NIEUWE
JIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BURR, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
Officiële Publicatie.
VROEG GEKNAET.
Feuilleton.
No. 3. Woensdag 10 Januari 1883. Twaalfde Jaargang.
AMERSFOORTSCHE
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 mSanden f 1.Advertentiën van 1 O regelsf 0,40.
Franco door het geheele Rijk1,10. UitgeverA. M. Sloth.OUWerIedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,075
Afzonderlijke nummers«3 Cent. mp A\fFR^rnoRT aoa
rir _i a i j AMERSFOORT. Reclames per regel0,20.
Dit Blad verschnnt des Woensdags en des Zaterdags.
J Oroote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën knnnen ingezon
den worden tot uiterlijk '«mor
gens 8nur des Woensdag» en
Zaterdag».
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slecht» driemaal
in rekening gebracht.
De gedeputeerde staten der provincie
Utrecht
Voorzieningen willende nemen tot het
doen opmaken der lijst van de hoogst
aangeslagenen in 's Rijks directe
belastingen, ter benoeming van leden
der Eerste Kamer der Staten-Generaal
Gelet op de artt. 72 en 73 der wet
van 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37),
regelende het kiesregtenz.
Noodigen de inwoners van dit gewest
uitombijaldien zij elders in 's Rijks
directe belastingen zijn aangeslagen, daar
van vóór den 1 April 1883 te doen blijken.
En zal deze op de gewone wijze worden
afgekondigd en aangeplakt.
UTRECHT, den 4 Januari 1883.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
's JACOB
Voorzitter.
DE KOCK,
Griffier.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op de aanschrijving van Heeren
Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht
van den 16 Juli 1844 (Provinciaalblad
No. 53)houdende uitnoodiging omter
voldoening aan eenop machtiging van
Zijne Majesteit den Koning, door Z. E.
den Minister van Binnenlandsche Zaken
bij aanschrijving d.d. 29 Juni 1844, No.
Een oorspronkelijke novelle.)
I.
Het was een heldere Junidag. De zonnestra
len tintelden over de heide, en schitterden in
't doorzichtige water, dat lag uitgespreid tus-
schen de zacht glooiende duinen en heuvels.
In het dennenbosch, waar de heide aan grensde,
zongen talrijke vogels hun welklinkend lied. Bonte
vlinders wiegden er zich op de kleineeenvoudige
bloemen, of dartelden met de gonzende kevers
in het zonlicht.
Het lachende oord ademde schoonheid en rust;
en de dame, welke op eene houten bank onder
't groen zat te luisteren, kon er niet toe beslui
ten verder te gaan. Van tijd tot tijd sloeg zij echter
een blik naar den kant der heideen dan vertoon
de zich een glimlach, op haar vriendelijk gelaat.
Op de hoogste duin zat een nauw'lijks vol
wassen meisje. Zij hield de kleine hand boven
de schoone, donkere oogen en beschouwde de
uitgebreide vlakte.
Het is hier prachtigriep zij opgetogen tot
den jongeling, die naast haar stond. Hij was in
gedachten verzonken en antwoordde niet.
«Vindt je 't hier niet mooi, Willem?» her
haalde zij.
«Zeker Clarasprak hij, en de toon van zijne
stem gaf duidelijk te kennen, hoezeer hij met
haar instemde. »Ja,« vervolgde hij na eenige
oogenblikken»nu is het hier lief en bekoorlijk
na een half jaar zoudt ge 't niet herkennen
dan is alles kaal en naakt, dan loeit de wind
over de grauwe heide, dan stuiven de sneeuw
vlokken den wandelaar in 't gezicht en ner-
1031 afd. gedaan verzoekjaarlijks de
ingezetene te herinneren aan de bepalin
gen der wet Aan den 4 Maart 1815 (Staats
blad No, 21), betrekkelijk de viering dek
ZON- en FEESTDAGEN;
Maken dientengevolge aan de ingeze
tenen bekend, dat de voormelde wet is
van den navolgenden inhoud:
W ij willem, bij de gratie GODS,
Prins van Oranje-Nassau Souverein
Vorst der Vereenigde Nederlanden,
enz., enz., enz.
Aan al degenen die deze zullen zien
of hooren lezen, salut! doen te weten;
Alzoo wij in overweging genomen heb
ben de noodzakelijkheid omop het voet
spoor onzer godsdienstige voorvaderen
die daarop steeds den hoogsten prijs stel
den die plichtmatige viering van den dag
des Heeren en andere dagender open
bare christelijke godsdienst toegewijd,
door eenparige voor de geheele uitgestrekt
heid der Vereenigde Nederlanden algemeen
werkende maatregelen te verzekeren.
