INIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NIEUWE Zaterdag 7 Januari 1882. ZONDER MASKER. No. 2. Elfde Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens iturdcs Woens dags en Zaterdags Ueue viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. Vaderlandsliefde. AMERSF00RTSC1E COURANT Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsJ 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,075 Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Van bovengenoemd artikel worden zoo vele, en daaronder zoo schadelijke surroga ten aan de mrrkt gebracht, datjwe de oogen goed open moeten houden, willen weer ons zeiven en anderen niet mede bedriegen. Eerstens is het de eerste ketterij, te ge- looven dat de bloei en de welyaait van het eene volk, die van het andere in den weg staat. De tijden waarin die beschouwing al gemeen werd gedeeld, leggen achter ons. Toen was het, dat een vreemdeling als een soort van vijand werd behandeld dien men door allerlei maatregelen van voorzorg in zijn vrije bewegingen belemmerde, alshadde zijn komst geen ander doel, dan de hulp bronnen van den handel te bespieden, de zwakke punten in het fortificatie-stelsel te bestudeeren of samen te zweren met boos wichten die de inwendige rust bedreigden. In het gunstigst geval werd hij bejegend als een voorwerp van deernis, dien men in zijn gebeden aan de bijzondere hoede der Voorzienigheid aanbeval, want hij moest het in zijn eigen land al erg kwaad hebben gehad, anders zou hij het niet hebben ver laten. Hoe minder van die lui er kwamen of het moesten zeer aanzienlijke personen zijn, gasten van vorsten en bisschoppen of andere voorname heeren, des te beter. Wat over de grenzen kwam, werd gewan FICUILLETON. Adèle. XXXVI. „Reken daarop niet te vast, papa. Dit zal nimmer geschieden," en met een trotsehe hoofdbuiging verliet zij het vertrek. Daarbuiten echter begaf haar alle zelfbeheersching; schielijk ijlde zij naar haar eigene kamer, waar Fanny haar w achtte, eu schreide bittere tranen aan de borst der vriendin, die tevergeefs alle pogingen aanwendde, om haart ot bedaren te brengen. Vanessa keurde het plan goed, dat Adèle genomen had, en als beste medicijn stelde zij haar voor niet nog dagen te wachten, eer zij afreisden, doch reeds morgen den tocht te aanvaarden. Wel waren Rudolph en C'atharina dan nog niet tehuis, doch wat schaadde dit; te rustiger zouden de vriendinnen de eerde da gen na deze verandering te zamen doorbrengen. Adèle stemde te gereedelijker in dit voorstel toe, daar zij Treesde nog eenmaal den gehatcn man te ontmoeten, die haar de kroon van haar hoofd geno- man, haar in de oogen harer verwanten vernederd had, en met volle goedkeuring harer ouders vertrok ken de beide meisjes den volgenden morgen naar Va- nessa's tehuis. Wij volgen haar daarheen thans niet, doch willen nog eren den blik slaan in de ouderlijke woning. Met Adcles vertrek keerde daarin wel schijnbaar rast en vrede weder in, maar toch ieder miste er iets de dokter niet het minst zijne trouwe helpster, en on willekeurig klom de vraag bij hem op, heeft zij misschien toch gelijk, mijn fier, lief kind? Doch het antwoord werd hem vooralsnog onthouden. Toch ondervond zijn trouwd; wilde men handelsartikelen uit den vreemde hebben, men moest ze maar zelf gaan halen, want den buitenlandschen in voerder schrikte men af door hooge //rech ten" van hem te eischen. Wie zijn vaderlend inderdaad lief heeft, plaatst zich op een hoogcr standpunt. Hij beseft dat de verschillende natiën elkander moeten steunen, dat zij moeten samen werken in den strijd voor den