BUITENLAND. Plaatselijke berichten. De begrooting voor Hoofdstuk Ma rine is door de Tweede Kamer me't 47 tegen 25 stemmen aangenomen. Het schijnt toch niet waar te zijn, dat Pieter Bruinsma aan Axel Paulsen eene uitdaging gezonden heeft, om tegen hem te rijden. Ten minste in de Morgen- bladet deelt de laatste mede, dat hij noch per brief, noch per telegraaf eene uitda ging ontvangen heeft, zooals de Neder- landsche Couranten doen gelooven. Naar aanleiding van den moord op den ouden man te Wageningen heefl de Commissaris van Politie aldaar in ver zekerde bewaring doen nemen zekere Meijer Swabe, deserteur van het 8ste regiment Infanterie uit Doesburg. Swabe droeg een pakje bij zich, 't welk echter door hem weggeworpen werd, toen hij nog slechts een korten afstand met den Commissaris had afgelegd. Hij zette het toen op een loopen, doch werd in de Janusstraat door v. B. gegrepen. De van vele zijden aangewende po gingen, om de inkomsten van het Nederl. Zendelings-genootschap op f 15000 te brengen, heeft de volgende uitkomsten gehadontvangen is aan nieuwe en ver hoogde jaarlijksche bijdragen de som van f649,25 en aan giften eene som van f6313,23. Iemand, die aan het Zendingshuis te Rotterdam de som van f 4000 geleend had, heeft bericht gezonden, dat hij dit bedrag als aan het genootschap geschon ken wenscht te beschouwen. Ook Hoofdstuk Finantién der Staats- begrooting is in de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen met 63 te gen 1 stem, die van den heer Rutgers van Rozenburg. Het contingent uit Ede voor de nationale militie bedraagt dit jaar 38. Er waren 130 lotelingen. Te Barneveld is door den jachtop ziener H. Rijken aldaar een otter ge vangen, die de buitengewone zwaarte had van 14 kilo. Bij de Tweede Kamer zijn heden ingekomen 12 wetsontwerpen, betreffende het in overweging nemen van voorstellen tot verandering van de Grondwet. Deze stukken zullen worden gedrukt en rond gedeeld. Het Gymnasium te Zetten zal eer lang verplaatst worden naar Bussum of Hilversum. Door velen, wie het een be duidend geldelijk voordeel geeft, werd dit besluit met leedwezen vernomen. De ontzettende geschiedenis der Leidsche giftmengster Maria Catharina Swanenburg, rhuisvrouw van Johannes van der Linden, begint zich te ontwar ren; de acte van beschuldiging is open baar gemaakt. Wij zullen dat verschrik kelijk stuk niet mededeelen. Alleen ver melden we, dat de ontzettende omvang der door haar gepleegde misdaden het vermoeden deden ontstaan, dat de gift mengster krankzinnig zou zijn. Nu blijkt, dat daaromtrent door de heeren Nicolaas Bernhard Donkersloot en Ferdinand Da niels, geneeskundigen te 's Gravenhage, door den heer rechter-commissaris als deskundigen benoemd en beëedigd, schriftelijk verslag is uitgebracht, gedag- teekend 17 November 1884. Dat de heeren deskundigen zijn geko men tot het volgende besluit: '1 Bes'.huldigdes organisatie, het hoofd niet uitgezonderd, was physisch volkomen normaal. 2. Beschuldigde sprong met de waar heid, om als of die niet bestond. 3. Hare antwoorden en verhalen, dik wijls door een vloed van eigengemaakte tranen afgebroken, waren er steeds op ingericht hare handelingen te doen voor komen als waren die zonder bewustheid (b. v. in dronkenschap) gepleegd. 's Anderen daags bevond de markies zich een weinig beter en verzekerde hij den tocht zeer goed te kunnen voort zetten, maar alvorens zich op weg te be geven zonderde hij zich geruimen tijd af, om te schrijven. Nauwelijks waren zij een uur onder weg of Spatiirzi, welke aan de zijde van zijn vriend voortschreed, zag hem wan kelen en Alessandro zou gevallen zijn, indien de graaf niet snel den arrn om hem heen geslagen had, om hem te on dersteunen. Alessandro zag doodsbleek, zijne tanden waren vast opeen geklemd en de ingezonken oogen glinsterden met een vreemden glans, pijnlijk om aan te zien. De koorts was teruggekomen. Hoewel aan eene zijde ondersteund, zakte hij ineen op den drogen branden den zandgrond. Laat mij laat mij hier!sta melde hij klappertandend. De plaats, waar zij zich bevonden, was zoo onherbergzaam mogelijk Geen scheutje gras, geen druppel water, geen voetbreed schaduw, om er het hoofd van den stervende neder te leggen. En daar gindsch, aan den horizont, eene groote donkere vlek, die een boschje scheen te belooven Hét hoofd der expeditie verklaarde, dat het onmogelijk ïy»s kier t« kanpeerea. 