Zoo is het, dat Wij, den Raad van
State gehoord en met gewoon overleg
der Staten-Generaal dezer landenhebben
goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
1. Dat op zondagen en op zoodanige
godsdienstige feestdagenals door de
kerkgenootschappen van de Christe
lijke godsdienst dezer landen alge
meen erkend en gevierd worden
niet alleen geene beroepsbezighe-
deu zullen mogen worden verricht
welke de godsdienst zouden kunnen
storen, maar dat in het algemeen
geen openbare arbeid zal mogen
plaats hebben dan ingeval ven nood
zakelijkheid alswanneer de plaat
selijke regering daartoe schriftelijke
toestemming zal geven.
2. Dat op deze dagen, met uitzonde-
gens, nergens is eene plaats, waar de vermoeide
rust kan vinden.
«Maar nu is het nog schoon,» viel hem het
meisje lachend in de rede, «en zoolang ik het
schoone kan genieten wil ik het doen, zonder
mij te storen aan het onaangenamedat komen
moet. Heb ik geen gelijk?»
«Dat heb je!» zei Willem, terwijl hij haar
vol liefde aanzag.
Een blijde glans lag verspreid over 't aanval
lige gelaat van het meisje, wier zwarte lokken
fladderden in den wind.
«Het begint te waaien, Clara! ik geloof, dat
wij goed zouden doen met naar het bosch te
gaan. Je mama zal ons zeker wachten.»
Zij knikte en stond op. «Ik zou hier wel
maanden willen blijven. Het uitzicht is zoo ruim,
zoo grootsch!»
«Blijf dan Clara, ik zal je niet verlaten,» riep
Willem schertsend.
«Nudat is best.Maar dan vraag ik er
nog een paar vrienden en vriendinnen bijanders
hebben wij het te eenzaam.»
Willem haalde de schouders op. Dit laatste
was hij niet geheel met haar eens.
«Willen we gaan?» vroeg hij.
«Ja, wie er het eerst is!» En het vroolijke
meisje sprong vlug naar beneden en ijlde naar
het bosch.
De knaap bleef een oogenblik staan en zag
haar met innig welgevallen na.
«Lieve, lieve Clarailuisterde hij toen
drukte hij zich den hoed vaster op het hoofd
en snelde voort over de heide.
«Zoo alleen, vrouwlief?» vroeg Mijnheer Van
Ransberg, die eene wandeling door het bosch
had gemaakt, en nu zijne gade op de bank vond
zitten.
«Ja Frits! Willem is met Clara naar de dui-
ring van geringe eetwaren, geene
koopwaren hoegenaamd op markten,
stratenof openbare plaatsen zullen
mogen worden uitgestald of ver
kocht, en dat kooplieden en win
keliers hunne waren niet zullen mo
gen uitstallen noch met opene deu
ren verkoopen.
3. Dat gedurende den tijd voor de
openbare godsdienstoefening be
stemd de deuren der herbergen en
andere plcatsenalwaar drank ver
kocht wordtvoor zoo verre dezelve
binnen den besloten kring der ge
bouwen liggende zijnzullen geslo
ten zijnen dat ook gedurende dien
zelfden tijdgeenerhande spelen
hetzij kolven, balslaan of dergelijke
mogen plaats hebben.
4. Dat geene openbare vermakelijkhe
den zooals schouwburgenpublieke
danspartijenconcerten en harddra
verijen, op de zondagen en alge-
meene feestdagen zullen gedoogd
wordenzullende het aan de
plaatselijke besturen worden vrijge
laten hieromtrenteene uitzondering
toetestaan, mits niet dan na het
volkomen eindigen van alle gods
dienstoefeningen.
5. Dat de plaatselijke politie zorg zal
dragenteneinde alle hinderlijke
bewegingen en geruchtin de nabij
heid der gebouwen tot de openbare
eeredienst bestemd en in het alge
meen alleswat derzelve zoude kun
nen hinderlijk zijn, voortekomen
of te doen ophouden.
6. Dat de overtreding tegen de bepa
lingen van dit besluitnaar gelang
van personen en omstandigheden
zullen gestraft worden met eene
boete van niet hooger dan vijf en
twintig guldenof met eene gevan-
nen gegaan; 't is voor mij wat ver. Ze zullen
zoo aanstonds wel terugkomen,» voegde zij er
bij, tsen Van Ransberg naar hen uitzag.
«Daar zijn ze al,» zeide hij glimlachend en
een oogenblik later stond Clara hijgende voor
hare ouders.
«Dat was loopen Mama!» riep ze, en ze sloeg
den arm om den hals van hare moeder, die ze
hartelijk kuste.
«Kom, kom, malle meid! Heb een beetje
medelijden met je oude Mamalachte mevrouw
terwijl zij het levendige meisje zacht afweerde.
«Maar waarom kwam je er zoo aanvliegen?»
«Och, wij hebben oin het hardst geloopen!
