875 (Staats
blad no. 95),
Brengen ter kennis van het publiek, dat een door
Cornelis Antonius van Kalveen ingediend verzoek met
bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene
Smederij in het perceel alhier gelegen aan de Breede-
straat, wijk E, no. 268, op de Secretarie der gemeente
ter visie ligt, en dat op Dinsdag, den 19 April aan staan
de, des voormiddags te elf ure, gelegenheid ten raad-
huize wordt gegeven om, ten overstaan van het gemeen-
geleiden.
De heer von Triks wilde opstuiven, maar
tegen wien? Hij stond alleen, terwijl hij
nog daarenboven uitgelachen werd door
eene menigte jonge vroolijke menschen,
met wie hij gedurende de jacht dikwijls
over zijne kleine bruid gesproken had, en
er dan nog bijvoegde dat hij wel verplicht-
zou zijn om haar naar tafel te gelei
den, hetgeen hem helaas! wat van de flesch
zou moeten vervreemden, ,/inaar", voegde
hij er bij, „wat doet men al niet ter wille
van zulk een lief schepseltje?"
Op al die vroolijke gezichten vertoonde
zich een spotachtig lachje, dat von Triks
gold, toen Lilly aan den arm van den graaf
von Ahlden naar de tafel toetrad, terwijl
Ehrenfels aan von Triks te verstaan gaf
dat hem de eer te beurt viel om de oude
leelijke freule "Vester von Beveren te mogen
geleiden.
„"Verlos mij van den booze", bromde von
Triks bij zich zeiven, terwijl hij de voor
hem bestemde dame met eene overdrevene
diepe buiging den arm aanbood.
Sombere gedachten vlogen gedurende
den maaltijd door zijn hoofd. Toen het
hem na den dood van Eckhofen, zoo goed
gelukt was om graaf von Ahlden zoowel
bij de ouders van Lilly als bij tante Bar
bara in verdenking te brengen was hij
met al de listigheid die hem zoo zeer
eigen was, reeds begonnen om zelf de
hand van het sclioone meisje meester te
worden, en de zelfzucht en de onbeschaamd
heid van zijn karakter bad hem hiertoe
niet weinig geholpen.
tebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren
tegen het oprichten van de inrichting intebrengen.
Amersfoort, den 5 April 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, VAN PERS1JN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op art. 264 der gemeentewet,
Doen te weten, dat het oorspronkelijk kohier der
plaatselijke dierecte belasting op de Honden over het
dienstjaar 1881 voorloopig vastgesteld is en gedurende
veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen,
van 10 tot 1 uur, op de Secretarie der gemeente voor
eenleder ter leziog zal liggen, binnen weikeu termijn
elk op het kohier aangeslagene bij den Raad bezwaren
tegen zijnen aanslag kan inbrengen.
Amersfoort, den 4 April 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, V AN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
Amersfoort, 5 April 1881.
Om de meerdere kosten te kunnen be
strijden, nu het muziekkorps der rijdende
artillerie onze stad verlaat, is door korn-
missarissen der sociëteit Amicitia voorge
steld, eene tijdelijke verhooging der kon-
tributie met f 3 voor de gewone en 1,50
voor de buitengewone leden, opdat met. de
muziekuitvoeringen van verschillende ka
pellen gedurende den zomer, hoewel meer
beperkt, zou kunnen worden voortgegaan,
bijv. om de 2 h 3 weken, bij afwisseling
op Zondag en Woensdag. Met eenparige
stemmen op twee na is dat voorstel za
terdagavond door de leden aangenomen.
Bij het te 's-Hage gehouden examen
voor commies der posterijen zijn 7 candi-
daten geslaagd waaronder de heer Cool-
haassurnumerair aan het postkantoor
alhier.
BINNENLAND.
In de maand Pebruari zijn 4 Neder-
landsche zeilschepen en is 1 Nederlandsch
stoomschip verongelukt.
Door de aandeelhouders in de Amster-
damsche Stoomvaart-vereeniging is be
sloten die vereeniging te ontbinden.
De zeer aanzienlijke gift van f 4000
is in Ned. Indië ter beschikking gesteld
van het hoofdcomité te Utrecht voor de
noodlijdenden in den Transvaal.
Het Beijersch bier blijkt een zware con
currentie te vinden in het Nederlandsch-
Beijersch fabrikaat, vooral uit Heinekens
brouwerij. In de afgeloopen week zijn reeds
driemaal eenige wagons met dubbele eimers
van dit fabrikaat naar Parijs vervoerd.
BUITENLAND.
De Engelsche Minister van Buitenland-
sche Zaken heeft per post een doodkist in
miniatuur ontvangen. Z. Exc. moet met
dat cadeautje weinig ingenomen zijn.
