NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT, BURN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST, STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG De FATALIST F euilleton. No. 55. Woensdag 9 Juli 1884. Dertiende Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Buiteniandsch Overzicht. Staten-G-eneraal. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk'1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regels f 0,40. Iedere regel meer 0,05 Voor het Buitenland0,07 Reclames per regel 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Advertentiën kunnen ingezon den worden tot uiterlijk 's mor gens 10 nur des Woensdags en Zaterdags. Eeue viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts driemaal iu rekening gebracht. Belangrijke maatregelen van voorzorg worden door verschillende Mogendheden genomen om aan de gevreesde cholera den toegang te beletten. Italië beschermt zijn Noordelijke grenzen met een cordon troepen: reizigers uit Frankrijk moeten zich een quarantaine van vijf dagen la ten welgevallen, goederen worden ontsmet voor men ze verder laat transporteeren. Ook Duitschland, Oostenrijk, Rusland, Denemarken en Zwitserland laten scherp toezicht houden op het goederenvervoer. De Spaansche Regeering heeft zelfs haar quarantaine-maatregelen uitgestrekt tot België en Nederland, op grond dat beide tot dusver niets gedaan hebben. Nu is, bij het tegenwoordige verkeer, dat in alle richtingen en met de veelsoortigste vervoermiddelen geschiedt, het afdoende van zoodanige afsluiting aan grooten twijfel onderhevig. Althans te Rome kwa men twee gevallen voor, gelukkig in de oprichting bestemd voor personen die van besmetting verdacht worden't wa ren werklieden uit Toulon, en bij de lijkschouwing bleek dat de ziekte wel degelijk Aziatische cholera was, hetgeen thans door de Fransche Regeering, hoe wel met de schoorvoetende bijvoeging „in lichten graad" uitgemaakt is. De laat ste belichten uit Toulon en Marseille DOOR IWAN TURGENJEFF. Wij gingen in een kring bij elkander zitten en onze goede vriend Alexander Wassiljewitsch Riedel ondanks zijn Russischen naam een volbloed Duitscher begon zijn verhaal in de volgende bewoordingen: Ik zal u, mijne heeren, eene gebeurtenis ver tellen, die ik omstreeks '1840 beleefde zooals gij ziet, is het al veertig jaar geleden. Ik zal het kort maken valt mij dus niet in de rede. Ik woonde toen in Petersburg en had pas de academie verlatenmijn broeder diende als vaandrig bij de garde-artillerie te paard. Zijn batterij lag in Krasnoje-Selo want het was in den tijd der zomermanoeuvres. Mijn broeder was niet in Krasnoje-Selo inge kwartierd, maar in eon der omliggende dorpen, en daai zocht ik hem dikwijls op zoo ma kte ik kennis met al zijne kaïneraden. Hij woonde in een tamelijke knappe boerenwoning met een anderen officier van zijne batteiij. Deze officier heette Tegleff Ilja Stepanowitsch Tegleff. Met hem werd ik intiem bevriend. Marlisiski is nu verouderd. Geen mensch leest hem meer ja zelfs om zijn naam lacht men nu. Maar tusschen 1830 en '40 maakte hij buitengewoon veel opgang, en zelfs Puschkin kon met hom niet vergeleken worden. Hij ver heugde zich niet alleen in den roem, de eerste worden ongunstiger: het dagelijksch cij fer der slachtoffers is stijgende. De Pa- rijsche gezondheidscommissie dringt ei sterk op aan, het nationale feest van '14 Juli niet te doen doorgaan, en inderdaad zou de onvermijdelijke daarbij plaats heb bende ophooping van volk ernstige ge varen aanbieden. Onder die omstandigheid kan het geen verwondering baren, dat de Londensche conferentie weinig belangstelling wekt. Maar op zichzelf biedt zij tot heden toe weinig opmerkelijks aan: haar tweede bijeenkomst zou Maandag of Dinsdag hebben plaats gehad, terwijl intusschen de financiëele adviseurs der gedelegeer den de regeling der geldzaken bespre ken. Engeland wil onder anderen de te korten regelen door een leening van 8 millioen pond sterling, waarvan de rente, aan geen vermindering wordt onderwor pen, terwijl dit wel zal plaats hebben met de overige Egyptische schuldde Fransche deskundige De Blignières houdt