NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EK
Het pint van ROODEN BASTIAAN.
Feuilleton.
No. 7
Woensdag 23 Januari 1884.
Dertiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Buitenlandsch Overzicht.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,—.
Franco door liet gehecle Rijk'1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Oit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Adverteutiëu van 16 regels0,40.
Iedere regel inecr 0,05.
Voor het Buitenland0,073
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertcntiftn kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens ÏO uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
id rekening gebraekt.
Lang is het de vraag geweest of de
centrums-partij in het Pruisisch Huis van
Afgevaardigden een vroeger door den
heer Reichensperger ingediend voorstel
zou handhaven, strekkende tot herstel
van de artikelen '15, 16 en 18, die ge
schrapt zijn geworden tegelijk met de
vaststelling der Méiwetten. Lie aanvoer
ders waren het blijkbaar met zichzelf
niet eens, of de tegenwoordige verhou
ding tusschen de Regeering eu den Hei
ligen Stoel geen afwachten voorschreef,
en het bezoek van den Kroonprins
bij den Paus heeft de onzekerheid nog
vermeerderd. Minder omdat er kans van
slagen bestond, dan wel om meer be
paald te weten te komen hoe de zaken
er eigenlijk hij staan, heeft de partij
eindelijk op de behandeling aangedron
gen, en aan dien drang werd Vrijdag
gevolg gegeven. De Minister van Eere-
dienst hield toen een redevoering, waarin
hij het Huis verzocht aan het voorstel
zijn goedkeuring niet te verleenen. Mocht
het niettemin worden aangenomen, dan
zal de Regeenng het niet bekrachtigen.
De uitlegging en de toepassing, door de
Roomsch-Kathoiieke Kerk aan de be
doelde grondwets-artikelen gegeven, en
die de ontwerper van het voorstel er
weer aan gegeven zou willen zien,
de moeielijkheden, waartoe die artikelen
steeds leiden, vooral na de inlijving bij
den Staat van nieuwe provinciën, waar
betrekkelijk genomen de verhouding be
ter was geregeld dan in de oude, hebben
de tegenwoordige houding der Regeering
bepaald. Die artikelen nu weder van
kracht te verklaren, zou een groote po
litieke fout zijn.
Over het verleenen van gratie aan den
bisschop van Munster kan de Minister
bij den tegenwoordigen stand van zaken
niet spreken. Wat den bisschoppen van
Keulen en van Posen en Guesen betreft-,
geen van de Ministers is gezind zijn naam
te plaatsen onder een bevel waai bij hun
gratie zou worden verleend, omdat een
dergelijke handelwijze noch in liet belang
van den Staat noch in dat van de ker
kdijken vrede zou zijn.
Ten aanzien van de onderhandelingen
met Rome, heeft de Regeering het be
sluit opgevat om zelfstandig verbeterin
gen in te voeren. Zij zal zich niet over
haasten, en zich evenmin van haar voor
genomen plan doen afbrengen door
pogingen om drang uit te oefenen, hetzij
door agitatie, hetzij door wetsvoorstellen.
Alleen zouden dergelijke pogingen er wel
licht toe kunnen leiden om haar lang
zamer te doen voortgaan.
Deze tamelijk onomwonden verklaring
heeft het verwachte gevolg gehad. In de
zitting van Zaterdag werd liet voorstel,
alleen door het centrum en de Polen
gesteund, verworpen, en de eenvoudige
orde van den dag aangenomen.
De Spaansche Zakenhet werd
eveneens verwacht, hebben een voor
de liberalen ongunstige wending geno
men. Het tegenontweip-adres van ant
woord, voorgesteld door de gematigden,
de partij van Sagasta, werd tnet '221
tegen 126 stemmen aangenomen. Dade
lijk begaf zich nu de president-Minister
Posoda Uerrera naar den Koning oni ont
binding der Corles of ontslag te vragen.
De Koning nam het laatste aan, verkla
rende dat tegenover de verdeeldheid der
liberale partij het eenige grondwettige
middel is ontbinding der Cortes door een
conservatief Ministerie. Hierop werd Ca-
novas dal Castillo door den Koning ont
boden. Z. M. gaf hem te kenne'n dat liij,
met liet oog op den onrustigen toestand
des lauds, aarzelde een ontbindingsde-
creet te teekenen terwijl hij de Linker
zijde aan het roer liet. Ook met de
meerderheid der tegenwoordige Cortes
kan geen oplossing gezocht worden, om-j
dat de heide hoofdgroepen zoo lijnrecht
tegenover elkander staan. Hem restte dus
geen andere keus, dan de conservatieven
aan de Regeering te roepen.
Canovas had op zijn beurt dadelijk
zijn kabinet gereed, hij kon trouwens
den afloop lang genoeg vooruit gezien
hebben. Ue nieuwe Ministers zijn leeds
geïnstalleerd: hun program zegt eenvou
dig: verzekering der vrijheid ondei hand
having der orde en bevestiging var, liet
koningschap. De zittingen der Cortes
zullen worden geschorst, terwijl men j
eerst over eenige weken het ontbindings- j
besluit verwacht.
