Buitenlandsch Overzicht.
nen van een gratificatie, evenals vroeger
van f 50, aan den heer W. Frans, als
commissaris van inkwartiering, voor zijne
veelvoudige bemoeiingen met de jongste
buitengewone inkwartieringenin dier
voege door hem geregeld dat èn ingeze
tenen èn militaire autoriteit tevreden
waren. Z. h. o. aangenomen.
De heer Groeneboom verlaat de ver
gaderzaal. Aan de orde is alnu de be
noeming van twee leden voor de commis-
sie bedoeld bij art. 166 gem.w. voor
het ontwerpen van strafbedingende veror
deningen, van welke comm. de burge
meester als zoodanig voorzittend lid is.
De voorz. noodigt de heeren Lagerwey
en v. Burgsteeden uit, het stembureau
te willen vormen. Tot leden dier comm.
worden achtereenvolgens benoemd met 12
st. de heeren v. Zijst en Celosse, beiden
aan de beurt van aftreding.
Uit eene voordracht door B. en W. in
overleg met den arr.-schoolopziener opge
maakt, na ingewonnen bericht van het
hoofd der school, wordt de heer C. H.
Otter te Sliedrecht met algemeene stem
men benoemd tot onderwijzer aan de school
voor jongens. De heer Gerritsen vestigde
er bij deze gelegenheid de aandacht van
B. en W. op dat hoofden van openbare
scholen bij hunne informatiën en berich
ten, de godsdienstige gezindte van solli
citanten buiten aanmerking latende, zich
binnen de grenzen der wet op het lager
onderwijs behooren te houden.
Tot leden van het stembureau voor de
verkiezing van een lid voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal worden ach
tereenvolgens benoemd de heeren Zandijk
en v. Beek, terwijl al de overige raads
leden worden aangewezen om als plaats
vervangers op te treden.
Ingekomen zijn het besluit 'van den heer
Commissaris des Konings in de prov. van
12 Sept. waarbij de heeren J. flering,
G. Hubers Dz. en M. v. Beek zijn her
benoemd tot zetters voor 's rijks directe
belastingen. Voor inf.
Goedkeuring van den Min. van binnenl.
zaken op het raadsbesluit van 5 Sept.
waarbij leeraren aan het gymnasium zijn
benoemd. Als voren.
Verzoek van den heer P. H. van Ha-
selen, notaris klerk, om tot makelaar te
worden aangesteld. Verzonden aan de
kamer V. kooph. om bericht en raad.
Ten slotte geeft de heer Huet te ken
nen dat de toestand waarin het Christi-
aanspark zich bevindt alwaar de modder
uit stadsgrachten door den aannemer wordt
neergelegd, zonder dat langs wettelijken
weg de opruiming schijnt te kunnen ge
schieden hem aanleiding tot de vraag
of eene herziening van het politie-regle-
ment binnen betrekkelijk korten tijd van
de straks benoemde commissie kan worden
tegemoetgezien, vermits hij anderzins het
indienen van een speciaal voorstel zich
voorbehoudt. De voorz. doet toezegging
dit onderwerp met het dagelijksch bestuur
en de commissie van wetgeving te zullen
bespreken.
De zitting is hierna gesloten.
drama wordt afgespeeld. Misschien komen
wij nog juist bij tijds, om het te verhin
deren."
//Dan kent gij onzen adel niet, als gij
dat denkt. Uitstel is bij hen geen afstel.
Morgen komt er weer een dag, denken zij,
om hunne zaak te vereffenen
z/Maar dan hebben wij ten minste onzen
plicht als meusch gedaan. En wie weet,
wanneer morgen de eerste opgewondenheid
wat voorbij is, of zij er dan niet beter
over denken en de zaak laten, zooals zij
is. Als gij dus niet met mij mede wilt,
dan ga ik alleen."
z/Welnu, als gij dan volstrekt wilt, volg
ik u. Maar laat hun niet merken, dat wij
opzettelijk gekomen zijn. Niets dan lou
ter toeval, hoor, den weg verloren of zoo
iets, begrijpt ge En daarna eene menigte
verontschuldigingen, dat het ons spijt, de
heeren te storen, enz. enz. Zulke leugentjes
zullen ons niet bezwaren."
Gedurende dit gesprek waren de wande
laars in allerijl voortgeloopen en hadden
weldra de bedoelde plek bereikt en juist
toen de vriendelijke zonnestralen door het
dichte beukenloof braken, vielen er twee
schoten.
Zonder te bedenken wat hij deed, sprong
Joseph door het kreupelhout heen en stond
vlak tegenover drie heeren, waarvan een
nog een rookend pistool in de hand hield.