vol, dqt Egypte wel degelijk meer be lastingen zou kunnen betalen, indien zij slechts rechtvaardiger verdeeld en be hoorlijk gecontroleerd werden, hetgeen door consul Baring te Cairo ten stellig ste wordt ontkend. Sommigen meenen, dat men het over deze quaestie moeie- lijk eens j zal worden, zoodat de confe rentie weieens op niets zou kunnen uit- loopen. Nog meldt men, dat ook het toezicht op den gezondheidstoestand in Egypte door middel eener internationale com missie een onderwerp van bespreking zal uitmaken, op voorstel van Italië, dat door Frankrijk wordt ondersteund. Maar Frankrijk heeft nog meer lastige zaken in orde te brengen. Eerstens het Russische schrijver te zijn, hij had zelfs wat lang niet zoo gemakke[ijk is en veel zeldzamer voorkomt zijnen tijdgenooten zijn stempel opgedrukt. Men viel letterlijk over helden a la Marlinski, voorval in de provincie en in het leger en hier weer het meest bij de artillerie. Zij spra ken en correspondeerden in zijne taal; in gezelschap namen zij een sombere, teruggetrok ken houding aan „storm iu de ziel en een vuurgloed in het bloed," zooals luitenant Bjelosor in een zijner romans. Wat de vrouwenharten betreft, die werden door hen «verstrikt." Het waren deze menschen, wien men toen den naam „Fatalisten" gaf, en zooals gij weet heeft dit type zeer lang bestaan. En wat werd er al niet onder dezen naam gerangschikt! Bijronismus en romantiek; her inneringen aan de Fransche revolutie, en Na poleon vergoding; het geloof aan het noodlot, aan een ster, aan de onweerstaanbare macht van het karakter, en aan het horror vacui; afwisselende opwellingen van kleingeestige eigenliefde van energie en van stoutmoedigheid; een streven naar het edale en slechte op voeding, gebrek aan beschaving, aristokratische gewoonten en kwasterige onbeduidendheid Maar genoeg gephilosopheerd ik heb u een verhaal beloofd II Ook de vaandrig Tegleff behoorde tot deze fatalisten, hoewel hij volstrekt niet het uiterlijk had, waarin men zich die lieden pleegt voor te stellen; zoo geleek hij b. v. in geen enkel op zicht op den fatalist uit. «Een held van onzen tijd." Hij was van middelbare grootte, tamelijk forsch gebouwd en liep een weinig voorover; zijn haar plan der Giondwetsheiziening, dat dooi de Kamer is aangenomen, maar in den Senaat veel tegenstand zal ontmoeten. Het ontwerp is bij den Senaat ingekomen, en naar een commissie van 18 leden ge zonden. Vervolgens de nieuwe verwikke lingen in Tongkin. Den 4en Juli is de Fransche gezant Patenótre te Shangaï aangekomen met de opdracht de geheele uitvoering te eischen van bet verdrag van Tientsin, indertijd door Fournier gesloten, en een half milliard 500 millioen francs, schadevergoeding voor bet gebeurde bij Langson, dat echter grootendeels veroorzaakt werd door de achteloosheid van den opperbevelhebber generaal Millot, die, toen hij met geringe troepenmacht genoemde plaats liet bezet ten, verzuimde zich te overtuigen of zij reeds door de Cliineezen was ontruimd. Weigert China toe te geven, dan zou admiraal Courbet met de vloot naar Tientsin gaan, orn daar de inwilliging der eischen af te dwingen, en dan zou een formeeleooilog met China vrij waar schijnlijk worden, iets waartegen Engeland en Duitschland nogal beden kingen hebben. En dan, om de maat vol te nieten, is er nog een kleine quaestie van huishoudelijken aard. De uiterste linkerzijde in de Kamer wil namelijk voorstellen, op den 14en Juli een alge- meene amnestie af te kondigen voor staatkundige misdrijven en overtredingen. Men zegt dan gten amnestie te verleenen aan ben die veioordeeld zijn wegens de ongeregeldheden in het wijndistrict van Montceau. Van deze anarchistische ge weldmakers zouden Krapotkine en Louise Michel woiden uitgezonderd, wier straf tijd weldra geëindigd zal zijn. Uit Soedan zijn in den Jaatsten tijd was blond, zijn wenkbrauwen waren bijna wit. Hij had een rond, frisch gezicht met roode wangen, een stompneus, een laag voorhoofd met uitstekende slaapbeenderen, volle regelma tige lippen, die echter nooit lachten ja hij glim lachte zelfs nooit. Slechts hoogst zelden, wanneer hij vermoeid was of diep ademhaalde liet hij