Onder presidium van den heer Roel-
vink heeft Vrijdag te Londen het banket
plaats gehad, de Transvaalsclie deputatie
aangeboden door de Nederlandsche kolo
nie aldaar. De Nederlandsche gezant Graaf
Van Bylandt, die wegens zijn diploma-
tieke positie niet kon presideeren, was
toch tegenwoordig en stelde een dronk
J in op Paul Kiüger, waarin hij o. a. zeide
1 dat de den Hollanders aangeboren vrij-
lieidszin in de Transvaal met ontaard
is. Krüger antwoordde, dat met recht-
W. ROMBOUTS.
De hitten werden trpgehaald en Ingespannen,
en weldra was sinjeur Sibold alleen weer op
reis en reed, in gestrekten draf, naar Göttingen
terug.
II
Des menschen leven is een strijd,
Een water, dat snel henen glijdt,
Een wis'lend, vliegend ding,
Een bloem, een rook, een wind, een bel
Een groote Niet beziet men 't wel
Een schouwspel vol verandering
Wij zullen ons, gëeerde lezers! nu maar niet
lang ophouden bij die verbouwing, door Sibold
ontworpen. Genoeg zij het te weten dat hij zijn
plan uitstekend volbracht en Goswijn, binnen den
bepaalden tijd, in het bezit was van twee al
lerliefste optrekjes voor zijn, nu dagelijks te
verwachten, nichtje en een ruime, nieuwe schuur
tot berging zijner hout soorten. Eiken dag had
den de jongens bij den bouw trouw geholpen
en nu alles zoo netjes gereed was, konden zij
met zelfvoldoening op den voltooiden arbeid
terug zien, en plaagden zij vader niet weinig
met zijne vrees dat zij niet klaar zouden zijn
gekomen. Niets ter wereld blijft verborgen en
zoo was het dan ook al spoedig ten huize des
houtvesters bekend wat er bij zijn buurman
Goswijn optil was, zoodat Bernard die, onder
ons, als eenige zoon, een verwend en lichtzin
nig sujet was geworden, zich reeds in stilte
verheugde, optal van avonturen,waarvan bijen
de nieuwe logé de hoofdpersonen zouden uit
maken waarom hij zich dan ook voornam de
woning van vader Goswijn spoedig met een
bezoek te vereeren om, zooals hij het noemde
eens poolshoogte te nemen. Of dit bezoek den
ouden man echter werkelijk vereeren zou was
eerie vraag die niet bij hein opkwam, hoewel
hij zeer goed wist dat hij bij den houthakker
en diens zonen, ja zelfs bij den geduchten Wolf,
met een zwarte kool stond aangeteekend, zoo
dat men hem daar liever gaan zag dan komen,
doch, daar aan vermetelheid grenzende onbe
schaamdheid een der hooidtrekken van zijn
trotsch en heei schzuchtig karakter uitmaakte,
bekreunde hij zich daar in liet minst niet oin
en mompelde in zijn baard: „als de oude of de
jongens mij een spaak in het wiel gooijen, zal 1
vader hen dat wel eens inpeperen als ik het
hem zeg."
Tot recht verstand dezer redenering dienen
wij iets meer van deze nieuwe personen en de
betrekking te weten, waarin zij tot den hout
hakker stonden. De houtvester Form, een ruim
5G jarig man, was voor een tiental jaren naar
den Hartz overgekomen, zonder dat iemand
wist waar hij van daan kwam en wat hij daar
had uitgevoerd. De tegenwoordige eigenaar van
het Hartzgebergte, met de daarbij belioorende
uitgestrekte bosschen, had een houtvester ge
zocht ten einde de veelvuldige wildstrooperijen
en houtdiefstallen, waarmede zijne bezittingen
werden geplaagd, tegen te gaan. Form- had dit,
(hoe wist men, die anders nog al wat weet in
den regel, alweder niet te zeggen.) vernomen
en om die betrekking gevraagd, eu haar, daar
hij als groot breedgeschouderd persoon, met
een barsch uitzicht en luidklinkende stem, uiter
lijk alles voor die bediening in zijn voordeel
had, ook, zonder slag of stoot gekregen, llij was,
zooals weldra bleek werkelijk de rechte man
op de rechte plaats, die de kwaadwilligen ge
ducht aan dorst en op een afstand wist te hou
den zoodat hij al spoedig zulk eene goede orde
onder dat volkje had, dat de landheer zijne be-
looning met 1U0 mark 'sjaars verhoogde. Boe
barsch en terugstootend Fortn er echter uitzag
toch was hij, naar ieders meeniug, in den grond
des harten, een goedig rondborstig en recht
vaardig man althans zoo deed hij zich voor. Bij
geleek den grooten bulterrier, wiens aanblik ieder
schrik aanjaagt, maar die toch inneilijk niet
half zoo valscli en kwaadaardig blijkt te zijn,
als de zooveel kleinere keeshond.
