NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
Beelden uit het verleden.
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOCLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
Feuilleton.
No. 78.
Zaterdag 29 September 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Van Geldzaken.
CHARVO.
De terugkeer naar Nederland.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,07*
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon-
den worden tot uiterlijk 's mor
gens 10 uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slecbts driemaal
ia rekening gebrackt.
De eenige volzin van de troonrede, die
een weinig licht verspreidt over het re-
geeringsbeleid der naaste toekomst, heeft
betrekking op den financieelen toestand
des lands.
„Eene onmisbare versterking van 's Rijks
inkomsten zal U worden voorgesteld."
In haar adres van antwoord zegt de
Eerste Kamer hierop:
„Het herstel van het evenwicht tus-
sehen uitgaven en inkomsten vordert de.
onverwijlde en nauwlettende zorg van
Regeering en Staten-Generaal. Ook wij
beschouwen versterking van 's Rijks in
komsten als onmisbaar, doch mogen niet
verzwijgen, dat wij evenzeer verbetering
van ons belastingstelsel een dringenden
eisch en een zuinig beheer een duren
plicht achten."
Onze senaat legt daar juist den vinger
op de wond. De Minister van Financiën
is voor zijn persoonlijk aandeel in de
troonrede verbazend kort geweest, als
vreesde hij zich door eenige toezegging
te zullen bindenniettemin is de geldelijke
toestand van dien aard geworden, dat de
natie recht heeft spoedig nader ingelicht te
worden. De verwachting, dat bij de aanbie
ding der Staatsbegrooting voor 1884 iets
van de plannen der Regeering zou worden
geopenbaard, is ook al niet verwezenlijkt
we hebben allen kunnen vernemen hoe
groot wel de behoefte aan de sinds jaren
II. LATER.
door
Ieder beijvert zich de vertrekkendenzijne beste
wenschen voor zijne toekomst kenbaar te maken;
handdrukken naar rechts en links worden ge
geven, omhelzingen hier en daar bezegelen eene
langdurige e onverbroken vriendschap tranen
van weemoed worden in veler oogen zichtbaar,
't is vooral voor hen die gaan, een treffend
oogenblik. 't Duurt evenwel niet langde ha
venboot zal afsteken haastig begeven zich de
vertrekkenden aan boord, de loopplank wordt
binnengehaald en de boot zet zich in beweging.
Onafgewend rusten de blikken op hen die ach
terblijven, hoeden en doeken ziet men nog eeni
ge oogenblikken wuiven, dan onttrekt de „Wel
komst-batterij" de achterblijvenden aan het oog
en vervolgt de kleine stoomboot, waarvan het dek
volgepropt is met menschen en bagage, haren
tocht naar de reede. Spoedig zijn de havenhoof-
den.bereikt; eene breede deining doet het ranke
vaartuig heen en weder slingeren en is reeds voor
sommigen de voorbode van hetgeen hen op het
groote stoomschip te wachten staat. Niet zon
der moeielijkheden heeft het embarkement op
den reusachtigen mailstoorner plaats, maar het
officiers-personeel blijft niet in gebreke om met
zéemanskalmte en beleefde voorkomendheid de
met klimmenden nadruk aanbevolen „ver
sterking" wel geworden is.
Reeds in het thans loopende jaar kun
nen de gewone uitgaven niet meer door
de gewone inkomsten worden gedekt.
Deze laatsten namen sinds 1881 niet meer
toe, wel de eersten,' voor welke een te
kort wordt geraamd van ruim 7'/2 mil-
lioen, dat de Minister wil dekken door
nieuwe belastingen. Welke dat zijn zul
len, is nog niet officieel medegedeeld wat
er van bekend is geworden, werd door
de dagbladen bericht, en het is niet mo
gelijk uit te maken, of die opgave vol
ledig en juist is.
Daar komt nog meer bij. In het pas
genoemde tekort is ook begrepen een be
drag van 2 millioen voor rente en aflos
sing van de jongste leening voorloopig
een blijvende post. Bovendien zijn er nog
buitengewone werken genoteerd, die
moeten worden aangevangen of voortge
zet, namelijk: de verlegging van den
Maasmond, het kanaal van Amsterdam
naar de Merwede, den verderen aanleg
van Staatsspoorwegen, welk een en ander
niet minder dan 30 millioen zal kosten
dan nog de eventueel goed te keuren uit
gaven voor de verbetering van den Rot-
terdamschen waterweg en de voltooiing
van het vestingstelsel.
Het is dus niet te verwonderen, dat
voor die buitengewone werken de Mi
nister zich voorstelt op nieuw een beroep
te doen op de geldmarktreeds in het
aanstaand voorjaar zal waarschijnlijk de
goedkeuring der Volksvertegenwoordiging
worden gevraagd voor een leening van 50
millioen.
Daarmede neemt dan alweer de rente
last toe, en stijgen op nieuw de gewone
Het kan niet anders, of het medege
deelde moet een treurigen indruk geven
het spreekt van niets anders dan van fi-
nanciëel onvermogen.
