NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
EERSTE BLAD.
Feuilleton.
MARIANNE.
No. 88.
Zaterdag 3 November 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Sprekende cjjfers.
COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk a 1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,07s
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk *s mor
gens 10 unr des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt sleckts driemaal
in rekening gebrackt.
Nooit, zoolang ik leef, hoop ik zoover
at te wijken van het pad der deugd dat
ik minachting durf betuigen voor de uit
komsten der statistiek.
De kennis der cijfers leidt tot die der
feiten, en slechts met deze gewapend kan
men de verschijnselen opsporen en langs
dien weg opklimmen tot de wetten. Zoo
zegt de man van de statistiek, en we
zullen ons wel wachten hem tegen te
spreken.
Is het bijvoorbeeld niet in de hoogste
mate interessant, dadelijk in een boekje
te kunnen opslaan hoeveel varkens er
rondloopen op «Neerlands weeken grond?»
Hoeveel ganzen de gezamenlijke boeren
van Nederland er op nahouden? Er zijn
lieden die met zulke opgaven den spot
drijven. Zij zeggen: de gemeentesecreta
rissen, aan wie van regeeringswege de
lijsten worden gezonden om in te vullen,
maken er maar wat van: denkje dat ze
bij eiken boer rondgaan om naar het ge
tal zijner eenden en koeien, ganzen en
schapen te informeeren? Denkje dat de
secretaris van Amsterdam ooit van zijn
NOVELLE
van
ALMA WEISZMANN.
Een droeve glimlach overtoog Marianne's ge
laat. „Gij weet zeer goed, tante," zoo sprak zij
op somberen toon, „dat ik niettegenstaande
mijne „vijf en twintig jaren" nog weinig gele
genheid heb gehad tot het vinden van mijn
ideaal, zooals gij liet belieft te noemen, want
hier in deze kamer, vanwaar ik nooit anders
zie dan de roode daken der tegenoverstaande
huizen, komt hij niet. Van de wereld en het
leven heb ik al heel weinig gezien. Geloof ech
ter niet, tante, dat ik u hiervan een verwijt
wil maken ik weet, dat het niet anders heeft
kunnen zijn. Maar daarom moet gij het mij ook
vergeven, indien ik niet wereldwijs genoeg ben
of geen voldoende levenswijsheid heb opgedaan."
„Maar daarom juist moest gij anderen voor u
laten kiezen, Marianne, want waarachtig, ik heb
zulks uit liefde voor u gedaan. Wat zal er van
u .worden, als gij nog langer zoo voort blijft leven
en uwen tijd verdroomt Geloof mij, een geluk,
zooals dit, valt een meisje maar zeldentebeurt
Keer het dus niet den rug toe, al komt het
ook tot u in eenen anderen vorm, als gij u dat
in uwe meisjesjaren gewenscht hebt. Zooals ik
u reeds zeide, Marianne, hij is een goed mensch,
eerlijk en verstandig en rijk genoeg om u een
zorgeloos leven aan te bieden. Welke reden
zoudt gjj dus eigenlijk hebben, om hem te wei
geren 1"
leven zicji opgehouden heeft metkippen-
tellerij? En toch krioelen de straten in
de achterbuurten van min of meer droef
geestig kijkend pluimgedierte, dat meest
al binnenshuis zijn treurig bestaan voort
sleept. De meeste secretarissen de
meer nauwgezette niet te na gesproken,
kijken maar eens naar het cijfer dat zij
een vorig jaar te hooi of te gras heb
ben opgegeven, verhoogen het een beet
je, of, zoo er toevallig dat jaar eens
een kippen- of varkensepidemie heeft ge-
heerscht, geeft hij het wat lager op,
en met die volkomen vertrouwbare aan
wijzingen kan de heer Jongkindt Coning
aan het weik.
De statistiek geeft soms verbazende
uitkomsten. Om één voorbeeld ,te noe
men. In het jaar 1870 verscheen bij den
heer Brinkman te Amsterdam de eerste
aflevering van de Geïllustreerde Ency
clopaedic. We lezen daar, in het artikel
aarde: Van het geheele aantal mensch en
hier op aarde telt Europa er 272 mi li-
oen of 1490 op de vierkante mijl, Atië
755 millioen of 957 op de vierkante mijl,
Afrika 200 millioen of 368 op de vier
kante mijl, enz. In ons werelddeel is
dichtheid der bevolking zeer verschillend
men vindt, bij voorbeeld, in België 8582,
iu ons vaderland 6000, en in Scandina
vië slechts 359 inwoners op elke vier
kante mijl. Van de bevolking der aai de
behooren 522 millioen tot het Mongool-
sche, 369 tot het Iiaukasische, 196 tot
het Ethiopische, 3 millioen tot het Ma-
leische, en '1 millioen tot het Amerikaan-
sclie ras. Zij wordt verdeeld in 600 mil
lioen belijders der Aziatische godsdiensten,
335 millioen Christenen200 millioen
Heidenen, 160 millioen Mohammedanen,
en 5 millioen Israëlieten. Onder de Christe
nen heeft men 170 millioen Roomsch-
Katholieken, 76 millioen aanhangers van
De zachte, vriendelijke toon, waarop tante
Therese, zeer tegen hare gewoonte in, heden
sprak, scheen een snaar getroffen te hebben
in het hart van het meisje, dat, helaas! zoo
weinig gewoon was aan vriendelijke woorden, al
thans haar toon was met meer zoo heftig toen
zij zeide
„Dokter Sturms fmantiëele omstandigheden
kunnen mij volstrekt niet schelen, dat verzeker
ik u. Gij moogt mij dwaas en kinderachtig noe
men, maar ik hecht niet de minste waarde aan
rijkdom."
