Buitenlandsch Overzicht.
begrooting over 1882, noodig geworden tot
regeling der wijze van verantwoording der
koopsom van gronden aan de Slijkpoortsbiug
en Heerenstraat, met wier gezamenlijk bedrag
zes aandeelen van f 500 in de geldleening van
1875 worden afgelost, terwijl ook voor het
ontbrekend cijfer van f 72 een post wordt
aangewezen. Z. h. o. aangenomen.
Eene missieve van den heer Cramer von
Baumgarten betreffende eene door hem inder
tijd gedane aanvraag om concessie voor een
stoomtramweg van Soestdijk naar Amersfoort,
daarin zich beroepende op eeu niet bij het
gemeentebestuur ingekomen en in afschrift bij
gevoegden brief van 23 Sept., welke volgens
adressant zeiven in 't ongereede schijnt geraakt
te zijn. Te dien aanzien doen Burg. en Weth.
het voorstel te blijven volharden bij 's raads
besluit om geen definitieve concessie te ver-
leenen, te eer wijl bij de Staten van Utrecht
een reglement op de tramwegen aanhangig is
gemaakt. Met algemeene stemmen wordt
dat voorstel aangenomen.
Vervolgens worde» benoemd tot leden van
het burgerlijk armbestuur de heaven W. van
Eeden en J. Zandijk Jr., tot curator van het
gymnasium Mr. J. G. A. van Zijst, tot lid
der commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs Mr. J. Heyligers en tot lid der
plaatselijke commissie van toezicht op het
lager onderwijs de heer A. J. Bos, die alle»
aan de beurt van aftreding warej.
Ingekomon zijn
Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op
de rekening over 1881 en begrooting voor
1883 van de dienstdoenc e schutterij, alsmede
op het aanvullings-kohier der hondenbelasting
over 1882. Voor informatie.
Dankbetuiging van de gemeente-vroedvrou
wen vooi de haar toegekende verhooging van
tractement. Als voren.
Mededeeling van eene nieuwe instructie
voor de gemeente-bodendoor Burg. en
Weth. vastgesteld. Als voren.
Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op
het raadsbesluit, waarbij nader is geregeld
het subsidie aan de bijzondere school voor
meisjes. Als voren.
Missieve van mej. G. J. Mingelen, waarin
het hoofd dier school te kennen geeft de
voorwaarden aan te nemen, waarop haar een
tot f 2800 verhoogd subsidie is toegekend,
en zoo spoedig mogelijk eene onderwijzeres
met hoofdacte aan de school te zullen ver
binden, doch met het oog op de vele pogin
gen in het werk gesteld om de gesubsidiëerde
school in eene openbare te veranderen, zich
voorbehoudt naar eene andere betrekking uit
te zien. Als voren.
De voorzitter hulde brengende aan de ver
diensten van den onlangs overleden gemeen
te-bode W. Stol, die tevens concierge van
het raadhuis was en marktmeester, brengt
de rekesten in van drie sollicitanten naar
laatstgemelde betrekking (G. Klumper, A.
van Santbrink en J. H. Stol.) Ter se
cretarie. Op deswege gedane vragen geeft de
voorzitter den heer Gerritsen te kennen dnt
de bijeenroeping der raadsafdeelingen, voor
het onderzoek van de ontworpen ver
ordeningen regelende het aantal en de
jaarwedde van leeraren aan het gymnasium
en de, hoogere burgerschool, afhanke
lijk is van het tijdstip waarop inkomt
het advies der betrokken inspecteurs
in wier handen de stukken zich be
vinden, en deelt verder den heer van den
Wall Bake mede dat mej. Mingelen bereids
eene oproeping heeft gedaan en in onder
handeling is getreden met eene onderwijzeres
voorzien van hoofdacte.
De zitting is daarna gesloten.
