NIEUWS- MADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Hamersvelö, Hoeyelaken, Hoogland, Lensden, Soest,
Stoutening, VnnrscleSchoenzool en f ontlening.
NIEUWE
Woensdag 29 Maart.
ZONDER MASKER.
No. 25.
Elfde Jaargang.
Uitgever: A. üfSlothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens SV2 uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Fijk1,10»
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regels0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,07®
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
OFFICIËELE PUBLICATIE.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Brengen ter kennis van de belangheb
benden, dat de lijsten, aanwijzende de per
sonen, in deze gemeente bevoegd tot het
kiezen van leden voor de Tweede kamer
der staten-generaal, de Provinciale staten,
en den Gemeenteraad, zijn vastgesteld, en
benevens die, behelzende de namen der
personen, welke ingevolge art. 35 der wet
van den 4 Juli 185-0 (Staatsblad No. 37)
van gemelde lijsten zijn geschrapt, op he
den aan de bergplaats bij het raadhuis zijn
aangeplakt; welke lijsten gedurende veer
tien dagen, te rekenen van beden, alle
werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Se
cretarie dezer gemeente voor eenieder ter
inzage liggen.
Amersfoort, den 25 Maart 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris. VAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 6 der wet van den 2.
Juni 1875 (Staatsblad do. 95),
Brengen ter kennis van het publiek,
dat een door ROELAND DE HAAS, op
tredende voor de firma RENNES DE
HAAS, ingediend verzoek, met bijlagen,
FE UIXjXJILTON.
Overwonnen.
L V.
Hij antwoordde niet dadelijk als kostte het hem
pijn, te spreken. Toen kwam het zacht en warm van zijne
lippen, „mijn plicht gebood," luidde zijn woord. „Ik
heb niets om u aan te bieden. Nimmermeer zal ik mijne
stem tot zingen kunnen gebruiken, nimmermeer zal
ik mij lauweren kunnen inoogsten, om die aan uwe
voeten te leggenmijn eenigst geliefde, mijne Adèle."
„Doch gij hebt Dog een ander talent, dat gij gebrui
ken kant, en weet gij niet dat de liefhebbende vrouw
niet naar den roem van haren man doch naar hem zelf
alechts vraagt? U te verzorgen, als gij droef zijt, te be
moedigen als gij lijdt, n te steunen, is dat niet mijne
schoonste roeping? Laat mij nog uwe vrouw zijn, mijn
Anton, en ik wil de zonneschijn zijn van nw huis, van
nw taak, van nw leven."
„Het kan niet, het kan niet," fluisterde hij. „O,
Adèle, breng mij niet weder in den strijd, dien ik
I geëindigd waande. Omdat ik n liefheb, meer dan mijn
leven, knnt, moogt ge mijne vrouw niet zijn. Aan mij
ne zijde zon u slechts armoede wachten, want wat mijn
talent, waarvan gij straks spraakt betreft, het geeft te
veel om te sterven en te weinig om te leven."
„Doch ik ben rijk," viel zij hem hartstochtelijk in de
reden. „Gij kunt komponeeren, uwe fantasiën van mijn
geld doen drukken, en
„Neen, neen," onderbrak hij haar schielijk, „dat
nooitl Of zondt gij, mijn edel meisje, niet de eerste zijn
om een laagheid te verachten in den man, dien gij be
mint? Welnu, wanneer ik aldus van het uwe leefde zou
ik mij in mijne oogen vernederen en in de uwe geen
om vergunning tot bet oprichten van eene
inrichting voor het COüfijten van
Vluchten, Op het terrein behoorende tot
bet perceel alhier gelegen in de Muur
buizen, wijk B, no. 113, bij het kadas
ter bekend onder sectie E, no. 2643, op
de Secretarie der gemeente ter visie ligt,
en dat op Maandag, den 10. April aan
staande, des voormiddags te elf ure, gele
genheid ten raadhuize wordt gegeven om,
ten overstaan van het gemeentebestuur of
van een of meer zijner leden, bezwaren
tegen het oprichten van de inrichting inte-
brengen.
Amersfoort, den 27 Maart 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, VAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
BINNENLAND.
Martin, de eens beroemde dierentem
mer, die zijn laatste dagen in stille rust
te Overschie sleet, ligt ernstig ongesteld.
Te 's Hage zijn in de laatste dagen
reeds tal van schuiten uit Delftland aan
gekomen, vol geladen met jonge groenten.
Te Utrecht wil men volkskoffiehuizen
oprichten, te Amersfoort wordt er ernstig
overgedaebt.
De Volksvriend teeient protest aan
tegen een //historische" fout, die vaak
wordt gemaakt, waar men nl. zegt, dat
de dronkaard aan //Bacchus offert." De
oude Bacchus, zegt het blad, heeft al ge
noeg op rekening, om hem nu nog bo
vendien te bezwaren met de jenevervui-
achting meer verdienen."
„IJdele waan! Ik heb u immers lief."
