NIEUWE
T,
EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
EEMNES, HAMERSVELDi HOEVELAKEN, HOOGLAND,
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
LEUSDEN, SOEST,
Feuilleton.
MARIANNE.
No. 89.
Woensdag 7 November 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Buitenlandsch Overzicht.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer0,05.
Voor het Buitenland0,07'
Reclames per regel0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens ÏO uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
in rekening gebracht.
De politieke toestand in Frankrijk
wordt geheel beheerscht door de Tong-
kin-quaestie, en ofschoon er reeds een
week is heengegaan over de met zoo
veel ophef aangekondigde interpellatie
Granet, vormt zij nog het hoofdthéma
der openbare beschouwingen.
Of de radicalen geen beter keuze had
den kunnen doen van een vlagvoerder
bij den aanval op de regeerings-staat-
kunde? Die aanval was inderdaad mat,
en zelfs met minder handigheid dan waar
over de heer Jules Ferry kan beschikken,
zou de zegepraal niet zijn uitgebleven.
Toch was de meerderheid, die na de re
devoering van den premier de motie
van vertrouwen aannam, bijzonder groot.
Het groote geheim van Ferry's succès
is, naar het ons voorkomt, dat hij zoo
door en door Franschman is. Aan groote
woorden alzoo in zijn speech geen ge
brek. »De regeering is geen oogenblik
afgeweken van den weg van voorzichtig
heid en gematigdheid. De expeditie naar
Tongkin is een echt Fransche onderne
ming. Frankrijks toekomst ligt in de ko
loniale politiekde koloniën bieden
voor den arbeid een ruim terrein aan.
Met het feit dat Frankrijk tot de gren
zen van China is genaderd, mag het land
gelukgewenscht worden. De regeering
verdient niet het verwijt dat zij het Par
lement niet heeft bijeengeroepenhad
zij het gedaan, men zou gezegd hebben
dat zij zich de verantwoordelijkheid van
de schouders trachtte te werpen; een
regeering die zichzelve eerbiedigt, begint
met te handelen en vraagt eerst daarna
de goedkeuring der Wetgevende Macht.
Een oorlog met China is onwaarschijn
lijk, en aan het wélslagen der Fransche
wapenen in Tongkin kan niet getwijfeld
worden. Het beste middel om de bestaan
de gevaren het hoofd te bieden is, too-
nen dat men ze niet vreest.» Met deze
en soortgelijke volzinnen sloeg de heer
Ferry zijn tegenstanders in het zand, en
het eind van het tweedaagsch debat was,
dat een motie van Paul Bert, waarin
vertrouwen wordt uitgedrukt in de geest
kracht en het beleid der Regeering ten
opzichte van de uitvoering der bestaande
verdragen, met 339 tegen 140 stemmen
werd aangenomen.
Met voordacht heeft de Minister var.
Buitenlandsche Zaken, de heer Challemel-
Lacour, wiens gezondheid inderdaad te
wenschen overlaat, den uitslag der Tong-
kin-interpellatie afgewacht alvorens zijn
ontslag te nemen. Waarschijnlijk neemt
Ferry zijn portefeuille over, en daarmee
wordt het sein gegeven voor een meer
beslist optreden in de Tongkin-zaak, ter
wijl dan Paul Bert Binnenlandsche Za
ken krijgt. Ook is er sprake van het
aftreden van den minister van Financiën,
den heer Trard, die omtrent sommige aan
gelegenheden zijn departement betref
fende, in opinie verschilt met de meer
derheid van de begrootings-commissie.
In het boven vermeld debat is nog
mededeeling gedaan van een dépêche
van den Heer Tricou, den bekenden on-
NOVELLE
van
ALMA WEISZMANN.
Haar leven was stil en langzaam voorbijge
gaan in gezelschap harer tante, die weinig vrien
den had en slechts nu en dan des dokters zus
ter zag, wier gesprek gewoonlijk liep over de
huishouding, de dure tijden, de slechte wereld
en de nog slechtere dienstboden. Gewoonlijk
luisterde Marianne, aan het venster gezeten,
slechts half naar deze weinig belangrijke ge
sprekken, terwijl zij naar de wolken staarde en
te vergeefs op haar geluk zat te wachten.
En welk geluk verwachtte zij Ach, het
begrip hiervan bestaat voor ons allen meestal
in datgene, wat wij ontberen moeten voor de
kranke in gezondheid, voor den noodlijdende in
rijkdom, voor den eenzame in verstrooiing en
voor de ouden van dagen in jeugd én in schoon
heid
Doch Marianne vroeg naar dit alles niet. Haar
ontbrak iets anders, iets waardoor de meeste
kinderen, sedert hunne geboorte omringd zijn
geweest ouderlijke liefde, die met de grootst
mogelijke teederheid het jeugdige hartje geschikt
maakt voor het leven met al zijne moeielijkhe-
den en al zijnen strijd.
