NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baan, BisclioiGn, Eenes, Hamersvelfl, Hoevelaken, Hooiland, Lensden, Soest
Stonteinrg, ïnnrscle, Sctiernenzeel en I onflenberg.
Woensdag 1 Februari 1882.
ZONDER MASKER.
No. 9.
Elfde Jaargang.
Uitgever: A.M.Slothouwer.
te Amersfoort.
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens S'A, uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
VOLKSONDERWIJS.
M. H. Er ligt weder een jaar van werk
zaamheden achter ons, waarvan wij u, naar
het voorschrift van ons Reglement, verslag
wenschen te geven.
FEUILLETON.
COURANT
ARERSFO
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,076
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend Haar plaatsruimte.
A f d e e 1 i n g „AMERSFOORT/'
Verslag 1881—1882.
Blijkens het vorige verslag bedroeg het
aantal leden onzer „afdeeling" 198. Dit
aantal heeft in het afgeloopen jaar eene
belangrijke vermindering ondergaan, zoodat
het op dit oogenblik pl.m. 180 bedraagt.
De samenstelling van het Bestuur bleef
onveranderd. In plaats van het bestuurs
lid den Heer Drijfhout van Hooff, die
volgeDS den rooster moest aftredenwerd
de Heer De Bruyn Kops tot lid van het
bestuur gekozen.
De afdeeling hield twee vergaderingen,
waarop in hoofdzaak de volgende onder
werpen ter sprake gebracht werden:
1. Vergadering van 31 Januari 1881.
Behandeling der gewone punten volgens
art. 10 van het huishoudelijk Reglement
en daarna bespreking der vraag: „op welke
wijze zal onze afdeeling in den loop van
dit jaar trouw schoolbezoek beloonen?"
Naar aanleiding van de hierover gevoer
de discussie werd besloten de gedachten-
wisseling over deze gewichtige vraag op
De eerste ontmoetinq.
XLI.
„Schandelijk! Gij dames schijnt fraaie zaken uit te
halen wanneer de heer des huizes afwezig is. Zeker
heht ge dezen of genen liedjeszanger naar binnen ge
troond, en hem het beste vloerkleed laten bemorsen
met slijk schoenen, en uwe ooren vermoeien met zijn
wangeluiden. Prachtig gezelschap voor de Gratiën!"
Vanessa en Adèle lachten luid; „mis, mis," klonk
het van beider lippen. Catharina glimlachte slechts;
een vreemde beteekenisvolle glimlach. De gedachte
kwam bij haar op, of haar echtgenoot nog schertsen
zou, wanneer zij hem de waarheid zeide, en voor
geen geld ter wereld wilde zij in het bijzijn der an
deren den naam noemen, die mogelijk in zijne ziel
zoo sombere herinneringen zon wekken. Toch wist
zij, dat dit oogenblik niet verre kon zijn, want daar
het haar eene onmogelijkheid was, eenige zaak voor
haar man geheim te houden, was deze zoozeer ge
woon hare gedachten in hare oogen te lezen, dat zij
er zeker vaD was, dat hij het in het eerstvolgend
oogenblik, waarop zij zich alléén bevonden te baat
zon nemen, om haar te vragen wat haar deerde. Wat
zon zij antwoorden? Deerde haar werkelijk iets Ja,
de angst, dat de ontdekking van dat geheim haren
man diep zou schokken, had reeds rimpels op haar
effen voorhoofd gebracht, en de rozen van hare wan
gen doen verbleeken, en zij vreesde maar al te zeer,
dat het diepe schuldgevoel, dat hare hand had getracht
te verlichten en te wijzigen, opnieuw in de mannen
borst zou ontgloeien, om in hun gelukkig tehuis weder
om de donkere wolken van het verleden terng te bren
gen. Na den dag; waarop zij het geheim van Rudolph's
de eerstvolgende vergadering voort te zet
ten,
2. Vergadering van 4 April 1880.
Bespreking der voorstellen, die onze afdee
ling op de algemeene vergadering wensch-
te behandeld te zien. Voortzetting der
discussie over de wijze van beloonen van
trouw schoolbezoek.