„Zooals gij daar thans voor mij staat, kind,"
ging de oude dame op denzelfden teederen toon
voort, „stond voor ongeveer zeven en twintig jaar
uwe arme moeder voor mij, toen ik als oudste
zuster haar bezwoer, af te zien van het dwaze
huwelijk, hetwelk zij op het punt stond aan te
gaan, doch zij scheen geheel verblind te zijn.
Met dezelfde uitdrukking op het gelaat, als ik
zoo even bij u waarnam, antwoordde zij ook mij
„Om geld is het mij niet te doen, Therese, ik
geef niets om rijkdomHet waren bijna dezelf
de woorden Doch ik kon ze het arme, dwaze,
verliefde kind vergeven, want zij was toen pas
zestien jaar oud en achter haar lag een zonnig
verleden. Het vermogen, dat onze ouders ons
hadden nagelaten, was groot genoeg om ons alles
te geven, wat het leven veraangenamen kan.
Maar daar kwam een dag, die over haar geheel
volgend leven beslissen zoudehet was die,
waarop zij den rusteloos zwervenden kunste
naar ontmoette, die niets had, hetwelk hij bfët
zijne kon noemen behalve zijn talent, als hij
dat ten minste gehad heeft. Doch hierover san
ik niet oordeelen maar al had hij het ook be
zeten, dan nog zou ik een man, die een oner
varen kind met zich naar den vreemde lokte,
om daar een onzeker bestaan te leiden, nooit
eenige achting toe kunnen dragen. Genoeg, zij
den Griekschen godsdienst en 78 milli
oen Protestanten.
Toen nu kort geleden de Maatschappij
Elzevier een tweede, gewijzigde, verbe
terde, vermeerderde uitgave van deze
Encyclopaedic de wereld inzond, haastte
ik mij de» eerste aflevering op te slaan
om te zien hoe het in die dertien jaren
met onze goeie aarde en haar bevolking
gegaan was. Ik was brandend nieuws
gierig naar sommige dingenbijvoorbeeld
of de vermeerdering van de bevolking
van Nederland ook van invloed was op
haar dichtheidof de landverhuizing naar
Noord-Amerika ook verandering had ge
bracht in de bevolkingsverhouding tus-
schen de Nieuwe Wereld en Europa; of
de pogingen der zendelingen ook vermin
dering hadden gebracht in het getal Hei
denen, vermeerdering van het cijfer der
Christenen, en een aantal dingen
meer. Verbeeld u mijn grenzenlooze ver
bazing: in al die dertien jaren was er
niets hoegenaamd niets veranderd!
Precies dezelfde bevolkingsdichtheid in
Nederland, zelfs zonder dat de Zuiderzee
was drooggemaakt: of er ook woeste
gronden in cultuur zijn gebracht! Geen
enkel millioentje Mohammedanen of Hei
denen minder, terwijl, wat de landver
huizing betreft, de vermindering die de be
volking van ons werelddeel daardoor moet
hebben ondergaan, precies wordt opge
wogen door het surplus van de geboor
ten boven de sterften. Wie zal dat geen
hoogst verrassende cijfers noemen? En
nu beweert men buitendien niet ten on
rechte, dat het tellen van de ganzen Ne
derlands nog gemakkelijker moet gaan
dan van de menscheneters op Nieuw-
Guinéa bij voorbeeld. Reden te meer om
te verklaren dat de statistiek een gewich
tige wetenschap, en de tweede druk van
de Geïllustreerde Encyclopaedic een be
huwde hern en beiden trokken naar Italië.
„In verscheidene jaren hoorde ik niets van
hen. Het arme kind durfde mij niet schrijven,
omdat ik volstrekt niet deelde in de gunst van
mijnen geëerden zwager, die het mij zeker
nooit vergeven kon, dat ik mij zoo tegen hem
en zijn huwelijk verzet had. Beiden zyn* echter
zeer jong gestorven en, zoo ik hoor, iu de groot
ste armoede. Uwe moeder stierf het eerst, en
dat was zeer gelukkig, want zoo doende toch
werd haar de smart bespaard, alleen in den
vreemde, ver van het geliefd vaderland, rond
te dooien. Toen zij reeds stervende was, zond
zij tnij haren laatsten groet met de bede om,
indien haar echtgenoot haar mocht volgen
hij was toen reeds lijdende u tot mij te
nemen en over uwe toekomst te waken. Wat
deze toekomst u brengen zal, hierover zult gij
zelf beslissen, want ik leg die van nu af in uwe
eigene handen neder. Ik heb u heden naar
mijn beste weten en geheel onzelfzuchtig, mij
nen raad gegeven, en het staat nu slechts aan
u dien te volgen ot hem in den wind te slaan.