zedelijken en maatschappelijken vooruitgang. Naarmate de verkeerswegen beter en drukker bezocht worden en men meer ongehinderd elkander voortbrengselen v'n nijverheid kan ruilen, breidt ook de beschaving zich uit, wordt levendiger de behoefte aan kennis gevoeld, wordt ernstiger gezocht naar de middelen die men moet aanwenden om elkander op zijde te kunnen blijven. Er gaat thans in dit opzicht een booze wind over ons werelddeel: met de uiterste zorg houden de volken van Emropa zich bezig de oude scheidsmuren, die al tamelijk bouwvallig begonnen te wor den, weer op te metselen of liever op te lap pen, want wetenschap en kunst en ver meerderde communicatie benevens toene mende beoefening van vreemde talen ook in de burgerklasse zullen de bressen wel open houden en er voor waken dat de économische reactie van deze dagen spoe dig genoeg haar laatste liedje zal zingen. Hoe lastiger men het elkander maakt, des te schielijker zullen de heeren staatslie den tot het inzicht komen dat hun dwaas heden lang genoeg hebben geduurden dat althans hun vaderlandsliefde van zeer verdacht allooi is. In de tweede plaats merken we op, dat hetgeen door sommigen onder dien naam wordt gedebiteerd, niets meer of minder is, dan bespottelijke zelfverheffing. hirt een nieuwen schok toen de avonc bracht, en daaronder een van Rudolpt enCatharina, die, post hem hrieven na veel en velerlei omtrent hen zelve gemeld te hebben, eindigde met een dringend verzoek, om toch Johanna's huwelijk noch nit te stellen, daar zij bij hun terugkomst eene zaak onderzoeken moesten, die misschien van zeer grooten iuvloed op aller sympathie of antipathie, Reede aangaande, zou blijken. „Ik bid u, lieve ouders," zoo luidde het, „verbinder vooralsnog dit huwelijk; geef uwe toestemming niet. Is wat we nu nog gissen waar heid, dan wordt onze jongste met dien man beslist on gelukkig. Bij onze terugkomst over veertien dagen zul len we dadelijk onderzoek doen, en zoodra we zekerhpid hebben u alles mededeelen. Wij smeekeu li daarom, ver daag dit huwelijk tot na Nieuwjaar, w ant misschien zul len er maanden vervliegen eer wij de totale bewijzen kunnen hebben, die hem in de oogen van alle welden- kenden, in uwe oogen, mijn vader, moeten vernederen." De handen waarin de dokter dezen brief hield sidderden. Dit was niet de eerste waarschuwing, en misschien was Adèle toch zouder schuld. Toen Reede weinige dagen later aandrong om het huwelijk nn eindelijk te bepalen, waar het toch, zoo niet Rudolph's ziekte daartusschen gekome ware, reeds in het verloopeu voorjaar zou hebben plaats gehad, kreeg hij het lakonische antwoord: „Mijns inziens is het voorjaar de schoonste tijd i m te paren, en geduren de dezen winter kan mijne vrouw haar Johanna niet af staan," en hoeveel moeite de jonge man ook aanwendde om den dokter te overtuigen, dat het ook hem onmoge lijk was nog een winter alleen televen, zoo bleef deze onverzettelijk, en antwoordde slechts: „Te spoediger zal het koude saisocn voor u omvliegen, wanneer gij op het voorjaar uw verwachting bouwt." Hier bleef het bij, en daar ook Johanna's woord in dezen niets ver mocht, moesten de gelieven zich troosten met de over tuiging, dat hunne genegenheid hen den wachttijd zou verzoeten, eu gevlijd met deze hoop trachtte het jonge meisje hare zuster te vergeten, en enkel te denken aan het genot dat het tegenwoordig veelvuldig samenzijn met haren verloofde haar verschafte. De Nederlanders zijn - laat ons eens opnoe men: ordelievend, omdat zij zich aan geen nihilistische uitspattingen bezondigen; vrede lievend, omdat zij geen ruzie zoeken met