NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
T, URN. BUNSCHOTEN, MES, MELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND,
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
LEUSDEN, SOESÏ,
Feuilleton.
ALICES GEHEIM.
No. 48.
Zaterdag 16 Juni 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
„Niet met politiek be
moeien
W. PASSAUER.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,074
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon-
den worden tot uiteriyk 's mor
gens 10 uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
in rekening gebracht.
Er zijn niet weinigen onder onze land-
genooten, die liet bovenstaande werkelijk
als stelregel hebben aangenomen. Zij mee-
nenen niet zonder gronddat er voor
bepaalde dingen ook bepaalde rnenschen
moeten zijn, en dat, wanneer ieder
zich zoo goed mogelijk kwijt van hetgeen
hem binnen den kring zijner persoonlijke
bemoeiingen is opgelegdde zaken
vanzelf uitstekend moeten marcheeren.
De politiek daarentegen dwingt dege
nen die zich met haar afgevenen die
niet door hun studiën en werkkring aan
de behartiging der openbare zaak zijn
verbondentot strooptochten op allerlei
vreemd gebied.
De gebrekkige of hoogst oppervlakkige
kennis, die de gewone burger kan be
komen van de verschillende aangelegen
heden die het onderwerp der regeerings-
zorg uitmakenkan niet tot maatstaf
voor een oordeel dienen. Toch is dit niet
zelden het geval. Hoe ingewikkelder de
quaesties zijn, des te spoediger is men
somtijds gereed om een oplossing voor
te stellen. Bescheidenheid is zeker niet
de hoofddeugd van de duizend-en-een
politici, die we in het dagelijksch leven
ontmoeten.
Bovendien is het niet geheel onwaar
wat Bismarck onlangs heeft gezegd «De
politiek bederft liet karakter.» Behalve
dat zij niet zelden opgeblazen maakt,
prikkelt zij ook den strijdlust. Natuurlijk,
wie een stelling als vaststaande beschouwt,
zoekt anderen, die het tegendeel bewe
ren, van hun ongelijk te overtuigen. De
strijd blijft zich echter zelden bepalen
tot de zaken, maar geldt hesj, spoedig
de personenals wanneer hij ge
woonlijk wordt aangeduid als hooge po
litiek, vermoedelijk omdat zijn oorzaak
voor het eenvoudig gezond verstand te
hoog gaat. Iets van dien aard aanschou
wen we dezer dagen in den boezem der
liberale partij bij het opwerpen der vraag
of mijnheer A. of B. al of niet is een
Kappeyniaanen wat men eigenlijk
daaronder te verstaan heeft.
Is er alzoo een politiek, waaraan het
meedoen niet is aan te bevelen omdat
zij de eendracht verbreektden geest
van samenwerking verbantaan den
anderen kant mogen we niet onopge-
i merkt laten dat de bewering: «Ik be
moei mij niet met politiek zeer dikwijls
slechts een voorwendsel is om plichtver
zuim te vergoelijken,
i In vroeger tijd had dat voorgeven alle
I recht van bestaan. Het volk mocht naar
hartelust de dingen bepratenaltijd
met inachtneming van den noodigen eer
bied voor de gestelde machtenmaar kon
er zoo goed als niets aan veranderen. De
vorst en zijn dienarenof de overheden,
die zich boven alle controle verheven
achttenbeslistenen er was geen ver
der beroep mogelijk.
i Nog in deze eeuw hebben wij de duide
lijke sporen van het autoratisch gezag in
Nederland kunnen waarnemen, toen onder
de regeering van Willem I niemand iets
j wist van den toestand der geldmiddelen,
zoodat we langzamerhand vrij dicht bij
den afgrond van een staatsbankroet kwa-
NOVELLE
van
10)
Annabel Monval had gedurende al dezen
tijd in den grootsten angst doorgebracht, zon
der dat zij echter hare schuilplaats had durven
verlatenwant zij begreepdat het dan met
haar leven gedaan zoude zijn geweest. Met
ingehouden adem had zij naar dit vreeselijk
gesprek geluisterd en telkens had zij zich ge
weld moeten aandoen, om door geen enkelen
kreet haren afkeer voor de lage schurken te
kennen te geven. Lang nog nadat dezen reeds
verdwenen warenstond zij daar nog altijd
bevend op dezelfde plaats. Eindelijk na lang
aarzelen, trad zij te voorschijn en sloop stil,
heel stil naar de plek, die zij eenigen tijd te
voren in haren angst verlaten had.
Nog immer brandde het licht in Alice's ka-
fner even helder, nog immer z: g zij de scha
duw van het jonge meisje langs den muur heen
en weer glijden. Zij was dus nog niet naar bed;
de smart, over hetgeen zij gezien had heden
avond in het afgelegen kabinetje, hield haar
waarschijnlijk den slaap uit de oogen.
