Gemengd Nieuws.
//annexatie" aannemen.
Te Petersburg wordt lustig op de vre-
destrompet geblazen. De benoeming van
baron Van Giers tot Minister van Buiten-
landsche zaken zal gevolgd worden door
het ontslag van zijn politieken tegenstan
der Ignatiëff als Minister van Binnenland-
sche zaken, welke betrekking hij zal ver
ruilen met vorst Lobanoff's gezantschaps-
post te Parijs. Zelfs wordt door sommige
berichtgevers ernstig gesproken over de
toekomstige terugroeping van Loris Meli-
kolf als gouverneur-generaal der hoofdstad.
Gezaghebbende bladen beweren echter, dat
er volstrekt geen sprake is van Ignatiefi's
benoeming tot ambassadeur, en hetgeen
daar verder uit zou voortvloeien. In Augus
tus, zooals het thans heet, zullen de kro
ningsfeesten van den Czaar plaats hebben:
de duur is op 14 dagen gesteld.
De berichten van nieuwe Jodenvervol
gingen in Zuid-Rusland worden officieel
bevestigdonder bijvoeging dat troepen
waren afgezonden en de rust hadden her
steld, evenwel niet dan nadat er aanmer
kelijke schade aan levens en eigendommen
was geleden.
In Egypte neemt de woelige geest onder
de militairen toe. De zoogenaamde samen
zwering tegen Arabi-pacha zal waarschijn
lijk voor de beschuldigden, 18 in getal,
vrij onaangename gevolgen hebben, dewijl
een krijgsraadsamengesteld uit nieuw
bakken generaals, uitspraak zal doen. Over
het algemeen gaan er de zaken slecht:
eenige Europeesche financiëele ambtenaren
zijn zoo maar, zonder vermelding van rede
nen, ontslagen. De Khedive speelt hoog
spel, en rekent misschien wat al te veel
op den onderlingen naijver der Mogend
heden, die wel is waar elkander niet veel
gunnen, doch bij deze gelegenheid weieens
gemeene zaak zouden kunnen maken, geens
zins in het voordeel van den zwakken heer-
scher aan de boorden van den Nijl.
Amersfoort, 19 April 1882.
Onze geachte stadgenoot de heer W.
Ph. Bogaert, le Luit. der Husaren al
hier in garnizoen is Zaterdag j.l. des na
middags, ongeveer twee uur, aan een groot
gevaar ontsnapt.
Genoemd officier van een Exercitie met
jonge paarden van het terrein de vlasakkers
langs de Soesterweg huiswaarts willen kee-
ren moest hiertoe den spoorweg overgang
der Centraalspoor oversteken. Aangezien
de afsluitboomen niet waren neergelaten
ging de kolonnen jonge paarden ongedeerd
door de barrière. Luit. B. die zich achter
aan bevond ontwaarde bij het overgaan
dat de sluitboom neerviel zoodat deze te
recht kwam tusschen de borst van den
ruiter en de hals van het paard hetwelk
hij bereed.
Plotseling van het paard te springen was
voor dezen kloeken ruiter slechts 't werk van
een oogenblikzijn paard eenigsints klein
van taille volgde het voorbeeld zijner kama
raden en kroop onder de inmiddels gesloten
tweede barrière; nauwlijks was genoemd
officier tot zijne bezinning gekomen of de
sneltrein stoomde voorbij. Wij wenschen
de aandacht van bevoegden hierop te vesti
gen opdat onverantwoordelijke ongelukken
worden voorkomen.
Wij vestigen de aandacht van onze le
zers op de in dit nommer voorkomende
advertentie van den heer H. M. van Beek,
welke de opening van zijn vleeschhouwerij
op de Kampstraat bericht. Genoemde
straat een reeks van jaren van een vleesch
houwerij verstoken wordt nu de bewoners
van de Kampstraat en omliggende straten
weder in de gelegenheid gesteld in hunne
nabijheid 1ste kwaliteit Rundvleeseh tegen
concurreerende prijzen te verkrijgen.
Dinsdag en Woensdag 11 en 12 April j.l
zijn door de Provinciale Commissie tot 't
afnemen van akten-examens voor onderwij
zeressen en onderwijzers (Art. 57 der Wet
van 1878) teUtrechtgeëxamineerdl2 cand.
onderwijzers, waarvan 10 afgewezen en 2
toegelaten werden. Onder dit tweetal be
hoorde de candid, der Rijks-Normaalschool
alhierde heer Ph. E. Bredée.
