BUITENLAND.
In den laatsten tijd zag men de En-
gelsche bladen vnet leedvermaak gewagen
van de vechtpartijen tusscke Transvalers
en Kaffers, aan de westelijke grens van
den Transvaal. Thans echter blijkt, dat
de bedoelde gevechten plaats hadden op
aanzienlijke afstand buiten de Transvaal-
sche grens, en dat de Boeren, die er aan
deelnamen, dat deden was in spijt van het
Transvaalsche gouvernement. Zij hebben
dan ook de boete die er op stond betaald.
Be Fransche Senaat heelt het wetsont
werp op het verplicht onderwijs met 179
tegen 108 stemmen aangenomen. Bravo,
goed voorgaan doet volgen.
De beroemde Amerikaansche dichter
Longfellow is overleden.
Ontzettend zijn de berichten, zooals de
roovers huishouden in de Turkscjie dor
pen aan de Grieksche grens; zoo hebben
zij bijv. te Fourkochori het huis van zeke
ren Dervischen Effendie totaal uitgeplun
derd en daarna in brand gestokenof zij
de zes leden van het huishouden eerst ver
moord dan wel of zij hen levend verbrand
hebben, is nog niet bekend. Te Gouliadis
lichtten zij een oud man met zijn zoon op,
lieten den eersten los doch eisehten voor
den zoon 100 Turksche ponden, zoodat
de vader al zijn vee moest verkoopen.
Hartverscheurend was dit tooneel, want
de man zou tootaal arm geworden zijn,
indien de koopers geen medelijden gehad
hadden en hem de helft der bepaalde koop
som schonken zonder het vee mede te
nemen. Elders stalen de roovers 500 scha
pen en 70 lammeren enz. enz,
GEMENGD NIEUWS.
Bij bekkenslag werd Donderdag te Rot
terdam bekend gemaakt, dat f 500 beloo
ning zou worden uitgereikt aan den vin
der eener kleine geld-portefeuille, inhou
dende aan papieren geldwaarde circa f7645,
een briefje der Bank van Leening te Am
sterdam, groot f 600, alsmede een biljet
der Voorschotbank groot f 400.
De Hongaarsche dagbladen bevatten het
verhaal der ontdekkiug eener verschrik
kelijke misdaad, welke reeds vóór zestien
jaren plaats had en in vele opzichten aan
die van Troppman herinnert.
In den herfst van 1866 begaf een rijk
eigenaar van Czer, Ladislas Gzertyauffy,
zich met zijne vrouw en zes kinderen, in
een rijtuig naar het nabijgelegen station
van den spoorweg. Zij moesten door een
boscli rijden. Toen zij er in waren, zeide
Gzertyauffy aan deu koetsier de paarden
wat aan te zetten, omdat hij eene nog al
aanzienlijke som gelds bij zich had, en
dat men de tegenwoordigheid van roovers
in de streek had bemerkt.
De koetstier gehoorzaamde; maar op
zeker punt gekomen, hield hij zijn rij
tuig in, stapte van den bok, opende het
portier, schoot ziju meester met eenen re
volver neer, en deed toen hetzelfde met
Mevr. Gzertyauffy. Daarna sneed hij vijf
der kinderen den hals af; een echter ont
snapte, een vijfjarige knaap, die door het
portier had weten te vluchten.
Toen de moordenaar zijne verdwijning
bemerkte, begon hij hem overal te zoeken,
maar kon hem niet vinden.
Daarna maakte de koetsier zich van het
geld meester, liet het rijtuig in het bosch
en keerde ierug naar Czer, waar hij zeide
dat zijn meester door roovers was aan
gevallen.
Verscheidene gendarmen gingen met hem
naar het bosch mee cn bevestigden het feit.
De lijken der ongelukkige slachtoffers
werden begraven.
De moordenaar echter was niet gerust,
en vreesde altijd dat de eenige getuige zij
ner daad den eenen of den anderen dag
zou opdagen en hem zijne misdaad ver
wijten. Hij verborg dus het gestolen geld
en ging bij den broeder van zijn vorigen
meester als koetsier dienst nemen.
Maanden en jaren verliepen zonder dat
het kind terugkeerde. De moordenaar ver
onderstelde dus dat de knrap door de wol
ven verslonden was.
Ziehier echter 't geen plaats gegrepen
had.
Een rijke boer van Boka, Joseph Hodas
genaamd, had een dag na de misdaad den
knaap ontmoet, en deze had hem het ge beur
de verteld.
Hodas nam het kind naar huis mee, en
schreef het gansche verhaal op van hetgeen
het kind hem verteld had; maar toen de boer
op het punt was het gerecht te verwittigen,
herinnerde hij zelf geene kinderen had, en
den jongen willende houden, hield hij het
gebeurde geheim.
