NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Waarom Uuggins niet wegging.
IEI
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSOEN, SOEST,
Tao eten, drinken, UeeSini es woning
Feuilleton.
No. 102.
Zaterdag 20 December 1884.
Dertiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
AMERSFOORTSGHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f I,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Alvertentiën van 16 regels f 0,40.
Iedere regel meer 0,05
Voor het Buitenland0,07
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Zij die zicli van he-
deu af op deze couraut
aboniieercn, ontvangen de
Nummers tot 1 Januari a. s.
GRATIS.
Indien de tegenwoordige crisis, die haar
onaangename aanwezigheid in onze dagen
aan honderden en duizenden opdringt,
althans dit gevolg kon hebben, dat zij
onze aandacht eens richtte op het onder
scheid tusschen ingebeelde en werkelijke
behoeften, en tevens op de meest ge
schikte middelen, om in de laatste te
voorzien, dan zou er reden bestaan
om haar de crisis namelijk, na
haar vertrek in vriendelijke herinnering
te houden. Men weet het, strenge leer
meesteressen zijn niet altijd de slechtste.
Ongelukkig zijn we, onze lezers en
schrijver dezes buiten beoordeeling gela
ten, een hardleersch geslacht, hetwelk
uit dure lessen niet het nut trekt, dat er
uit te halen is. Terwijl alles ons toeroept
Menschen, weest toch wijs en vrij
gaan we voort ons tot de dwaaste din
gen te doen dwingen door hetgeen we goed
vinden de mode te noemen
We kennen een gezin, welks hoofd ook
medestemt in het klagen over de «slechte
tijden." Bezoeken, we dien heer, want
op dien titel heelt hij aanspraak, als be-
hoorende tot de zoogenaamd «nette" bur
gerklasse, een poosje na den middag, op
den tijd voor de gewone visites bestemd,
De voormiddag- werkuren zijn voorbij,
straks dineeren, dan nog een paar uren
naar het bureau, en de dagtaak is af
gewerkt.
IJit liet Anierikaansch.
2) Nu, om kort te gaan, wij gingen op ze
keren avond met ons vieren naar een groot bal,
dat daar gegeven werd. Miss Rupert zag er
prachtig uit,, elegant gekleed, zooals alleen een
Italiaansche dat kan alleen want gij weet,
dat ik nog al ouderwetsche begrippen heb
zou ik wel geweuscht hebben, dat de heerlijke
vormen van hals en scliouders een weinig meer
hadden moeten geraden worden. De graaf had
dien avond verscheidene malen met haar gedanst,
en terwijl ik in de vestibule op haar wachtte,
om haar naar het rijtuig te brengen, stapte hij
naar mij toe en fluisterde mij iets in het oor.
Ik zal niet herhalen, wat hij zeide, maar het hield
een groote beleediging in voor Miss Rupert, en
door haar ook voor mij. Het kon alleen beant
woord worden door een slag, en zoo antwoordde
ik ook; ik trof hem vlak in zijn verwijf], bleek,
onbeschoft gezicht. Het bloed uit zijne wang
kleurde mijn hand rood, en zijn koele glimlach
veranderde in een blik van doodelijken haat.
Er ontstond natuurlijk een geweldige opschud
ding; maar ik herinner mij niet goed, wat er
volgde, tot ik in het rijtuig zat, waarin ik met
de Ruperts naar huis reed.
Natuurlijk moesten zij alles weten, en ik ver
telde hun zooveel ik kon; echter zeide ik niet,
dat Polinsky mij beleedigd had, alleen door
Miss Rupert te beleedigen."
«Poliski?" zeide ik aarzelend, «ik dacht dat
De familie zit in de niet zeer ruime
voorkamer van een benedenwoning in
bet midden der stad. Die woning kost
aan huur een niet onbelangrijk sommetje
aan den buitenkant der gemeente, op
veel grooter afstand van het kantoor, kon
voor hetzelfde geld een geheel huis met
tuintje worden verkregen, maar men
acht zich verplicht te wonen op een «def-
tigen" stand, en wil zich daarvoor wel
wat behelpen.