Toch kan het niet waar zijn, dat Ne
derland te arm is om het hoofd boven
water te houden. Een land met zulke
hulpbronnen, behoeft geen oogenblik te
staan op het hellend vlak, dat naar een
Staatsbankroet voert, indien we slechts ge
regeerd werden door mannen die met
ernst zijn bezield om door krachtige en
afdoende maatregelen een blijvende ver
betering te brengen in den toestand, en
onze vertegenwoordigers, met terzijde
stelling van min of meer ernstige geschil
punten, eendrachtig tot die verbetering
wilden samenwerken.
Op dit oogenblik is de financiëele quaes-
tie de alles beheerschende, en de Regee
ring moest niet rusten voor zij die het
allereerst tot oplossing had gebracht.
Het eenig middel daartoe is een gron
dige herziening van het belastingstelsel,
in dien zin dat waar de meeste draag
kracht aanwezig is, ook de meeste lasten
worden opgelegd.
Ongelukkig schijnt de Regeering voor
nemens, zich met eenige weinig bedui
dende lapmiddeltjes van de zaak te willen
afmaken. Wat althans omtrent haar plan
nen wereldkundig is geworden, kan in
geen enkel opzicht als belastinghervor
ming worden aangemerkt: integendeel,
het bestendigt niet alleen de bestaande
wanverhoudingen, maar^ tt ~anoggroo-
ter proportiën aannemen.
Wat bijvoorbeeld, voorondersteld
dat de loopende „geruchten" waarheid be
helzen, wat te zeggen van het plan om
aan de gemeenten de beschikking te ont
nemen over één van de haar vroeger af
gestane vier vijfde deelen van de perso-
neele belasting'.' Op die eenvoudige manier
brengt men de zaak niet in 't reine. De
behulpzame hand te bieden en spoedig zijn de
passagiers, de hen uitgeleide doende vrienden,
zoomede de bagage overgenomen en verwijdert
zich de havenboot, om ook elders op de reede
een embarkement te helpen bewerkstelligen,
waarna zij degenen die naar den wal terug moe
ten, zal komen afhalen.
't Is op de mailboot der Maatschappij „Ne
derland" eene buitengewone drukte. Het scheeps-
personeel is in eene onophoudelijke beweging
orn de toebereidselen voor de reis te beëindi
gen de bagage, voor zooverre die niet reeds
vooruit naar boord gezonden is, in de daarvoor
bestemde ruimten op te bergen of in de hutten
der betrokken passagiers te brengen de hof
meesters en verdere bedienden loopen af en aan
om de passagiers behulpzaam te zijn de ste
wardesses bieden de dames met kleine kinderen
hare hulp aan de scheepsofficieren slaan over
al een laatste blik of alles voor de reis in orde
is; de kommandant eindelijk die op dit uur van
vertrek zijne aandacht aan alles te gelijk schen
ken moet, laat niet na zich hoffelijk aan de pas
sagiers voor te stellen, om onmiddellijk daarop
weder zijne veelvuldige bemoeiingen voor schip
en lading te hervatten. In het salon staat een
eenvoudig maar smakelijk ontbijt gereed, waar
door de passagiers en de hen uitgeleide doende
vrienden, die voor het vertrek van Weltevreden
geen tijd hadden om te ontbijten, gelegenheid
vinden, zich op een afdoende en smakelijke wij
ze te ontnuchteren. Daar nadert de havenstoom
boot, het laatste afscheid heeft plaats. Omhel
zingen hier, handdrukken ginds, korte herinne
ringen, aanbevelingen en kommissiën weder-
zijdsch, wisselen elkander snel af, ondanks de
herhaalde waarschuwingen dat het vertrek is
aangebroken. Eindelijk klinkt, als laatste waar
schuwing, het langdurige en schelle geluid der
stoomfluitaan uitstel hoe kort ook valt niet
l*
rneer te denken, nog een laatst vaarwel en het
pijnlijke oogenblik is voorbij.
Met groote snelheid verwijdert zich het dwerg
bootje van het zeekasteelde passagiers staren
nog over de verschansingen hunne vrienden na
en bemerken niet dat het anker inmiddels ge
wonden is. Eene trillende beweging van het schip
herinnert hun evenwel aan het vertrek; twee
malen, kort na elkander, klinkt het afscheidssa
luut uit de draaibassen der mailboot, de vlag
op den achtersteven salueert driemalen de gan-
Sche vloot en Java's kusten, het schip zwaait,
legt koers en stoomt weldra met vollen stoom
langs Onrust en zoo verder noordwaarts, koers
leggende naar Straat Banka, om via A;jeh de
groote reis naar het Vaderland voort e zet
ten.
Intusschen hebben de vertrekkenden zoo lang
zij kunnen Java in het oog gehouden, maar de
machtige mailstoorner doorklieft met onverbid
delijke snelheid de baren en Java's lage kusten
verdwijnen in eenen nevel, die als laatst her-
inneringsteeken nog eenigen tijd zichtbaar blijft,
om ook eindelijk voor den onmetelijken cirkel,
die lucht en zee scheidt, plaats te maken.