Amersfoort, 13 December 1882,
Do nieuwe keuze van eeu lid voor de
Kamer van koophandel en fabrieken te
Amersfoort, tot aanvulling der plaats van
den heer D. Hubers, die zijne benoeming
niet heeft aangenomen, is door Burge
meester en Wethouders bepaald tegen
Donderdag den 28. December aanstaande.
wat ge mij daar zegt is heel treurig, mijn
heer de abt, maar een ding troost mij, en
dat is, dat ik daarboven, in het paradijs van
de sterren toch nog dauphin wezen zal
Ik weet dat de goede God, die mijne neef
is, niet zal nalaten mij volgens mijnen rang
te behandelen." Zich vervolgens tot zijne
moeder wendende zegt hij«Laat men mij
mijne mooiste kleederen brengen, mijn'
hermelijnen mantel en mijne fluweelen
schoenen; ik wil als dauphin voor de en
gelen verschijnen en het paradijs binnen
gaan."
Een derde keer bukt de aalmoezenier
zich over den jongen dauphin en spreekt
weder op fluisterenden toon Te midden
van zijne rede roept het koningskind op
verontwaardigden toon uit: «Maar dan
heeft men er niets aan dauphin te wezen
En niets meer willende hooren keert de
arme kleine dauphin zich al bitter wee-
neude naar de muur.
Gisteren middag werd een stuk rijder
van de 2e afd. Ie reg. veld artillerie al
hier in garnizoen, met een briefje van on-
slag voor het front der troepen weggezon
den.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers
op achterstaande advertentie van de Wed.
C. Panhuizen-Jung; deze ontwikkelde vrouw
stelt zich voor alhier les te geven tot het
leeren vervaardigen van kunstvruchten,
bloemen enz. Wij hadden het genoegen
eenige van de door haar vervaardigde
vruchten te zien en moeten bekennen, nim
mer eenig voorwerp in dien geest te heb
ben gezien dat zoo de natuur nabij komt,
het is of men vruchten in werkelijkheid
aanschouwd. De getuigschriften waaronder
velen op zegel, welke deze onderwijzeres
bezit zijn allen eensluidend in lof, maar
die zij ook ten volle verdient.
Onderstaand adres werd heden in de
Gemeenteraad voorgelezen
De Kamer van Kooph. en Pabr. te
Amersfoort ontving van de onderteekena
ren de mededeeling van de navolgende aan
Uwe Verg. door hen ingediende adressen
1. "Van het Bestuur van de Vereeniging
Schuttevaer gevestigd te Zwolle.
2. Van de stoombootondernemers de
firma Houtzaager v. Veen en J. L. v.
Ootmarsum.
3. Van de schippers G. Boer c.s., alle
betrekking hebbende op het door de ge
meente Amersfoort, geheven wordend vuur-,
haven- en tongeld, met verzoek die adres
sen te willen ondersteunen.
Het is Uwe vergadering bekend dat de
Kamer steeds van oordeel is geweest, en
zij is dat nog, dat die heffing te hoog en
voor de scheepvaart drukkend is en dat
haar eene verlaging van het tarief niet
alleen gewenscht maar zelfs noodzakelijk
voorkomt. De gronden daarvoor wor
den ontwikkeld in het advies, hetwelk de
Kamer de eer had aan Uwe vergadering
onder dagteekening van 16 Januari 1879
in te zenden, waarvan zij bij deze een af
druk voegt en waaraan zij zich kortheids
halve blijft refereren.
Het eerstgenoemde adres gaat echter
verder en geeft in overweging om de ge-
heele heffing te doen ophouden en de rivier
de Eem met trekpad, paalwerk, lantaarn
en ton h, l'abandon te laten en zoo zulks
noodig geoordeeld wordt, van de schepen
die tot Amersfoort doorvaren en gebruik
maken van gemeentewerken, een havengeld
te vorderen tot goedmaking der kosten voor
onderhoud van die gemeentewerken.