Van die niet overtollige ruimte kon meer
en beter gebruik gemaakt zijn. Verbeeld
u, er hangen niet minder dan drie paar
gordijnen voor de ramen, waardoor een
breede strook van de kamer wordt af
genomen, en het beetje licht en zonne
schijn, dat we in deze maand te genieten
kunnen krijgen, totaal wordt onderschept.
We verkeeren dan ook in een soort van
geheimzinnig halfdonker, dat tot den
goeden toon schijnt te behooren, ofschoon'
het, naar het oordeel van alle deskundi
gen, voor de gezondheid zeer nadeelig
is. Als men wat wil lezen, rnoet de rug
over de courant worden geborgen rug-
gegraatsverkromming, bijziendheid, en
de hand over hand toenemende zenuw
achtigheid zijn het gevolg van de afslui
ting van het goddelijk zonnelicht, die
de mode nu eenmaal, als oppermachtige
gebiedster voorschrijft.
Mijnheer gebruikt een bittertje en pre
senteert ons een glaasje madéra. Mijnheer
beweert er niet buiten te kunnenzonder
een van beide zou hij vol trekt geen eet
lust hebben. Zou 't waar zijn? Wij be
pleiten geenszins een plechtige verbintenis
om «geen druppel sterken drank Ooit
weer te gebruiken," maar toch, op ge
zondheids zoowel als op économische
gronden, durven betwijfelen of het dage-
lijksch nuttigen van een «kleine hartster
king" wel tot de goede gewoonten behoort.
hij Grodjinski heette!"
«Ja juist, ik geloof dat gij gelijk hebt!" riep
John uit; «maar de zaak is eigenlijk, dal ik mij
van zijn naam niets herinner dan dat hij op inski
uitging, 't Is misschien beter hem Inski te noe
men, en de eerste helft van zijn naam in het
midden te laten."
Ik had daar natuurlijk niets tegen, en hij ging
voort.
«Wel maar waar was ik ook weer? O ja,
bij die beleediging. Toen ik alles verteld had
zeide mijnheer Rupert:
«Het spijt mij, dat het gebeurd is, John, maar
ik durf zeggen, dat gij wèl gehandeld hebt; ik
zou hetzelfde gedaan hebben. Maar gij kent de
reputatie van den graaf."
»In de meening, dat hij zijn slechte reputatie
bij; de vrouwen bedoelde, antwoorde ik: ja
zeker mijnheer, en daarom sloeg ik hem mis
schien des te harder."
«Mijnheer Rupert nam mijne hand, drukte die
stilzwijgend, en zeide daarop:
«Ik weet dat gij steeds uwe eer zult hand
haven, John, en ik hoop alleen maar, dat gij
even gelukkig als moedig zult zijn."
«Wat meende hij daarmee?" vroeg ik.
«Dat vroeg ik mijzelven ook af," zeide Brin-
ton«maar vóór ik tijd had om daarnaar te
vragen, waren wij aan het hotel gekomen, en
hij stapte uit om, zooals hij zeide, «ons jonge
lui" den tijd te laten om een paar woorden met el
kaar te spreken. Ik merkte toen voor het eerst
op dat Miss Rupert tranen in haar oogen had,
en, dat haar hand op mijn arm beefde. «Wat
is er, lieve?" vroeg ik. Zij drong, bijua stuip
achtig, tegen mij aan, en scheen een oogen-
blik niet instaat, om te spreken. Eindelijk sloeg
zij haar gelaat naar mij op.
«Gij zult mij misschien heel dwaas vinden,
John," zeide zij; en ofschoon die woorden op
En wat de madéra betreft, sedert de
scheikunde de kunst heeft ondekt, om haar
letterlijk overal van te maken, is onze
ingenomenheid met deze «nette" versna
pering aanmerkelijk gedaald.