De „Noordwachter" is reeds gepasseerd en't
stoomschip bevindt zich in de volle Java-zee, die,
wat de mannen van het vak noemen, maar even
hobbelig is, maar waarin aan het schip toch
beweging genoeg wordt medegedeeld, om het
meerendeel der passagiers in herinnering te bren
gen dat zij geene zeelieden zijn. 't Gezelschap
onder de ruime tent bovep het achterschip wordt
steeds kleiner en kleiner, de plaatsen aan tafel
in b _-t salon blijven grotendeels onbezet en op
het gelaat van hen die boven blijven, is de in
vloed der zee maar al te duidelijk zichtbaar.
Sommige passagiers zijn, sedert het afscheid te
Batavia, verdwenen, anderen hebben zich voor
goed op het dek gevestigd en slechts weinigen
beroofden zouden daarentegen de bevoegd
heid verkrijgen, meer opcenten te heffen
op de belasting van ongebouwde eigen
dommen; maar is het niet duidelijk
dat vooral de zoogenaamde steden dan
een verbazend slechten ruil zouden doen, al
werd dat getal opcenten ook tot een be
spottelijke hoogte opgevoerd? Bovendien,
het groote kwaad van ons belastingstelsel
is, dat het bezit van roerend kapitaal
volstrekt niet of in vrij onbeduidende mate
is aangeslagen: zij, die veel meer zouden
kunnen dragen, laten den last op zwak
kere schoudeis rusten. Het opcenten-sy-
steem breidt het onrecht uit, en de „her
vorming" waarvan de Regeering zich goe
de vruchten schijnt te beloven, is een voor
uitgang in omgekeerde richting.
Invoerrecht op koffie staat er verder
in de nog ongeboren ministerieële plan
nen, zoo het heet. Zou de bate, op die
wijze verkregen, niet verreweg overtioffen
worden door de schade, aan onzen kolo
nialen handel toegebracht'? Verhooging
van den jenever-accijns, och, dat men
dien nu maar met rust liet, opdat niet
nog sterker het verwijt gaat drukkpn,
dut de Staatshuishouding door de dronk
aards wordt gevoedHerziening van de
staatsloterij, om de voordeelen van den
tusschenhandel gedeeltelijk in de schat
kist te brengen. Kan meteen administra
tieven maatregel van zoo weinig aanbe
lang het financiers-geweten onzer staats
lieden zich tevreden stellen, ons is het
wel; maar 'tis bijna de moeite niet waard
er afzonderlijk melding van te maken.
De kroon op het werk is invoering
van graanrechten. Al is 'teen bescheiden
stap, toch een stap op den verkeerden
weg, en we kunnen gerust aannemen,
dat de Vertegenwoordiging dien niet zeer
gemakkelijk mede zal maken.
De toekomst onzer financiën is zeer
bewegen zich in normalen toestand op het reus
achtige stoomschip, dat, wél beschouwd, als eene
drijvende, zij het dan ook kleine, maatschappij
is aan te merken. Met eene bij de gewone
stoomschepen vergeleken, pijlsnelle vaart, door
klieft het trotsche schip de golven en spoedig
komen de lage kusten van Palembang, daarna
rechts de hoogere gedeelten van Banka te voor
schijn. De mindere beweging in het stoomschip
duidt reeds aan dat men niet rneer in volle zee
is, en werkelijk bevinden de reizigers zich in
Straat Banka, een gevaarlijk, maar dank zij de
zorgen der Kon. N. Marine, met zoo goed als
wiskunstige nauwkeurigheid opgenomen vaar
water, dat de Java-zee met de Chineesche ver
bindt.
De zeeziekte is voor eene wijle in dit stille
water geweken en biedt eene gunstige gelegen
heid aan om het stoomschip, dat zoo veel kop
pen gedurende eene lange reis herbergen zal,
van naderbij te beschouwen.
Het is aan de hoffelijkheid van den komman
dant en zijne officieren te danken, dat niets van
het wetenswaardige van den mailstoorneronop-
gemerkt blijft voor hen, die in dit opzicht hun
ne weetgierigheid wenschen te bevredigen. De
machinekamer, waar de beknopte maar machti
ge beweegkracht kan worden waargenomen, de
oppervlakkige inrichting der compoud-machine,
de overbrenging der beweging op de reusachti
ge schroefas, die in eenen tunnel diep in het
schip in voortdurende beweging is,ineen woord
alle bijzonderheden worden den passagiers met
welwillendheid, kort en duidelijk aangewezen
en uitgelegd. Maar 't is geen zaak om zich hier
lang op te houden, waar de thermometer, ook
zelfs in den vollen oceaan, nooit beneden de
100° F. daalt, maar op sommige plaatsen eenen
veel hoogeren warmtegraad aanwijst.
(Wordt vervólgd.)