Dit alles had het arme meisje evenwel niet
gekend en heden gevoelde zij er dubbel het ge
mis van, want onder dat kalme, rustige uiter
lijk verborg zij eene vurige ziel het erfdeel
harer ouders die wellicht ginds in het warme
zuiden tot haar volle recht gekomen zoude zijn
en die zij daar vrijelijk had mogen ontsluieren.
Ja, sedert het oogenblik, waarop zij had leeren
denken en wenschen, was het haar vurigst ver
langen geweest, iemand op deze wereld te ont
moeten, die haar innig liefhad, iemand te be
zitten, die haar dierbaar was boven alle anderen
en die haar dikwijls de woorden„Marianne,
liefste Marianne in het oor fluisterde.
In die dagen was het haar om het even, of
het een man of eene vrouw, vader of moeder,
broeder of zuster was, die haar zoo beminde.
Zij had behoefte aan liefde, dat was alles, en
indien zij zulks had mogen verwerven, zou het
haar gelukkig gemaakt hebben, zooals geen an
der kind was.
Maar de jaren kwamen, waarin deze lang ge
koesterde wensch eene andere gestalte aannam
uiterlijk bleef zij, wel is waar, het stille, ernstige
meisje van voorheen, dat geene andere vreug
de kende, dan met een boek in de hand de
weinige snipperuren, die haar restten, te zitten
verdroomen, doch inwendig werd zij verteerd
door het vurig verlangen, om eenmaal in haar
leven bemind te worden met eene nooit geken
de liefde, diep, rein, hartstochtelijk: zij wilde
de liefde van eenen man bezitten, wiens gansche
leven zij in beslag zoude nemen.
Doch die liefde werd haar niet geschonken.
Nacht op nacht drukte zij teleurgesteld het
schoone gelaat in de kussens en riep dan half
treurig maar vol blijmoedige hoop tevens: „Nog
is het niet daar, het hoogste geluk. Maar een
maal zal het toch komen, daar ben ik zeker
van Zoo wreed zal het lot niet zijn, om mij
datgene te onthouder., waarnaar mijne gansche
ziele smacht!" Doch niettegenstaande dit vurig
verlangen was en bleef het meisje altijd kalm
en trotsch gelijk eene koningin. Met oogen vol
van den diepsten ernst en lippen, die slechts
zeer zelden door een glimlach geplooid werden,
schreed zij gewoonlijk door de straten der kleine
stad, waar men haar bijna niet kende.
Dus waren de eerste jaren van hare jeugd
derhandelaar met de Chineesche heeren,
volgens welke de Chineesche gezant te
Parijs, de «markies» Cheng, door Li-Hu-
Chang wordt «verloochend.» Die bewe
ring is ook een bij slag in het water ge
weest: vooreerst lit eft Tricou misschien
verkeerd verstaan, en al is dat zoo
niet, Li-Hu-Chang s onderkoning van de
zuidelijke provinciën, dus ambtenaar, en
Tseng ontvangt zi n instructies recht
streeks van de rigeering te Peking.
Voorts is de bewtring dat een oorlog
met China onwaarschijnlijk is, zeer ge
waagd de kans o s verstoring van den
vrede groeit met den dag. Admiraal Cour
bet vertrok 24 October over land naar
Hanoi, vergezeld cbor 600 schepelingen
van het escader: zoodra de afgezonden
versterking is aangekomen denkt hij Son-
taï aan te vallen, en vervolgens Bacninh.
Het aantasten van laatstgenoemde sterke
plaats zou, naar bericht wordt, door China
als een casus belli worden aange
merkt. Twee dingen geven troost bij
zooveel onheilspellend nieuws; vooreerst,
dat oorlogs- en vredeberichten elkander
opvolgen met de ngelmaat van eb en
vloed, vervolgens, dat 1883 een der
beste wijnjaren van deze eeuw blijkt
te zijn.
In Engeland houdt het publiek zich
bezig met de tunnel-ontploffingen, de po
litieke leiders halen hun hart op aan re
devoeringen op meetings, de regee
ring verdrijft zich den tijd met de
Transvaal-deputatie en de Suez-kanaal-
quaestie. Zoo heeft ieder wat te doen.
Ofschoon er premièn zijn uitgeloofd voor
de ontdekking der onverlaten, die, men
weet nog niet juist op welke wijze, op
twee plaatsen van den ondergrondschen
spoorweg schade veroorzaakten en men-
voorbijgegaanzonder eenige verandering in
haar lot te brengen, want zij schepte weinig
behagen in de gewone genietingen van andere
meisjes haar jong, onstuimig hart haakte slechts
naar de vervulling van dien éénen wensch.
En dit zoude er dan nu het einde van zijn,
het einde van al hare wenschen en droomen
In plaats van de vervulling der zoolang in stilte
gekoesterde hoop, om eenmaal met eene gren-
zenlooze liefde bemind te wordeu, niets dan de
vriendschap van dezen man, die haar tot zijne
vrouw wilde maken, omdat er eene leemte in
zijne woning ontstaan en zij een „vief verstan
dig" meisje was, dat door hare tante zeer aan
bevolen werdNiet dat Marianne eenigen af
keer koesterde voor dokter Sturm, dat zij ver
re doch deze man, hoe braaf hij ook was, be
antwoordde zoo weinig aan het ideaal, dat zij
zich steeds geschept had. Indien zij dus hare
toestemming gaf, dan was alles uit, alles voor
bij in haar leven, dan zoude zij nooit meer kun
nen denken: „Morgen, morgen zal het komen,
dat groote geluk!"