Dat denkbeeld heeft bij de Kamer een
onderwerp van nauwgezette overweging
uitgemaakt waarvan de uitslag was dat
besloten werd dat voorstel aan de ernstige
aandacht van Uwe Vergadering aantebe-
velen.
Het is waar dat wanneer door uwe
vergadering een besluit in overeenstem
ming met dat voorstel wordt genomeu,
de scheepvaart meer dan waarschijnlijk
gedurende eenigen tijd groot ongerief zal
ondervinden, doch daar staat tegenover
dat de Kamer eenen zoodanigen maatre
gel beschouwt als het eenig afdoend mid
del om tot eene afdoende regeling te ko
men van den verwarden en ongeregelden
toestand waarin thans de zorg voor de
bevaarbaarheid der rivier de Eeiu ver
keert, want moge al de gemeente zorgen
voor het trekpad, het paalwerk, de ton
en de lantaarn, ontegenzeggelijk is het
dat voor de diephouding van het vaar
water niets wordt gedaan, ofschoon de
behoefte daaraan bij de toenemende ver
zandingen groot is, zoodat de toestand
van de rivier doet vreezen dat in niet te
ver verwijderd tijdsverloop, de scheep
vaart zal gestremd zijn.
Daar nu de bevaarbaarhouding van de
rivier de Eem die door verschillende ge
meenten dezer Provincie loopt en de ver
binding daarstelt van Amersfoort met
verschillende andere gemeenten van het
geheele rijk, naar oordeel der Kamer een
Rijks- althans een provinciaal-belang is,
vertrouwt de Kamer dat wanneer de ge
meente Amersfoort zich geheel onttrekt
aan de zorg, hoe weinig afdoende dan
ook, die zij tot nog toe op zich nam,
het Rijk of de Provincie zich aan de zaak
zal moeten aantrekken en er eene rege
ling tot stand worde gebracht waardoor
aan alle bestaande bezwaren wordt tege
moet gekomen.
Wat den inhoud der beide andere adres
sen betreft, vermeent de Kamer zich van
een direct advies te moeten onthouden,
omdat het hier betreft eene schuld van
de adressanten aan de gemeente en in
zooverre dus meer een particulier belang.
Met het oog echter op hare U bekende
meening omtrent het drukkende van de
bekende heffing, aarzelt zij echter niet Uwe
vergadering in overweging te geven om
zou doenlijk aan het verzoek te ge moet
te komen.
Met de onderhandelingen over de Egyp
tische regeling schijnt het tusschen Enge
land en Frankrijk nog niet bijzonder te
vlotten. Het aangeboden presidentschap
van de commissie voor de openbare schuld
komt de Fransche Regeering een wel wat
zuinige vergoeding voor in ruil voor den
verloren invloed, en zij wacht andere
voorstellen af. Men beweert dat Engeland
zou hebben aangeboden, aan Frankrijk de
vrije hand te laten in Tunis en op Ma
dagascar, indien men het in Egypte zijn
gang liet gaande Fransche Miuister
Duclerc zou daarop hebben geantwoord
dat hij de verschillende quaesties liever
afzonderlijk geregeld wilde zien. De mili
taire organisatie in Egypte schiet een wei
nig opvan de 4000 man gendarmerie,
die Baker-pacha onder zijn bevelen zou
krijgen, zijn reeds 3000 aangeworven.
Het gerucht, dat Engeland Sir Evelijn
Wood aan het hoofd der Egyptische,
krijgsmacht wenscht geplaatst te zien,
heeft zich nog niet bevestigd.