Wanneer gij mij echter lief hebt en u zelve
bitter berouw wilt besparen, laat dan uwe
romantische droomerijen, die ook nu nog uw
hart vervullen, varen en spot niet met mijne
woorden, zooals uwe moeder eenmaal deed, en
bedenk, dat zij gestorven is, zonder ooit het
ware geluk gekend te hebben. Ik bid u dus,
kind, voldoe aan het verzoek uwer tante, die
eenzaam gebleven is in het leven en nimmer
het hoogste geluk der vrouw heeft leeren ken
nen." Toen vloog zij ijlings het vertrek uit,
Marianne met hare verbazing alleen latende.
Vol bevreemding en medelijden tevens zag
het lieve meisje haar na. Nog een oogenblik
van te voren, toen hare tante, alle achting ver
getende, welke men steeds aan de dooden ver
schuldigd is, met gruwzame hardheid en afkeer
langrijke uitgaaf is.
Na zoo met cijfers gegooid te hebben,
willen we er nog ééntje vermelden, dat
ons tegelijk van het terrein der ganzen
en heidenen op een heel ander chapiter
brengt. Dezer dagen meldden de cou
ranten dat van de miliciens, ingedeeld
bij het regiment grenadiers en jagers,
14percent niet lezen of schrijven konden.
Er stond bij en dat is voor onze ge-
westgenooten heel troostvol, dat de
meesten uit Friesland kwamen.
Veertien percent is nogal veel, vind
ik. 't Is waar, zoowel bij de grenadiers
en jagers als bij de andere corpsen die
Neerlands levende strijdkrachten vormen,
krijgt men niet de keur van onze bevol
king: het remplaganten-stelsel is daar
om te maken dat de best onderwezenen
er uit blijven, en het zou dus heel on
rechtvaardig en onjuist zijn te beweren
dat veertien percent van onze negentien
jarige bevolking niet lezen kan. Het
spreekt vanzelf dat, wanneer die «inge
deelde» jongelui den dienst verlaten zul
len of juister gezegd met groot verlof
zullen gaan, het cijfer der niet-lezenden
tot 0 percent zal zijn geslonkenimmers,
de Regeering die het zoo goed meent
met de volksbeschaving, de Regee
ring, geleid door een premier die voor
den onderwijzersstand een billijke waar
deering veil heeft en voor het onderwijs
gaarne geldelijke offers wil beschikken,
die zal toch wel zorg dragen dat de on-
gelukkigen, wier jeugd werd verwaar
loosd, thans aan de grens van den man-
nelijken leeftijd gelegenheid vinden om
te herstellen wat aan hen is verzuimd en
misdreven?
En dan nog iets. 't Is voortreffelijk
dat men opgave doet van den bescha
vingstoestand der indiensttredende mili
ciens: nog veel belangrijker dan hetgan-
sprak van den man, die, wel is waar gedwaald,
maar alleen uit liefde gedwaald had, koesterde
het meisje bijna een gevoel van haat jegens de
vrouw, die zelfs hun, die in het graf rustten,
eene jeugdige dwaling niet vergeven kon. Ja,
zoo was tante Therese steeds geweestnooit
had Marianne haar anders gekend dan hard,
wreed en onmeedoogend; zoo had zij harekindsch-
heid verbitterd en ook hare jeugd. En toch
meer dan eens had het jonge meisje opgemerkt,
dat niettegenstaande dit alles de grondtoon van
haar gemoed edel en goed was. Nimmer, bij
voorbeeld, had zij er in de verste verte op ge
zinspeeld, zelfs met een enkel woord niet, dat
zij zich, door het kind harer overledene zuster
tot zich te nemen, vele en groote ontberingen
getroosten moest.
In de laatste woorden dus, waarmede zij hare
rede geëindigd had, lag voor Marianne de sleu
tel tot dil weinig aantrekkelijke vrouwenkarak
ter; op tante Therese namelijk drukte hetzelf
de leed, waardoor ook haar eigen bestaan haar
schier onverdragelijk was, namelijk dat van
een treurig, eenzaam levenMaar waarom
aarzelde het jonge meisje dan, om de hand aan
te nemen van eenen goeden, eerlijken man, iets
dat op eenmaal een eind kon maken aan dit
vreugdeloos leven en haar louter geluk en vroo-
lijkheid bood? Waarom woedde inbaar binnen
ste die herige strijd en drukte zij beide handen
zoo hartstochtelijk tegen het heete voorhoofd
aan? Waarom zuchtte zij zoo diep, als gold het
een besluit, waardoor zij op eenmaal afstand
zou moeten doen van al haar geluk Zij be
hoefde toch niet te breken met de eene of an
dere zoete herinnering, zij had nog geene lief
de gekend, nam zelfs niet den kleinsten, onbe-
duidendsten roman met zich in het huwelijk
mede, zoo zij er al in bewilligde dokter Sturms,
(Wordt vervolgd