Maar wanneer zij nu dien raad van hare tante
eens niet volgde en hein weigerde De oude
dokter zou er zich wellicht niet zeer ongeluk
kig door gevoelen, ja er misschien blijde om
zijn, dat hij zoo spoedig van de hem half opge
drongen bruid af was! Dan kon zij weer op
nieuw hopen!
Maar wanneer het geluk haar dan eens den
rug toekeerde en er een dag in haar leven
kwam, waarop zij, uit hare droomen ontwakend,
tot haren schrik bemerkte, dat hare jeugd ge
heel voorbij was, dat niets haar meer aan de
aarde bond en zij oud en eenzaam daar stond
in de wereld, zonder echtgenoot, zonder kinde
ren, alleen, onherroepelijk alleen gedurende alle
jaren, die nog komen noesten
Wat te doen Wie toude haar raden in dit
hachelijk oogenblik?
Hoe dikwijls toch had tante Therese gezegd
schenlevens in gevaar brachten, bij
Charingcross-siation werden zes personen
zwaar gewond, is dit nog niet mogen
gelukken. Toen Vrijdag-avond de hertog
en hertogin van Connaught (zoon en
schoondochter der Koningin,) naar het
vasteland vertrokken, is de spoorweg zorg
vuldig bewaakt tot Dover toe, omdat er
een ongeteekende brief was ontvangen
die het plan vermeldde om den trein in
de lucht te doen vliegen.
De Transvaal-deputatie heeft neg wei
nig officiééls uitgericht: men gelooft dat
zij zal aandringen op algeheele wijziging
of liever opheffing der conventie, opdat
de republiek de vrijheid erlange haar
buitenlandsche aangelegenheden zelfstan-
dig te regelen. De heer Beelaerts va#^
Blokland, lid van onze Tweede Kamer,
heeft voldaan aan een uitnoodiging van
den President Paul Krüger, om te Lon
den te komen ten einde over eenige za
ken, de Transvaal betreffende, te confe-
reeren.
Zooals reeds gezegd is, werd de Suez-
kanaal-quaestie weer eens ter hand ge
nomen. De rechtsgeleerde commissie, door
de Britsche regeering geraadpleegd, is
tot de conclusie gekomen dat de Kanaal
maatschappij zelfs geen recht heeft om
het bestaande kanaal te verbreeden, zon
der toestemming eerst van den Khedive,
daarna van de Porte. In regeeringskrin-
gen wint de meening veld, dat het beste
middel om de quaestie tot een goede op
lossing te brengen zijn zou, dat de
Khedive het heele Kanaal maar kocht, met
Engelsche guineas, natuurlijk.
NADERE BERICHTEN.
Voorloopig heeft de Minister Challemel-
Lacour slechts verlof gevraagd tot her-
„Eenmaal in ons leven komt het geluk tot
ons en zoo wij het niet grijpen, met beide han
den grijpen, verlaat het ons en keert nimmer
weder!"
Diepe ontzetting greep het arme meisje aan,
als zij aan een dusdanige toekomst zonder hope,
zonder vreugde, dacht, aan een leven gelijk dat
van de arme Therese En misschien zoude het
hare nog ellendiger zijn, want was zij nu niet
reeds afhankelijk Zelfs zoude zij dan niet eens
zooals hare tante nu, dagelijks iemand om zich
heen hebben, die door den band des bloeds aan
haar verbonden was en voor wier toekomst zij
in ledige oogenblikken plannen kon maken.
Dien ganschen namiddag spraken de twee
vrouwen geen woord meer met elkaar over dat
gene, waarvan beider harten vervuld waren.
Voor zij zich ter ruste lagen, gaf tante Therese
het jonge meisje vluchtig de hand en zeide
„Goeden nacht, Marianne, denk er nu nog eens
goed over na en wees verstandig, hoort
gij
Wel had het arme kind tijd om er over na
te denken gedurende dien eindeloos, bangen,
slapeloozen winternachtDaarbuiten vernam
zij nu eens heftig, dan weer zacht klagend het
akelig gehuil van den wind en daarbinnen, te
midden van de doodelijke stilte van haar eigen,
onstuimig hartWant gold het niet heden een
besluit, dat over haar geheel volgend leven be
slissen moest.
Zij had dokter Sturm nooit bemind, nooit iets
anders in hem gezien dan een erstigen, ouden
man, voor wien zij steeds de grootste eerbied
koesterde, maar, nimmer ook had zij eenen an
deren man liefde gezworen. Met een rein ge
moed dus kon zij hem tegemoet treden en hare
hand in de zijne leggen, als zij er van overtuigd
was geweest, dat hij haar werkelijk bemind had.
Maar zoo Opgedrongen aan hem door hare
tante? Dat nooit!
(Wordt vervolgd.)