NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baarn, Bnnscboten, Eenre, Hamersvelö, Hoevelaken, Hooiland, Lensden, Soest,
Sclerpzeel, StoutenMrs, Virsche en Woudenberg.
Woensdag 25 IVlei 1881.
No. 42.
Tiende Jaargang.
Uitgever: A. Af. Slothouwer.
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens S'/2 uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal In rekening gebracht.
VOOR PLEIZ1ER.
AIHERSFOORISCHE
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 mnanden 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woenadaga- en des Zaterdaga.
te Amersfoort.
Advertenticn van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland 0,075.
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
OFFICIEËLE PUBLICATIEN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort.
Gezien de aanschrijving van den heer
Commissaris des Konings in de provincie
Utrecht, van den 13. Mei 1881, no. 1
N. M..en S. (provinciaalblad no. 54),
Gelet op art. 139 der wet van 19
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), be
trekkelijk de Nationale militie;
Doen te weten, dat aan het gebouw
z/de Mailège" alhier, op Woensdag, den
l.-Juni aanstaande, 's voormiddags te 10
ure, door den Kolonel, Militie Commissa
ris in de provincie Utrecht zullen worden
onderzocht alle in deze gemeente geves
tigde VERLOFGANGERS der militie te
land, die vóór den 1. April 1881 in het
genot van onbepaald verlof zijn gesteld,
onverschillig of zij in den loop van dit
jaar al dan niet tot opkomst onder de
wapenen verplicht zijn (met uitzondering
alleen van hen die iti de maand Juni in
werkelijken dienst moeten opkomen), of
wel tot vroegere lichtingen behooren en,
hetzij wegens latere inlijving, hetzij op
grond van art. 146, tweede zinsnede, der
militiewet, of om andere redenen, niet
FEUILLETON.
IV.
Te interessant om het niet te vermel
den is het, dat de kleine jongen ergens
waar ze van trein moesten verwisselen,
tamelijk in zijn nabijheid een moschje zag
zitten, wat hem de opmerking in den
mond gaf, dat de musschen daar veel
makker waren dan te Kleef. Nu, hij was
een kind, maar groote menschen plegen
ook dergelijke gevolgtrekkingen te maken,
vaak veel vergezochter, uit welke aflei
dingen waarschijnlijk de wonderen in de
wereld zijn gekomen.
Ook is het antwoord treffend, dat Ju-
liusje zijn geleider gaf, toen deze hem een
verversching had aangeboden met de vraag:
//Nou, wat zeg je nou?"
Meer.
In den Haag aangekomen, nam Heiden
rijk een vigilante, met een behoorlijk ma
ger paard, reed naar de woning van Ju
lius' oom in 't Noordeinde, droeg de meid
op, aan mijnheer en mevrouw te zeggen,
dat hij door onwelzijn verhinderd was, 't
kind persoonlijk af te geven, en reed
daarop met een gevoel van groote ver
lichting naar zijn huis in de Parkstraat,
waar hij voor zijn knecht, een ziel vol
met de manschappen van de lichting
waarvoor zij bij de militie dienen, ontsla
gen zijn.
Burgemeester en Wethouders herinne
ren den belanghebbenden hunne verplich
ting om in uniform gekleed, en voorzien
van de kleedings- en uitrustingsstukken,
hun bij het vertrek met verlof inedege
geven, van hun zakboekje en verlofpas,
op tijd en plaats voormeld te verschijnen,
en maken hen tevens opmerkzaam op het
bij de wet bepaalde dat het crimineel
wetboek en het reglement van krijgstucht
op de verlofgaugers van toepassing zijn
gedurende het onderzoek en in het alge
meen wanneer deze in uniform gekleed zijn.
Amersfoort, 20 Mei 1881.
Bnrgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, VAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat het door den pro
vincialen Inspectenr van 's rijks directe
belastingen enz. in Noord-Holland en
Utrecht executoor verklaard kohier no. 8,
van de personeele belasting over het
dienstjaar 1880/81 aan den Ontvanger
van 's rijks directe belastingen alhier is
ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht
is zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelij
ke plaatsen aangeplakt te Amersfoort,
den 21. Mei 1881.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
gevoel, den eed aflegde, nooit meer de
betrekking van bonne aan te nemen, 't
mocht gaan hoe het. ook ging. Eerst toen
kwam hij op zijn gemak.
Daar hij nog acht dagen verlof had,
wilde hij die, alvorens zijn bureau-werk
zaamheden te hervatten, te Scheveningen
doorbrengen, wijl een dame waarmede hij
zeer bevriend was, volgens een ontvangen
brief, juist in liet Badhuis logeerde. Hij
huurde een gemeubileerde kamer van een
Scheveningster die de classieke phrase zei:
z/Mijn man heet Blok en hij is ook een
blok."
Zij wees hem op het bijzonder practi-
sche, dat de bedstee naast zekere plaats
was die men nergens ter wereld de beste
kamer eener woning acht; wat jonkheer
Heidenrijk, al was hij een Hollander,
minder aangenaam vond, zoowel uit hy
giënisch als zintuigelijk oogpunt.
Maar de oude Noordzee is onverander
lijk grootsch, en bekommert zich niet om
de bekrompen inrichtingen der menschen.
En hij zei tot zichzelf want hij had
ook verdriet van zijn dame in 't Bad
huis: Jantje, Jantje, dat alles was voor
je plezier!"
Hij had kunnen weten: zooveel verplich
ting, zooveel genoegen.