Mededeeling van het Bestuur, dat de
Nutsafdeeling
alhier aan onze afdeeling
een subsidie van f 25 heeft aangevraagd,
om de uitgaven te kunnen bestrijden, die
vereischt worden om een hulponderwijzer
en een hulponderwijzeres in de gelegenheid
te stellen in Amsterdam de noodige ken
nis te verkrijgen voor bet geven van on
derwijs aan de door haar op te richten
„huisvlijtschool."
Zonder discussie werd de gevraagde sub
sidie verleend.
3. Vergadering van 19 Mei 1881. Be
handeling van den beschrijvingsbrief en be
noeming van afgevaardigden voor de alge
meene vergadering.
Evenals in de vorige jaren werden de af-
deelingsvergaderingen slecht bezocht.
Het bestuur hield zeven vergaderingen,
waarop verschillende meer of minder be
langrijke onderwerpen behandeld werden.
Een dér voornaamste onderwerpen was de
wijze van beloonen van trouw schoolbezoek.
Met belangstelling werd dit punt in ver
schillende vergaderingen besproken, te
meer, daar het beloonen van trouw school
bezoek in vorige jaren zulke verblijdende
uitkomsten had opgeleverd; verblijdend,
omdat elk jaar het aantal kinderen dat
in de termen van beloonen viel, aanzien
lijk vermeerderde.
Het bestuur betreurde het dus te recht
dat door den
ongunstigen
toestand der
leven leerde kennen, waren de echtgenooten slechts inni
ger verbonden geworden. Geen enkele maal herinnerde
zij hem aaD zijne dwaling, geeu enkele maal toonde zij
hem, dat zij daaraan nog gedacht, noch roerde de ge
beurtenissen aan van dien dag, toen hij vernederd en
zich vernederend aan hare borst het gewicht ontlaadde,
dat bezwaarde zijn vurig hart, toen zij hem vrijsprak en
vergaf; en deelgenoote werd van alles, wat hij het zijne
noemde. Sedert was hij immer onder alle omstandighe
den tot haar om raad en bijstand, niet het minst ook
om troost en bemoediging gevlucht, en het liefhebbend
vrouwengemoed had hem zijn strijd verlicht, hem ge
holpen om zonder achter zich te zien, de hand te leg
gen aan den ploeg, teneinde goed te maken, wat nog
hersteld kon worden, en te leven vol hoop, dat de toe
komst eens zou bewijzen hoe de dwaling zijner jonge
lingsjaren door nauwgezetheid en kloekmoedigheid, door
berouw en boete, zoo niet gedelgd dan toch verzoend
was geworden.
Uit deze mijmerijen, waardoor zij aan het vroolijk
gesnap barer zusters s)echt6 ten halve het oor had ge
leend, werd Catharina wakker geroepen door kleine voet
jes op het terras, die een oogenblik later de tuindeur
binnentrippelden. In een oogenblik was het kind naar
zijne moeder geloopen, en had zich zijn plaatsje op haar
schoot veroverd. „Mama, lieve mama," vleide het, en
het krullekopje streek langs de wangen der moeder, en
was wel instaat hare aandacht geheel alleen aan zich te
boeien. „Lieve mama, zie eens, deze bloemen heeft een
vreemdeling mij gegeven. Hij kwam door het park,
toen ik van school kwam, en hield mij staande. Hij zag
mij aan mama, juist zooals u nu doet," lief
kozend streelde hij zijne moeder „en vroeg mij hoe
ik heette. Toen gaf hij mij de bloemen, en zeide dat ik
ze zou brengen aan ja, ik weet nu niet of hij u,
tante Fanny, of tante Adèle bedoelde, want gij zit
allen bij het venster!" en het kind zag verlegen rond.
„Hoe zeide hij dan, mijn jongen," vroeg de moe
der.
„Hij zeide: „breng deze bloemen aan de dame, die nu
kas onze afdeeling niet op denzelfden weg
met het beloonen van trouw schoolbezoek
kon voortgaan. De oorzaak van den min
der gunstigen toestand onzer kas is, dat
het ledental voortdurend afneemt en bo
vendien vele leden de extra-bijdragen, die
een voornaam bestanddeel onzer kas uit
maken, niet meer verstrekken.