Donderdag Vrijdag en Zaterdag 18,14
en 15 April werden geëxamineerd 13 dames.
Hiervan werden 5 afgewezen: terwijl 8 de
verlangde akte verkregen. Onder de toegela-
tenen behoorden de beide leerlingen van
Mejuffrouw Mingelende dames TP. J
Molyn en M. A. J. Feith en de beide
leerlingen der Rijks-Normaalschool alhier
de dames M. M. Boldingli en M. A.
Smitt.
De examens duren voort.
OEFICIEELE PUBLICATIE.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art 6 der wet van den 2 Juni
1875 (Staatsblad no 95),
Brengen ter kennis van het publiek,
dat een door JAN MORRE ingediend
verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het
oprichten van eene spekslagerij in het
perceel alhier gelegen aan de Kamp
straat wijk C, no 106, bij het kadaster
bekend onder sectie E, no 3331, op de
Secretarie der gemeente ter visie ligt, en
dat op Maandag, den 1. Mei aanst., des
voormiddags te elf uregelegenheid ten
raadhuize wordt gegeven om ten over
staan van het gemeentebestuur of van een
ot meer zijner leden, bezwaren tegen het
oprichten van de inrichting intebrengen.
Amersfoort, den 17. April 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN.
Te Utrecht heeft de vereeniging tot be
scherming van dieren een bus geplaatst,
waarin ieder schriftelijk zijne aanmerkingen
kan inbrengen over de wijze waarop hij die
ren ziet behandelen.
In de Rijkspostspaarbank is van 1 tot
10 April jl. meer ingelegd dan terugbetaald,
ruim f 16,608.
Donderdag werden te Kralingen niet
minder dan 6686 stuks elften aangevoerd,
die werden verkocht tegen f 0.65 per stuk.
Dr. Ganz, een der hoofden van de En-
gelsche socialisten, wiens uitlevering door
de Nederlandsche Regeering was gevraagd,
is Vrijdagochtend, vergezeld van een agent
van politie, te Rotterdam aangekomen.
Z. K. H. Prins Alexander moet nu reeds
sedert drie maanden te bed liggen; hij
nuttigt zijne maaltijden op zijn legerstede.
Nog altijd verkeert hij in een toestand van
volslagen melancholie.
De inlandsche N. I. vrouw Satima,
echtgenoote van Hadje Abdul Moesahip,
wonende in de kampong Menteng, kreeg
het met haar geestelijken echtgenoot zoo
danig aan den stok, dat zij hem met een
stuk hout op het hoofd sloeg, aan de ge
volgen waarvan de man nog geen uur later
overleed.
Als een zeldzaamheid wordt medegedeeld
dat O. P. v. d. Bey, nu 82 jaar oud, reeds
70 jaar lang in dienst is op de touwsla-
gerij van Gebr. Oosterbaan te Gorredijk
en nog altijd daar zijne werkzaamheden
verricht.
In het Fransche departement Charente
Inférieure is een notaris op den loop, een
passief van 1 millioen achterlatende.
In de nabijheid van Dortmund is een
16-jarig meisje, met een strop om den hals
ergerlijk mishandeld en verworgd, op den
weg gevonden. Het meisje is, op weg naar
de kerk, dus op klaarlichten dag, en wel
op 't vrije veld, overvallen. Haar kerkboek
werd op den weg, haar lijk in de strui
ken gevonden. De dader van het gruwel
stuk is vooralsnog niet bekend.
Mej. H. Lamers, ongeveer 60 jaar oud,
alleen wonende in de Papengas te Nijme
gen, was sedert een paar dagen niet bui
ten of in haar woning opgemerkt, waar
over de buren zich beangst maakten. Toen
men de woning ontsloot en daarin een on
derzoek instelde, vond men haar dood in
een kamer. Naar de uiterlijke kenteekenen
te oordeelen, wa» de dood reeds langer dan
24 uren ingetreden en geweldadig ver
oorzaakt, vermoedelijk door zelfmoord.
Men vond op onderscheidene plaatsen
in haar woning goud-, zilver- en papieren-
geld zonderling geborgen, terwijl eenige
effecten en schuldbewijzen werden ontdekt.