Mijnheer is volstrekt geen drinker:
integendeel, met velen heeft hij niet ge
aarzeld, een lans te breken tegen de heer
schappij van den volkskanker. Zelfs is hij
een warm voorstander van de heden-
daagsche bierbeweging, die er over uit
is ons met een «goedkoopen volksdrank"
te begiftigen Ei, zouden we, werd dit
doel bereikt, wel zoo hard vooruit zijn
gegaan als velen beweren? Een glas goed
bier op zijn tijd zal wel zooveel kwaad
niét doen, doch als we eens nagaan,
hoe ontzaglijke massa's van dat vocht
door sommigen worden verorberd, in het
welbehagelijk bewustzijn, dat zij niet zijn
gelijk gindsehe pimpelaar, dan kunnen
we de vrees niet op zijde zetten, dat we
van den eenen klip op den anderen ver
zeild raken, en we een geslacht zullen
zien opgroeien, dat zich onderscheidt
door dikke buikjes, waterige oogen en
pappige wangen, niet veel krachtiger dan
de jenevermannekens van voorheen.
Indien we eens nauwkeurig de dage-
lijksche spijskaart van den gewonen mid
denstand met een critisch, door de weten
schap der gezondheidsleer gewapend oog
konden bezien, wat zouden er een aantal
artikelen gevonden worden, die verdienen
geschrapt, of door iets degelijkers vervan
gen te worden De plaats, die krachtig
plantenvoedsel, goed brood, erwten en
boonen, gort en haveibrij eertijds inna
men, is veroverd door liflafjes van welke
men de hei komst niet altijd durft gis
sen, die veel geld kosten, weinig
voedingswaarde bezitten en misschien
voor ons lichamelijk welzijn alles behalve
dienstig zijn. Het zal nog wel een ge-
vasten toon geuit werden, kwamen de tranen
haar toch weer in de oogen. «Maar wees niet
bevreesd, ik zal even moedig en kalm zijn als
gij, als de tijd daar is. Maar het is zoo plotse
ling gegaan; en ach! het gevaar zal zoo groot
zijn!"
«Welk gevaar?", vroeg ik, want ik begreep
er weer niets van.
«Nu, beste John, stel toch vertrouwen in mij.
Wezenlijk, ik kan bijna alles verdragen. Zie
maar eens hoe moedig ik ben!" en zij zag mij
rnet een hal tverscheurenden glimlach aan. «Zult
gij mij nu alles vertellen?"
«Ik wist niet meer, wat ik er van denken
moest Lieve", zeide ik ernstig, «er is niets of
gij weet het reeds. Wat wildet gij weten?"
«O, natuurlijk is het nog niet gebeurd," ant
woordde zij, schijnbaar gekrenkt, »wat ik be
doel is, dat gij het mij moet zeggen zoodra het
gebeurt. Het zou veel beter zijn dan te wachten
tot later, als «hier bleef haar stem steken
het misschien te laat is."
»Nu," zeide ik, vertrouwende, dat mettertijd
dit verkeerd apropos, dat er tusschen ons bleek
te heersehen, wel zou opgelost worden, «ik
beloof u te zeggen wat er gebeurt zoodra ik
het zelf weet." Dat scheen haar eenigszir.s
tevreden te stellen, en spoedig daarna kwam
mijnheer Rupert, waarop wij afscheid namen.