In een der bestuurs-vergaderingen werd
bij de discussie over dit punt de aandacht
gevestigd op de artikelen 80, 81 en 82
der wet op het Lager Onderwijs en meer
bizonder op de slotbepaling van art. 82,
die zegt:
„Door het uitreiken van open
bare belooningen en eereblijken kan
„het getrouw schoolbezoek van we-
„ge het gemeentebestuur worden aan
gemoedigd."
Dit gaf aanleiding tot het uitspreken der
wenschelijkheid, dat het gemeentebestuur
en onze „afdeeling" zich aaneensloten, om
door samenwerking op eene flinke en doel
treffende wijze met Het beloonen van trouw
schoolbezoek te kunnen voortgaan.
Naar aanleiding hiervan en in verband
met. het besprokene op een der afdeelings-
vergaderingen, besloot het bestuur zich
schriftelijk lot het College van Burg. en
Weth. te wenden met het verzoek hunne
medewerking te verleenen en door onder
linge bespreking tot een of ander plan
van uitvoering te geraken.
Het Bestuur vleide zich met een gun
stig antwoord op 'dit verzoek, op grond
van zijn overtuiging, dat het dagelijksch
bestuur gaarne elke poging ondersteunt,
die gericht is op „Volksontwikkeling" en
daarmede samengaande „Volkswelvaart."
In die overtuiging is het bestuur niet
versterkt, daar het dagelijksch bestuur het
bij het venster staat. Daar hebt gij het heele verhaal,
mama; maar o, wat was die man vriendelijk. Ik dacht
eerst toen ik hem in de verte zag, dat papa naar mij toe
kwam. Hebt u dien vreemden heer ook gezien, moeder
lief?"
„3k geloof het wel, kindje. Doch vertel me eens, hoe
gij het heden op de school hebt gemaakt; was de mees
ter tevreden?"
CalhrriDa trachtte hierdoor weder eene wending aan
het gesprek te geven, en schijnbaar bemerkte zij niet,
welk een hoogroode kleur Adèlc's wangen verfde, toen
het kind met zijne gewone vasthoudendheid -antwoord
de: „De meester was tevreden, mama, doch wie be-
hooren nu deze bloemen?"
Geef ze mij maar, antwoordde zijn vader; ik zal ze in
die vaas zetten, en die er kennis aan heeft mag, zouder
het ons te bekennen, er den ganschen dag naar turen,is
het zoo goed, Adèle?
Het jonge meisje bloosde nog sterker, en aan de scherts
haars zwagers bespeurde zij, dat die b los haar verraden
had. Ehenen nam de bloemen, en trad naar de tafel.
Juist had hij de vaas gevuld, en wilde naar het venster
teruggaan, toen zijn oog aangetrokken werd door een
naamkaartje. Hij neemt het in handen: „Ha: nu ontslui
ert zich uw aller geheim, roept hij uit. Catharina ziet
op, een sombere ernstige glans overtrekt haar gelaat;
zij weet dat hij thans den blik heeft neer te slaan, om het
geheim te kennen; zij kan hem niet waarschuwen.
Schertsend staat hij daar: Weigert gij mij nu nog den
naam van den bezoeker te noemen, vraagt hij, het kaar
tje omhoog geheven en het kaartje lezend luidt het:
Heriuner u de aan deze gedane belofte, Walther Hart
man. Een vreemde introductie, voegde Rudolph er bij.
Laat zien, wie is die Walther Hartman? Ik herinnermij
niemand van dien naam. Kom, Cateau, helder mij dit
geheim dadelijk op. Hij ziet weder naar het kaartje, dat
hij spelend in de hand heeft om en om gedraaid, en leest
zacht Anton EijkeD, Leidscheweg te 's Gravcnhage.
Een vreeselijke ontroering teekent zich op zijn gelaat
geen vroolijke scherts klinkt meer van zijne lippen.
schriftelijk verzoek, ingediend 31 Juli
1881, onbeantwoord heeft gelaten.