Maar is dat nu een jongen!» riep zij luid, om
het haar vriend, die met een vluggen tred
naderde, te doen hooren: «Is dat nu een jongen!
Ik ben een half uur eerder hier, dan hij!»
«En ik dacht, Willem, dat je er juist zoo'n
baas in was om de meisjes na te loopenplaagde
mijnheer.
«Dat schikt anders toch nog alantwoordde
hij vooolijk.
«Neen, neen! ik heb het ook gehoord!» zeide
Clara. «Het is al te erg. Meisjes naloopen, en
dat voor een schooljongen
Willem dacht iets te antwoorden, maar
't ging niet; hij beet zich op de lippen en zweeg,
liet dartele meisje had hem dieper gewonddan
zij wist of bedoeld had.
Een schooljongen!
Op dit oogenblik voelde hij zoo diep welk
verschil er bestond tussclien het bijna volwassen
meisje, dat hij liefhad en hem, den schooljongen,
die sommen moest uitrekenen en thema's maken
tusschen haar, de schoone de gevierde Clara
Van Ransberg, en hèm, den zeventienjarigen
Willem Bonna! Een sparappel, die hem langs
het hoofd vloog, wekte hem uit zijn gepeins;
en snel omziende, zag hijdat Clara juist gereed
genis van niet langer dan drie da
gen voor de overtreders die buiten
staat mochten zijn boete te betalen.
7. Dat, bij eene tweede overtreding,
de boete of straf zal worden ver-
dubbuld, en wijders alle te koop
gelegde of uitgestalde goederen ver-
benrd verklaard en de herbergen
of anderen publieke plaatsen voor
ééne maand gesloten zullen worden.
En dat door deze algemeene verorde-
nering, alle daarmede niet overeenkom
stige provinciale of plaatselijke reglement
ten en inrichtingen zullen worden gehou
den voor vervallen.
Lasten en bevelen dat deze in het
Staatsblad zal worden geïnsereerden
dat een genoegzaam getal exemplaren
gedrukt en aan de Staten in de onder
scheidene provinciën of landschappenin
gevolge art. 86 der grondwet, ter uit
voering zal worden gezondenmet last
om dezelve alom te doen publiceren en
affigeren, en van de predikstoelen der
onderscheidene Christelijke genootschap
pen te doen aflezen.
Lasten en bevelen voorts dat Onze
ministeriële departementen en andere
autoriteitenjusticieren en officieren, wien
zulks aangaat, aan de nauwkeurige uit
voering de hand zullen houdenzonder
eenige conniventie of dissimulatie.
Gegeven in 's-Gravenhageden 1 sten
Maart des jaars 1815, het tweede van
Onze regering.
{get eek end) WILLE M.
Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke
(Hoogheid
getcckendA. R. Falck.
Gedaan te Amersfoort, den 8 Jan. 1883.
Burgemeesters en Wethouders voornoemd,
De SecretarisDe Burgemeester
W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN.
stond andermaal haar geluk in 't gooien te be
proeven.
;Nu liet zij de hand zakken.
«Ben je zóó moe van 't loopen, arme jongen,
dat je geen woord meer kunt spreken?» vroeg
zij schertsend.
«Eer ik sprak, moest ik je eigenlijk die spar
appels afnemen, want je doet er toch maar
kattekwaad mee,» zei Willem, terwijl hij hare
kleine hand poogde te vatten.
Maar zij was hem te vlug. «Dat gebeurt niet!»
en zijne hand ontwijkend, gaf zij hem een' tik
op de vingers.
«Zoo, Claartje! sla je?» riep mijnheer. Weet
je wel: Femme qui bat, demande un baisar?»
Willem deed haastig een stap vooruit.
«Je hoort je vonnis, Clara
Maar zij wierp de sparappels weg, en vluchtte
naar hare moeder.
«Zie, daar is Eduard!» riep Mevrouw Van
Ransberg plotseling, terwijl zij op een ruiter
wees, die de heide afkwam.
Een ongeluk komt nooit alleen.
Willem werd niet slechts in de voltrekking
ven het vonnis gestoord, maar dit geschiedde
nog wel door de tusschenkomst van den heer
Cone; en vooral dit laatste was niet geschikt
om hem in eene vroolijke stemming te houden.
Eduard Cone was student; negentien jaar oud
goed van uiterlijk en graag gezien. Sinds jaren
met de familie Van Ransberg bekend, nam hij
elke gelegenheid te baat om haar een bezoek
te brengen, waarvan het gevolg was, dat hij
met Clara, en Clara met hèm werd geplaagd;
waardoor hij echter niet van het komen en zij
niet van 't vriendelijk ontvangen werd afge
schrikt.
«Mijnheer, hoe vaart u! Dag Mevrouw, dag
ClaraMen reikte elkander de hand.
Wordt vervolgd