Op het fraaie mostapijt aan hunne voeten
lag het doodelijk getroffeD lichaam van
Naar wij met genoegen vernemen, is
de agent van politie Johannes de Yos bij
gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum
benoemd tot agent van politie der 1. Klasse.
BINNENLAND.
Het comité voor de in 1884! te Am
sterdam te houden internationale land
bouwtentoonstelling, moet van verschil
lende zijden flinke medewerking ontvan
gen.
In het Hdbl. heeft Dr. J. E. Mezger
een waarschuwing aan de moeders in Ne
derland gericht, ten opzichte der behan
deling harer kinderen. Hij dringt er vooral
op aan de kleine kinderen los te kleeden,
veel te laten liggen in plaats van ze op
den arm of in een tafelstoel te doen zit
ten.
Wanneer een specialiteit als Dr. Mez
ger zoo iets aanbeveelt, zal 't zeker wel
zaak zijn zijnen raad op te volgen.
De toestand der polders om 's Her
togenbosch wordt met den dag hachelij
ker, d. w. z. als er niet spoedig val komt,
heeft men daar weer een overstrooming
te wachten. Er wordt dag en nacht ge
werkt om de bedreigde polderdijken tegen
het water te verdedigen.
De Beersche overlaat werkt.
Ook in de omstreken van Nijmegen
ziet het er ellendig uit. De overtocht
tusschen die stad en Lent geschiedt reeds
met een stoombootje.
Bij Koninklijk besluit is bepaald dat
van de sneltreinen, rijdende met grootere
snelheid dan die van 60 kilometer per
uur, de locomotieven, tenders, rijtuigen en
wagens, bij den aanvang van den zomer
dienst in 1883, voorzien moeten zijn van
een doorgaanden en zelfwerkenden rem-
toestel, volgens een door den Minister
van waterstaat, handel en nijverheid goedge
keurd of voorgeschreven stelsel.
Van zelfwerkende remtoestelleu, volgens
het aldus goedgekeurd of voorgeschreven
stelsel zullen mede moeten voorzien wor
den de locomotieven, tenders, rijtuigen en
wagens in personentreinen, die met geen
grootere snelheid dan die van 60 kilometer
per uur rijden, waarvoor dit door den
Minister van waterstaat, handel en nijver
heid wordt voorgeschreven.
De terugtocht van den vorigen en de
uitzending vau den tegenwoordigen Gou
verneur-Generaal van Nederlansch Indië
heeft maar het baggatel van f87.153 ge
kost.
Vrijdagmorgen heeft de plechtige uit-
vaardienst voor wijlen Msgr. Schaepman
in de Katherynekerk te Utrecht plaats ge
had. Msgr. Paredis van Roermond cele
breerde de mis. Daarna hield de plebaan,
pastoor Peters, de lijkrede. Vervolgens
werd het lijk naar het graf gedragen en
ter aarde besteld.
den baron von Selchow.
z/Te laat 1" riep Joseph ontzet uit.
Zijt gij wellicht de dokter, als ik vra
gen mag vroeg von Damerow, naar
Joseph toegaande.
z/Neen, maar als er hier nog geen dok
ter aanwezig is, dan kan ik wellicht zijne
plaats vervullen. Ik heb een beetje verstand
van de wondheelkunde."
z/Dan zoudt gij ons zeer verplichten,
want de dokter, dien wij hebben laten
halen, is er nog niet."
Joseph boog zich over den baron heen,
doch die eerste blik reeds toonde hem
duidelijk genoeg aan, dat hier alle hulp
te vergeefs zoude zijn.
z/De kogel is in den rechter slaap ge
drongen, hij is dood," was alles wat hij
zeide.
Een vreeselijke schrik maakte zich van
von D. merow en Landwitz meester.
//Fa;aal," sprak laatstgenoemde, en zich
toen tot Joseph wendende, zeide hij: //Ik
hoop, dat wij een man van eer voor ons
hebben, op wiens geheimhouding wij staat
kunnen maken? Gij zijt?"
//Joseph Hubenrenter."
z/En ik be i von Landwitz. Maar neem
m'j niet kwalijk, ik moet naar mijn vriend
daar. Hij heeft een lichte wonde aan den
voet gekregen, is er dus goed afgekomen,
maar 't spijt me van hem."