machtiger naburen arbeidzaam omdat zij niet evenals de Kaffers een paar dagen gaan werken om zich den buik eens goed vol te eten en daavna een paar dagen rust nemen voor een geregelde digestie; vroom, omdat zij erg veel houden van theologische kibbel partijen; bovendien trouw aan hun woord, kuisch, eerlijk, gastvrij - ja, lieve hemel, als wij alles moesten opsommen wat als aan geboren deugden van de Nederlanders wordt aangegeven, in tegenstelling van den trouwe- loozen Brit, den wuften Eranschman, den luien en trotschen Spanjaard, den valschen Italiaan, den slaafschen Duitscher, - we zouden lang werk hebben. Maar dat alles is, eenvoudig onwaar. In doorsnede geloof ik niet dat er zoo heel veel verschil is tusschen de beschaafde volken van onzen tijd: en mochten we sommige eigenaardigheden be zitten, die op het eerste gezicht als //deug den" zouden beschouwd kunnen worden, - de eerlijkheid verplicht ons te erkennen, dat er weer andere hoedanigheden tegenover staan, die ons minder tot eer verstrekken. Zou niet de ware vaderlandsliefde daarin be staan, dat we vooral de laatsten niet uit het oog verliezen, maar er met alle kracht tegen vechten, en daartoe het //ken u zeiven" niet slechts aannemen als een voorschrift voor de individuen maar ook voor de natiën? Vervolgens houden we er een vader landsliefde op na, die geheel opgaat in be wondering van //het voorgeslacht." Zoo lang die eerbied niet tot een soort van afgoderij overslaat, hebben wij er vrede mee, en we erkennen dat de man, die geen hart heeft voor den roem van onze De terugkomst. Reeds te lang wendden wij den blik af van den held dezer verhaals: Anton Eyken; keeren we thans tot hem terug. Gedurende den winter van 1836, vertoefde hij in Leipzig, alwaar hij zich vele vrienden verwierf. Onder die mag iu de eerste plaats wel de naam van Mendel sohn met gulden letteren prijken. Deze toch, die in den jongen man een genie erkende zóó groot, als zijn tijd slechts enkelen leveren mocht, hield hem veel iu zijne nabijheid, hetgeen op het verde.e leven van den geest- driftrollen jongeling van gten.^eringen invloed kon zijn. Een omgang als deze toch kon niet acdersdan verede lend op heu werken, en wan, t om .zijn jeugd te beveiligen ook zonderzi ;e Jgen, zoodat zijn voet staande bleef op het at van hooger tot hooger voortleidt tot volm: 'jfg. j-mor Mendelsohn aan gespoord, die den jongen -stenaar zijn plicht voor oogen stelde, om, nu zijr. moeder als weduwe eenzaam was achtergebleven zonder vermogen, haar steun in dit leven te zijn, besloot hij zijn Duitsche vrienden vaar wel te zeggen, en naar Holland te keeren. Wel kostte hem dit besluit ^moeite en verdriet, want niet alleen moest hij een eervollen werkkring vaarwel zeggen, met veler, die hij vriendschap toedroeg, maar ook was hij niet overtuigd, dat zijne ontvangst in het ouderlijke huis van dien aard zou zijn, dat hij er zich waarlijk gelukkig in zou gevoelen. Het w as dan ook na een hevigen inwendigen strijd, dat hij tot het bovenge noemd besluit gekomen was, waartoe alleen een gevoel van plicht hem drong, en hoewel hij met den hem eigenen trots, niemand wilde laten bespeuren hoeveel hij in stilte leed, zoo bemerkte zijn edele bescher mer toch wel, dat zijn vertrek den jongeling meer kostte dan hij erkennen wilde. Na een kort hartelijk vaarwel liet Anton de stad der schoone kunsten achter zich, alwaar zijn talent tot meer der rijpheid gekomen w as, en reisde, zich overal ophou dend, naar het vaderland terng, alwaar hij het eerst zij ne moeder en zuster bezocht. Gelijk bij gevreesd had, voorzatenop onze sympathie