Het zal ook u, M. H, verwonderen,
dat ons dagelijksch bestuur niet de minste
belangstelling heeft betoond in eene aan
gelegenheid, waarmede volkswelvaart en
volksgeluk iu zoo'n nauw verband staan.
Intusschen verliep de tijd en wel de
geschiktste tijd, om op de meest aangena
me wijze de kinderen voor hun trouw
schoolbezoek een belooning te geven.
In een der laatste bestuursvergaderingen
werd de aandacht gevestigd op de „huisvlijt
school," die door onze Nutsafdeeling zal
worden opgericht, een inrichting, die op
verschillende plaatsen reeds uitstekende
resultaten heeft opgeleverd. Er werd
vooral gewezen op de hoofdstrekking van
genoemde inrichting, om nl. op het waar
nemingsvermogen der jeugd te werken,
daardoor de algemeene ontwikkeling van het
kind te bevorderen, en het een zekere han
digheid te verschaffen, welke het op lateren
leeftijd uitstekend te pas komt. Dit een en
ander lokte eene breedvoerige discussie uit,
waarna het bestuur de overtuiging had, dat
aan de huisvlijtschool eene voorname plaats
onder de maatschappelijke instellingen moet
toegekend worden. En zoo meende het Be
stuur, dat onze „afdeeling" geheel in overeen
stemming met het doel, dat zij beoogt, in
een zeer goede richting zou werken, wanneer
zij voor het totstandbrengen van genoemde
inrichting hare medewerking verleende. Het
bestuur besloot dit punt op de eerstvolgende
algemeene vergadering ter sprake te bren
gen.
Op de laatste bestuursvergadering kwam
dit punt nog weer ter sprake, naar aanlei
ding eener missieve van het Bestuur der
Afd. Amersfoort van de M. tot N. van 't Al-
Catharina ziet hein verbleeken, wankelen,de kamerver-
laten zij zet haar kind van de knieën, en volgt hem.
„Wat overkomt Rudolph/' vroeg Vanessa argeloos.
„Niets, niets," antwoordt dc verschrikte vrouw, en
de deur sluit zich achter haar.
Rudolph heeft zijn kamer opgezocht, daar vindt zij
hem, het hoofd iu de handen geleund. Zacht nadert ze
hem, en legt liefdevol den arm om zijn hals. Zij vraagt
niet/zij weet wat hem deert, en eerst na eene wijle ont
snapt haar het: Arme, arme man!
„Hoe kwam hij hier, Cateau?Dit was de eerste vraag,
die over zijne lippen kwam, en het stilzwijgen verbrak,
en nu verhaalde zij hem alles, hoe zij eens aan het sterf
bed van haren leermeester dezen jonkman haar hulp
had toegezegd; hoe zij eerst heden zijn Daain had ver
nomen, en wat aanleiding was geweest tot zijn bezoek.
De jonge man heeft een allergunstigsten indruk op mij
gemaakt, ging zij voort, zijn spel en zang zijn verrukke
lijk.
Denkt gij dat hij dezelfde is, die dat hij de zoon
is van de weduwe Eijken? vroeg Van Rhenen somber.
Ik weet het niet. Er zijn soms vele licdeD, die een
zelfden naam diagen. Doch er was iets in hem, dat mij
bekend voorkwam, en dat roij dadelijb de mogelijkheid
deed gissen. Hij heeft uw lengte, uw houding, uw stem;
zijne oogen zijn gebiedend als dc uwe, doch trotscher
nog is zijn oogopslag. Zijn haar is donker als het uwe,
doch hij draagt het lang zooals de artisten zulks plegen
te doen, zijn handen zelfs, hoewel iets bruiner getint,
gdijken naar deze, en liefkozend kuste zij de gevatte
hand. en behield die in de hare. Hoe dit echter zij, mijn
Rudolph zoo schijnt het mij, dal gij misschien spoedig
tegenover eene akelige werkelijkheid zult staan; wekun-
neD ons toch het kind niet meer als kind denken; Da ne
gentien jaren kan het zich tot man, tot kunstenaar ont
wikkeld hebben.
Gij heht recht, Catean, doch wat dan?
(Wordt vervolgd.)