NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
AMERSFOORT, BURN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELANEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBUHG, VUURSCHE, SCHEHPENZEEL EN WOUDENBERG
Politieke OoJejaanarai-ffllieierlii.
Officiëele Publicatie.
Feuilleton.
No. 74.
Zaterdag 13 September 1884.
Dertiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05
Voor het Buitenland0,07
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
■fa
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens 10 uur des Woensdags en
Zaterdags.
£ene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
in rekening gebracht.
De middernachtsklok op den Sint-
Sylvesteravond doet soms droevige beel
den in de ziel rijzen. Als we genoodzaakt
zijn te denken aan een jaar vol tegenspoed
en teleurstellingen, waarin onze pogingen
om vooruit te komen met onvruchtbaar
heid werden geslagen, dan kan het niet
anders, of een bange zucht stijgt op uit
het gemoed. Alleen de hoop, de laatste
levensgezellen, kan. ons staande houden,
en ons er toe brengen zonder angstige
verslagenheid het nieuwe jaar binnen te
treden.
Iets dergelijks vervult ons hoofd en hart,
op den dag dat wij den Minister van
Binnenlandsche Zaken de woorden hooren
uitspreken
»In naam des Konings verklaar ik
de zitting van de Staten-Generaa! ge
sloten."
Een terugblik op het zittingjaar dat
achter ons ligt is verre van bemoedigend.
Er heerseht in onze Regeeringskiingen
en in onze Volksvertegenwoordiging een
geest van verslapping, van onmacht, die
loodzwaar drukt op de ontwikkeling van
Nederlandsch politieken toestand. Het is
nacht, en te vergeefs ziet de wachter op
den torentrans uit naar een lichtstreep aan
het somber hemelgewelf.
We behoeven niet in bijzonderheden
te herhalen, wat ieder nog versch in het
geheugen ligt. Van nature zijn we opti-
O
«Reeds drie uur. Maar kom, haast u
Hij kwam twee schreden nader:
«Wie hebben dat gedaan
»Dat zal ik u alles vertellen. Maak mij los."
Hij deed nog drie schreden, en ik meende
reeds aan het einde mijner ellende gekomen te
zijn, toen hij zachtjes en geheimzinnig vroeg:
»Zeg eens, het waren zeker smokkelaars
«Juist, gij hebt het geraden. Die schelmen
hebben mij hier vastgebonden, om mij te laten
wachten tot morgen als zij terugkeeren."
Die woorden hadden een wonderlijke uitwer
king op den man.
Hij week van schrik achteruit en scheen plan
te hebben om mij daar te laten staan. Toen
was ik mijzei ven niet meer meester, ik schold
hem uit voor den grootsten ellendeling die er ooit
bestaan had.
Hij stoorde zich niet aan mijn scheldwoorden
maar verwijderde zich langzaam. «Ik zal er
nog eens over denkengij zult wel loskomen."
Daarna verhaastte hij zijne schreden en ver
dween bij een kromming van het pad. Ik zond
hem mijne verwenschingen achterna.
Ik wist niet wat ik er van denken moest, en
nog minder wat te doen. Mijn toestand scheen
mij nog verergerd door hetgeen ik aan dien
man gezegd had, die het aan de smokkelaars
kon overbrengen; misschien behoorde hij zelfs
wel tot de bende. Mijn stemming werd eensklaps
mistisch, en het geringste teelten van
herleving deed ons, hoe vaak ook teleur
gesteld, de hoop koesteren dat eindelijk
de lijdensperiode zou zijn doorgeworsteld,
Maar het schijnt wel of de mannen, aan
wie het vrijzinnig deel van Neerlandsch
volk de behartiging onzer hoogste belan
gen opdroeg, ons door ervaring het nut
der tegenspoeden wil doen begrijpen.
Wien de goden in het verderf willen
storten, dien slaan zij met blindheid,
en een wezenlijke verblinding is neder
gedaald op de oogleden van onze liberale
afgevaardigden. De les, door de verkie
zingen van 1883 gegeven, is zonder nut
over hén heengegaan zij hebben nog
niet ingezien, dat alleen door vaste aan
eensluiting, door besliste samenwerking
de slag is af te weren die hun bcwen
het/ hoofd hangt als wederom in het
laatste gedeelte des jaars dat we thans
intreden de beslissing der stembus wordt
ingeroepen. En toch, nog één zoodanige
les, en voor de liberale partij is de cursus
afgeloopenmet het certificaat van
«onvoldoend" wordt zij en dan wel
licht voor langen tijd, in de minderheid
gebracht.
Of meenen zij wellicht, nog langer op
steun te kunnen rekenen, die mannen,
wien de belangen des Nederlandschen
volks niet zwaarder wegen dan hun per
soonlijke opvattingen.
Maar zal men wellicht zeggen, de
schuld van dezen toestand ligt bij de libe
rale kiezers. Waarom vaardigen zij geen
andere vertegenwoordigers of, mannen
van wie men weet dat zij eerlijk en krach
tig zullen samenwerken om die hervormin
gen tot stand te brengen waaraan de natie
behoefte heeft?