Annabel ging de trap op cn opende, zon
der het minste gedruisch te maken, de dub
bele glazen deur, die onmiddellijk met de ve
randa in verband stond. Zij trad zachtkens
het vertrek binnenzonder dat Alice, wier
rug juist naar de deur toegekeerd was, het
men. Het is dan ook maar niet een na
tionale gril geweest, dat men vóór vijf
tig jaren aandrong op ministrieële ver
antwoordelijkheid en reehtstreeksehe ver
tegenwoordiging, beginselen met welke
de toenmalige regeering zich volstrekt
niet kón vereenigen én die dan ook eerst
in 1848 in ons constitutioneel leven zijn
opgenomen.
Welnu, sedert de invoering van het
nieuwe grondwettig stelsel zijn we allen
wel degelijk verplicht, aan politiek te
doenin den goeden en verstandi-
gen zin van liet woord. Niet slechts
van de individuenook van de volken en
staten nemen de behoeften toe, omdat
zij gaandeweg hun ideaal hooger plaat
sen en andere middelen noodig hebben
om het te verwezenlijken. Zijde volken,
gevoelen met toenemende levendigheid
dat zij ais volk een bepaalde taak te ver
vullen hebben, dat hun een aandeel
is toegewezen in den arbeid voor den
algemeenen vooruitgang van ons geslacht,
dat liet staatsgezag, als uitdrukking
van den wensch van do meerderheid der
burgers, zich verschillende aangelegen
heden meer heeft aan te trekken dan
het vroeger deed. Die burgerszij be-
sell'en dat het hun plicht is, na te den
ken over de wijze waarop aan die roe
ping zal worden voldaanen hechten
noog gewicht aan de keuze der mannen
die in deze richting moeten aanwijzen.
In dat licht beschouwd, kan er geen
noodlottiger dwaling bestaan dan deze,
dat men een goed burger kan zijn zon
der de plichten te vervullen die de be
voegdheid tot het uitoefenen van zekere
rechten oplegt.
Al waren er geen hooger motieven
aan te voerende zucht tot. zelf behoud
dwingt ook den 8taat tot werkzaamheid.
Hij moet meedoen aan den vooruitgang,
bemerkte. Toen deze echter na eenige oogen-
blikken het hoofd omwendde en hare oogen
opsloeg, werd zij eensklaps de in den don
keren mantel gehulde gestalte gewaar. Zij
trad eenige schreden achteruit en vroeg ang
stig:
«Wie is daar?»
Annabel kon geen woord zeggenzoozeer
was zij nog onder den indruk aan hetgeen
zij daareven vernomen had.
Op een toonwaarin zich trots en vrees
met boosheid "mengdenherhaalde Alice hare
vraag.
Aimabel trad nog eenige schreden nader,
sloeg haren mantel naar achteren en zeide
met bevende stem«Ik ben Aimabel
Monval.»
Alice liet het schelkoord, waarnaar zij in
haren angst gegrepen had, los en zag hare
bezoekster verbaasd aan.
«Ja, Alicezoo begon het meisje, «wel
moogt ge u verwonderen, dat ik, na hetgeen
er heden avond gebeurd is, op dit ongewone
uur uwen drempel betreed, doeh
«Inderdaad, Miss Monval,» sprak Alice, ter
wijl zij zich trots tot hare volle lengte verhief,
«ik ben meer dan verbaasd, u hier te zien; gij
waart wel de laatste persoon, die ik dacht dat
mij onder de oogen zoude durven komen.
«Maar,» zoo liet zij er met bitterheid op vol
gen: «gij hebt ongetwijfeld geld noodig en komt,
als eene belooning voor uw edel gedrag, van
heden ondersteuning vragen! Doch gij hebt u
in het vertrek vergist. Hij, dien gij zoekt, en
die u ongetwijfeld hulp wil verleenen, bevindt
zich m den anderen vleugel van het gebouw.
Het is zeer laat, Miss Monval, daarom verzo.k
ik u
Zij zweeg doch wees üer met hare hand naar
de deur.
of hij gaat ten grondewant stilstand
van den een werkt belemmerend op de
vorderingen van den ander. Envooral
waar liet kleine Staten geldtis deze
noodzakelijkheid dubbel dringend wijl zij
zoo spoedig den grooten in den weg staan.
Men lette er bij gelegenheid eens op,
met hoe weinig welwillendheid ons va
derland somtijds in Duitschland wordt
besproken. De toestand van de water
wegen bier, schijnt onzen buren nogal
ergernis te veroorzakenterwijl ook over
onze defensieve krachten voor 't geval er
een oorlog mocht uitbrekenmet het
tegendeel van ingenomenheid wordt ge
oordeeld.