De knaap, met veel zorg opgevoed, ver
gat eindelijk het afgrijselijk drama, waar
van hij nooit aan niemand dan aan Hodas
gesproken had.
Hodas was voor hem een goede vader,
hij zond hem naar het collegie van Delta
en later naar de universiteit van Pesth.
De knaap, nu een man geworden, was nog
in deze laatste stad, toen hij op zekeren
dag eene depeche ontving uit Boka: Ho
das lag op sterven, en deze zond hem het
voor zestien jaren geschreven verhaal.
De jonge Gzertyauffy herinnerde zich toen
al de omstandigheden der misdaad. Hij
begaf zich naar Czer, waar de moordenaar
bij zijn oom nog den post van koetsier be
kleedde.
De schuldige is aangehouden, en heeft,
op zijne beurt, al de omstandigheden van
den moord verhaald.
De bekende dubbeltjes-wisselaars schij
nen zich thans ook in Zwolle te vertoo-
nen. Een man en een vrouw hebben zich
bij eenige winkeliers vervoegd, om dub
beltjes van een bepaald jaar of nieuwe
dubbeltjes met eenig voordeel in te wis
selen. In den regel wordt bij het zoeken
in de winkellade een of ander muntstukje
verdonkeremaand, zoodat de ruiling geen
voordeel mag heeten. Men zij op zijne
hoede.
Bij den veehouder van Vliet, in den
Nieuwkoopschen polder te Nieuwkoop,
kwam in de vorige week een kalf ter
wereld met kop, ooren en pooten als die
van een paard, geheel onbehaarde huid en
staart als die van een gewoon kalf. Toen
het geslacht werd, kwam de kleur van
het vleesch geheel overeen met die van
paardenvleesch. Er bestaat dus minstens
evenveel reden om te zeggen, dat er een
veulen met een koeienromp als dat er een
kalf met een paardekop geboren is. 't Zou
nog een twistvraag voor dierkundigen kun
nen worden wat hier het beste is.
De Hollander, een Hollandsch schip,
gaande van Probolingo naar Sydney, met
een lading uit Oost-Indië, is op zee ver
brand. De kapitein schoot zich dood. De
bemanning landde,
In de afgeloopen week is op de spoor
baan ouder Kralingen, door een trein over
reden en gedood een onbekende man, oud
naar gissing tusschen de 30 en 40 jaren.
Een zetter van de Figaro, die onlangs
een der redacteurs op de straat aanviel
en hem den inhoud van een zeer gebrui
kelijk huismeubel over het hoofd wierp,
is deswege tot zes maanden gevangenis
straf veroordeeld.
De New-York Herald gaf den 5 Maart
een buitengewoon nommer uit, dat 24
pagina's druks in 144 kolommen bevatte.
Dit wonder van journalistiek werd door
120 zetters gewrocht en bracht aan de
eigenaren een //burgermans-kapitaal" op,
door de 4000 advertentiën, die een groot
deel van dat blad vulden. Zoo ver hebben
wij het nog niet gebracht 1
De kamerdienaar van Keizer Wilhelm, de
grijze Engel, zal 5 April het gouden feest
zijner dienstverrichting bij den Monarch
vieren. Het was altijd de goede engel voor
zijn koninklijk-keizerlijke meester, die bi
zonder aan hem gehecht is.
Vrijdagavond, omstreeks 9 uu*, werd
door de politie te Arnhem een Duitscher
aangehouden, die aldaar in een befaamd huis
jonge Duitsche meisjes zou verkocht en be
zorgd hebben, terwijl het later bleek, dat die
meisjes door hem op een dwaalspoor waren
gebracht en tegen haren wil in bet bedoelde
huis waren gekomen, eene dier afschuwe
lijke handelingen, waartegen tegenwoordig
in verschillende landen strenger dan te voren
wordt gewaakt.
Een zeker tijdschrift geeft van de vier
jaargetijden van New-York de volgende be
schrijving, welke vooral voor die landver
huizers naar Amerika van belang is, wel
ke zich in die wereldstad metterwoon wil
len vestigen.
