door een volk als het, onzedat prijs
stelt op zijn politieke onafhankelijkheid
wel in overweging worden genomen. Want
gesteld eens dat de Groote Mogendheden
het daarover eens werden dat aansporing
tot vorstenmoord, in vergaderingen of door
middel van de pers tot de feiten moest
worden gerekend waarvoor uitlevering ver
plichtend was, en dat gezamenlijke ver-
toogen bij Zwitserland ten gevolge hadden
dat de revolutionaire propaganda daar werd
onderdrukt dan zou wellicht de stroom
der stokebranden een andere bedding zoeken,
en wij konden er wel eens overlast van
krijgen zoomede onze zuidelijde broeders.
En tellen wij juist vrijhied van vergade
ren en van drukpers onder onze meest
gewaardeerde voorrechten: ongaarne zouden
we zien dat anderedie we hier best
kunnen missen, daarvan misbruik kwamen
maken om afbreuk te doen aan de goede
betrekkingen waarin we tot andere natiën
staan. Aan den anderen kant gevoelen wij
niet veel lust om die voorrechten prijs te
geven ter wille van sommige regeeringen
die niet in tijds hebben gezorgd haar
staatsinstellingen overeenkomstig den geest
onzer eeuw te hervormen.
Het is daarom zeer te wenschen dat
ook het Nederlandsch gouvernement de
oogen geopend houden voor de dingen die
komen zullen om aan de eene zijde de
internationale vriendschap getrouw te blij
ven en aan den anderen kant zich niet te
laten medeslepen door den stroom der
reactie.
Amersfoort, 8 April 1881.
J.l. Donderdag vertrok van hier de Rijd.
Artillerie naar de bij Koninkl. besluit
voor haar bestemde garnizoens plaatsten,
namelijk 2 Batterijen onder de kapiteins
J. E. Diemer en P. Haitsma Muiier, en de
luitenants Jhr. H. P. Tindal en J. L. van
Heukelom naar Utrecht om daar bij de
veld-artillerie te worden ingedeeld en 3
batterijen onder de kapiteins Jhr. V. A.
de Pesters, Jhr. W. Godin de Pesters en Jhr.
F. J. A. des Tombe, met de 1. luitenants
van den Wall Bake, Sanders, Bogaert,
Hoekwater en Punt naar Arnhem om daar
als corps Rijd. Art. onder commando van
den Majoor Jhr. van Pestel in garnizoen
te blijven.
Een groote volksmenigte begeleide hen
een eindweegs, terwijl door H.H. officieren
der Schutterij, Burgemeester en andere
- heeren in het Park een laatst en har
telijk vaarwel werd toegewenscht. Treffend
was het oogenblik toen de 2 batterijen
naar Utrecht bestemd zich van de ande
ren afscheidden en 't muziekcorps hen
voor de laatste maal het lijflied lieten
hooren van dat corps waarvan zij zoolang
een deel uitmaakten.
Dienzelfden dag tegen 12 uur arriveer
den per trein de huzaren en des middags
ten half vier trok de veldartillerie onze
stad binnen.
BUITENLAND.
Naar gemeld wordt, heeft de Fransche
regeering de diplomatieke betrekkingen met
Venezuela afgebroken ten gevolge der wei
gering van Guzman Blanco, president der
Venezuelaansche republiek, om recht te
laten wedervaren aan zeker aantal in Ve
nezuela gevestigde Franschen, die schuld
vorderingen hebben ten laste van den Staat.
In de Spaansche provincie Sevilla. is de
overstrooming dermate toegenomen het
water staat op sommige plaatsen veertig
voet boven het gewone peil dat beslo
ten is eene nationale inschrijving te openen
ten bate der slachtoffers. Het koninklijke
huis is met milde giften voorgegaan.
Er is veel noodig. Niet minder dan
80,000 personen hebben aan alles gebrek,
daar hunne woningen geheel onder water
staan. De schade wordt op 2'/s millioen
gulden geschat.
Ook elders in het Zuiden vau Spanje
richtte het water groote schade aan.
De voorbereidende werkzaamheden voor
het Panamakanaal vorderen goed. Men is
nu druk bezig met het in gereedheid bren
gen van de terreinenhet oprichten van
de noodige gebouwenhet aanvoeren van
werktuigen, enz. In October hoopt men
met het graven van het kanaal te begin
nen. De gezondheidstoestand van het per
soneel, dat reeds talrijk is en nog voort
durend versterkt wordt, laat niets te
wenschen over. Er had onlangs een werk
staking onder een gedeelte der arbeiders
plaats, maar zij was binnen twee dagen
afgeloopen.