De voornaamste beschuldigden in de
zaak van Arabi's opstand zijn evenals hij
ter dood veroordeeld doch onmiddellijk ter
verbanning verwezen. Van Suleiman üaoud,
wiens schuld aan de jammertooneelen te
Alexandrië moeielijk ontkent kan worden,
verwacht men hetzelfde. Arabi en zijn zes
mede-veroordeelden gaan naar Ceylon, wer-
waarts zij zullen gebracht worden met een
stoomboot, door de Egyptische regeering
gehuurd. Zij hebben zich op hun eerewoord
verbonden, dat eiland niet te verlaten, zoo
lang de Khedive zulks begeert. De Euro
peanen te Alexandrië hielden eerst een
vergadering, daarna een demonstratie voor
de woningen der consuls, ten einde spoe
dige uitbetaling te vragen van de vergoe
ding voor de schade die zij door het bom
bardement, den brand en de plundering
hebben geleden. De consuls beloofden hun
wenschen aan de verschillende regeeringen
kenbaar te zullen maken.
Weldra zal een belangrijk deel van de
Engelsche bezettingstroepen Egypte ver
laten. Die mannen zullen hun terugroe
ping niet betreuren, want hun toestand
uioet, vooral ten gevolge van het klimaat,
verre van benijdenswaardig zijn.
De Duitsche Rijksdag behandelt de be-
|grooting, door de Regeering voor twee
jaren ingediend. Bismarck is te Berlijn,
doch zond bericht, dat hij tot zijn leed
wezen door ongesteldheid verhinderd is de
zittingen bij te wonen. De fortschrittman
Richter onderwierp de politiek der Regee
ring, vooral op économisch en financieel
gebiedal kon men, zei hij, op eenigen
vooruitgang in handel en nijverheid wij
zen, dan kwam dit niet door maar in
weerwil van de maatregelen, door den
Rijkskanselier genomen. Dat op nieuw
de Regeering voorstelt, voor twee jaren
de begrooting te behandelennoemde hij
een bewijs van minachting voor den Rijks
dag, die vroeger zich beslist daartegen had
verklaard.
In een officieus bladde «Norddeut-
sche Allgemeine Zeitung," komt een vrij
scherpe uitval voor tegen de Nederlandsche
Regeering in zake de zalmvisscherij: aan
het eind van bet artikel word zelf te ken
nen gegeven dat het «bijna onvermijdelijk
is, deze aangelegenheden gaandeweg op
dringende wijze te behandelen." Een for-
meele bedreiging dus! Onze Oostelijke buren
zouden misschien willen dat we een in
richting tot stand brachten waardoor de
zalmen naar hen toe worden gejaagd.
Dinsdag werd te Parijs op kosten van
den Staat Louis Blanc begraven. Als ra
dicaal republikein nam hij steeds levendig
aandeel in de politieke gebeurtenissen
waaraan zijn Vaderland de laatste halve
eeuw zoo rijk is geweest; ook heeft hij
zich een gevestigden naam als geschied
schrijver verworven. Victor Hugo rekende
hem onder zijn trouwste en meest geachte
vrienden.
In den Senaat werd de Regeering door
den legitimist Fresneau geïnterpelleerd
over haar circulaire betreffende de kruis
beelden en andere godsdienstige zinne
beelden in de openbare scholen. De Mi
nister van Onderwijs toonde aan, dat hij
niet slechts binnen de grenzen der wet
was gebleven, maar zelfs bijzonder gema
tigd was geweest door den prefecten op
te dragen, reeds bestaande symbolen niet
buiten noodzakelijkheid te verwijderen.
Al behooren ze, naar zijn gevoelen, alleen
in de kerk thuis, toch heeft hij alleen
gelast, ze niet in nieuw op te richten
scholen aan te brengen.
Onlangs deed zich het opmerkelijk ver
schijnsel voor, dat een geheele gemeente
(Chatel-Guyon) met burgemeester en ge
meenteraad aan het hoofd, tot het Pro
testantisme overging.
Stat en-Generaal.
De algemeene beraadslagingen over
Hoofdstuk V (Binnenlandsehe Zaken) der
Staatsbegrooting voor 1883 werden in de
Kamer geopend door den heer Schaepman.