De hoofdstad der nieuwe wereld heeft
den zomer van Napels en den winter van
St. Petersburg. Het klimaat is alzoo bui
tengewoon veranderlijk. Eigenlijk moest
men zeggen, dat New-York slechts drie
jaargetijden heeft, want de lente kent het
bijna niet. Het voorjaar is bijna afschu
welijk te noemen en den liefelijken tijd,
waarop bij ons de bloemen hare kelken
openen en de vogelen ons door hunne zan
gen verlustigen, ziet de New-Yorker met
angst en vrees tegemoet. Nauwelijks doet
de zomerwarmte zich eenigermate gevoe
len, of de sneeuw smelt en de straten ver
anderen in moerassen; zij zijn overal be
dekt met afzichtelijken modder. Om het
smelten te bevorderen, werpt men overal
groote hoeveelheden zout op de straten,
en hoopt, dal een stortregen of stormwind
spoedig de slijkmassa in den stroom zal
werpen.
Van het langzaam opengaan der bloe
semknoppen en het eerste groen is wei
nig te zien; de boomen behouden lang,
zeer lang hun winterkleed. Men kan het
aan hen zien, zij zouden zich gaarne wil
len openen voor het groen en de bloemen,
die naar buiten dringen, maar zij vertrou
wen het weder niet en bieden weerstand,
tot zij eindelijk door de reeds sterke zon
newarmte overwonnen worden. Dan zijn
zij in zeer korten tijd geheel met blade
ren en bloemen overdekt, de laatsten ma
ken onbegrijpelijk spoedig plaats voor de
microscopische vruchten, en de eersten
hebben reeds na acht dagen den groenen
tint aangenomen, die wij aan onze boomen
eerst laat in den zomer kunnen opmer
ken. Zangvogels willen met New-York niet
te doen hebben; zij schuwen het oord,
waar de lucht bezwangerd is met steen
koolwalmen, en waar de boomen hun niet
vroegtijdig genoeg gelegenheid aanbieden
tot het bouwen hunner nesten. "Vele po
gingen zijn aangewend om den vink en
andere zangvogels te aclimatiseeren, doch
het gevogelte stierf zonder uitzondering.
Eksters, raven, kraaien, spreeuwen en der-
gelijken kiezen zich daarentegen een ver
blijf in New-York en zijne omstreken.
Zoo gaat de lente voorbij zonder dat
iemand haar gezien of gehoord heeft, zon
der dat men zich in het jeugdige groen
of in het gekweel der gevederde luchtbe
woners heeft verlustigd. Voor de Yankees
is dit geen groote teleurstelling; zij heb
ben nooit het aangename der lente ge
kend, maar in New-York wonen duizenden
Europeanen, vooral Duitschers en Italia
nen, en deze gevoelen het gemis der lente
zeer.
Op deze vreemdsoortige lente volgt een
zomer, die gewoonlijk eene verschroeiende
hitte medebrengt. Zonnesteken zijn dan ook
niet zeldzaam; zeker dagblad meldde er eens
twintig op één dag. De nachten in Juni en
Juli zijn zoo warm, dat men voor het open
venster slapen kanin Augustus daarente
gen treedt eene scherpe nachtelijke koude
in, en de morgenuren zijn zoo frisch, dat
men winterkleederen kan dragen, terwijl
men op den middag in het dunste zomer-
gewaad zit te transpireeren.
Het schoonste jaargetijde in New-York
is ontegensprekelijk de herfst. Deze moet
het gemis der lente vergoeden, en inder
daad nergens is de natuur schooner in
September en October als in de groote
wereldstad en hare omstreken. De helde
re, schoone hemel neemt een nog donker
der tint aan; de lucht wordt doorschijnen
der en door geen windje gestoord; diepe
vrede rust op het landschap. Ieder voor
werp, zelfs op verren afstand, toont zeer
duidelijk zijne scherpe grenzen, onbeschrij
felijk schoon is het panorama, dat New-
York oplevert, gezien van een zijner na
burige heuvelen.
Tegen het einde van November doen
zich de eerste winterstormen hooren; ech
ter voor Kerstmis valt zelden sneeuw.
Daarna sneeuwt het geweldig, soms ter
dikte van drie ellen in één nacht. Dan
wemelt het in New-York van sledende
eene al prachtiger dan de andere. Op den
40 hunders grooten vijver, in het centraal
park, ontstaat een leven en beweging welke
voor die op de Newa niet onderdoen. In
één woord alles herinnert aan St. Petersburg.
De beide stroomen bevriezen natuurlijk bij
de grootste koude niet, ebbe en vloed ver
hinderen, dat het ijs de oevers door een
vasten dam verbindt. Ontzettende ijsschol-
len drijven den Hudson op en af, waarbij
het soms gebeurd dat, wanneer de vloed
op het hoogst gekomen is, er eenigen tijd
stilstand plaats heeft, en de ijsbrokken
gelegenheid hebben zich met elkander te
vereenigen.