Een verontrustend bericht wordt van 5
dezer uit Oporto medegedeeldnamelijk
het ontstaan eener republikeinsche bewe
ging, een opstand. De insurgenten zouden
zich in den schouwburg verschanst hebben.
Het is echter nog slechts een gerucht.
Bij de aardbeving op het eiland Chios
zou het getal dooden of gewonden om
streeks 3000 bedragen. De schokken blij
ven aanhouden.
BINNENLAND.
De Transvaalsehe Republiek.
Het hoofdcomite ter behartiging van de
belangen der Transvaalsehe Boeren, te
Utrecht gevestigd, heelt een adres gericht
aan het volk der Z.-Afrikaansche Repu
bliek. Hoofdzakelijk omdat het bestemd is
voor een blijvend document in de Trans
vaal, laten wij het in zijn geheel volgen,
mede wijl de welgezinde Kaapsche bladen
ons de overtuiging geven dat het ginds
een diepen indruk zal maken.
A(i7i het volk der Zuid-Afrikaansclie
Republiek.
Zoolang de oorlog tusschen U en En
geland voortduurde, heeft het Nederland-
sche volk zich onthouden van in een adres
aan U te betuigen, hoe het met hart en
ziel deelnam in hetgeen gij deedt en leedt.
Gij kent de plichten vau een onzijdig volk
tegenover twee oorlogvoerende mogendhe
den; die plichten wilden wij stipt en eer
lijk naleven. Maar zijdelings zult ge toch
zeker vernomen hebbenwelk een die
pen indruk en welk een algemeene deel
neming Uw moedig bestaan bij ons op
gewekt heeft. Thans, nu de vrede hersteld
is en een adres aan U niet langer kan
voorgesteld worden als een middel tot op
ruiing en een aansporing tot volharden,
voldoen wij terstond aan den aandrang van
ons hart en wenschen wij U geluk niet
zoozeer met deu uitslag van den door U ge-
voerden strijd, als met de gelegenheid die
hij U geschonken heeft om aan de gehee-
le wereld te toonen wie Gij zijt.
Door onjuiste voorstellingen en verkeer
de beoordeelingen van vreemden, die, bij
een oppervlakkige kennismaking, den deug-
delijken kern van Uw volkskarakter niet
doorgrondden, was Uw naam maar al te
zeer in Engeland en in Europa in min
achting gebracht. Zonder het onrecht, dat
U in 1S77 werd aangedaan, zoudt Gij niet
licht in staat zijn geweest om dien smaad
uit te wisschen en den laster te doen ver
slommen. Uwe vijanden en verachters zelf
hebben huns ondanks thans U daartoe niet
slechts in staat gesteld, maar gedwongen.
Zij hebben wij onderzoeken niet met wel
ke bedoelingen U Uwe vrijheid en zelf
standigheid pogen te ontrooven, en zij
hadden zoo slechten dunk van U, dat zij
niet twijfelden of Gij zoudt U in de af
hankelijkheid van eene vreemde natie voe
gen. Maar gij hebt U over die misken
ning fier en roemrijk gewroken en de we
reld gedwongeu, U iioog te achten en als
gelijken van de besten te eeren. Wij Hol
landers bovenal hebben aan Uw gedrag
onder het onrecht, dat Gij leedt, u met
vreugde erkend als telgen van den ouden
stam, als bloedverwanten en als geestver
wanten. Het zijn niet alleen Uw moed
en Uw beleid in den oorlog die wij als
echt Hollandsche deugden in U eeren en
liefhebben, maar vooral ook het taai ge
duld en de onbezweken volharding waar
mede Gij drie jaren lang alle vreedzame
middelen, om recht te verkrijgen, hebt aan
gewend en uitgeput, voordat Gij, ten einde
raad de wapenen aangreept en vooral, na
dat het buiten Uwe schuld daartoe geko
men was, de gematigdheid en mensche-
lijkheid, waarmede Gij den krijg hebt ge
voerd.
Voor Uwe toekomst zijn wij dan ook
geenszins bezorgd. Onder Gods zegen zult
gij U zeiven helpen, zoo Gij blijft wie
Gij zijt. Vergeet daarbij de spreuk der
vaderen niet, maar bedenkt dat eendracht
macht maakt, en kiest U steeds leidslie
den en oversten, aan hen gelijk, die U
in deze dagen van beproeving zijn voor
gegaan.