„Dat weet ik, en dit bewustzijn is de kracht, die mij
thans doet herhalen, gij moet mij mijn woord terugge
ven, gelijk ik u het uwe. Laat mij slechts een stil hoek
je behouden in uw hart; doch mij zelf moet gij niet we
derzien. Leef voor de uwen; tracht hen alles te zijn; geef
u zelf aan hun belangen, tot een ander, een betere dan ik
zich aan u geeft."
Hij zweeg; tranen glinsterden in zijne oogen; het had
hem veel gekost, dus kalm, beredeneerd zich te too-
nen. Zij daarentegen boog dichter het hoofd aan zijn
horst, als kon zij hem niet gehoorzamen, en slechts
een zware, droeve zucht ontgleed hare lippen.
Eindelijk verbrak hij de stilte: „Adèle, weet uw va
der, dat gij hier zijt?"
„Neen; niemand weet het; zij zouden het mij niet heb
ben toegestaan."
„Dan moogt gij niet laDger blijven," antwoordde
hij, en haar tot zich trekkende sprak hij innig: „Ga,
mijne geliefde en wees krachtig als ik; ga de wereld in;
de schoone wereld, die mij slechts lijden bracht, met
vroolijken blik. U heeft ze nog veel te schenken, ge
niet dat ten volle, doch in de eenzaamheid, denk
dan aan mij, die u ten einde toe beminnen zal.
„Mag ik niet wederkomen," vroeg zij snikkend.
„Als het u te veel kost weg te blijven, dan kom, doch
gij verzwaart mijn strijd daardoor. Laat me u nog een
maal diep in de oogen zien, mijn Adèle, mijn lieveling,
en kus mij tot een eenwig vaarwel. Gij zijt mijn zonne
straal geweest, gij leerdet mij de waarde van mijn leven
kenneD."
„Laat mij dat blijven, o laat mij dat blijven," smeek
te zij.
Doch afwerend wendde hij zich af: Het kan niet zijn,
antwoordde hij dof. „Thans kost dit vaarwel n moeite
en smart, eens zolt gij erkennen, dat ik volgens gewe
ten tot nw bestwil handelde, en ik zelf, ik zal geluk
kig zijn wanneer ik dan weten zal, dat gij mij nog ach-
ligbeden, waarmee de //god van den wijn"
nooit iets te maken had.
De Hondententoonstelling van de jacht-
vereeniging Nimrod, zal dit jaar te
's Hage plaats hebben. De opening is be
paald op 19 Juni.
Er moet een groote promotie bij het
wapen der infanterie verwacht worden.
Drie generaals en drie kolonels zullen
gepensioneerd woiden.
40 jongelieden kunnen dit jaar geplaatst
worden als adelborst bij de Kon. Ned.
Marine.
De heer Scbimmelpenninck van der Oye
zal met 1 Mei zijn mandaat als volksver
tegenwoordiger neerleggen, om een door
Z. M. opgedragen ambt te aanvaarden;
als volksvertegenwoordiger verliest de anti
revolutionaire richting een bekwaam lid.
Namens de hoofden en grooten te Oleh-
leh en Kota Radja, zijn generaal v. d.
Heyden geschenken in zilver aangeboden,
z/als blijk van warme symphatie voor den
generaal en uit oprechte dankbaarheid
voor hetgeen deze als Gouverneur van At-
jeh en Onderhoorigbeden voor hen heeft
gedaan."
Een nieuw handelsverdrag tusschen
Frankrijk en Nederland, werd Vrijdag te
Parijs geteekend.
In Overijssel is nog een buitengewoon
groote voorraad aardappelen. Zij worden
dagelijks aan het melkvee gevoederd, dat
daardoor veel melk geeft zegt, men.
ten kunt en spreken; Hij heeft edel gehandeld, hij was
wel waarlijk mijn liefde waard."
„Zoo is dan dit ons vaarwel? O God, het doet pijn,
bittere pijn," snikte zij, doch bemerkend hoezeer haar
droefheid hem schokte, dwong zij zich kalm te ziju, en
hernam na eene wijle: Ik zal n nooit vergeten, nooit
een ander mijn hart schenken, en als gij mij noodig hebt
roep dan en ik zal bij n zijn.
Hij trok haar tot zich, en met innige teederheid kuste
hij haar. Toen ging zij, stil als zij gekomen was, doch
met een hart vol droefheid.
Toen Emma later naar haren broeder kwam zien vond
zij dezen bewusteloos.
Maanden gingen voorbij; Anton Eijken was zicht
baar in kracht toegenomen, en zijne zuster verheugde
zich reeds bij voorbaat met de gedachte aan zijn volko
men herstel. Nu en dan gingen zij te zamen naar bui
ten, de zonneschijn deed hem goed, Steeds meer was het
gemoed des jongeliDgs tot rust gekomen, en de gedach
te aan zijn droevig lot was niet meer in staat hem te
ontroeren, hij had lecren berusten, en ook daarin een
Vaderhand gevoeld. Zijne gesprekken met Emma waren
thans niet zelden voor beiden een groote troost, en steeds
meer erkende hij de groote degelijkheid van haar ka
rakter, en waardeerde haar trouwe genegenheid. Zij was
zijne lieve gezellin, zijne trooostere6. Adèle had hij niet
wedergezien, doch hij wist, dat zij aan hem dacht,
en in de stilte der nacht omzweefde hem haar beeld
en bracht hem verkwikking in iederen strijd.