Volkomen waar, doch ook volkomen
in strijd met onze electorale gebruiken.
Pogingen tot dergelijke vervanging leiden
veel somberder, en zonder de aanwezigheid van
twee eekhoorntjes, die mij eenige afleiding gaven,
zou ik zeer ongelukkig geweest zijn. Deze lieve
maar schuwe diertjes, meenende alleen in het
bosch te zijn, speelden met dat gemak en die
sierlijkheid van bewegingen, welke de vrees
verlamt, en terwijl zij elkander van boom tot
boom vervolgden, verrasten zij mij door de be
hendigheid van hun sprongen en de aanvallig
heid hunner bewegingen. Daar ik met den
lorkeboom een geheel uitmaakte, liepen zij over
mij heen om een naburigen boom te beklimmen,
in welks takken zij elkander nazaten. Eensklaps
hielden beiden zich op hetzelfde oogenblik stil,
waaruit ik de conclusie trok dat zij, van hun
hooge zitplaats, iemand zagen naderen.
Ik vergiste mij niet. Er verscheen een groote
man, gevolgd door den boer met de pruim achter
zijn kiezen. Deze groote man had drie kinnen,
een vollemaansgezicht, kleine voorzichtige oog
jes, een steek op en een rok aan. Toen hij mij
bemerkte posteerde hij zich om mij op te nemen.
«Wie zijt gij?" riep ik hem toe.
»De burgemeester van het dorp, antwoordde
hij zonder een pas nader te komen.
«Welnu, mijnheerde burgemeester, ik eisch dat
gij mij losmaakt, of mij laat losmaken door uw
ondergeschikte daar naast u, die zijn maal met
tabak schijnt te doen."
«O, gij zult wel loskomen'" riepen beiden tege
lijk. «Vertel eens hoe het gekomen is," voegde
de magistraat er bij.
Door de ondervinding die ik had opgedaan
wachtte ik mij wel van smokkelaars te spreken.
«Hoe het gekomen is? Dood eenvoudig. Ik ben
aangerand en geplunderd door roovers, zij
hebben mij aan dezen boom gebonden, en
nu verlang ik niets meer dan dadelijk bevrijd te
worden."
Ah zool" riep de magistraat. «Roovers' zegt
altijd tot een tweespalt waaruit de tegen
partij munt slaat. Ook vergete men niet,
dat het staatkundig leven in Nederland
maar tragelijk daar henen vloeit, behalve
in twee gevallen, namelijk als religieuse
hartstochten in beweging zijn gebracht,
of als de beurs wordt bedreigd. Voor het
overige zwijgt meestal de publieke opinie
voor zooverre zij niet in de dagbladpers
het woord opvat; men heeft eenmaal
's lands belang opgedragen aan bepaalde
personen, die er dan maar voor moeten
zorgen. Doen zij het niet, of op minder
bevredigende wijze, des te erger, dan zal
men eenvoudig bij een volgende gelegen
heid zich niet druk maken met een gang
naar de stembus.
Met dat al daalt het prestige der volks
vertegenwoordiging. Een talentvol en
hooggeplaatst afbreker, van wiens be
kwaamheid in het opbouwen de bewijzen
nog geleverd moeten worden, heett on
langs in een openbaar geschrift onze
Tweede Kamer, de rechtstreeksclte verte
genwoordigster des Nederlandschen volk,
een monding" genoemd, en er is geen
kreet van verontwaardiging opgegaan uit
den boezem der natie!
Gij mannen van ijver en van bekwaam
heid, die daar zetelt ter linkerzijde op de
groene banken van het Binnenhof, wij
smeeken het u, om uzelfs wil en ter
wille van de ons dierbare staatsinstellin
gen, gordt u aan met nieuwe kracht.
Gij alleen kunt het gevaar afwenden dat
ons dreigt, door afstand te doen van uw
onderlinge meeningverschillen, waardoor
de groote belangen, die gij te behartigen
hebt zoo onnoemelijk schade leiden.
Wij vragen u geen onmogelijk offer.
Geen enkel uwer beginselen behoeft gij
te verloochenen, immers, die zijn bij
de leden eener liberale staatspartij dezelf-
gij?" «Ja roovers. Ik trok het gebergte over
met een muilezel die mijn valies droeg. Zij heb
ben den muilezel en het valies gestolen."
«Ah, Zoo, is het zoo gebeurd?"
«Ja zeker is het zoo gebeurd 1 Eu nu gij op
de hoogte zijt, zult gij mij wel vlug losmaken."
«zoo zoo!" herhaalde hij, in plaats van nader
te komen. «Zeg eens, dat zal heel wat kostert
aan schrijven
«Maak mij toch los, lummelWat heb ik met
uw schrijverij noodig"
«Wel, er zal proces-verbaal opgemaakt moeten
worden."