Dit laatste beeld pastte beter op des liuis-
vesters zoon, Bernard die, hoewel beter van
uiterlijk en oneindig beschaafder dan zijn vader,
in listige en boosaardige streken, reeds onder
zijne schoolmakkers zijns gelijke niet had en
daarom door velen nog meer vermeden en ont
zien werd dan den barsehen Form zelf.
Goswijn. die onder denzelfden landheer als
pachter van enkele bosschen ressorteerde, had
dus in zóóverre met den houtvester te maken
dat deze moest toezien dat er geen ander en
meerder hout werd gekapt, dan er verpacht
was en dat de bosschen, waarin hij werkzaam
was geweest, ook weder naar eisch werden
schoon gemaakt doch dewijl Goswijn," te veel
eer en plicht gevoel bezat om daar niet voor j
te zorgen had Form zich natuurlijk ook nooit j
over hen te beklagen en bestond er tusschen
die beiden eene zekere hartelijke vriendschap,
die reeds jaren duurde. Bernard daarentegen
had bij Goswijn en diens zonen, volstrekt niets
iu te brengen, want iustiuklmatig ontweken
zij hem en zelfs Wolf gromde hein altijd nijdig
vaardigheid en loyauteit alles goed zal
gaan de inboorlingen-stammen zullen
met welwillendheid woiden behandeld;
de Transvaal-republiek is gegrondvest
op het beginsel van rechtvaardigheid, en
de laster zal worden gelogenstraft. De
heer Du Toit dronk op de groote toe
komst die de Republiek te gemoet gaat;
maar een opkomende natie heeft steun
noodig, en daarom zullen de gedelegeer
den zich naar Holland begeven als naar
een ouderen broeder. Dat het vei der aan
toasten niet ontbroken heeft, behoeft
niet vermeld te worden.
De Engels.che Generaal Gordon, vroe
ger gouverneur van Soedan, thans te
Londen, is door de Britsche regeering
belast met een onderzoek naar den mi
litairen toestand aldaar, tevens om zorg
te dragen voor de veiligheid der Euro
peanen te Khartoem en van de garnizoe
nen die nog in Soedan zijn, en voor de
ontruiming van Soedan behalve liet kust
gebied. Een niet geringe opdracht waar
over algemeen tevredenheid wordt betuigd:
alleen is het jammer dat zij wat laat
komt, want rondom Khartoem is alles in
vollen opstand. Een gerucht zegt dat de
Porte met den niahdi onderhandelt om
hem aan te stellen tot beheerscher van
Soedan onder souvereiniteit van Turkije.
Uit Tongkin weinig nieuws. Naar ge
meld wordt hebben Engelsche hande
laars door tusschenkomst van den con
sul vertoogen gericht tegen de blokkade-
maatregelen die de Cliineesche Regee
ring ter beveiliging van Canton nam, en
zouden dezen daarom zijn opgeheven.
Daarentegen zijn belangrijke versterkin
gen gezonden naar het eiland Hainan,
omdat men beducht is voor een hand
greep der Fransehen om er zich mees
ter van te maken.
aan als hij soms kwam. Ja, het was of ze allen
begrepen dat, als zij zich met den valschaard
inlieten, er bepaald ongenoegen zoo niet erger
van komen zou, en daartoe hadden zijden vrede
veel te lief. Vooral Bastiaau had een stillen,
ingekankerden afkeer van deri glnipert en zeide
dikwijls tot zijn vader: „hoe komt die ronde
j Form toch aan zoo'n naren jongen? Mij dunkt
met zijn karakter, moet hij zelf een hekel aan
hem hebben."
Dit was nu o, wonder juist niet het geval.
Integendeel „lesextrèmes se touche.it" zegt het
spreekwoord en de vader was met zijn eenig
kind, wiens geboorte zijne moeder liet leven
gekost had, zóó afgodisch ingenomen dat Ber-
naid alles van hem gedaan kon krijgen wat hij
maar wilde en, daar hij, met zijne listige na
tuur, den ronden oude veel te slim was, ook
wel eens wat van hem verkreeg wat er eigen
lijk niet recht door kon en wat een ander hem
nooit zou hebben moeten vragen zonder zich
zijn toorn op den hals te halen. Blind, letter
lijk blind, was de man voor dien jongen en dit
was de grootste en onvergeeflijkste zwakheid
in zijn karakter.
Daarom voerde Bernard, na de school verla
ten te hebben, ook niets degelijks uit. Nergens
had hij lust in als in rondloopen, rijden en ja
gen en, ofschoon hij zich niet aan drank te
buiten ging, de vrouwenwereld trok hem zoo
veel te mreer aan en hij pochte er altijd op, als
hij op dat gebied weer eene overwinning had
behaald, hoewel hem dit zelf volstrekt niet
verwonderde daar hij zich, in zijne algenoeg-
zaamheid, onweerstaanbaar achtte als hij dat
wilde.
IV il e d.