4. De poging, om een groot deel van de schuld te werpen op iemand, die zich niet meer verdedigen kon, werd syste matisch door haar volgehouden, gevende zij hierbij zoowel als in meer andere verschooningsmiddelen de duidelijke blij ken van overleg en berekening. 5. Door de aan haar stand eigen breedsprakigheid trachtte zij iederen on dervrager te vermoeien. 6. Haar gemoed getuigde in hooge mate van hardvochtigheid. De nu en dan bij baar opkomende gemoedsbewegingen waren kennelijk geïmproviseerd. Al hunne opmerkingen, al hunne ge sprekken met beschuldigde, al de ontvan gen antwoorden, in één woord geheel het physisch en psychisch onderzoek gaf den heeren deskundigen naar hun oor deel het recht te verklaren, dat beschul digde was in het volle bezit van hare verstandelijke vermogens. Het slot der acte luidt dan aldus Er wordt mitsdien Maria Catharina Swanenburg, huisvrouw van Johannes van der Linden, door den procureur-generaal beschuldigd van: Verg if ting, drie maal gepleegd. De politieke twist tusschen Enge land en Rusland, op dezen oogenblik, is nog altoos gespannen. Het onweer is dus nog niet van de lucbt af. De Engelschen gaan nog steeds voort, talrijke toebe reidselen te maken en zorgen, dat ze klaar zijn, als het tot het uiterste, n.l. tot een oorlog komen moest. Daaraan merkt Rusland wel, dat het zijn tegenstander ernst is eri dat niets zal worden toege geven. Daarom heeft het nu een officieus or gaan de wereld ingezonden, om de ge moederen te bedaren en zegt, dat de spanning aan niets is toeteschrijven dan aan beursspeculatiën. Dat wordt natuur lijk niet geloofd. Or.dertusschen worden zooveel moge lijk Russische troepen bijeengetrokken en geen middel verzuimd, om de geestdrift der soldaten optewekken. Met verdub belden ijver wordt ook gewerkt aan den nieuwen spoorweg aan de Afghaansche grenzen. Ondertusschen heeft de Czaar beloofd, dat de Russische troepen aan de Afghaan sche grenzen de stellingen, die zij thans hebben ingenomen, niet zullen verlaten, zoolang de Afghaansche strijdkrachten niet aanvallen of voorwaarts rukken. Gladstone heeft deze laatste verklaring voor goede munt aangenomen. 't Is te hopen, dat, nu de verhouding tusschen Engeland en Duitscliland van vriendschappelijken aard geworden is, Keizer Wilhelm en Bismarck alle pogin gen zullen aanwenden, om den vrede te helpen bewaren. Dat Kassala, gelegen tusschen Khar toem en de Roode Zee, door den Mahdi genomen is en de dappere bezetting ver moord, heelt in Engeland weer een pa- nischen schrik teweeggebracht. Door de regeering van Engeland is aan de Zusters van Generaal Gordon eene som van f 240000 gegeven. T Is volstrekt nog niet zeker, of deze dit geschenk zullen aannemen. In den geest van Gordon zou het zeker niet zijn, indien ze het aannamen; want de man moet onlangs geschreven hebben, dat hij niets van Engeland verlangde, en als hij eens uit Egypte terugkwam, zich in België zou vestigen. De Duitschers hebben weer een nieuw moordtuig uitgevonden, namelijk een «hemdkogel". Deze kogel wordt aldus genaamd, omdat hij omringd is van een soort van stalen hemd. Van drie mannen, achter elkander geplaatst, velt hij er twee en wondt den derde. Gezegende negentiende eeuw. Laat mij, laat mijherhaalde de markies, toen Orazio hem een weinig rum tusschen de vast opeengeklemde tanden trachtte te gieten. De aanvoerder der karavaan zag vol aandacht naar de donkere plek aan den gezichteinder. Indien wij daar konden komen Wij zullen er komen zeide Orazio vol vuuren den stervende met teedere zorgvuldigheid in de armen nemend, drukt hij hem aan zijnen boezem zooals eene moeder het haar kind zou doen Laat ons gaan, zeide hij daarop, met zijn zware last voortschrijdend Neen,neen,fluisterde de kranke half bewusteloos,gaat heen, laat mij hier! Ach! hoe ver af was die donkere plek hoe verder men kwam hoe verder zij zich scheen te verwijderen; het was alsof die brandende vlakte de reizigers achteruit sleurde, hen de voeten te ver geefs liet verzetten, even als de ijsvlakten der polen dit doen Orazio hield den markies steeds in zijne aimen geklemd, die nu geheel be wusteloos was, en bezweet, uitgeput, en duizelig door 't bloed, dat hem naar het hoofd was gedrongen en hem in de ooren ruischte, met onleschbaren dorst, kurk droge lippen en benevelde oogen ging De Franschen schijnen nu. toch werkelijk overwinningen te hebben be vochten de positiën der Cbineezen bij Kelung op Formosa zijn genomen, maar niet dan na langen en heftigen strijd, en niet dan ten koste