NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG.
EERSTE BLAD.
Feuilleton.
MARIANNE.
No. 96.
Zaterdag 1 December 1883.
Twaalfde Jaargang.
Dit Nummer bestaat uit
twee bladen.
.Poëzie schuilt overal."
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f i,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,075
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentie» kunnen ingezon
den norden tot uiterlijk 's mor
gens 10 uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
in rekening gebracht.
De week die wij binnentreden brengt
met zich den kostelijken avond, dien
we zeer geneigd zijn een rang toe te
kennen onder de groote Christenfeesten.
Of is hij niet gewijd aan de verheer
lijking van den tempel, binnen welks ge
zegende muren alle deugden, die den af
zonderlijken mensch sieren, de waarde
van een volk verhoogen en de rustige
ontwikkeling der maatschappij waarbor
gen, haar wasdom erlangen? Zouden
wij zoo ver bezijden de waarheid zijn
als wij beweren, dat een Sint-Nicolaas-
feest, in reine harmonie gevierd, meer
toebrengt tot bet aankweeken van een
christelijke, dat is een echt menscbelijke
gezindheid, dan twintig avonden doorge
bracht met discussion over vraagstukken
van belijdenis?
De groote leekendichter heeft ons een
maal de stelling geleerd, en laat ons
er bijvoegen, hij veroverde daarmede
stormenderhand onzen bijval, -- dat poë
zie overal schuilt, mits men haar wete
te vinden. De huiselijke haard, het «stille
binnenhuisje" was de plaats waar hij ze
het eerst zocht, vast overtuigd dat ner
gens zijn nasporingen minder gevaar lie-
NOVELLE
van
ALMA WEISZMANN.
pen vruchteloos te zijn.
Nu, wat het »stil" zijn betreft, onze
intime feestzaal van 5 December is het
in den regel niet. We stellen haar ons
liefst voor als een heldere, prettig ver
lichte en aangenaam verwarmde, grootere
of kleinere ruimte, bij een iegelijk naar
zijn stand en middelen, maar overal,
ja, God gave dat het waar mocht zijn
vervuld met vroolijk snappende kinder
stemmen of gezellige gesprekken van ver-
eenigde jongeluidjes in de verschillende
phasen van volwassenheid met de oude
ren er tusschen in. Het is een avond,
waarop de genius van het vrijgezelsle
ven in een hoogst mélancholische stem
ming verkeert, en het beste waartoe hij
zijn aanbidders en vereerderessen dan
nog kan aansporen, is dat zij zich de
zakken volstoppen met mooie en aardige
dingen, waarmede zij zich het recht mo
gen aanmatigen tot een inval in een hun
bekenden kring van levenslustig jong
volkje. Alleen op die voorwaarde ont-
loopen zij de landerigheid van liet «alleen
zijn" op het feest van het huiselijk ver
keer.
En nu vragen we u, of de poëzie, de
waarachtige, van alle sentimentaliteit
vrije poëzie, niet voor het grijpen ligt,
daar waar jong en oud samenwerken om
elkander niet een stoffelijk bewijs van
sympathie te verrassen O ja, de innige
gemeenschapsoefening, die de stormen
des levens trotseert, die nog tot aan het
laatste ademtochije een zonnestraal werpt
op ons bestaan, die ons in smartelijke
oogenblikken overstelpt met een wereld
van heilige en troostvolle herinneringen,
is verheven hoven die materiëele liefde
blijken, heeft er althans geen be
hoefte aan maar ons dunkt, er is toch
wel veel waars in het woord van den
Franschen moralist: «Kleine geschenken
onderhouden de groote genegenheden."
Laat het wezen dat zij slechts vormen
Zij las het geschrevene over. Hoe hard, hoe
onmeedoogend hard klonken die woorden haar
in het oorNeen, zoo rnocht, zoo kon zij niet
schrijven aan den armen jongeling, wiens levens
geluk wellicht voor altijd verwoest was en waar
aan ook zij, hoe onwetend ook, had medegewerkt,
want had zij zich ooit tegen zijnen aangroeien-
den hartstocht verzet Ach hoe betreurde zij
thans hare zwakheid
Mistroostig nam zij het blad papier en wierp
het in het vuur, haalde een ander en begon op
nieuw
„Lieve Julius!