Vergeet en dat woord zij evenzeer
tot alle Hollanders in Zuid-Afrika als tot
U in het bijzonder gericht vergeet ook
het oude Nederland niet. Sedert jaren hebt
Gij met ons en wij met U te weinig ver
keerd. Het scheen alsof wij van elkander
vervreemd waren geworden. Maar nauwe
lijks kwam een der broeders in gevaar en
nood, of de ander gevoelde dat de oude
liefde niet was uitgedoofd. Reeds in 1877,
toen de tijding der annexatie van de Trans
vaal tot ons kwam werden van hier a-
dressen vau protest tot de Engelsche re
geering gericht en de beweging verflauw
de slechts, omdat wij in den waan waren
gebracht dat Gij zelf in de zaak, als in
een voldongen feit berusttet.
Maar zoodra. Gij den sluier hadt ver
scheurd, waarachter Uw verzet verborgen
was gehouden en met de wapenen in de
vuist de U ontroofde vrijheid terugeisch-
tet, ontwaakte de deelneming krachtiger
dan ooit en uitte zich in eiken vorm,
waarin de neutraliteit, die wij in acht
moeten nemen, het vergunde. Gij hebt er
slechts weinig van ondervonden Gij zoudt
er meer van bespeurd hebben, indien de
oorlog onverhoopt langer had geduurd.
Wat Uw gekwetsten en verminkten in
geval te stade had moeten komen, kome
thans, zooveel mogelijk, ten goede van de
weduwen en weezen der verslagenen. Maar
wij wenschen meer te doen dan voor een
enkele maal met stoffelijke middelen te
helpen, wij verlaugen, zoo Gij van Uwe
zijde het insgelijks begeert, de oude ban
den weder aan te knoopen en over en
weer voortdurend de plichten te vervullen,
die de bloedverwantschap oplegt. Dat kan
en moet zelfs geschieden geheel en al
buiten staatkundige betrekking om.
De onderlinge verhouding van moeder
land en volkplanting, die eens tusschen
ons bestond is voor altijd afgebroken.
Wat wij verlangen is verkeer en gemeen
schap tusschen twee volken van denzelfden
stam en van dezelfde taal, niet samenhang
van twee Staten. Welke uwe staatkundige
betrekking tot Engeland wezen moge, zij
verhindert in geen geval dat gij de maat
schappelijk betrekkingen tot het land uwer
vaderen veelvuldiger en inniger maakt.
Neem daarom de broederhand aan, die wij
u van ganscher harte aanbieden. Zij is het
onderpand niet slechts van onze toegene
genheid maar evenzeer van onze hoogach
ting.
Utrecht, 25 Maart 1881.
P. Harting, Voorzitter.
G. J. Th. Beelaerts van Blokland.
C. H. D. Buys Ballot.
J. H. Fruin.
J. de Louter.
P. Templemann van der Hoeven.
H. F. Jonkman, Secretaris."
Iets ontzettendst wordt uit Amsterdam
medegedeeld namelijk de ontdekking dooi
de ouders dat een waterrat bezig was aan
den arm van hun kind te knagen. Het
gebeurde in een schuit op den Amstelen
de ouders ontdekten het op 't angstig ge
gil van het kind. Spoedig werd genees
kundige hulp verleend.
Een ander voorval maakt veel sensatie
namelijk het arresteeren van den heer D.,
welgesteld en bezitter van een landgoed
te Baarn. Het vermoeden rust op hem
van medeplichtigheid van het ontvreemden
eener aanzienlijke hoeveelheid koffie be-
hoorende aan de Handelmaatschappij en
opgeslagen in een pakhuis op de Brouwers
gracht.
GEMENGDE BERICHTEN.
Een berucht Italiaansch rooverMin-
guzzi Omobonovan Riolo is dezer da
gen in handen van het gerecht gevallen.
De Ital. bladen deelen een aantal bijzon
derheden mede omtrent de talrijke roove
rijen waardoor deze bandiet een paar
jaren lang angst en schrik in het rond
verspreidde.
Minguzzi kwam, twee jaar geleden van
de galeienwaar hij een straftijd van tien
jaren had doorgebracht. Hij wendde toen
voorhet land' te willen verlaten vroeg
en verkreeg een pas voor Zwitserland
maar bleef en werd de schrik der omstreken
van ForliFaenze en Imola waar hij de
diligences aanvielreizigers beroofde en
allerlei euveldaden pleegde.
In November van dat jaar overviel hij
graaf Porziop den weg van Castel Bo-
lognese hield hem twee dagen en nachten
gevangen bracht hem daarna ,met slechts
een metgegelterug naar de plaats waar
hij hem gevangen genomen had, ging naar
Lugo om den losprijs van j 2500 bij de
Gravin in ontvangst te nemen en keerde,
na in vrijheidstelling van zijn gevangene
naar de omstreken van Forli terug.