geen aan spraak kan maken. Maar - is dat genoeg? Dat er voor zóó-en-zooveel honderd jaar binnen onze landpalen nobele mannen ge vonden werden, die alles ten ofiér brach ten om het welzijn hunner medeburgers te verhoogen, - verontschuldigt dat ons egoïsme, onze koelheid? L>at men in de glorierijke dagen van weleer de handen uit de mouwen stak om den bloei van handel en scheepvaart te bevorderen, om volksplantingen te stichten, om landen te ontdekken en de Nederlandsche vlag op onbekende zeeën te doen waaien, geelt dat ons recht om stil in ons hoekje te gaan zitten, couponnetjes knippend en aardige speculatictjes te overpeinzend, en voorts de portemonnaie op het nacht slot te doen als er een bijdrage gevraagd wordt in bet belang van onze nationale eer? De echte vaderlandsliefde teert niet op het verleden, maar zij beweegt zich in het heden en bouwt ijverig aan de grondsla gen voor de toekomst. Vaderlandsliefde is geen deugd op zich- zelve, tot welker beoefening we een soort van bijzonderen aanleg, een prédispositie be hoeven. Zij is aanwezig, bij ieder die zijn roeping gevoelt en zijn plicht betracht. De staatsmaD, die het gemiddeld zedelijk peil van zijn volk tracht te verhoogen; de gods dienstleeraar, die geloofsverdeeldheid be strijdt en de banier der menschenliefde om hoog houdt; de geleerde, die de vruchten zijner studiën met milde hand uitdeelt aan allen, de kunstenaar, die de aesthetische ont wikkeling zijner tijdgenooten een schrede vooruit brengt, de onderwijzer, die in de harten zijner leerlingen het gevoel ver sterkt voor al wat waar is en goed; de werkman, die door zijn voorbeeld de stel- werd hij er ontvnugen; door zijne moeder met koele terughouding begroet, was het hem te welkomer bij zij- en eenige zuster een hartelijke voorkomende genegen heid te vinden, die hem in de dagen, die nu volgden met kracht en beradenheid hielp dragen en overwinnen. Want het was geen lichte taak zijne moeder te overre den hem naar de hofstad te volgen, waar hij w ist, dat hij zou moeten wonen en werken, wilde hij niet onbe kend, ongewaardeerd blijven. Zijne fortuin moest van daaruit beginnen; van daaruit moest zijn naam allengs het gansche land doorklinken, en dan dan zou hij durven erkenden, dat niet de vloek der Maatschappij hem getroffen, maar dat hij zelf zich eene eereplaats iu die Maatschappij verworven had, waaruit zijn afkomst en geboorte wel in staat zouden geweest zijn hem voor immer te kunnen. Dit was zijn streven geweest van af dien vreeselijken morgen, toen de waarheid hem als een blimsemschieht trof, en hij in geen menschelijk wezen een afleider vond, waardoor het vuur hem niet geheel doodde. Had toen niet de Godheid hem gegrepen, hij ware vergaan; maar zij trad tot hem, en smeekte zoo innig en zoet: „Mijn zoon, geef Mij uw hart; bij Mij is rust," dat hij Haar lokkende stem geen weerstand bieden kon, dat hij gevoelde, dat het zoet kon zijn te ver zinken in den Oceaan Harer liefde. Toen was zijn strijd om het bestaan begonnen, doch toen ook was haar die naar hem gezonden in degedaautevan zijn eersten Ie- meester, en waar hem het water tot aan de lippe* men was, daar werd het plotseleng door^ jjjet hand teruggedreven, en ook zijne ziel hoord' „Daar zij licht." Ja, licht werd y **at' SCna- cens zoo ondoordringbaar zw. zij, de heldere star, eiyoosje hgfc echte vol jammer en leed i -nu- i toekomst gloren W de Etiquette het op- zwerver meer OxFOTtD SïltEET, LONDON omsieren zont-'-mpel der Regering van la9C met de daarin gegraveer- Holloway's Pills and

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 1