Zooveel mogelijk besteedde hij zijn goede nren aan
zijne liederen; vele schreef hij neder, en het papier was
thans tolk van wat zijne stem niet meer vermocht weder
te geven. De direkteur, die hem zoo warme vereering
had toegedragen bezorgde deze compositien voor hem,
en bracht hem geregeld de gelden der uitgave, die meer
bedroegen dan hij had durven hopen. Zoo leefde hij, stil
en afgezonderd van de wereld, toch niet door haar ver
geten, want zijn naam, nog hij velen genoemd, werd im
mer in zijn geesteskinderen bewaard. Zoo leefde hij
Woensdag is te Middelburg de eerste
machinale broodfabriek geopend; tenge
volge daarvan hebben de gezamenlijke bak
kers den broodprijs dadelijk met 2 cent
verlaagd.
De geneesheeren van het gesticht voor
lijders aan vallende ziekte te Bielefeld
hebben bekend gemaakt, dat zij volgaarne
lijders aan deze ziekte gratis de middelen
opgeven, die met het beste gevolg door
ben aangewend zijn en worden bij de 500
lijders, door hen behandeld. Men heeft
slechts bij de aanvrage een postzegel voor
antwoord te voegen.
Als een bijzonderheid wordt uit Hille-
gom medegedeeld, dat op //Rusthof" aldaar
een hyacinth met 10 bloemstengels in vol
len bloei staat, op dezelfde plaats waar
zij voor 5 jaren is gezet.
Een reiziger uit Utrecht, die in het
Rijnspoorwegstation te Rotterdam opzette
lijk zich had begeven op het privaat, uit
sluitend voor dames bestemd, werd des
wege 11. Dinsdag door den kantonrechter
van het tweede kanton te Rotterdam, over
eenkomstig bet requisitoir van den ambte
naar van het openbaar ministerie, veroor
deeld tot eene boete van vijf en zeventig
gulden of subsidiaire gevangenisstraf van
acht dagen.
De Delftsche politie heeft Donderdag
aan een vreemdeling een grooten dienst
bewezen, door hem in arrest te nemen.
De man was nl. dronken en had f 1825
aan contanten in den zak, die anders wel
licht minder goed besteed zouden zijn ge
worden.
tot tegen den herfst een nienwe bloedspuwing hem alle
kracht roofde.
De jonge man gevoelde dat zijn einde naderde, doch
hij vreesde den dood niet. Toch verborg hij zijne ge
dachten daaromtrent zoo lang mogelijk voor moeder en
zuster; de laatste toch zou zijn heeugaan zoo slecht kun
nen dragen. En toch, lang kon hij dat niet meer stil
houden; de dokter zelf had immers tegen Emma ge
zegd, dat hij den winter niet doorkomen kon. Het was
voor den lijder geen groote smart toen hij dit hoorde;
in stilte bereidde hij zich tot sterven, nam afscheid van
al zijne idealen, en bepaalde zijne gedachten bij de din
gen der eeuwigheid. In zulke oogenblikken dwaalde
zijn herinnering dikwijls terng tot die ure, waarin hij
tegenover den man stond, dien hij met afkeer ontvloden
was, en zijDs ondanks werd hij immer weder aangetrok
ken, door dat bleek gelaat, en de naar hem uitgebreide
armen. Hij moest hem nog eenmaal zien, noch eenmaal
zijn stem beluisteren: hij mocht dien man niet verlaten
zonder het woord verzoening. Op zijn verzoek schreef
zijne zuster een briefje aan den baron Van Rhenen; de
kranke berekende wanneer deze zulks ontvangen kon,
en lag toen stil, het hoofd naar den muur gekeerd. Zoo
wachtte hij.
Tegen den avond van dien dag verhief zich een heete
koorts; de dokter kwam en schudde bedenkelijk het hoofd.
Heeft mijn patient naar iemand gevraagd, vroeg hij aan
Emma. Zij antwoordde ontkennend.
Blijft gij bij hem waken, van nacht?
Zeer zeker, zoo znlks noodig is.
Het is noodig, hoogst noodig zelfs. Ook zou ik uaan-'
raden uwe moeder bij u te houden, gij zult eene zware
taak hebben.
Hij ging, doch kwam nog voor middernacht terug.
De kranke lag toen in een vrij gerusten slaap.
Het jonge meisje verpleegde hem met hartelijke lief
de; geen oogenblik gunde zij zich rust als was het haar
of zijn behoud van hare waakzaamheid afhiDg.
(Wordt vervolgd.)