«Er is geen proces-verbaal noodig. Maak mij
los
«Onmogelijk, mijn waarde heer, dat zou ge
heel buiten den regel zijn. Eerst proces-verbaal,
en dan losmaken. Ik zal getuigen gaan zoeken
Ik heb er twee noodig die in staat zijn hun
naam te teekenen. Het kost heel wat tijd om
hen te vinden, begrijpt gij, en dan moeten zij
betaald worden omdat wij hen van hun werk
halen; maar dat maakt voor mijnheer geen be
zwaar uit." Vervolgens tot den boer: «Loop eens
naar Maglan, en vraag aan de vrouw van den
notaris waar haar man is ga hem zoeken en
vraag hem om hier te komen. Loop dan naar
Saint-Martin, waar gij Benaiton den koster zult
vindenhij is er stellig, omdat de klok moet
geluid worden voor het huwelijk van Chozet
laat hij eveneens hier komen. Laat de notaris
schrijfgereedschap meebrengen, en ook gezegeld
papier. Kom, mijn jongen onder eerlijke lui
rekent men later af, en gij zult er niet bij ver
liezen. Ga en passant te Veluz bij Jean-Marc
aan en zeg hem dat zijn merrie ziek is.
Vooruit I"
«Laat hij naar den duivel, loopen en Jean-
Marc, en zijn merrie, en gij ook 1 Stomme
burgemeester, onbarmhartige ezel! Als gij rnij
de. Slechts de mate hunner toepassing
op het praetisch regeeringsbeleid is het,
waaromtrent de eenheid ontbreekt, en wij
kunnen niet aanneme.n, dat deze onover
komelijke hinderpalen tot samenwerking
oplevert. Indien gij slechts rekening houdt
met de dringendste eischen van het oogen
blik, dan kan het u niet moeielijk vallen
het punt aan te wijzen tot waar de over
eenstemming reikt, en zoo ge daar uw
uitnemende krachten samenbrengt, dan is
het pleit gewonnen. Levert ons niet met
gebonden handen en voeten over aan de
gevaarlijke proefnemingen der kerkelijke
partijen, wier wassende invloed ons met
schrik vervult: spiegelt u aan België,
waar thans de liberale partij in machte-
looze woede de vernietiging aanschouwt
van wat zij met beleid en standvastigheid
in het leven riep, maar wat zij niet met
vastberadenheid heeft weten te beveiligen
tegen de aanslagen eens immer waakza-
men vijands.
Nog is het tijd, ofschoon de elfde
ure reeds verstreek, om den getrouwen,
die hun politieke rechten nederlegden in
uw banden, een hart onder den riem te
steken. Veracht onze smeekbede niet,
die de liefde tot het vaderland ons op de
lippen legde. Vereenigt u, sluit uw ge
lederen, legt de handen ineen onder de
banier van den vooruitgang
De BURGEMEESTER van AMERS
FOORT,
doet te weten, dat krachtens art. 198
van het algemeen politie-reglement het
personeel der brandweer dat behoort tot
de SPUIT No. 2, moet opkomen op
Woensdag, den 17. September aanstaande,
losmaakt, geef ik u ieder een louis d'orl'1
Bij dit voorstel bleef de boer, die reeds op
weg was, staan, en zétte groote oogen op. Maar
de magistraat zeide «Gij moet de kosten van
papier en schrijven betalen, en kunt dan nog een
fooi geven als gij wilt; maar om ons vooruit om
te koopen, dat zoudt gij met al het goud der
wereld niet kunnen.
Van vader op zoon zijn wij burgemeester van
de gemeente geweest, te beginnen met mijn
voorvader Antoine-Baptiste, en de Arve zou eer
opdragen dan dat een van ons een fout had
begaan. Loop nu heen!" riep hij tot den boer,
«Geduld maar," zeide hij tot mij, «ik zal u een
flesch wijn halen die u goed zal doen."
Zoo was de wanhopige braafheid van dezen
man al evenzeer in mijn nadeel als zijn eerbied
voor de vormen. Ik bleef op nieuw alleen, en
dezen keer in de overtuiging dat het morgen
zou worden voor men mij kwam losmaken; ik
trachtte mij aan dit denkbeeld te gewennen.
Gelukkig was het een warme avond, met een
prachtige heldere lucht. De zon, die reeds ten
ondergang neigde, drong horizontaal in het
bosch door, dat over dag voor zijn stralen ge
sloten was, en de lorkestammen wierpen lange
schaduwen op een met mos begroeiden bodem,
die al de nuances van het geel vertoonde. Een
paar haviken die ik boven mijn hoofd had zien
zweven waren verdwenen; de raven doorkruisten
onder aanhoudend gekras het dal van de Arve
om haar nachtelijk verblijf op te zoeken, en de
bergtoppen, die hoe langer hoe onduidelijker
werden, schenen van de bedrijvigheid van het
lever, in de stilte van de slaap over te gaan.
Wordt vervolgd.