NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR t, Baan, Basel», Eauas, iairali, flwelata, intimi, Lensden, Bod, e van den Heer wie NIEUWE Zaterdag 22 Juli 1882. No. 58. Elfde Jaargang. Uitgever: A. UW. Slothouwer, Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens S'/2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eeue viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. Een stem, moge het die des roependen zijn! Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1, Franco door het geheele Rijk. 1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woemdags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertcntién van 16 regels0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,076 Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Een merkwaardig betoog werd dezer dagen openbaar gemaakt. Het spreekt dui delijk uit wat door duizenden wordt ge dacht, door honderden op minder welspre kende wijze is gezegd. In den vorm van een adres aan de Provinciale Staten van Limburg heeft een lid van dat collegie, de heer J. A. Cre- mers, ach en wee geroepen over den toe stand van den Nederlandschen landbouw in 't algemeen, den Limburgschen in het bijzonder. De eigendommen, zegt de heer Cremers, zijn in genoemde provincie sedert een half dozijn jaren 1/4 in waarde gedaald voeg daarbij de schulden die de landbouwers hebben moeten maken, dan kan men gerust de vermindering van den nationa- len rijkdom in Limburg op 2/5 stellen. Dat zijn de ziekteverschijnselen. En de oorzaken? Vooreerst slechte oogsten. Ten tweede de ontzaglijke graanuitvoeren uit Amerika. Het geneesmiddel ligt natuurlijk voor de hand. Het heetbeschermende graan rechten. Uit welken hoek bij den heer Cremers FEUILLETON. Aan den Heer Pierre Gringoire, lyrisch dichter te Parijs. 2 Slot.) //Ik wil in het gebergte gaan, mijnheer Seguin." //Maar ongelukkigeweet ge niet dat er een wolf in het gebergte is Wat zult ge dan als hij komt?" z/Ik zal hem met mijne horens steken, mijnheer Seguin." z/De wolf lacht wat om uwe horens. Hij heeft verscheidene geiten van mij op^ gegeten die wel grootere horens hadden dan gijGij herinnert u nog wel de oude Renande die hier verleden jaar was? Eene groote geit, sterk en kwaadaardig als een bok. Zij heeft den geheelen nacht met den wolf gevochtenen 's mor gens werd zij door den wolf verslonden." z/Arme Renande 1Het doet er niets toe mijnheer Seguin, laat mij toch maar in het gebergte gaan." //Goeden hemel!" riep de arme man... //maar wat is er toch met mijne geiten de wind waait, blijkt genoegzaam uit deze woorden z/Duitschland heeft dat intijds en terecht begrepen," (nl. dat de inlandsche landbouw tegen de concurrentie der Amerikaan- sclie graan uitvoeren niet is opgewassen,) z/en handhaaft daarom thans, steviger dan ooit, zijn beschermingsmaatregelen of zijn zoogenaamd protectionismus op handelsge bied. De Duitsche Regeering bewijst met onbetwistbare cijfers dat, zoowel in finan- ciëel als oeconomisch opzicht, de Staat er zich goed bij bevindt en dat de Duit sche landbouwers er zeer tevreden en ge lukkig bij zijn." Is de heer Cremers, lid van de Pro vinciale Staten van Limburg, dan een vreemdeling in Jerusalem? Naar zijn woorden te oordeelen, schijnt hij vrij trouw de beschouwingen te lezen, die de Duitsche regeering over den staat huishoudkundigen toestand aan de over zijde onzer oostelijke grenzen ten beste geeft. Maar wat hij niet schijnt te weten is, dat de bekwaamste oeconomisten, in weerwil van de //Onbetwistbaarheid" der officiëele cijfers, een heel ander oordeel uitspreken over den invloed der graanrech ten. Den grooten grondbezitters komen zij ten goede, want zij maken het koren duur en stellen die heeren in staat, hooge pachten te innen; de staatskas trekt er eenige voordeelen uit, die echter niet wor den aangewend tot verlichting der belas tingen, maar om te voorzien in de klim mende eischen van het oorlogsbudget. Maar de landbouwer, de pachter, profi teert er niets van; daarentegen moet hij zijn hoofdvoedsel en dat zijner arbeiders, het brood, benevens de granen die hij noodig heeft voor veevoeder, duurder be- I talen. Het inkomend recht op de granen maakt hem dus armer. En daar hij niet veel lijden kan, geteisterd als hij werd, evenals zijn Limburgsche confrater, door slechte oogsten, is zijn toestand gaandeweg Andere cultures gebeurd Zal de wolf ze nu allen opeten. Maar neenik zal u tegen wil en dank redden, deugniet, en uit vrees dat ge uw touw zult verbreken, zal ik u in den stal opsluiten, en daar zult ge blijven." Daarop bracht de heer Seguin het geitje in eenen donkeren stal waarvan hij de deur zorgvuldig slool.. Ongelukkiger wijs had hij het raam vergeten en nauwe lijks was hij verdwenen of het geitje liep weg z/Gij lacht, Gringoire?" Sakkerloot! ik geloof wel dat gij de partij van het geitje tegen deD heer Se guin kiestWij zullen zien of gij straks ook lachen zult. Toen het witte geitje in het gebergte kwam was een al- gemeene opwinding. De oude dennen had den nooit zoo iets moois gezien. Men ontving haar als een koninginnetje. De kastanjeboomen bogen zich tot op den grond om haar met de topjes van hunne takken te liefkozen. De gtele bremstrui ken opende hunne bloemen als zij voorbij ging en verspreidden hunne liefelijke geu ren. Het geheele gebergte vierde feest. Ge kunt denken. GriDgoire, hoe ge lukkig ons geitje was. Geen