NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
ft, Baant, BansdM, tones, HamersYi, Hoevelaken, Hoosli
t,
Zaterdag 28 Januari 1882
Kunst-industrie.
ZONDER MASKER.
No. 8.
Elfde Jaargang.
Uitgever: A. Hl. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens 8'/2 uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eeuc viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
AHIERSFOORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,075
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
We zijn geen Vandalen, Arabieren of
andere barbarenalzoo behoeft voor ons
het bestaansrecht van de kunst op zich
zelf niet bewezen te worden. Zelfs den
meest overtuigden utiliteitsman zal het
niet in de gedachten komen den kunste
naar zijn plaats in de maatschappij te be
twisten.
Men behoeft zich ook niet te verbeelden
dat de zucht tot het scheppen van schoone
vormen zoo maar een aangenomen iets is.
Klim op tot de alleroudste oorkonden van
ons geslacht, niet slechts tot die ge
schreven overleveringen, aan welker ont
cijfering de geleerden hun scherpzinnigheid
ten koste leggen, maar nog hooger,
naar de overblijfselen van menschelijk be
staan, eeuwenlang in de diepte van spe
lonken en holen of in de bedding van me
ren verborgen: zoodra gij daar de eerste
sporen van beschaving kunt ontdekken
hebt ge tegelijk het ontwaken der kunst
bespied. Zij werd geboren in hetzelfde uur,
dat de mensch begon te denken en te
gevoelen.
En merk dan tevens opdat de eerste
uitingen der beeldende kunst niets anders
waren dan de in onzen tijd zoo druk be
sproken meer en meer tot haar recht
FEUILLETON.
De eerste ontmoeting.
XL.
„Is dan uw vader niet meer in leven?"
De jonkman bloosde bij die vraag, doch antwoord
de zoo kalm mogelijk: „Mijn vader is sinds een half
jaar gestorven."
Beiden zwegen eene wijle. Toen hervatte de jonk
man: „Om dit mijn doel te bereiken heb ik mij reeds
in de residentie gevestigd, en zal er medewerken in
verschillende concerteD, totdat er bij de opera eene
plaats openvalt, die mij alsdan reeds is toegezegd door
den direkteur. Doch dit alles geeft mij niet genoeg,
om met moeder en znster te leven, en gaarne zag ik
mij bij enkele deltige families gerecommandeerd, om
hunne kinderen in de hoogere studie der zangkunst
te bekwamen. Mogelijk is u in staat mij aan zulke
families te helpen, mij een aanbevelingsbrief aan hen
te geven? Heb ik slechts eenmaal den voet in den
stijgbeugel dan zal ik mij zelf tvel verder een weg
weten te banen."
„Het zou mij inderdaad niet moeilijk vallen u enke
le adressen te geven," antwoordde de jonge vrouw, „en
gaarne verklaar ik mij daartoe bereid, indien gij mij
in staat wilt stellen zelve te oordeelen of nw talent
werkelijk die hoogte bereikt heeft, die u daarop een
recht geeft. Als leerling van den heer Hartman wil
ik zooveel voor u doen als in mijn verin hg en is, doch
geef mij vooraf etue proeve van uwe stem,opdat ik tot
mijne bekenden uit ervaring spreken kon."
- „Ik ben geheel tot uwe dienst, mevrouw."
V anessa sprong op, en opende het klavier. Een oogen-
stond de jonkman in gedachten: „Wat zal ik zingen,"
vroeg hij toen, „kies gij voor mij, mevrouween
komende, althans bij toeneming gewaar
deerde kunstnijverheid, kunst, toege
past op de voortbrengselen der industrie.