Om den hoek van de rue Vaugirard te
Parijs zag men een dronken wijf, dat haar
kind van 3 maanden in de opening van
het riool wilde duwen. De verontwaardigde
voorbijgangers ontrukten haar het kind;
de afschuwelijke vrouw ging hen te lijf,
vloekend en dreigend. Eindelijk viel zij
op straat neer en ze werd door de politie
opgepakt. De vrouw was nog jong en had
haar man verlaten, om met een ander man
te leven. Deze had zij 60 frs. ontstolen en
zij was nu met het geld en het kind op den
te hare tranen weg.
z/Zeg mij, hoe is het hier in huis ge
steld," begon zij. Wie van de mijnen vind
ik nog Om Gods wil, zeg niet, dat ik nie
mand vind!"
z/Neen, neen!" antwoordde de oude man.
z/De Consul is welhij is als naar ge
woonte naar de klub."
De cousul, is dat broeder Anton? vroeg zij.
z/Dat spreekt van zelf, wie anders 1 Sinds
tien jaren neen, het moet al langer
zijn, sinds twaalf of dertien jaren bekleedt
de heer Anton het consulaat voor Zuid-
Amerika."
z/En mijne schoonzuster?" viel zij hem in
de rede. //Hoe droeg de arme Bertha den
dood van haren man Ach, Hellborn,
hoe vreeselijk is dat alles I Hoe gevoel ik
het hier alles weer zooveel te meer!" Op
nieuw barstte zij in tranen los.
De oude wreef zich de handen, als ware
hij verlegen.
//Mevrouw Bertha," zeide hij na eenige
oogenblikken zwijgens, //mevrouw Bertha is
twee jaren later of daaromtrent met den
consul gehuwd; maar hij was toen nog geen
consul."
Christine sprong op.
z/Bertha met mijnen broeder Anton ge
huwd!" riep zij uit. //En zij haatte hem
immers!"
De oude keek angstig om.
loop gegaan, de kroegen bezoekend. Het
kind begon haar bij die excursie te hinderen
en vandaar dat zij het aan het riool wilde
toevertrouwen.
Wat een hollend paard kan doen. Te Sau-
mur ging een paard op hol en wierp zijn be
rijder af; het rende toen tegen een escadron
cavallerie in, met het gevolg dat 16 van de
25 ruiters uit hun zadels werden geworpen;
4 werden zwaar gewond; een bleef 5 uren
bewusteloos en een ander is nog buiten be
wustzijn.
Op de rails van den spoorweg tusschen
Calais en Bologne is het zwaar verminkt lijk
van een jong Engelschman, Willeughbij ge
naamd, gevonden. Hij had Parijs in gezel
schap van twee andere Engelschen verlaten
en te Boulogne was hij voor de laatste maal
in leven gezien. De politie vermoedt, dat de
ongelukkige door zijn sedert verdwenen be
geleiders beroofd en vervolgens uit den
spoorwagen geworpen is.
Te Nogent aan de Marne (Frankrijk)
gingen dezer dagen acht personen ter
gelegenheid van de bruiloft der oudste
dochter van den heer en mevrouw Hubner,
in twee booten spelevaren. Op een oogen
blik dat de booten dicht bij elkaar waren,
stak de bruid haren vader de hand toe.
Men was uitgelaten vroolijk, de overigen
wilden elkander evenzoo begroeten, eene
der booten sloeg om en de bruid, de brui
degom, benevens een broeder des laatsten
verdronken.
Een Deensch blad dringt er op aan,
dat afzonderlijke waggons voor het vervoer
van kinderen door spoorwegmaatschappijen
zullen worden aangewezen. De taal, die kin
deren van medereizigers moeten aanhooren,
is voor hunne ooren vaak niet geschikt;
goed gezien.
Doodgevroren in Maart 1882. Tot de
bijzonder merkwaardige en buitengewone
verschijnselen van meteorologischen aard
in 1881/82 behoort voorzeker het feit, dat
in den nacht véór den eersten Paaschdag
een 38-jarige metselaarsknecht, Florian
Stoiffie, van Kornenburg, die 's avonds laat
een kroeg te Weenen had verlaten, op een
veld nabij de stad doodgevroren is, blijkens
de ambtelijke verklaring van dr. Chromy.
Koningin Vicroria sckonk 3000 francs
aan de armen van Mentone en 1500 fres.
aan liefdadige instellingen, een stel diaman
ten knoopjes aan den Maire, een portret
van haar en van prinses Beatrice aan
den Engelschen consul, een diamanten speld
aan diens zoon, een gouden ketting aan
den chef van het station, en een ring aan
den commissaris van politie.