„Ik weet niet, of ik er goed aan
doe, u zonder mede weten van mijnen
echtgenoot te schrijven, evenmin of het
niet heel dwaas van mij is aan de
woorden, gisteren door u gesproken,
wellicht eene wijdere heteekenis te
hechten, dan gij er mede bedoeld hebt,
doch de oprechte genegenheid, die ik
reeds dadelijk bij onze eerste ontmoe
ting voor u opgevat heb, noopt rnij, u
te smeeken voor uw eigen geluk en
het mijne, voortaan niet meer zul
ke uitdrukkingen te gebruiken. Ik be
ken, dat ik strenger tegenover u had
moeten zijn en u niet met zooveel moe
derlijke teederheid had moeten omrin
gen, toen gij mij een blik liet slaan in
uw liefdevol hart
Zoo scheen de brief haar beter toe, zoo was
hij goed, meende zij. Thans waren het niet
meer de bittere woorden der diep gekrenkte
vrouw, o neen het was een brief vol van de
innigste toegenegenheid der moederlijke vrien
din, die, medelijden gevoelende met het jonge
mensch, dat op het punt staat zich zeiven en
ook anderen diep ongelukkig te maken, met
liefde maar met strengheid tevens tracht hem
wederom op het rechte spoor te brengen.
Vol van het innigste welbehagen las zij nog
eenmaal de zoo goed geslaagde regels over, to en
zij plotseling uit haar zoet gepeins, waarin zij
andermaal vervallen was, ontwaakte en van ha
ren stoel opsprong. Een rauwe kreet was tot
hare ooren doorgedrongen, toen een akelig ge
kreun en eindelijk niets meer.
Snel als de gedachte vloog zij haar huis uit
in de richting, vanwaar het geluid tot haar was
gekomen en weldra bevond zij zich in de scha
mele woning der arme naaister.
Een vreeselijk tooneel deed zich hier voor
haar op. Gretchen, het anders zoo beeldschoo-
ne kind, lag daar met verglaasde oogen en ver
wrongen gelaat, ten prooi aan eene vreeselijke
stuip, terwijl de moeder wanhopend naast haar
stond, onmachtig te doen, wat noodig was.
In een oogwenk hief Marianne het wichtje
van den grond op en zag weldra, dat geen
klank der liefde, geen kreet van smart ooit in
staat zouden zijn, om dit lief, aanminnig wezen
weer in het leven terug te roepen. Eene enke
le beweging nog maakte het kind, toen legde
zij haar hoofdje tegen Mariannes borst aan en
zijnhet komt ons voor dat nooit een
vorm beter voldoet aan den rijken in
houd, dan onze traditioneele, echt Neder-
landsche, overheerlijke Sint-Nicolaasvie-
ring.
Wij hebben dit avondje dikwijls lee-
ren beschouwen als een oasis te midden
van de woestijn des levens. Niet dat
dit beeld minder hinkt dan elke andere
vergelijking, want zóó bar is voor de
meesten onzer het ondermaansche reis
tochtje nietmaar toch, tegen den druk
ken en niet zelden drukkenden arbeid,
tegen de inspanning om te blijven op
ons maatschappelijk standpunt of het mo
gelijk nog een weinigje te verhoogen,
tegenover vele teleurstellingen en mis
kenningen, mislukte pogingen en met
koelheid bejegende toewijding, vinden wij
daar, in den schoot des gezins, een be
schut plekje waar de stormen ons niet
kunnen bereiken, en waar we nieuwe
krachten putten om den strijd vol te hou
den. En zouden we dan geen altaren
bouwen en dankoffers plengen ter eere
van den goeden Sint, die zijn naam heeft
geleend aan het plechtig-vroolijk jaar-
lijksch jubelfeest van het huiselijk samen
zijn, aan de vriendelijke samenwer
king van ouderlijke zorgen en kinderlijke
dankbaarheid?
Vergeten wij bovendien niet, dat de
»goed-heiligman" der overlevering ons
iets goeds geleerd heeft. Of hij zelf
vrouw en kinderen had, de vriendelijke
bisschop van Myra, we zouden het waar
lijk niet kunnen zeggen, maar dat hij in
't algemeen de kinderen liefhad, en hun
dolgraag een genotvol oogenblik ver
schafte, liefst denzulken voor wie de
voormiddag des levens nu juist niet zoo heel
zonnig was, dat is ons allen bekend. Over
het algemeen mag ons het verwijt niet
worden toegeworpen, dat wij dezen schoo-
nen, misschien den schoonsten! kant
van het Sint-Nicolaasfeest uit het oog
was voor altijd aan het lief en leed dezer aarde
ontrukt.
Met het doode meisje in hare armen trad
Marianne naar de moeder toe, die daar, als
verpletterd door hare smart, wezenloos vóór
zich zat te staren. Slechts nu en dan hief zij
een zacht, klagend geschrei aan of riep luid
om een geneesheer, niettegenstaande de buren,
die op het vernemen van het onheil in allerhaast
waren toegeloopen, haar verzekerden, üat geen
hulp hier meer baten mocht en geen sterve
ling in staat was, den stempel des doods weg
te nemen.