De ruwe teekeningen, gekrast op voor
werpen van dier- en menschenbeenderen
vervaardigdzijn de oudste artistieke voort
brengselen die ooit ontdekt zijn. En naar
mate de mensch in beschaving vorderde
beijverde hij zich ook om de voorwerpen
die hij maakte, van welke bouwstof
ooksierlijker van vorm en rijker van
versiering te doen zijn, zonder daarbij een
ander richtsnoer te volgen dan zijn gril
lige fantaisie. In de oudste geschiedenis
van elk volk nemen wij hetzelfde ver
schijnsel waar; de bijzondere inrichtingen
vorm van huisraad en wapenen is niet te
verklaren alleen met het oog op het ge
bruik, maar hangt wel degelijk af van
den in een bepaald tijdvak heerschenden
smaakdie zuiverder wordt naarmate
de eeuwen verloöpendoch in welks ont
wikkeling plotseling stilstanden komen
zoo vaak een hevige schok het nationaal
leven in een andere richting drijft. Ook
de kunstgeschiedenis is een opengeslagen
boekwaarin hij die er in kan lezen de
lotgevallen der volken vermag waar te
nemen.
Eerst in een latere periode zullen de
beeldhouwer, de schilder, getracht hebben
afgetrokken denkbeelden door middel van
vorm en kleur te belichamelijken
voortbrengselen te scheppen die geen an
der doel hadden dan het schoone te ver
tegenwoordigen. Aanvankelijk bepaalde zich
de kunst er toe, nuttige voorwerpen aan
genaam te maken voor het oog.
Er is verband tusschen den geest van
de verschillende tijdvakken der geschiede
nis en den kunstsmaak, inzonderheid op
lied nit uwe herinnering."
„Zoo zing mij het schoone lied: Tch komme vom Ge-
birge her; daarna eene van uwe eigene fantasiën."
De jongeling Dam zijn plaats, en begon een zacht
melodieus voorspel, toen verhief zich de schoone klank
rijke stem, en de liefelijkste tonen ruischteu door het
vertrek, en lokten het hart van den luisteraar met zich
mede, Es dampft das Thai, es braust das Meer, klonk
het al sterker en sterker, tot plotseling zeer zacht het
droevige: ich wandle still, bin wenig froh, door den zan
ger werd vertolkt op eene wijze als alleen hij kan doen,
die zelf weet nat het zegt eenzaam te zijn in de wereld,
alleen te staan in het leven, begrepen door enkelen, mis
kend door velen, terwijl het hart jaagt, immer voort
jaagt naar rust, van schrede tot schrede, van land tot
land zoekend te vergeefs, en het gevoel zich telkens en
telkens weer opdrÏDgt, en zelfs de schoonste oogeublik-
ken met een sombere wolk omsluiert: Ich bin eiö
Fremdling überall.
Zoo ver had de zaöger zijn lied voleind, toen de deur
zacht geopend werd, en de lieve gast barer schoonzuster
Adèle van Son het vertrek binnentrad. Aangetrokken
door de liefilijke muziek had zij haren arbeid in haar
eigen kamer verlateD, en het huisvertrek opgezocht
thans stond zij nevens Vanessa, eD luisterde in stille aan
dacht verzonken. De zanger bespeurde haar niet; zelf
geheel bezield door zijne tonen, glinsterde zijn donker
oog van heilige geestdrift, en sneller, als verlangde hij
steeds meer naar het land waar ook zijn vreemdeling
schap voorbij zou zijn, giDg hij voort: Wo bist du, vvo
bist du, om straks met het sombere en toch hoopvolle
slotwoord te eindigen: Dort, wo du nicht bist, dort ist
das gliick.