Een sigaren-fabrikant te Wageningen,
laat nog eens bovendien boete betalen door
zijn arbeiders, wanneer zij wegens overtre
ding van de drankwet worden veroordeeld.
Nemen de werklieden hiermede geen genoe
gen, dan worden ze weggezonden.
//Daarvan weet ik niets dat gaat ook
niemand onzer aan," zeide hij afwijzend.
Zij sloeg er geen acht op.
z/Hoe is het dan in 's Hemelsnaam in dit
huwelijk gegaan vroeg zij. „Kunnen zij
zich onderling verdragen?"
„Ik heb nimmer van oneenigheid ge
hoord," antwoordde Hellborn; „en toen de
vrouw van den consul nu vijf jaren geleden
gestorven is, was het den consul volstrekt
niet goed te moede."
Christine verbleekte. „Bertha dood,"
fluisterde zij in zich zelve. Zij en de
schoonzuster hadden elkander niet lief ge
had, maar het smartte haar toch, haar niet
terug te vinden.
„Wat is er van de kinderen geworden?"
vroeg zij daarop.
„De dochters zijn gehuwd, goed gehuwd,"
antwoordde Hellborn. „De oudste in Ham
burg, de tweede in Danzig en de jongeheer
Frederik is hier in de zaken een pracht
exemplaar, verstandig en knap als zijn vader
zaliger en ook zoo goed."
Christine^ gelaat verduisterde.
Wordt vervolgd
En waarom zou zij dat niet? Waarom
eene pijnlijke onzekerheid langer te doen
duren? Het beste was dadelijk te doen, wat
gedaan moest worden. Mislukte het, dan
behoefde Kato daarvan niets te weten
maar misschien waren God en de menschen
haar genadig en gaven haar en haar kind het
te huis weder.
Met bevende hand nam zij hoed en regen
mantel, opende voorzichtig de naar den
overloop voerende deur en snelde de achter
trap af, de eenzame plaats overenhetdwars-
steegje door op het erf van het naburig huis.
Ook deze was stil en eenzaam; slechts de
hond vloog, woedend blaffend en aan zijnen
ketting rukkende, uit het hok, terwijl zij de
achterdeur van het huis voorbijgegaan, aan
het eerste verlichte venster kwam en naar
binnen zag.
Het was nog het kantoor van voorheen,
met de drie schrijflessenaars, de oude muur-
klok, de lederen rustbank en de geldkast.
Maar te vergeefs zocht zij naar de bekende
gezichten. Slechts een zeer oud man, met
eenen kalen, hoekigen schedel zat over een
koopmansboek gebogen. Nu hief hij het
hoofd op, het voortdurende blaffen van den
hond had hem wellicht getroffen. „Hell
born," fluisterde de bespiedster en keerde
zich haastig om, om weg te gaan.
't Was echter te laat; de oude man kwam
buiten en was nog voor zij de tuindeur be
reiken kon, naast haar.
„Verlangt gij iets? zoekt gij iemand?"
vroeg hij beleefd.
Zij keerde zich om; keek hem een oogen
blik met tranen in hare oogen aan en stak
hem toen hare hand toe.
„Gij kent mij zeker niet meer, oom Hell
born?" fluisterde zij.
Ook hij keek haar aan; eene plotselinge
kleur overt oog zijn bleek, rimpelig gelaat.
„Stining, is het dan mogelijk onze
juffer Stining!" riep hij, terwijl hij 'hare
hand greep.
Zij schudde haar hoofd.
„Uwe Stining ja, maar niet meer uwe
juffer," zeide zij; ik heet mevrouw Brown,
ben de vrouw van George zijne wedu
we!" Bij het uiten dezer woorden barstte zij
in eenen vloed van tranen los.
„Ween zoo niet, ween zoo niet," sprak de
oude man. „En dat nog wel hier op het erf.
Wanneer men ons zag wees zoo goed
en kom mede in het kantoor, daar kunnen
wij ongestoord met elkander spreken."
Zonder zich daartegen te verzitten, liet
zij zich door hem leiden. Nog steeds wee-
nende, nam zij op de sopha plaats; de oude
man ging op zijn schrijfstoel zitten en keek
haar zorgvol aan. Wat was zij veranderd
en wat kon hij zeggen, om haar te troos
ten? Radeloos wrong hij zich de handen.
Eindelijk beurde zij haar hoofd op en wisch-