Bij Modigliana overviel hij een gezel
schap koopliedenmaar moest onverrigter
zake aftrekken wegens de tusschenkomst
der politiedie hij met geweerschoten
begroette. Te Riolo wilde hij in een molen
inbreken maar vond de deuren gesloten
en wreekte zich daarvoor door den mole
naar te vermoorden.
Hij nam den zoon van den rechter van
Brisighella in de onmiddellijke nabijheid
dier plaats gevangen, en hield hem zeven
uren verborgentotdat men hem den
gevraagden losprijs had gebracht. Kort
daarna had hij een anderen aanslag beraamd,
in den omtrek van Peuza, maar de politie
werd gewaarschuwd door een ongeteeken-
den brief en verijdeld 3 het plan. Een paar
dagen later vond men bij Imola het lijk
van een man liggen met een papier aan
den arm waarop geschreven stond: //zoo
worden verraders gestraft."
De gevangenneming van den geduchten
Minguzzi heeft onder de bewoners der
streek groote blijdschap verwekt.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoording der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij s.v.p. eenige ruimte om
de beide ingezonden artikeltjes te be
antwoorden, voorkomende in de Amers-
foortsche Courant van b April.
Welke strekking dat van den Heer Wolff
moet hebben is mij niet recht duidelijk.
Wel zegt die Heer „ln tegenspraak daarop
dient enz."-, maar ik ontdek in hetgeen
dan volgt geen eigenlijke tegenspraak met
de woorden die in uw verslag der verga
dering gebezigd zijn. Wat het laatste ge
deelte van dat stukje betreft, daarin wordt
een feit genoemd dat nooit ontkend of in
twijfel getrokken is, en geloof ik dat niet
één der aanwezigen het met den Heer Wolff
niet betreurdedat de belangstelling van
de zijde der gemeenteraadsleden zoo gering
scheen te zijn.
Wat de vraag betreft van een //Oprecht
Amersfoorder" //hoe de raadsleden op die
vergadering hadden moeten ageerenals
particulieren of als raadsleden?" moet ik
op beginnen te antwoorden, dat die vraag
blijk geeft van groote onwetendheid met
den werkkring van een raadslid. Een lid
van den Gemeenteraad kan als zoodanig
niet //ageeren" op eene openbare vergade
ring, wel in den Gemeenteraad of als lid
van eene commissie uit dien raad.
Het is dus duidelijk dat zij daar als
particulieren zouden gekomen zijnniet
om te „ageeren", maar om te vernemen
welke grieven een deel der ingezetenen,
dat hen naar den Gemeenteraad afvaardigt,
intebrengen heeft tegen hun bestuur. Maar
behalve dat, wisten de raadsleden uit de
circulaire en advertentiën, dat de belangen
van Handel en Scheepvaart zouden bespro
ken worden, en als vertegenwoordigers der
ingezetenen in den Raad waren zij m. i. de
grootste belanghebbenden, uit hun wegblij
ven mag dan ook met gerustheid de con
clusie worden getrokkendat zij zich of
onfeilbaar wanen in hunne besluiten of
beoordeelingen omtrent vraagstukken
voor Handel en Scheepvaart van zoo groot
belang, en dus het luisteren naar de be
spreking dier vraagstukken door //onbevoeg
den", overbodig achtenöf dat het vraag
stuk zelve hen zoo onbeteekenend voorkomt,
dat het te veel eer betoond zou worden, indien
daar de minste notitie van werd genomen
door hooggeplaatsten als raadsleden
Het komt mij voor, dat het lidmaat
schap van den Gemeenteraad wel eens wat
te veel beschouwd wordt als eene betrek
king die men meent te moeten aanwenden
om invloed uit te oefenen in 't belang van
particuliere doeleinden, in plaats van er
zich met lust en ijver op toe te leggen,
om de waarachtige belangen der gemeente
en hare inwoners te leeren kennen. Men
legt zich gemakshalve, zoo gaarne neder
bij de conclusies van een rapport of voor
stel van het dagelijksch Bestuur, in plaats
van door eigen onderzoek en door behoor
lijke kennisnemingzichzelf in staat te
stellen om een eigen oordeel over zaken
van gewicht te kunnen vellen.
Ik ben overtuigd dat dit laatste weder
het geval is met de Eemkwestie, en zal
daarom zoo vrij zijn, wanneer mij de ruimte
daarvoor wordt afgestaan, in een volgend
artikel het wederrechterlijke der heffing
van het vuur-haven- en tongeld aan te
toonen.
Indien de vraag van den op-echte
Amersfoorder" hiermede beantwoord is,
en hij lust mocht gevoelen, om in een