Vreeselijk was het, om de wanhoop der arme
moeder aan te zien, wier laatste levensvreugde
zoo op eenmaal door het wreede noodlot ver
woest was
„Achzoo jammerde zij, „nu heeft God ook
mijn kind van mij weggenomen, liet eenige, dat
mij nog aan het leven bond Voorwaar, Zijn vloek
rust zwaar op mij
„O, spreek zoo niet, beste Johanna, wat ik
u bidden mag Waarom zou het Zijn vloek zijn,
die u en het arme wicht heden trof? Zoude
het niet eerder Zijne liefde zijn, die het kind
dat nog nooit iemand eenig leed berokkende,
heden tot Zich riep'? Zoo moogt gij niet den
ken over den Beschikker van ons lot Hij is
geen God der wrake. Geloof mij, het ongeluk
dat u trof is hard, is bitter hard, doch de tijd
zal eenmaal komen, waarop gij in Zijnen wil be
rust
Zij kon niet verder, tranen verstikten hare
stem, toen zij de kinderlooze weduwe, die nu
van alles beroofd was, bij het bed van hare
gestorven lieveling zag zitten. Ach hoe gaarne
had zij haar nog meer zoete troostwoorden wil
len toevoegen, doch het was haar onmogelijk
verliezen: er wordt zoo hier als elders
veel gedaan om ook misdeelden kleinen
te doen genieten, hun een plaats te be
reiden aan den welvoorzienen disch. Wel
nu, als wij daar allen naar vermogen aan
mededoen, dan kunnen we ook met een
gerust hart straks ons verlustigen in den
kring der onzen, en behoeven we niet
te vreezen dat de Sint zijn roede drei
gend tegen ons zal opheffen. En in dat
geval durven we ook hopen dat onze wensch
vervuld zal worden, als we onzen lezers
toeroepen: «Een gelukkige avond!"
Kan over het algemeen niet beweerd
worden dat onze vaderlandsche dichters
van de zestiende eeuw naar verdienste
door ons volk worden gewaardeerd, met
de zangers van den tweeden rang is dit
in nog hoogere mate het geval. Zelfs hun
namen kent men ter nauwernood. En
toch zijn hun werken dikwijls zeer be
langrijk voor de kennis onzer letterkunde,
bevatten hun gedichten menige ge
dachte, die den grootsten poëet niet tot
oneer zou verstrekken. De voornaamste
hinderpaal tot nadere kennismaking is
de moeielijkheid om een goede uitgave
van hunne werken te verkrijgen.
De heer Dr. R. A. Kollewijn, leeraar
te Amsterdam, heeft dit bezwaar erkend
en wil trachten er in te voorzien. Bij
onzen uitgever verscheen van zijn hand
een goedkoope uitgave van „J. van Broek-
huizen's Nederlandsche gedichten", met
levensbeschrijving en toelichtende aan-
teekeningen. Wij brengen den geachten
letterkundige hulde voor de wijze waar
op hij aan zijn plan een begin van uit
voering gaf, en hopen dat de bijval, dien
zijn werk vindt, hem aanspore om er
verder gevolg aan te geven.
De uitgever heeft het dichtbundeltje in
een eenvoudig net gewaad gestoken.
want zij begreep het ten volle, hoe er voor de
moeder, die haar kind verloor, geen andere
troost is dan de tijd.
Nog nooit had zij den dood zoo van nabij ge
zien, en angstig vroeg zij zich zelve af, hoe zij
te moede zoude zijn, indien die verwoester van
's menschen geluk eens haar echtgenoot kwam
rooven en zij weder eenzaam in de wereld zou
de staanDan zoude zij nimmer zijne stem
meer hooren, nimmer zijn ernstig gelaat meer
aanschouwen kunnen O God, hoe vreeselijk
zou dat zijn En bij de gedachte hieraan kromp
zij bijna van schrik ineen.
Dc dokter was intusschen gekomen en had
bevestigd, wat allen reeds lang wisten dat
het kind namelijk het tijdige inet het eeuwige
verwisseld had.
Nig altijd zat de arme moeder daar sprake
loos bij het lijkje ter neder. Hoevele uren er
sedert de ramp vervlogen waren, wist Marianne
niet goed, doch het moest zeker al wel middag
zijn. IJlings sprong zij van haar zitplaats op,
want hevig verschrikt herinnerde zij zich, hoe
zij den pas begonnen brief open op hare schrijf
tafel had laten liggen. Indien haar echtgenoot
eens thuis gekomen ware eu hem gevonden had
Het bloed steeg haar naar de wangen, toen zij
hier aan dacht en na de troostelooze moeder
beloofd te hebben spoedig weder te komen,
verliet zij haastig het vertrek.
Met een angstig kloppend hart schelde zij
aan en toen eindelijk de oude keukenmeid lang
zaam de deur opendeed, vroeg zij vol ongeduld
of haar echtgenoot reeds thuis was.
C Wordt vervolgd.)