touw, geen paalniets wat haar belette te sprin gen en naar hartelust te grazen En welk heerlijk gras! Smakelijk fijn, ongunstiger geworden. dan de graanbouw zouden hein misschien meer welvaart opleveren, maar van liever lede verdooft zijn ondernemingsgeest, bij de hopelooze gedachte, dat het hem al heel goed moet gaan wil hij bij voortdu ring in staat zijn, den landeigenaar te voldoen. En daarom verbergt hij zijn te vredenheid en zijn geluk, door de officiëele waarheidsverkrachters en op hun voetspoor door den heer Cremers zoo luide uitgeba zuind, in de tusschendeks-ruimte van de stoomboot, die hem en zijn verarmd gezin naar de Nieuwe Wereld zal overbren gen, waar nieuwe tegenspoeden, te leurstellingen en onthexingen hun wachten. Dat is de werkelijke toestand, de heil staat dien de heer Cremers ook voor Nederland verlangt. Want natuurlijk, al gelukte het hem zijn medeleden in de gewestelijke vertegenwoordiging van Lim burg te overtuigen dat hij 't bij het rechte eind heeft, zijn geliefkoosd protectionisme zou alleen dan zegevieren, indien de ver tegenwoordiging des volks die meening omhelsdedus een dadelijk resultaat is van zijn adres niet te wachten. Doch ook de denkbeelden zijn besmettelijk, vooral als zij door feiten worden bevestigd, en daarom beijvert hij zich bewijzen te vinden aan de ontegenzeggelijk zuivere bron der Duitsche officiëele mededeelingen. Volgens ziju meening is het vrijhandels stelsel een uitvinding van de groothande krullend en met duizende plantjes ver mengd Dat was iets heel anders als het gras van het plaatsje. En dan die prachtige bloemenGroote blauwe klokken, het roode vingerhoedkruid met lange kelken, een geheel bosch van wilde bloemen over vloeiende van geurige sappen Het witte geitje half dronken van ge not rolde door het gras en langs de hel ling van den heuvel. Dan sprong zij weer op eens in de hoogte. Dan vloog zij weêr met haar kopje vooruit in de struiken, dan in de hoogte, dan in de laagte, bijna overal te gelijk. Men zou gezegd he'ohen dat er wel tien geiten van mijnheer Se guin in het gebergte waren. Zij was voor mets bevreesd, die kleine Blanquette. Zij sprong over de beekjes die haar met voch tig schuim en stof bespatten. Als zij door nat was g'ng zij op het gras liggen om zich in den zon te laten droogen Eens dat zij met een klaverbloempje in den bek op den heuvel stond zag zij heel in de laagte het huis van mijnheer Se guin met het plaatsje en de heining er achter, dat deed haar schateren van 't lachen. z/Wat is het klein 1" zeide zij, //hoe heb ik het daar ooit kunnen uithouden." Arm ding, toen zij daar zoo in de laars, en levert het hun alleen voordeel op. Dat geheel het volk, ook en aller meest de arbeidende klasse, er goedkoop brood door krijgt, is voor hem van geen be lang. Hij ziet zelfs geheel over het hoofd dat bij de door hem genoemde slechte oog sten de minste belemmering van den graauinvoer den nood der onvermogende klasse ten top zou voeren voor niets heeft hij oog, al durft hij er niet voor uit komen, dan voor de belangen der grond bezitters. We zouden zijn //adres" de eer eenei bespreking niet waardig geacht hebben, indien niet, zooals in den aanvang is ge zegd, het protectionisme in ons land een groot aantal aanhangers heeft. Konden we evenwel onderzoeken, hoevelen de invoe ring van algemeene invoerrechten verkie selijk vinden, dan zou het waarschijnlijk blijken dat men daarvan niet is gediend wel van rechten op bepaalde artikelen; namelijk die welke men zelf produceert en dus gaarne tegen de buitenlandsche mededinging beveiligd wil zien. Maar vraag eens aan den fabrikant, die pleit voor inkomend recht op weefsels, bijv., hoe hij over graanrechten deriktaan den ontwikkelden landbouwer, of hooge rechten op landbouwwerktuigen hem aangenaam zouden zijn, en ge zult bemerken, hoe dunnetjes het protectionisme er bij ons op zit. Evenzoo is het bij de Duitschers: maar daar heeft de Eegeering haar wil in de plaats van die des volks gescho ven, en zij tracht het nu te doen voorkomen alsof onder haar stelsel alles voortreffelijk gaat. Het protectionisme is de eeredienst van elks eigen beurs. Wij vreezen zeer, dat hoogte stond, dacht zij minstens zoo groot als de wereld te zijnIn één woord 't was een heerlijke dag voor het geitje van den heer SeguinTegen den middag terwijl zij dan rechts dan links liep kwam zij te midden van een' troep wilde geiten- bokken die juist bezig waren een' wilden wijngaard op te knabbelen. Ons geitje met haar witte japonnetje werd van alle kanten bewonderd. Men gaf haar de beste stukjes van den wijngaard en al de hee ren waren zeer voorkomendHet schijnt zelfs, maar dit blijft onder ons, Gringoire, dat een jong bokje met een zwarte vacht haar bijzonder bekoorde. Zij dwaalden samen eenige uren in het bosch rond en als gij wilt weten wat zij elkan der vertelden, ga het maar vragen aan die ruischende beekjes die onzichtbaar door het mos stroomen. Eensklaps stak de wind op er kwam een grijze waas over het gebergte, het werd avond//Nu reeds!" zeide het geitje, en bleef verwonderd staan. Daar beneden waren de velden geheel in den dikken nevel verdwenen. Het huis van den heer Seguin was door den nevel ge heel onzichtbaar, men zag alleen het dakje met wat rook; zij luisterde naar de klokjes van eene kudde die men naar huis dreef

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 1