NIEUWE
E
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
EEMNES. HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
VUURSCHE, SCHEHPENZEEL EN WOUDENBERG
Waarom Muggins niet wegging.
Feuilleton.
No. 101.
Woensdag 17 December 1884.
Dertiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
BuitenlandscR Overzicht.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
s
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,—.
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer0,05
Voor het Buitenland0,07
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Zij die zich van he
den af op deze courant
abonneeren, ontvangen de
Nummers tot 1 Januari a. s.
GRATIS.
Een dynamiet-ontploffing, die echter
geen noemenswaardige schade schijnt te
hebben aangericht, had Zaterdagavond
te Londen plaats, in de nabijheid van de
London Bridge, of volgens andere be
richten, onder een der bogen van die
brug. Het geval heeft lang niet die ont
steltenis veroorzaakt, als de vorige ont
ploffing.
Is het nog niet zeker of men hier
met anarchisten te doen gehad heeft, te
Sternberg in Moravië bezit men die ze
kerheid wel^ daar hebben zij namelijk
getracht om de gevangenis gedeeltelijk
in de lucht te doen springen, ten einde
de gevangenen in een ander deel van
het gebouw te bevrijden. Hun opzet ge
lukte echter niet, en de meesten zijn in
hechtenis genomen.
Van Gordon of van den Mahdi hoort
men de laatste dagen niet meer. De
correspondenten der Londensche dag
bladen, die de Nijl-expeditie volgen, be
klagen er zich over, dat "Walseley alle
berichten van eenigszins ernstigen aard
terughoudt; daar heeft men dus de reden,
waarom er uit de verschillende dépêches
soms niet wijs te worden is. Zoo ook
komt men den juisten toestand van den
Nijl niet te wetenhet schijnt echter
wel zeker te zijn, dat de expeditie niet
behoeft te hopen voor half Februari in
Khartoem aan te komen.
IJlt het Amerikaansch.
i) «Muggins!"
Terwijl ik verwonderd opkeek bij het hooren
van zulk een vreemden naam, deed een individu
met een breed gelaat en een driest maarlinksch
voorkomen, zijn entree de chambre, en werd
door Brinton weggestuurd, om lucifers te halen.
Nu kwam hij terug, met een dommen glimlach
om de lippen, en een bos tandenstokers in de
hand. Eenigszins tot mijne verwondering (want
ik kende Brinton als een kort aangebonden,
streng man), kreeg hij geen standje, maar hij
werd alleen attent gemaakt op zijne vergissing
en teruggezonden om die te herstellen.
Ik houd er van, om iets romantisch te zoeken
achter de meest gewone zaken ja, daar ben
ik trotsch op, want ik durf zeggen, dat ik daar
bijzonder slag van heb. Eensklaps kwam ik op
het denkbeeld dat Muggins wel een vermomde
romanheld kon zijnterwijl ik mijn best deed,
om een onverschillig gezicht te zetten, vroeg
ik dus:
«Waarom houdt gij zoo'n sukkel in uw dienst,
John? Zijt gij nietjbang, dat hij u op den een
of anderen dag nadeel zal berokkenen?"
Brinton antwoordde niet dadelijk, omdat Mug
gins weer binnenkwam, dezen keer met de luci
fers. Ik bedacht mij in dien tusschentijd, dat
m\jn vraag wat onvoorzichtig kon geweest zijn;
want ofschoon John en ik elkaar als jongens
goed gekend hadden, zoo hadden wij elkaar
Het bericht in de Fransche bladen,
dat een Duitsch huis eigenaar zou ge
worden zijn van een strook gronds aan
de straat Bab-el-Mandeb, met het doel
om er een kolenstation op te richten,
wordt nu tegengesproken door de firma
zelve, die het land heette verkocht te
hebben. Doch uit die tegenspraak blijkt,
dat al heeft er geen aankoop vanwege
het Duitsche rijk plaats gehad, de firma
toch met een Hamburgsch huis er over
heeft onderhandeld en wel tijdens zij
aan de Fransche Regeering het terrein
te koop had aangeboden. Daarom had
zij aan het Hamburgsche huis tot voor
waarde gesteld, dat de zaak aanhangig
moest blijven totdat de Fransche Regee
ring het aanbod zou hebben aangenomen
of verworpen. Nu heeft, volgens de
Temps, het Fransch gouvernement het
aanbod afgewezen, op grond dat het
onlangs in bezit verkregen grondgebied
van Tadjusch voldoende en veel voordee-
liger is. Hieruit zou dus volgen, dit
onderhandelingen met het Hamburgsche
huis konden worden voortgezet. Maar dit
huis wordt verder niet genoemd, en naar
hetgeen uit Berlijn wordt gemeld, schijnt
men aldaar de zaak in dien zin op te
vatten, dat Duitschland er slechts in ge
noemd is, om op de Fransche Regeering
pressie uit te oefenen, zoodat men er
verder wel niets meer van hooren zal.