We noemen dit voorbeeld slechts, om
aan te duiden dat het tijd wordt wat
meer werkzaamheid te ontwikkelen. Mis
schien zal de betere behartiging van de
belangrijkste staats-aangelegenheden den
ingezetenen op eenige offers te staan ko
men, maar indien zij uit het verledene
lessen willen putten voor het tegenwoor
dige, dan zullen zij moeten erkennen,
'dat staatkundige onafhankelijkheid toch
ook wel wat waard is. Of we een vrij
volk zijn of niet, belastingen zullen we
in ieder geval moeten betalen: en er
is een tijd geweest dat zij vrij wat druk
kender waren niet alleenmaar dat de
opbrengst ook als buit het land werd
uitgedrageninplaats van aangewend te
worden ter voorziening in de behoeften
van het land zelf,
Vaderlandsliefde dwingt tot belang
stelling: en we hopen te hebben doen
uitkomen dat het gemis van deze een ge
brek is dat zich niet zoo maar laat weg
praten met de verklaring dat men zich
niet met politiek bemoeit. Integendeel
ons aller denken en doen heeft het va
derland noodig voor een gezonde ontwik
keling.
Ook de tooneelspeelsler sprak gedurende eeni
ge oogenblikken niettoen echter herinnerde
zij zich, dat zij hier niet gekomen was als eene
bedelares, doch als iemand, die een bericht
vau het grootste belang mede te deelen had.
«Ik zoude reden hebben, Miss Alice,» aldus
sprak Aimabel met veel vuur, «om u na deze
beleedigende woorden voor altijd den i ug toe
te keeren en deze kamer onmiddellijk te ver
laten. Ik kwam hier vol ootmoed in het harte,
vast beslotenu mijnen innigeit spijt te betui
gen, dat ik mij geheel gedachtenluoszonder
het minste booze opzet, tot een allerschandelijkst
schelmstuk tegen u en hem heb laten gebruiken.
Ik reken er op, da. gij mij mijne fout, waar
over ik diep berouw gevoel, vergeven zoudt
omdat het uw vader was, die mij tot deze, vol
gens zijne verzekering ouschuldige scherts ver
leidde en ik hoegenaamd niets wist van de
betrekking, die er tusschen u en den heer
liearny bestond
«Genoeg, Miss Monval, genoeg hiervanviel
Alice haar met afwijzende gebaren in de rede,
«denk niet, dat ik duld, dat men nog langer
comedie met mij speelt. Ik vertrouw mijne oogen
meer dan de schoone phrazen van eene co-
mediante
Een gloeiend rood bedekte Annabels gelaat
op het hooien dezer woorden en inwendige
woede scheen haar het spreken te beletten.
Weldra echter herstelde zij zich en sprak:
«Ik vergeef u ook deze beleediging, Miss
Howitt, en ik twijfel niet, of mijn rein ge
weten zal uwe verdenking wel leeren ver
dragen. Doch daar gij mijnen woorden geen
geloof wilt schenken en de «comediante»
van het plan zal moeten afzien, om bij u
hulp te zoeken tegen het doodsgevaar, dat
Mijnheer George Kearny dreigt, zoo zal ik al-
leen handelen en hem trachten te redden.»
Alice was gedurende deze laatste woorden
doodsbleek gewordendoch zij sprak niet.
«Miss Alice,» vervolgde Annabel, «het toeval
heeft mij tot deelgenoot van uw geheim ge
maakt, en, zonder mijne bedoeling zooals ik
u reeds daar straks zeide heb ik den band
verbroken, die u beider harten verecnigde.
Daarom ook ben ik verplicht, om voor mijne
schuld te boeten, goed te maken wat ik mis
deed, zoo zulks mogelijk is, en u te toonen,
hoe ontzettend veel leed het mij doet, met/.oo
schijnbaar wreede hand in uw levensgeluk ge
grepen te hebben.
Vaarwel Miss Alice, eenmaal, hoop ik, zal
het oogenblik komen, waarop gij anders over
,de comediantedenken zult, als gij thans
i doet. Vaarwel
Daarop trok Annabel den mantel over hare
schouders en verdween.
Alice stond als verpletterd. Eensklaps sprong
zij naar voren, alsof zij Annabel wilde terug
roepen, doch toen weer bleef zij staan en liet
zich op een sofa nedervallenhet gelaat met
de handen bedekkend.
V.
De karavaan, die op bevel der regeering
uitgetrokken was, teneinde het grondgebied
langs den Ohio gelegen, op te meten, was
reeds bijna drie weken onderweg en bestond
uit verscheidene staatsambtenaren en hunne
bedienden, ongeveer zeventig muilezels, die
de benoodigde levensmiddelen, instrumenten,
tenten, enz. droegen, benevens eene escorte
van vier en twintig soldaten, die de achter
hoede uitmaakte.
Ook George bevond zich bij deze groep, li j
zag er zeer somber uit, want hij vreesde. Alice
nimmer meer te zullen aan-chouw mi, <1 t ,..j
I heul eeil laat it onderhoud go.voigeiu una.
1 (Wordt vercolyd.j