NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Amersfoort, Baarn, Bunsctioten, Stoatentiurg, 11 floeyel NIEUWE Woensdag 2 Aug. 1882. t, Na vijftien jaar. No. 61. Elfde Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens §'/2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eeue viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. ItlWO BRAUH. 3) AMERSFOORT» COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Bijk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woenidags- en des Zaterdagt. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsJ 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,076 Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. OFFICIËELE PULICATIËN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien art. 15 der wet van den 2. Juli 1875 (Staatsblad no. 95). Doen te weten, dat blijkens ingekomen bericht van den garnizoens-kommandant d. d. 28 Juli 11., no. 102, de Minister van Oorlog bij Z. M. den Koning in be roep is gekomen van het besluit d. d. 17 Juli 1882, waarbij door hen aan de firma GARJEANNE &Co. vergunning is verleend tot het oprichten van eeue v e r v e r ij, verbonden aan eene tapijtfabriek, op de perceelen alhier gelegen aan den Lagenweg, bij het kadaster bekend onder sectie A. no. 1399 en 980. Amerfoort, den 29, Juli 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. De Commissaris des Konings in de pro vincie Utrecht, Gezien het besluit van heeren Gedepu teerde Staten der provincie Utrecht, dd. 20 Juli 1882, No. 68 Gelet op art. 11 der wet van 13 Juli 1857 (Staatsblad No. 87), Brengt ter kennis van de belangheb benden, dat de opening der jagt in de provincie Utrecht is bepaald op Zaterdag den 2. September aanstaande, en dat de lange jagt alleen des Dingsdags en Vrijdags FEUILLETON. NOVELLE van Zijn broeder evenwel, een veel begaafder mensch dan hij, doch die steeds een idealist geweest was en allerlei dwaze plannen koes terde, welke in deze wereld toch nooit ver wezenlijkt kunnen worden, had jammerlijk schipbreuk geleden. Daarom vond Hubenreu- ter zich oneindig braver dan zijn broeder, aan wien hij steeds dacht als aan eenen on waardige, die zijnen naam en zijn beroep schande aandeed. Het was evenwel niet dikwijls, dat hij zich herinnerde ooit een broeder gehad te hebbe.\ Hij was gewoon hem als dood te beschou wen. Waarschijnlijk leefde Joseph niet meer en mocht dit al het geval zijn, zoo meende hij, dan zoude hij wel verstandig genoeg wezen, nim mermeer naar Duitschland terug- tekeeren. De gedachte alleen aan de moge lijkheid hiervaD, was hem reeds zeer onaan- van iedere week zal mogen worden uit geoefend dat het jagen in ongemaaid te veld staand koren, peulvruchten en klaver zaad, welke nog in 1882 moeten geoogst wordenverboden is, even als het jagen in tabak, zoolang het zoogenaamd best goed niet is geoogst. En, ten einde niemand eenige onwetend heid hiervan kunne voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijke is. Utrecht, den 24 Juli 1882. De Commissaris des Konings voornoemd, ■s JACOB. Zitting van den Gemeenteraad van Amersfoort van Dinsdag, 1 Aug. Voorz. de burgem. Mr. F. H. van Persijn. Tegenw. zijn 12 leden; afwezig de hee ren Scheltus en Gerritsen met kennisge ving, de laatste van uitlandigheid (1 vaca ture). De notulen der vorige vergadering wor den gelezen en goedgekeurd. De voorzitter geeft te kennen dat is ingekomen de geloofsbrief c. s. van Jhr. A. D, J. Calkoen, den 18 Januari 1882 verkozen tot lid van den gemeenteraad, en stelt de stukken ten fine van onder zoek, in handen van eene kommissie, daar toe aanwijzende de heeren van Beek, van Zijst en van den Wall Bake. Gedurende het onderzoek wordt de zitting geschorst. Na heropening rapporteert de commissie, bij monde van den heer van Beek, dat bij de overgelegde stukken wel is gevoegd een door den burgemeester afgegeven be wijs nopens gehouden woonplaatsen, doch daaraan ontbreekt de in art. 17 der wet voorgeschreven verklaring van den burge meester, getuigende dat de benoemde ge- genaam en daarom deed hij steeds zijn best, om zoo min mogelijk aan den afwezige te denken. Evenals alle egoïsten had ook hij immer eigen welzijn als het grootste levensdoel be schouwd. Uit berekening had hij de dochter van een eerlijk koopman tot vrouw genomen, omdat hij wist, dat zij een klein vermogen met zich mede ten huwelijk bracht; zij was eene lieve, zachte vrouw, maar die door zijn streng voorkomen en ongekende verwaand heid zoo schuchter was geworden, dat zij, indien hij eenmaal zijne meening had uitge sproken, geen woord meer durfde uiten. Zij had hem drie dochters geschonken. De beide oudsten geleken sprekend op haren va der, ook wat baar karakter betreft, terwijl de jongste zacht en innemend was als de moeder. Wellicht hadden de spotternijen en verwaarloozing, die zij van vader en zusters verdragen moest, hiertoe het hunne bijge dragen. Zij kon, wegens hare zwakke gezond heid en treurig lichaamsgebrek nimmer dee- len in het vroolijke spel der anderen, en zat dus gewoonlijk, terwijl dezen zich vermaak ten, in een afgezonderd hoekje te lezen, of wel, hielp hare moeder in de huishoudelijke bezigheden. durende het laatste aan zijne verkiezing voorafgaande jaar woonplaats binnen de gemeente gehad heeftweshalve de com missie adviseert