Dit klinkt zeker zeer plausibeldaarte
genover staat echter, dat de Duitsche
Regeering een plotselinge liefhebberij in
het koloniseeren heeft gekregen; zelfs
zou zij nu weer het oog hebben op een deel
der kust ten noorden van Port-Natal en
ten oosten van de Transvaal, een deel
van Nieuw-Ierland en Nieuw-Brittannië,
en het noordoostelijk deel van Nieuw-
Guinea.
Bismarck heeft aan den Rijksdag een
sints dien tijd weinig gezienen bovendien, de
allerliefste gracieuse mevrouw Brinton zat dicht
naast mij. Ik vond het dus noodig mij nader te
verklaren.
«Gij kent mijn zwak, Johnen ik durf wed
den, dat ik het niet mis had, toen ik dacht, dat
een of ander belangrijk voorval de reden moest
zijn van de betrekking, waarin Muggins tot u
staat. O! gij lacht all Ik wist wel, dat het zoo
was. Kom, voor den dag er mee, als een goede
kerel!"
Brinton keek mij een oogenblik strak aan,
toen naar den rook van een transatlantische
boot, die men nog even aan den horizon kon
zien, en daarop naar zijne vrouw, steeds met
een nadenkend glimlachje op zijn gelaat. Ein
delijk sprak hij:
«Jongen, Simpson, gij zijt een scherp opmer
ker. Gij hebt een verhaal verdiend, en gij zult
het hebben ook. Lieve," voegde hij er bij tot
zijn vrouw, «wilt gij zoo goed zijn voor het sou
per te gaan zorgen?" Mrs. Brinton wierp hem
met een half onderdrukten lach een blik van
verstandhouding toe, weifelde een oogenblik, en
zweefde toen als een engel in witte mousseline
de kamer uit.
»Gy moet weten," hernam John, «wat ik u
ga vertellen staat in verband met mijn eerste
liefde, en gij begrijpt
Ik begreep het volkomen. Zooals ik gezegd
heb, waren Brinton en ik op kostschool vrien
den geweest, en daar hadden wij nooit gehei
men voor elkaar gehad. Maar sints dien tijd
hadden onze wegen uiteen geloopen, en terwijl
ik eerst gereisd had en mij daarna op de studie
toelegde had Brinton carrière gemaakt, een
vrouw genomen en kinderen gekregen. Wij, die
elkaar als jongens verlieten, hadden elkaar he
den ontmoet als gebaarde mannen, na een lange
reeks van jaren. Toch had ik Brinton bijna on-
eollectie diplomatieke bescheiden over
gelegd, betreffende koloniale aangelegen
heden, voornamelijk over Agra Pequena.
Daarin wordt Engeland's politiek in deze
zaak rondweg «kwaadwillig, vertragend
en dubbelhartig" genoemd, en het veran
derde eerst van houding, toen de Rijks
kanselier in zijn nota's een bijna dreigen
den toon begon aan te slaan.
Yoor Gladstone komt er weer werk
aan den winkel. Door 1200 Bulgaren uit
Macedonië en door meer dan 2000 in
woners van Varna, Kustendje en Rutschuk
is n. 1. per telegraaf aan Gladstone de
de verklaring gezonden, dat de berichten
omtrent geweldenarijen, waaraan hun
broeders in Macedonië van de zijden der
Turken blootstaan, waarheid behelzen,
en vde toestanden in die provincie nog
riinmer zoo droevig.geweest zijn als thans.
Zij doen een beroep op de menschlievend-
heid van Harer Majestefts-regeering, op
dat zij zulke maatregelen nemen, waar
door afdoende verbetering indien toestand
gebracht zou worden.
De Russische Minister Graaf Tolstoi
heeft bij den rijksraad een voorstel inge
diend, om den boeren te verbieden, de
landerijen die zij bezitten onder.hunne man
nelijke erfgenamen te verdeelen, omdat
er zoodoende steeds meer grondbezitters
komen, die het stemrecht hebben en ver
kiesbaar zijn voor de gemeenteraden, en
de Minister vreesde, dat dit de oppositie
tegen de Regering vermeerderen zou. De
Raad heeft echter, met groote meerder
heid van stemmen, het voorstel ver
worpen.
Te Retchiza, in het Russische gouver
nement Vitebsk, heeft de politie een ge
heimen onderaardschen gang ontdekt, die,
blijkbaar ten behoeve van een dieven-
complot, onder het kantoor van den dis-
tricts-ontvanger, waar 80,000 roebel be-
veranderd gevonden ernstig, eenigszins ge
reserveerd in zijn manieren, met een zekero
waardigheid en onafhankelijkheid in alles wat
hij deed of zeide, maar hartelijk en energiek,
met een zachte, diepe stem en een flinken
handdruk. Het deed mij genoegen dat hij nog
steeds evenveel vertrouwen in mij stelde, en ik
waardeerde de kieschheid waarmede hij zijn
vrouw het verhaal van een jeugdige liefde be
spaarde. Ik was geheel en al oor voor hetgeen
ik zou hooren.