Dan kan men van den eenen oever tot
den anderen komen, ofschoon de overtocht
altijd gevaarlijk is, daar de ijsdam ieder
oogenblik kan breken. Dit geschiedde wer
kelijk eenige jaren geleden, toen de 2V2
mijlen breede Hudson gedurende 1 uur,
en de East-rivier meerdere uren vastza
ten. Op de laatste hadden zich ongeveer
200 inenschen verzameld, die zich met
sleden vermaakten. Plotseling brak het ijs
en het gezelschap dreef gescheiden, op
verschillende ijsschollen door de rivier. Ge
lukkig kwamen spoedig eenige stoomboo-
ten, die allen opnamen, zoodat er niemand
het leven bij verloor.
Een gemeente-veldwachter in een der
dorpen onzer provincie bracht in de her
bergen dier plaats netjes opgeplakte drank
wetten rond, om in de localen op te hangen;
of hij bij ieder plakkaat een klaartje ter
inzegening naar binnen wipte weten wij
niet, doch zooveel is zeker, dat hij met
de laatste //drankwet" in de hand op het
hobbelige veld van dronkenschap sneuvelde
en door een rijksveldwachter in keunelij-
ken staat werd aangetroffen en door dezen
bekeurd werd.
J.l. Dinsdag had de daghuurder W. van
Velzen te Heerde de onvoorzichtigheid om
een projectiel (vermoedelijk in het kamp
bij Oldebroek gevonden of ontvreemd) met
een bijl stuk te willen slaan. Toen dit
niet geluktebeproefde hij het met een
gloeienden tang, met het ongelukkig ge
volg dat de granaat uiteen sloeg en hem
de beide beenen verbrijzeldeterwijl hij
bovendien aan het linker oog erg verwond
werd.
Bij de ontgravingen voor den Park-
Schouwburg te Amsterdam heeft men op
een diepte van twee en een halven meter
een oud kanon gevonden, lang 2 meter,
20 cM. Men is bezig het naar boven te
brengen. De Amsterdamsche vestingwer
ken liepen eertijds ook over de terreinen,
waar later het Park verrees, terwijl daar
in den Eranschen tijd een der militaire
kommandementen gevestigd was.
Over de weersgesteldheid in het jaar
1779 zendt men de Dordr. Ct. het vol
gende.
Zoo er ooit voor Nederland een aller
merkwaardigst jaar geweest is, is het on
getwijfeld dit gedenkjaar geweest. In het
laatst van Februari en begin van Maart
hadden wij een alleraangenaamst jaarssei
zoen, zoodat ruim half Maart de tuinen
der bloemisten reeds in vollen bloei ston
den, en vogeltjes uit nesten gehaald wer
den; behalve perziken- en abrikozenboe-
men, zag men tevens aan sommige peren
en appelboomen open bloesemknoppen,
daarop volgde eene schoone en allerver-
kwikkelijkste lente en zomertijd, zoodat
weiden en bouwlanden, benevens boom
en aardgewassen een zeer rijken oogst op
leverden. Vervolgens zag men ook hier
en daar in bijzondere tuinen verscheidene
vruchtboomen in het najaar of den herfst
voor de tweede maal in bloei staan. Doch
de groote hitte en langdurige droogte had
den ten gevolge dat even vóór en in den
herfsttijdgenoegzaam tot aan het einde
van dat jaarvele steden als Kampen
Harlingen, Elburg, Groningen, Amsterdam,
Haarlem, Enkhuizen en meer andere steden
en dorpen in net vaderland met velerlei
krankheden en ziekten bezocht werden
naardien in sommige velerlei koortsen en
in andere gevaarlijke keelziekten, met schar
laken koorts en roode loop heerschten;
op sommige plaatssen stierven daaraan
vele menschen terwijl andere kwijnende
bleven. Behalve dat openbaarde zich in
verscheidene kwartieren van ons gemeene-
best de veepest en sterfte onder het rund
vee en vraten in sommige weilanden een
tallooze menigte van muizen het gras met
wortel eD al op, de aarde omwroetende,
alsof het omgeploegde akkers waren.
De levertraan wordt in Amerika tegen
woordig vervangen door het vet der kaar-
senvisch. Dit is een der vetste visschen wel
ke langs de kusten van de Zuidelijke Staten
gevangen wordt. Zij is een palm lang en
uitgeperst geeft zij voortreffelijke olie. Ge
droogd wordt ze door de inwoners van Co-
lumba eu Zuid-Alaska als kaars of fakkel ge
bruikt. Tallooze hoeveelheden van die vis
schen komen in den rijtijd uit de zee in de
rivieren.
Dezer dagen werd te Gagliari een zon
derling begravende man had in zijn testa
ment Bepaald dat zijn lijk op een kar naar
't kerkhof zou worden gereden, vooruit