Wordt vervolgd,)
Hetgeen we ook maar het //herstel der
orde" in Egypte zullen noemen, vordert
nu snel. Zaterdagmorgen gaf Abdellal, de
gouverneur van Damiette, zich aan Ge
neraal Wood over, en de Engelschen trok
ken de stad binnen. Het garnizoen was
toeu reeds op de vlucht gegaan; de 800
negers, waaruit het hoofdzakelijk bestond,
hadden eerst overal, tot zelfs in het paleis
van den gouverneur geplunderd. Ook het
fort Gemileh, op eenigen afstand van
daar gelegen, werd door de Engelschen
zonder tegenstand bezet, die er het ge
schut vernagelden, en de ammunitie on
bruikbaar maakten. De bevolking uit de
omstreken van het fort, bemerkende dat
de rustverstoorders van de baan waren,
hervatte haar dagelijksche bezigheid, de
visscherij op het Menzaleh-meer.
Ook te Cairo begint het gepeupel zich
in het onvermijdelijke te schikkende nu
en dan voorkomende gevallen, dat Engel-
sche soldaten beleedigd worden en win
keliers eenvoudig weigeren aan de Chris
tenhonden te verkoopen, worden steeds
zeldzamer. Verschillende afdeelingen van
Wolseley's leger, o. a. een groot deel van
zijn cavalerie, is de stad reeds binnenge
rukt, en Maandag j.l. zou, naar bericht
werd, de Khedive met eenigen luister zijn
intocht doen.
Al de officieren beneden den rang van
kolonel, die aan den opstand hebben deel
genomen, zijn ontslagen; de overigen,
vijftig in getal, zullen te Alexandrië voor
een krijgsraad terechtstaan. Er is sprake
van, dat gedelegeerden van de Mogendhe
den de rechtszittingen zullen bijwonen.
De geruchten, dat spoedig een groot
deel van de Engelsche troepen huiswaarts
zou keeren, is nog niet bevestigd: men
wil zelfs dat Wolseley het noodig acht.
in het belang van een duurzamen vrede,
een langer verblijf voor zijn krijgsmacht
vast te stellen. In verband daarmede wordt
door Fransche bladen gemeld dat de
Khedive met Engeland zou overeengeko
men zijn, Britsche garnizoenen te leggen
in Alexandrië, Damiette, Port-Said, Is-
maïla en Suez, terwijl te Cairo een afdee-
ling zou blijven tot bescherming van den
Khedive. Heel vertrouwbaar is dat bericht
niet.
De Koningin van Engeland heeft gene
raal Sir Garnet Wolseley en admiraal Sir
Henri Beauchamp Seymour tot pair ver
heven met den titel van baron, als blijk
van erkentelijkheid voor hun in Egypte
bewezen diensten. Wolseley van zijn kant
vaardigde een dagorder uit, waarin hij het
leger met de verkregen uitkomsten geluk
wenschte en zijn bijzondere tevredenheid
betuigt over de geestkracht, ijver en op
gewektheid van allen in het volvoeren van
hun plicht. De opperbevelhebber brengt
in herinnering dat niet meer dan 25 da
gen noodig zijn geweest om den veldtocht
tot een beslissend einde te brengen.
Uit het Zuiden van ons werelddeel ko
men bedroevende berichten van overstroo-
miugeu: de schoonste streken van Europa
worden er thans het meest door geteisterd.
Ongewoon langdurige en hevige regens
hebben zoowel in Zwitserland als in Tyrol,
in Noord-Italië niet minder dan in Spanje
de rivieren doen zwellen en buiten haar
oevers doen treden, dalen gevuld, meren
doen overloopen, steden en dorpen onder
water gezet, den oogst vernield en alle
denkbare ellende teweeggebracht. In de
Spaansche gewesten Andalusië, Estrama-
dura, Castilië en Navarra waren de ge
weldige plasregens door maandenlange
droogte en tropische hitte voorafgegaan,
zoodat de vooruitzichten van den oogst
reeds allesbehalve schitterend waren, thans
is nog het weinige dat ingezameld kon
worden geheel vernield.
De gissing, dat de Keizei van Rus^nd
zich eens gauw te Moskou zou laten
kronen, is gebleken onjuist te zijnde
Czaar en zijn familie zijn weer naar Pe
tersburg en van daar naar hun afzonde
ring te Peterhof vertrokken. Wanneer de
plechtigheid nu zal plaats hebbenis
onbekend. Enkele berichtgevers weten te
vertellen, dat de uitnoodigingen reeds naar
de verschillende hoven zijn afgezonden met
verzoek den datum geheim te houden.