«Het is nu ongeveer acht jaar geleden," be
gon Brinton, terwijl hij zijn beenen op de ven
sterbank legde, zijn armen kruiste, en peinzend
naar de zee staarde. «Ik had Muggins toen on
geveer vier jaar in mijn dienst gehad sints
den tijd, waarop ik hem op straat had overre
den, bij welke gelegenheid de weinige hersens,
waarover hij beschikte, voor goed in de war
raakten. Dat ongeluk, en de omstandigheid, dat
hij mij altijd zeer verknocht was, zou reden ge
noeg zijn geweest om hem levenslang in mijn
dienst te houdenmaar in den tijd, waarvan ik
nu spreek, bewees hij mij zoo'n buitengewoon
grooten dienst, dat geen vriendelijkheid van mijn
zijde dien ooit vergoeden kan."
Hier hield mijn vriend op, en een oogenblik
zat hij zwijgend aan zijn zwarten, borsteligen
knevel te trekken. Ofschoon zeer gespannen
door dit veelbelovende begin van zijn verhaal,
zorgde ik wel, zijn stilzwijgen niet te verbreken,
en hij vatte den draad spoedig weer op.
»Wij hadden reeds eenige maanden in Europa
gereisd. Ik maakte kennis met zekere Miss Ru
pert en haar vader Italianen, met al de fijne
en edele eigenschappen van hun landgenooten
en wij werden ten slotte onafscheidelijke vrien
den. Ik engageerde mij zelfs met Miss Rupert.
Ik zie er volstrekt geen bezwaar in", zeide
Brinton, terwijl hij zijn stem liet dalen, «om te
waard werden, was gemaakt.
De politie te St. Petersburg neemt
verscheidene voorzorgsmaatregelen, omdat
zij vreest, dat de Nihilisten weder een
daad van geweld beramen. Alle personen,
die maar eenigszins verdacht schijnen,
worden nauwlettend nagegaan.
Amersfoort, 17 December 1884.
Tot Curator van het gymnasium alhier
is door den Raad herbenoemd de heer
Mr. J. Cock BlomhofF en tot lid der
Commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs de heer Jhr. A. D. J. Calkoen.
De Raad benoemde in zijne vergade
ring van Maandag tot lid der Commissie
van toezicht op het Lager Onderwijs de
heer W. G. Eijck van Zuilichem, met het
lot tegen Mr. Veder, die een gelijk aantal
stemmen verkreeg.
Tot leden van het Burgerlijk armbe
stuur in deze gemeente zijn door den
Raad benoemd de heeren W. van Eeden en
J. Zandijk Jr. en tot leden der Commissie
van fabricage de heeren B. W. van
Burgsteeden, E. L. Visser en J, Zandijk Jr.
De gemeenteraad heeft benoemd tot
tegenschatter voor den verkoop van ster
ken drank den heer J. Kerkhof.
A. v. G., alhier wonende, is door de
Arrondissements-rechtbank veroordeeld,
tot f 2 boete, subs. 2 dagen gevange
nisstraf, voor beleediging van een beambte
in functie.
Ph. v. d. B., mede hier wonende, werd
door het O. M. veroordeeld tot 1 maand
celstraf en f 25 boete, beklaagd van be
leediging van een beambte in functie.
bekennen, dat ik haar met geheel mijn hart
beminde. Zij was schoon, trotsch, teeder. fier,
bekoorlijk nu gij begrijpt mij wel. Ofschoon
onze karakters hemelsbreed van elkander ver
schilden, sympathiseerden wij toch in alle mo
gelijke opzichten. En zij beminde mij zooals
alleen zulk een vrouw kan beminnen; zij ideali
seerde mij tot ik in haar oogen bijna een afgod
werd, en ik liet haar stil haar gang gaan, want
ik begreep, dat het mettertijd wel terecht zou
komen. En zoo gebeurde het ook, nog veel
eerder dan ik verwacht had.
«Wij reisden dan, zooals ik zeide, in Egypte."
«Gij hebt gezegd in Europa," waagde ik op
te merken.
«Natuurlijk, ik bedoel Europa," zeide Brinton
haastig. «Het is al zoo lang geleden dat mijn
geheugen mij wel eens parten speelt. In het
laatst van Mei waren wij dan te Genere, en
natuurlijk volmaakt gelukkig. Wij schepten be
hagen in alles, want wij waren alles voor elkaar.
En als er niet een Poolsche graaf, met wien
wij kennis maakten, tusschen beiden gekomen
was, dan zou ons geluk onverstoord zijn gebleven
tot op dezen huidigen dag."
Dit scheen mij een vreemde opmerking toe
voor een getrouwd man, en dat nog wel een
man als Brinton maar ik hield mijn meening
voor mij.
«Die graaf heette Grodjinskyhij was een
van dia elegante, fijngemanierde, aristocratische
mannen, die niet het minste begrip van eer be
zitten, vooral niet op het punt van den omgang
met vrouwen. Hij was zeer attent jegens Miss
Rupert, die dit geheel op rekening schoof van
zijn hoofsche manieren; zeer juist misschien,
maar ik nam daar volstrekt geen genoegen mee.
Wordt vervolgd.