den heer Calkoen niet toe te laten. De heer Celosse onbewust dat de zaak thans zou behandeld worden en daardoor eenigszins onvoorbereid, rele veert dat de benoemdedie tot 1 April 1881 hier woonde nu weder langer dan een jaar zijüe woonplaats in deze gemeente heeft, zoodat hij naar de bedoeling van den wetgever met hare belangen bekend is. Na te hebben gewezen op een soort gelijk geval dat elders (te Haarlem zich heeft voorgedaan, verklaart de spreker zich niet te kunnen vereenigen met de conclu sie der commissie. Overeenkomstig haar advies, door den voorzitter aan de orde gesteld en nader toegelicht door den rap porteur, wordt tot de niet-toelating be sloten met 9 tegen 3 stemmen die van de heeren Groeneboom, Celosse en Crooc- kewit. Aan de orde van behandeing is een voorstel van den Burgemeester tot het ne men van maatregelen ter voorloopige or ganisatie van het gymnasium, welk voor stel de mededeeling inhoudt dat de door Curatoren van het progymnasium ontworpen verordeningen, waaromtrent het oordeel van den Inspecteur der gymnasia is inge roepen, nogniet bij den gemeenteraad kun nen worden ingediend, en het dus, om uitvoering te kunnen geven aan 's raads verlangen reeds met den 1 Sept. a.s. het gymnasium in werking te doen treden, den inspecteur, curatoren en buigemees- ter doelmatig is voorgekomen dat de ge meenteraad besluite1. machtiging aan Burgemeester en Wethouders te verleenen om een der nog beschikbare localen van het progymnasium in te richten voor de vijfde klasse en het daartoe benoodigd En dit maakte het meisje zeer gelukkig- Waarlijk, zij was er beter aan toe dan hare zusters, want niet zelfzucht doch menschen- liefde alleen maakt ons waarachtig gelukkig en Elsa bezat een warm hart, waardoor zij in staat was, zich zelve voor anderen op te offeren. Luid en onstuimig sloeg dit hart soms in de borst, sedert zij den jeugdigen inspekteur had leeren kennen, wiens openhartig, bemin nelijk gedrag zoo voordeelig afstak bij dat van haren pedanten vader, den hoogmoedi- gen baron en den verdrukten boer uit den omtrek. Maar niemand wist iets van dit ge heim af, zelfs aan hare moeder had zij het niet durven toevertrouwen. Stil in een hoekje gedoken, zat Elsa ook thans weder in een harer meest geliefde schrij vers verdiept, alles om zich heen vergetend, terwijl hare moeder en Marta samen druk zaten te prateD over het naderend feest en haar vader zich op de hoogte stelde van het staatsnieuws. Niemand had gezien, hoe een vreemdeling den tuin binnengekomen was en nader trad, en eerst toen de ingang van het priëel door een zwarte gedaante verduisterd werd, ke ken allen op. De onderwijzer sprong van meubilair, begroot op f 120, aan te schaffen; 2o. Curatoren te machtigen om een bevoegden leeraar in oude talen en ver wante vakken, op eene jaarwedde van ƒ2000 op te roepen, en voor den eerst- volgenden cursus de noodige opdracht aan leeraren te doen voor het onderwijs in wis- en natuurkunde, tegen eene be zoldiging van 100 in het jaar, voor elk wekelijksch lesuur. De heer van den Wall Bake wenscht te worden ingelicht zoowel aangaande de reden waarom de Burg. alleen en niet het dagelijksch bestuur opgemeld voorstel in dient alsook omtrent den duur van den voorloopigen toestand en de voorziening in het onderwijs voor de nieuwe talen, overigens het betreurende dat de voorge stelde regeling niet is geschied in over eenstemming met de verschillende bij het middelbaar onderwijs betrokken autoritei ten. Nadat de voorzitter bereidwillig de door den heer Bake verlangde inlichtin gen had gegeven, wordt het gedaan voor stel aangenomen. De voorzitter noodigt de heeren Lager- wey en van Burgsteeden uit als stemop- nemers te willen optreden, waarop over gegaan wordt tot de verkiezing van can- didaten ter samenstelling van eene voor dracht tot benoeming van zetters voor 's rijks directe belastingen, om te voor zien in de vacaturen met het einde dezes jaars ontstaande door periodieke aftreding van de heeren J. Hering, M. van Beek en G. Hubers Dz. De aftredende leden worden allen opnieuw voorgedragen, terwijl de candidatenlijst, aan den heer Commissa ris des Konings in te zenden, wordt aan gevuld met de heeren W. van Eeden, J. Zandijk Jr. en J. P. G. Kok. Na het besluit tot dadelijke behande ling van de op heden ingekomen voor zijnen stoel, liep de binnentredende te ge- moet en keek hem vorschend aan. z/Martin,zeide toen de vreemdeling, en zijne stem beefde, //kent gij mij niet?" flubenreuter trad eenige schreden achter uit en stamelde 0Joseph gij? Zijt gij het?" zz Ja, ik ben het, broeder. Ik had behoefte na eene afwezigheid van vijftien jaren, om mijn vaderland en mijne betrekkingen weder te zien," sprak Joseph aangedaan en stak zijnen broeder de beide handen toe, die na eenige aarzeling werden aangenomen. Laatstgenoemde, wiens gezicht gewoonlijk de sporen droeg van de grootste kalmte en zelfbewuste waardigheid, scheen thans bijna buiten zichzelven van ontroering. De vrou wen waren ook opgestaan en namen den teruggekeerden bloedverwant nieuwsgierig van het hoofd tot de voeten op. z/Neem mij niet kwalijk," sprak Martin, nadat hij van zijne eerste verbazing bekomen was, ,/dat ik u niet dadelijk herkende. Gij zijt zeer veranderd." {Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 1