Van liefde, van eene bepaalde toewijding
des harten kon bij den gek zelfs geene
sprake zijn, hier kwam hoofdzakelijk zijne
ijdelheid in het spel, om diegene te bezit
ten welke wegens hare voortreffelijke eigen
schappen door allen zoo begeerd werd. Dat
zijne zinnelijkheid door de bekoorlijke ver
schijning van Lilly opgewekt, was gewor
den, behoeven wij hier niet te bevestigen,
doch het innige warme gevoel dat hierbij
nooit mag ontbreken, was aan den kouden
egoïst geheel en al onbekend. Zoo lang
Lilly's ouders nog leefden kon hij zich vol
strekt niet op een goed gevolg beroemen
de voornamemaar toch zeer eenvoudige
menschen hielden niets van den pronkeri-
gen saletjonker, die, in plaats van zich met
het beheer zijner goederen bezig te houden,
een der grootste straatslijpers uit de resi
dentie was. Zij wenschten hun kind aan
een braven, al ware het dan ook aan een
minder rijken man als de heer von Triks
was, te mogen toevertrouwen, maar, de
dood verraste hen kort na elkander, en
Lilly stond nu alleen in de wereld, en be
zat niets dan een klein vermogeD, zoodat
zij wel genoodzaakt was, om de bescher
ming harer bloedverwanten in te roepen.
Natuurlijk was het tante Barbara, die
haar met goedvinden van Ehrenfels een
verblijf op Hohenbruch aanbood, en op die
wijze was de deur voor haren ouden aan
bidder weer geopend. Von Triks was vroe
ger reeds een zeer druk bezoeker op Ho
henbruch geweest, hij behoorde tot die soort
van menschen die nooit spelbrekers zijn,
en die ook bij de flesch best hunnen man
In de hoofdstad van Rusland doet het
verhaal de ronde dat het internationaal
revolutionaire gerechtshof niet alleen den
Keizer van Rusland maar ook de Keizers
van Duitschland en Oostenrijk en de ko
ningen van Italië en Spanje ter dood ver
oordeeld heeft.
Beter hard geblazen dan de mond ge
brand.
De leden der expeditie die belast was
met de opmetingen van een spoorweg door
de woestijn Sahara zijn door inlanders
vermoord. De Eransche Regeering zal 't
wel niet onder zich laten op de schuldi
ge stammen revanche te nemen en hen
te straffen.
GEMENGDE BERICHTEN.
Voor eenigen tijd vonden een paar jongens
op den publieken weg te Dieren eene
portemonnaie met geld. In plaats van bij
den burgemeester aaneifte te doen, behiel
den en verdeelden zij het geld en gaven
de portemonnaie aan den vader van een
hunner ten geschenke. Bij vonnis der
Rechtbank te Arnhem dd 22 Maart, zijn
nu die jongens tot 21 dagen en de vader
tot 2 maanden gevangenisstraf.
Dit ter waarschuwing van hendie
meeneu hetgeen zij vinden ook te mogen
behondeu.
Het op 7 Maart jl. in de Zuiderzee bij
het Keteldiep gezonken tjalkschipmet
steenkolen geladen is bij publieke veiling
verkocht voor 25 en de lading voor slechts
tien centen maar of dat nog wel een
koopje is betwijfelen wij want de kooper
moet zijn koop zelf vlot maken en bin
nengaats brengen.
Er zijn door een mevrouw, ten behoeve
van de Transvaalsche Boerencadeau ge
maakt twaalf Indische kookboeken.
De redactie van de Am Ct. nam dit
geschenk in ontvangst.
Te Londen is een koopman die ver-
valschte waar verkochtveroordeeld tot
een boete van f 600 omdat hij geen mout
maar een suikerhoudend surrogaat in zijn
brouwerij had gebezigd.
Bij de Vrijdag te Weenen gehouden
trekking van Oostenrijksche Loten 1854
is serie 563, No. 44 uitgeloot met
fl 100.000.
Een geleerde Engelschman beweerd dat
levende planten in kamers waar tering
lijders vertoeven op dezen eeu gunstigen
invloed moeten oefenen.
Als men dan maar geen bloeiende plan
ten gebruiktwaarvan de uitwasemingen
iemand in eene besloten ruimte kunnen
doen stikken.
staan kunnen, en daarom was hij den
ouden heer Ehrenfels altijd zeer welkom.
Zijne natuurlijke sluwheid had hem doen
inzien dat hij tante Barbara eerst tot vrien
din moest hebben, waarom hij haar dan ook
sedert lang de meeste oplettendheden be
wezen had. De goede vrouw had niets
tegen hem in te brengen, zij geloofde wer
kelijk dat hij eene goede partij voor haar
nichtje zijn zou. Moeielijker viel het hem
echter bij den ouden Ehrenfels. In den
grond vreesde von Triks zeer voor diens
oprechte soms wel wat ruwe manier van
spreken, maar hij was nu eenmaal Lilly's
voogd, en hij moest dus eerst zijne toe
stemming weten te verwerven, hij schreef
hem, en kreeg tot antwoord, dat hij ten
vriendelijkste tot de jachtpartij werd uit-
genoodigden men bij die gelegenheid zeer
gevoegelijk over alles wat de verloving
betrof zou kunnen spreken.
Dit antwoord had Triks bepaald in ver
rukking gebracht, ten minste voor zoover
re hij voor dit gevoel vatbaar was, en gelijk
wij reeds weten, hij was reeds op dien bewus-
ten morgen aan graaf von Ahlden zijne aan
staande verloving gaan vertellen. Hij had im
mers reeds van anderen vernomen dat het
jachtgezelschap benevens eenige vrienden uit
den omtrek uitgenoodig waren op het diner
dat het afloop der jacht zou volgen, men
praatte ook reeds van eene op handen zijnde
verloving, en het was immers zeer natuur
lijk dat daarmede de zijne met Lilly von
Lichtenhain bedoeld werd.
Wordt vervolgd