«Het was zeker heel dom en onbegrijpelijk
van mij," voegde Brinton er bij, terwijl hij in
gedachten zijn kin wreef, «maar ik was toen
nog jong, en nooit buiten Engeland geweest,
zoodat ik volslagen onbekend was met sommige
Europeesche gebruiken. Den volgenden morgen
echter, terwijl ik bezig was de laatste had aan
mijn toilet te leggen, werd er in rnijn kamer
een heer met hooge kaplaarzen binnengelaten,
en overhandigde mij een sierlijke enveloppe,
waarvan de inhoud het raadsel op de meest
ruimen tijd duren, eer op het gebied van
de voedingsleer het laatste woord is ge
sproken in Duitschland neemt men haar
over het algemeen ernstiger ter harte dan
bij ons, en ofschoon het niet te ontkennen
valt, dat er overdrijving schuilt in het
streven van het vegetarianisme, zullen
we toch geen kwaad doen door zelf eens
na te gaan, of er op dit punt in onze
eigen huishouding niet eenige vereenvou
diging is aan te brengen.
Als wij het woord «kleeding" uitspre
ken, dan betreden we een onafzienbaar
veld, dat stof levert voor uitvoerige Be
spreking. Men verbeelde zich dat wij,
in ons guur klimaat, trouwhartig ons
loopen bloot te stellen aan hersenverkoud-
heden, door het hoofd te bedekken met
een omgekeerd vaatje van bordpapier,
met een dun laagje zijde beplakt! En
van dat monsterding af tot aan de laar
zen, die den spot drijven met den vorm
des voets, hebben we eigenlijk al zeer
weinig kleedingstukken, die inderdaad
practisch mogen heetenbovendien zijn
ze, ondanks de concurrentie der «confectie
magazijnen," verbazend duur.
Van het costuum der dames zullen we
maar niet pratendat is heelemaal een
onbegonnen werk.
In Duitschland wordt propaganda ge-
_maakt voor een nieuw systeem van man
nen-kleeding, uit wol vervaardigd, de
hoed is er ook onder begrependat
wezenlijk groote voordeelen aanbiedt,
zoowel wat de kosten als wat de doel
matigheid betreft. Natuurlijk zou, als
iemand zich thans met een Jagers-wol-
costuum op straat vertoonde, de lieve
jeugd niet nalaten er een vroolijk dagje
mee te hebben. Maar de man die zich
voor het eerst in Lonaens straten met
een parapluie vertoonde, had ook heel
wat uit te staanmen was het er slechts
afdoende wijze oploste de toespeling van den
ouden heer, de angst van zijne dochter, en
al het overige. Het was een uitdaging van den
graaf!
Hier hield Brinton plechtig op, en hij zag
mij aan alsof hij verwachtte, dat ik iets zou zeggen.
Ik haastte mij dus op te merken
«Ja, nu begrijp ik het; en de Ruperts hadden
dat, als Italianen, dadeiijk ingezien. Ja, jaIn
het voorbijgaan gezegd, John, voegde ik er met
een glimlach bij, «herinnert gij u nog vroeger
eens gezworen te hebben, dat niets u ooit zou
kunnen bewegen tot een duel? Ik zeide toen,
dat er zich omstandigheden konden voordoen,
waardoor gij er toe gedwongen waart, en gij
ziet, dat ik gelijk had."
liet scheen mij toe, dat de uitdrukking van
John's gelaat veranderdemijn woorden schenen
hem niet te bevallen, en hij was blijkbaar in
het nauw gebracht. Ik begon al te vreezeu,
dat ik mij vergalloppeerd, toen eensklaps zijn
houding een verandering onderging.
«Ik herinner mij den eed, waarvan gij spreekt,
Simpson, en ik herinnerde het mij ook toen. Ik
narn de uitdaging niet aan!"
Ik was verstomd. Wel ben ik, om de waar
heid te zeggen, geen held, maar ik geloof toch,
dat in zulk een geval zelfs ik niet zou ge
aarzeld hebben, om een kogel te wisselen.
Brinton scheen te raden, wat er in rnij omging,
hij leunde uit het raarn en wendde zijn gelaat
af waarschijnlijk om zijn aandoening te verber
gen, want toen hij zijn vroegere houding weer
aannam .varen zijn wangen en zijn voorhoofd
hooggekleurd.
Wotdt vervolgd