Catharina's oogen waren van tranen Dat, toen de jon
geling ophield, en zijne plaaats verliet. Adèle had zich
naar het venster gewend, om hare aandoeningen te be
dwingen. Die vreemde zanger had akkoorden in hare ziel
doen weertrilien, die zij zich zelve nauwelijks bewust
was, en hare gedachten waren ver, ver henen gesneld
naar gelukkige kinderjaren, toen zij slechts dacht aan
het gebied der nijverheid. Wanneer wij
op een tentoonstelling een meubelstuk zien
uit den tijd van Lodewijk XVdan zijn
er bepaalde redenen op te geven voor de
eigenschappen, waaraan een kenner ter
stond het tijdperk van de vervaardiging
ontdekt. De denkbeelden, die 't meest
tengevolge van uiterlijke gebeurtenissen
leven in de hoofden van een menschenge-
slachtopenbaren zich ook in de vormen
der voorwerpen waarmede zij zich omrin
gen. Maar de stroom der ideën kan soms
zoo machtig zijn, dat er geen tijd is ze
in het voorbijgaan te grijpen en in be
paalde vormen terug te geven, en van
daar dat men door geen vasten stijl her
innerd wordt aan de perioden van heftige
beroering, die de historie van ons wereld
deel in de laatste eeuw aanbiedt. Ge
durende de revolutie van 89 en volgen
de jaren sluimerde de kunst: haar weder-
ontwaken ving aan toen de volken van
Europa er in geslaagd waren op de puin-
hoopendoor de groote maatschappelijke
en staatkundige omkeering achtergelaten,
een nieuwe orde met nieuwe politieke ver
houdingen op te bouwen. Voor een har
monische ontwikkeling van de kunst op
industrieel gebied vooral is een tijdvak
van rust het meest geschikt: geen rust
die het gevolg is van overprikkeling en
uitputting, maar zulk een, die met be
drijvigheid samengaat.
Als het waar is, dat de zeden van een
tijdvak, en zelfs de geschiedenis, zich af
spiegelen in de artistieke voortbrengselen,
dan volgt daaruit dat het verkeerd is de
vormen van het verleden al te slaafs te
copiëeren. Daarvoor bestaat in onze dagen
wel eenig gevaar. De producten van vroegere
geslachten worden uit de schuilhoeken te
spel en scherts en haar heimathland had aan haar moe
ders kniecn. Ach, hoe lang was dat reeds geleden, en
welk een schaduw tusschen het toen en het thans!
Nu hoorde zij Vanessa om nog een lied, een fantasie
vrageD, en daar klonken ze weder, die zachte ak
koorden, straks begeleid door zoo zuivere, klankrijke
stem, alszij zich herinnerde slechts eenmaal gehoord
te hebben. Vol gemoed werden de tonen tot haar voort
gedragen, en het was haar als waren die woorden voor
haar, alléén voor haar bestemd, en die stem haar
steeds meer bekend. Zou het mogelijk zijn zou
Daar eindigt de zanger; haastig wendt het joDge meisje
zich om, en staat tegenover den man, wiens beeld sinds
maanden in hare meisjesdroomen een hoofdrol vervul
de. Zijne oogen ontmoetten de horen, en een donkere
gloed overtoog geheel zijn mannelijk schoon gelaat.
Een oogenblik bleven beiden sprakeloos, toen met een
diepe buiging wendde hij zich van haar naar mevrouw
Van Rhenen, en zeide: „Ik behoef u wel niet nogmaals
om aanbevelingsbrieven te vragen; niet waar, gij hebt
geoordeeld, dat ik die waardig ben?" Zijne vraag klonk
eenvoudig, en vrij van alle verwaandheid; toch hoorde
men daarin het zichzelf bewnst Genie, dat hem recht
mocht gegeven hebben fier het hoofd te verhefTcn, en in
onafhankelijkheid het leven door te gaan.
„Ja, gewis," antwoordde Catharina, „gij hebt ons
heerlijke oogenbllkken bezorgd, waarvoor ik u dank zeg.
Daarom beloof ik u gaarne de noodige brieveD, indien
gij zoo goed wilt zijn die morgen te komen afhalen.
Het zal mijn man spijteD, dat hij n niet heeft gehoord,
doch mogelijk is ook hij dan tehuis."
De jonkman beloofde te komen, en nam afscheid. „A
propos," hield Catharina hem tegen, „gij hebt mij nog
nimmer nw naam genoemd; ik ken n slechts als de leer-
lidg van Walther Hartman."
„Hoe vreemd dat ik er niet vroeger aandacht; ver
geef mij deze lompheid, mevronw. Miju naam is Anton
Eijken."