Deze Afgevaardigde achtte zich verplicht
tegen de begrooting te stemmen omdat er
tusschen hem en den Minister geen vrede
kan zijn zoolang het Departement van
Binnenlandsehe zaken aan de schoolwet is
gebonden. Hij, die wel de Grondwet, niet
de wet op 't lager onderwijs zegt bezworen
te hebben, kan niet medewerken tot de
uitvoering eener wet die hij niet op recht
acht gegrond.
De heer Van Eysinga wees op den
treurigen fluanciëelen toestand van vele
gemeenten, en drong er op aau dat art.
242 der Gemeentewet, wordt gewijzigd ten
einde de bevoegdheid der gemeentebesturen
tot bet heffen van meerdere opcenten op
de grondbelasting der ongebouwde eigen
dommen uit te breiden.
De Minister kwam op tegen de leer
door dan heer Schaepman verkondigd, en
wees op art 115 der Grondwet, waardoor
hij die aan haar trouw zweert, ook de
onschendbaarheid der wet moet handha
ven. De heer Schaepman maakte toen de
reserve, dat hij, als staatsburger tot ge
hoorzaamheid aan de wet bereid, als staats
man het recht bezit om de zedelijkheid
eener wet te beoordeelen en daar naar te
handelen bij het toestaan of weigeren van
de door haar gevorderde uitgaven. De heer
Lieftinck noemde dit revolutie, en meten
met twee maten: is men gehoorzaamheid
schuldig aan de wet, dan is men dat zoo
wel als volksvertegenwoordiger als in qua-
liteit van staatsburger. Wie de Grondwet
bezweert, is gehouden ook de wetten te
eerbiedigen, die op grondwettige wijze zijn
tot stand gekomen. Wil men zulk een
wet niet, men neme het initiatief haar te
wijzigen. De heer Van Nispen was ook
van meening, dat afstemming der begroo
ting om de posten tot uitvoering van een
wet die alleen beoogt een partij ten onder
te brengen een gewettigd middel is om
den strop niet dicht te halen die men
hem wil omleggenwelke bewering
den heer Lieftinck tot de opmerking voer
de, dat de wet op 't lager ondewijs niet
is een partjwet; zij beoogt het welzijn
des volks, dat men door onkunde en dwang
er onder zou willen houden.
De heer Van Houten liep wel niet
met pak en zak naar den heer Schaepman
over, doch protesteerde tegen de leer der
Regeering dat zij die tegen de begrooting
stemmen, inconstitioneel handelenhij
laat zijn recht om een voordracht af te
stemmen niet verkorten, ook als zij strekt
om een wet uit te voeren.
De heer Brouwers daarentegen beloofde
«dat de Minister de wet moest uitvoeren;
nu kan een lid wel zeggen: de onderwijs
wet is voor mij geen wet, doch dat gaat
niet aan. Iedere wettelijk tot stand gekomen
wet is bindend.
Even onvruchtbaar als dit debat was de
gedachtenwisseling over de vaccinatie, bij
art. 67 (besmettelijke ziekten). De heer
Keuchenius kwam met zijne bekende be
zwaren voor den dag die door den heer
Rombach werden bestreden. De heer Lief
tinck deed uitkomen dat ook de anti-revo
lutionaire woordvoerders zich haasten zich
en hun kinderen te laten inenten, hetgeen
de heer Lohman toeschreef aan den school
dwang: bovendien, niet de vaccine, maar
de dwang wordt door hem en zijn vrienden
bestreden. De heer Van Wassenaer Catwijck
deed uitkomen dat geen enkel Christelijk
beginsel zich zou verzetten tegen 't gebruik
van het schoone middel, door den Heere
onzen God ons geschonken tegen de pok
ziekte, en dat het verzet alleen den dwang
geldt.
Een reeks van 12 amendementen zijn
op verschillende onderwijsposten voorge
steld door de heeren Bichon, Lohman,
T. P. Mackay en Van Asch van Wijk.