Wat Juliusje betreft, die kreeg //Sum-
pffiber," evenals de schrijfster wanneer ze
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 264 der gemeentewet,
Doen te weten, dat het vierde aanvul
lingskohier der plaatselijke directe belasting
(Hoofdelijke omslag) over het dienst
jaar 1880 voorloopig vastgesteld is en
gedurende veertien dagen, te rekenen van
heden, alle werkdagen, van 10 tot 1 uur,
op de Secretarie der gemeente voor eenie
der ter lezing zal liggen binnen welken
termijn elk op het kohier aangeslagene
bij den Raad bezwaren tegen zijnen aan
slag kan inbrengen.
Amersfoort, den 20 Mei 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, VAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester van Amersfoort,
Herinnert den slijters, koffiebuishouders,
tappers en kroeghouders hunne verplich
ting, om ten kantore van den Ontvanger
der rijks-belastingen alhier de helft van
hunnen aanslag in het patentrecht
over het loopende dienstjaar, ten spoe
digste te voldoen, waarna hun in persoon
de patentbladen over 1881/82 op vertoon
van de kwitantie ter Secretarie worden
uitgereikt.
Amersfoort, 21 Mei 1881.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
Amersfoort, 24 Mei 1881.
Toen voor eenige maanden het bericht
verspreidt werd dat te Kleef eene interna-
in Holland is, en moest zoo spoedig mo.
gelijk door zijn oom naar huis worden
gebracht, wat voor meneer Koekoek v.
Royen te Kleef en gemalin ook weer geen
plezier was.
Toen Heidenrijk van de vermoeienis,
ongemakken, lasten, teleurstelling en kwel
lingen wat was uitgerust en bekomen,
bezwoer hij terstond iemand te Kleef,
hem per omgaande een doos met zes stuks
geitenkaasjes te zenden. Na een paar da
gen kwamen ze aan, en hij zond ze naar
de zuster van mevrouw Mietje Muller.
Eenige dagen te voren was hij reeds bij
juffrouw Van Zon geweest, had haar het
ongeluk medegedeeld en de te gronde
gegane hoofdtooisels betaald met de ver
langde ronde som van twintig gulden. De
zes brieven waren nog te bezorgen. Den
volgenden dag kleede hij zich nog zor-
vuldiger en fijner dan gewoonlijk, kamde,
borstelde en draaide haar en snorren bui
tengewoon lang, stak een gele roos in 't
knoopsgat, en begaf zich ten eerste naar
de familie, een weduwe met twee bemin
nelijke dochters, waarmee hij reeds lang
gewenscht had kennis te maken. De ma
ma was niet 'thuis, maar de dochters
wel, schoon in gezelschap van een bij de
post geemployeerden minnaar der oudste
beminnelijkheid. H. stelde deze den brief
ter hand, en moest veel kleefsch nieuws
tionale jacht-lentoonslelling zou plaatsheb
beu, kostte het wellicht menigeen moeite,
uit de beide factoren, //internationaal" en
,zKleef" een goed resultaat te denken. In
onzen tijd toch van vooruitgang is men
zeer geneigd, hetgeen men niet begrijpt
voor onuitvoerbaar te houden, en onder
nemingen, die met doorzicht en kracht
moedig worden begonnen, met het even
bekende als vloeiende woordje //Schwindel"
te bestempelen, zonder zich bewust te zijn,
hoeveel arbeid des geestes, hoeveel toebe
reidselen en studie er worden vereischt,
om aan eene gedachte, die geroepen is,
draagster van een idee te worden, door het
woord leven te geven.
De jacht tentoonstelling te Kleef nu
mocht van den beginne af de meeste deel
neming van belangstellenden en welwillend
heid van de zijde der overheid oudervinden.
Zelfs Z. M. de keizer van Duitschland heeft
ten blijke zijner hooge gunst een gouden
medaille gegeven. De ministers stonden
medailles, het recht van vrachtvrij vervoer
van tentoonstellingsvoorwerpen op de staats
spoorwegen, en tolvrijen invoer toe, en de
Oberprasident van Rijnland steunde de fi
nanciële zijde van de onderneming door
verdunning te verleenen tot het houden
eener groote loterij. Van den //Allgemei-
men deutschen" en den Niederoesterei-
chischen Jagdschutzverein" ontving de ten
toonstelling commissie medailles, en ver
schillende jachtvereenigingen en jachtlief
hebbers schonken eereprijzen.
Dat bij een dergelijken steun de onder
neming moest slagen ligt voor de hand
en zoo zien wij dan heden, bij sluiting
vertellen van de familie. Hij verhaalde
ook van al de eervolle opdrachten die
hem te beurt waren gevallen, en nadat
hij tot bewijs hiervan de vijf andere brie
ven had getoond en te kennen gegeven,
dat de gedachte, zijn schoone vis-a-vis een
brief te mogen overhandigen, hem over
alle wederwaardigheden had getroost, stond
hij op, salueerde en vertrok, overtuigd
een aangenamen indruk achter te laten
en verrukt over, doch dat hier niet. Met
een vigilante bezorgde hij ook de andere
brieven aan hun adressen, en nu was al
de kleefsche opdracht volbracht en hij
wederom aangenaam verlicht.
Daar op eens kreeg hij een citatie op
't bureau van politie waar hem gemeld
werddat hij op de requisitie van de
kleefsche postdirectie wegens post-defau-
dratie de som van 90 mark had te beta
len wijl hij zes verzegelde brieven aan
de heeren en dames Die en Dievan
Kleef naar elders had besteld, wat op 15
mark straf per brief kwam. Wat
moest hij doen? Hij betaalde en vervloekte
den postbeamtedie hem zeker uit ja-
loerschheid gedenunceerd en den treek
gespeeld hadalsmede de Klevenaars
aan wier opdringerij zoo noemde hij nu
hun vertrouwen hij al die verdrietelijk
heden had te danken. T' huis gekomen
vond hij een met 's-Gravenhage be-