Catharina verbleekte. Ean plotselinge gedachte steeg
in hare ziel op, die naam die bijna koninklijke
voorschijn gebracht en in het openbaar
tentoongestelduien dweept met die zoo
genaamde /oudheden" en zij, op wier
schoonheidsbegrip wel iets valt af te din
gen, geraken in geestdrift zoodra zij slechts
weten dat het voorwerp t welk zij voor
zich hebben erg oud is. Meer bevoegde
beoordeelaars maken vergelijkingen tusschen
hetgeen de bloeitijd der kunst heeft voort
gebracht en de producten van het heden
en 't is niet te verwonderen dat zij aan
het eerste den eerepalm toekennen. Velen
meelien daaromdat we niets dringenders
te doen hebben dan tot de vroegere vor
men terug te keeren. Bouwmeesters, zich
ergende aan het gebrek aan smaak het
welk sommige gewrochten van dezen tijd
tot gedrochten maaktbestudeeren mid-
deleeuwsche architectuur of zouden onze
negentiend'eeuwsche steden wel willen be
zaaien met ,/Oud-hollandsche" huizen en
openbare gebouwenontwerpers van kunst-
industriëele voorwerpen pogen angstvallig
de lijnen en vormen en kleuren na te
bootsen die de meesterstukken der zeven
tiende eeuw sieren. Ook hier geldt het
woorddat de letter doodt maar de geest
leven wekt't is de geest van den voor
tijd die onze kunstenaars en werklieden
moet bezielen, doch zij moeten hun vlijt
niet aanwenden om een vervlogen tijdvak
te doen wederkeeren. Onze tijd heeft andere
behoeften dan de eeuw der geschilderde
glazen en gebeelhouwde meubelenen
de kunst moet daarmee rekening houden.
In de laatste jaren is inderdaad op ar
tistiek gebied vooruitgang te bespeuren.
De nijverheid roept op nieuw de hulp der
kunst inen het schijnt tusschen die
twee iets meer dan een vluchtige kennis
making te worden. Beider samenwerking
houdiDg die trekken was het mogelijk? Kon dit
de jongen zijn, die
Zij schrikte van haar eigen ingeving, en trachtte het
denkbeeld van zich te zetten; er kooden immer meerde
ren van dien naam bestaan, cn ondenkbaar was dat het
kind der ontucht en ellende tot den krachtvollen, zelf
standigen man was ontwikkeld, met zoo reine, edele
kunstenaarsziel. Aldus zich geruststellend, dwoDg zij
zich tot kalmte, want zij wilde niet, dat het donkere,
zielvolle oog de gedachte zou kunnen gissen, indien deze
eens bleek waarheid te zijn, en met ietwnt bevende vin
geren noteerde zij het juiste adres, reikte den jonkman
tot afscheid de hand, en verzocht hem nogmaals op den
bepaalden tijd weder te keeren.
Nauwelijks was Eijken vertrokken, of Rudolph trad
binnen. Catharina ging hem hartelijk te gemoet: „Wel,
lieve man," zeide zij, „wat zijtge lang weggebleven!"
Het ge u in mijn afzijn verveeld? vroeg hij schert
send.
Neen, dat niet! Doch, Adèle, hoe zijt gij zoo stil en
afgetrokken, heeft de zanger uw hart nu reeds veroverd?
Adèle schrikte uit hare mijmering op, gewekt door de
vroolijke stem. Veroverd! Neen, dan zou ik vreezen dat
op mij het: hij kwam, zag en overwoD, zou moeten toe
gepast w orden, en dat ik later bitter berouw zou gevoe
len, gaf zij met ietwat gedwongen scherts ten antwoord.
Waarover spreekt gij toch, vroeg Rudolph verwonderd.
Kom hier, Fanny, en vertel gij het uwen broeder, want
Catharina schijnt zich voorgenomen te hebben, mij recht
nieuwsgierig te maken.
„Nu, dan verlang ik haar een beetje te helpen. Wc
hadden hier prachtige muziek; raad eens van w ienl
„Natuurlijk van een nwer drie.
Mis, mis. Wij zouden ons spel of gezang niet zelve
roemen, tracht beter te raden.
Een Hij of eene Zij.
Het was een gentleman.
Wordt vervolgd.)