zijn vier kante, hagelwitte tanden zien. Aan al zijn trekken, waarin overigens een zekere goedigheid te lezen stond, was deze kunstmatige onbeweeg lijkheid eigen. Alleen zijn oogen waren minder alledaagseh: kleine oogen met groene iris en gele wimpers. Het rechter oog scheen iets hooger te staan dan het linker, en het lingkerooglid was altijd half gesloten, wat aan zijn blik een eigenaardige uitdrukking van slaperigheid gaf. Over TegleiFs physiognomie, hoewel overigens volstrekt niet tei ugstootend, lag bijna altijd een ontevreden trek vermengd met een soort van onrust alsof hij in zijn binnenste een treurige gedachte najaagde, die hij niet van zich af kor. zetten. Bij dit alles gaf hij toch niet den indruk van hoogmoedig te zijn: inen zou hem eerder ge houden hebben voor een man, die zich in stilte beleedigd gevoelt. Hij sprak zeer weinig, en dan nog op stotterenden, heeschen toon, waar bij hij de woorden meer dan noodig was her haalde. In tegenstelling met andere fatalisten bediende hij zich van geen bijzondere uitdrukkingen; deze kwamen alleen iu zijn brieven voor den dagzijn handschrift was geheel dat van een kind. Zijn superieuren beschouwden hem als een officier xzoo zoo"; hij ging noch voorbijzonder knap, noch voor zeer ijverig door. »Hij is stipt, maar niet accuraat," had eens verschillende berichten ontvangen, die echter niet precies kloppen. Te Cairo meende men te weten dat reeds den 20en Mei tusschen Gordon en den mahcli een wapenstilstand is gesloten, en dat eerstgenoemde zich heel gezellig te mid den der Bedouienen beweegt. Een ander bericht zegt dat de mahdi wel het gewest Kordofan had verlaten om naar Khartoem op te rukken, doch terugkeerde naar de hoofdplaats van Kordofan, El Obeid, op het gerucht dat er onlusten waren uit gebroken. Voor hij die plaats bereikte, zou hij gevangen genomen zijn door de Hamarstammen, die hem vroeger hadden ondersteund maar zich nu tegen hem keeren omdat hij hun de beloofde soldij niet uitbetaalt. Wat van dit alles waar is, staat nog te bezien. De Eerste Kamer nam Donderdag 3 Juli de definitieve begrooting voor Koloniën aan, waarbij onderscheiden leden verklaarden tegen de volgende begrooting te zullen stemmen als dan het financiëel evenwicht niet was her steld. Maandag 1.1. nam de Karner eenige ontwerpen aan, waaronder het voorstel tot wijziging der schoolwet, met 33 tegen 2 stemmen: de Minister van Binnenland- sche Zaken verzekerde dat reeds op dc volgende begrootingen belangrijke bezui nigingen daarvan het gevolg zouden zijn. De Tweede Kamei voerde in haar zit ting van Woensdag 2 Juli een debat over het nieuwe crediet van 3 ton. Dooi den Minister van Binnenlandsche Zaken aangevraagd ter bestrijding der longziekte. een brigadegeneraal van Duitsclie afkomst van hem verklaard. Voor de soldaten was Tegleff eveneens »zoo zoo" geen bullebak, maar ook geen vriend. Hij deed geen buitensprorigheden, maar zijn inkomen liet dit ook niet toe. Op negentien jarigen leeftijd was hij wees geworden; zijn ouders waren beiden verdronken, toen zij bij een overstrooming met een vlot over de Oka wilden steken. Hij had zijn opvoeding genoten op een kost school, waar hij tot de mins£ begaafde, maar best oppassende leerlingen behoorde. Daarop kwam bij, overeenkomstig zijn eigen wensch en op aanbeveling van een oom, die veel invloed had, als volontair bij de garde-artillerie te paard, en hij deed, zij het dan ook met eenige moeite, eerst examen als vaandrig en daarna als tweede luitenant. Met de andere officieren stond hij op een gespannen voet. Men mocht hem niet gaarne lijden; slechts zelden kreeg hij bezoek vaneen zijner kameraden, en hij van zijn kant hield zich ook op een afstand. In tegenwoordigheid van vreemden voelde hij zich niet op zijn gemakhij kreeg dan iets onrustigs over zich en zijn manieren werden gemaakt Hij miste alle collegialiteit, en door niemand werd hij getutoieerd. Maar men achtte hem echter niet orn zijn karakter zijn verstand of zijn ontwikkeling, maar omdat men aan hem het eigenaardige kenmerk der fatalisten meende te bespeuren. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1884 | | pagina 1