Het grens-geschil tusschen Turk' e en
Griekenland is verder in der minne bij
gelegd. De Grieksche gezant te Konstan-
tinopel, Konduriotis, heeft een conferentie
gehad met eenige l'urksche staatlieden,
waaronder de Minister van buitenlandsche
zaken en Moekhtar-pacha, en ten gevolge
daarvan gelastte de Sultan per lelegraaf,
de geheele grenslijn, zooals zij indertijd
door de regelingscommissie is vastgesteld,
onmiddellijk over te geven. Yan alle
eischen afziende, maakt Moekhtar-pacha
slechts voorbehoud omtrent één punt, dat
later een onderwerp van gedachtenwisse-
ling moet uitmaken tusschen de beide
regeeringen.
Nog altijd wacht men in Pruisen op
de definitieve opgave van den datum der
verkiezingen voor den Landdaghet dralen
wordt in verband gebracht met den min
der gunstigen staat van Bismarck's ge
zondheid. De officieuse bladen ijveren thans
voor de vorming van een groote midden
partijwaarvoor de vrij-conservatieven en
de nationaal-liberalen de belangrijkste
bouwstoffen moeten leveren.
Staten-Generaal.
In de Zitting der Tweede Kamer van
Maandag droeg de Minister van Financiën
de Staatsbegrooting voor.
Zij bedraagt in uitgaaf 136 millioen
8 ton, zijnde 6J/4 millioen meer dan het
vorige jaar. Die vermeerdering komt groo-
tendeels op rekening van: gevangenisbouw
6 ton; lager onderwijs 14 ton; marine en
oorlog 5y2 ton; waterstaat, nijverheid,
landbouw, posterijen en telegraaf 6 ton.
De raming der middelen is 110 milli
oen 6 ton; gevende een tekort van 26
millioen 2 ton, te dekken door vlottende
schuld. Onder de uitgaven is echter be
grepen 20:/3 millioen voor groote werken,
ten behoeve waarvan o. a. een leenings-
ontwerp is aangeboden; ook mag op 2
millioen besparing worden gerekend. Het
nadeelig verschil tusschen de gewone
ontvangsten en uitgaven kan dus op
circa 4 millioen worden gestelddat
evenwel zal stijgen als de lager ge
raamde opbrengst van den accijns' op het
gedistilleerd tegenvalt en de ontwerpen
tot overname van het Noordzeekanaal en de
leeningwet worden aangenomen. Bovendien
is er nog aan te korten op vorige dienst
jaren tot en met 1882 een bedrag van
271/j millioen te dekken.
De Minister is van oordeel, dat ver
sterking van de gewone Staatsinkomsten
wenschelijk en voorzichtig is, en daartoe
kunnen de reeds ingediende benevens de
nog in te dienen financieële voorstellen
strekken.
INGEZONDEN.
HUISWERK.
Vroeger beschouwde men de scholen
als plaatsen, waar het huiswerk der leer
lingen werd nagezien, terwijl het toene
men in kennis hoofdzakelijk van het huis
werk verwacht werd. Van daar kwam het,
dat op de school eigenlijk geen methodisch
onderwijs gegeven werd. Er was wel eene
trapsgewijze opklimming van het gemak
kelijke tot het moeielijke, van het enkele
tot het samengesteldemaar verder be
paalde zich het ouderwijs tot het opgeven
van lessen en schrijfwerk en tot het over-
hooren van de eersten en het nazien van
het laatste. Daar er dus zooveel op het
huiswerk aankwam, en de school hier
over weinig toezicht kon uitoefenen, werd
druk gebruik gemaakt van belooning en
straf, van prijzen geven en pensum schrij
ven, om tot het goed volbrengen van
huiswerk aan te sporen.
Deze handelwijs gaf geene slechte uit
komsten, zoolang het aantal schooluren
en het aantal vakkeu gering was. De
vermeerdering van het aantal schooluren
en van het aantal vakken heeft echter
hierin verandering gebracht. Vooreerst
toch is het ontegenzeggelijk, dat wanneer
voor elk vak evenveel huiswerk werd op
gegeven als vroeger, de werkzaamheid,
die van de schoolkinderen gevergd werd,
verbazend vermeerderde en het welhaast
onmogelijk werd alzoo voort te gaan. Men
kan kinderen niet met werk overkroppen
zonder hunne gezondheid te benadeelen
en hunne denkkracht te verstompen. Hier
door is de opmerkzaamheid op de metho
de van onderwijs gevestigd, en is onder
zocht, of het niet mogelijk zou zij, meer
op de school zelve te doen leeren, en het
huiswerk in te krimpen. Geheel kan het
niet gemist worden, want er moet stof
zijn om op de school te behandelen en
de kinderen moeten tot eigen werkzaam
heid worden opgeleid, hetgeen bezwaarlijk
kan garn, wanneer zij steeds onder de
leiding van den onderwijzer staan, eD
nimmer alleen werkenmaar toch is het
ontegenzeggelijk, dat de school meer kon