van honderden dooden en gewonden. Ook de vloot is bezig Chi- neesche forten plat te schieten. Niettemin voelt men te Parijs, dat al zulke zegepralen de Chineezen maar be trekkelijk weinig scbadon, en 't nog de vraag is, wie er 't meest door gedeerd worden, de overwinnaars of de overwon nenen. Te Parijs loopt dan ook 't ge rucht, dat een krediet van 50 millioen zal aangevraagd worden voor een expe ditie van 25,000 man naar Peking, d$ Chineesche hoofdstad. Reeds lang is het beweerd, dat alleen een tocht naar Pe king China tot onderwerping zal kunnen dwingen. Wel mogelijk. Maar de Franschen zijn er nog niet. Te Warschau zal eene Svnagoge worden gesticht voor den heiligen Mes sias Jezus Christus. Zij is bestemd voor de nieuwe secte onder de Joden, van welke wij onlangs melding maakten. De Directeur van het Postkantoor maakt bekend, dat van af 29 Maart e.k., de verzending naar de Hulpkantoren Leusden, Maarsbergen en Woudenberg op Zon- en Feestdagen tot éénmaal be perkt wordt. Laatste buslichting 6.30 's m. De Directeur, G. SMITT. Zondagavond, zal bij de Hervormde gemeente, alhier de godsdienstoefening worden geleid door Ds. W. J. <Immink en zullen alsdan circa 180 nieuwe leden worden bevestigd, waaronder45 militairen. Naar wij vernemen is de Commissie tot verzameling van gelden voor de restau ratie der Koppelpoorten krachtig en ge heel boven verwachting door de Ingezete nen ondersteund. Men stelle zich daarom niet voor, dat de geheele som benoodigd tot restauratie is bijeengebracht. Slechts voor een klein gedeelte van hetgeen daar toe noodig wordt geacht, is hier ter stede ingeteekend. Zulks neemt niet weg, dat de Commissie alle reden heeft, om te vreden te zijn over de medewerking, die zij tot dusverre hie r mocht ondervinden. Het plan bestaat om de namen der inschrijvers in de kolommen van dit Blad mede te deelen. In geval er door den Ed. Achtb. Raad tot restauratie der gebouwen wordt besloten, zal de Com missie hun namen, met de namen van hen, die woonachtig buiten de stad aan de restauratie hebben deelgenomen, in een Gedenkboek vereenigen, ten einde die aan de nakomelingschap over te leveren. Personen, aan wie de Circulaire niet mocht zijn toegezonden, of bij wie de Circulaire niet is teruggehaald, worden vriendelijk uitgenoodigd zulks aan onwil lekeurig verzuim toe te schrijven, en alsnog van hun instemming schriftelijk aan den Secret. Penningmr. te doen blijken. Daartoe blijft de gelegenheid openge steld tot Zat. 27 Maart. Op dien dag wordt de lijst der inschrijvingen ge sloten. Een onzer Stadgenooten ontving dezer dagen van iemand, te 's Gravenhage woon achtig, het volgend schrijven »Van den Heer James de Frémery, «onzen Consul te San Fransisco, tijdelijk »hier te lande en verblijf houdende te ï's Gravenhage, ontving ik eene gift van «f 25,00 voor de restauratie van de Kop- «pelpoorten.De heer de Frémery stond «die bijdrage af, na de lezing van het «bericht in de Nieuwe Rotterd. Courant. «Hij zou gaarne een exemplaar van de «Circulaire ontvangen. Ook heb ik hem «de Brochure toegezegd." hij voort, altijd voort 1 Eindelijk was het doel bereikt! Eene treurige oase, enkel uit riet en moe- rassigen grond bestaande en wemelend van kruipend gedierte. Het beste plekje werd uitgekozen, waar de schaduw het dichtst en de grond het meest ge schikt was en hier werd den markies een leger bereid. Orazio opende hem met geweld den mond en deed hem eene tweede sterke dosis chinine slikken, waarna hij hem onafgebroken ter zijde bleef. De koorts nam af, de zieke kwam weder tot bewustzijn en de oogen ope nend zag hij den trouwen vriend over zijn leger gebogenzelfs te midden zijner bezwijming had hij de hartelijke omhel zing gevoeld; hij begreep alles en met moeite zijne hand opheffend drukte hij die van zijn redder. Dank! zeide hij. Toen zijne krachten zich weder eenigs- zins hadden hersteld, trachtte hij in zit tende houding, met het hoofd tegen een boomstam geleund, een weinig uit te rusten. Vergeef mij, Orazio, zeide hijik ben de oorzaak van al de ontberingen, al de vermoeienissen, die gij te lijden hebt Maar deze belette hem voort te gaan, H. K. H. Wilhelmina Maria Sopliia Louisa, Zuster des Konings, gemalin van den Groot-Hertog van Saxen-Weimar Eisenach, heeft aan de Commissie tot verzameling van gelden voor de restau ratie der Koppelpoorten een bijdrage van 100 gulden doen toekomen. In den nacht van Woensdag op Donderdag is overleden de heer W. Klomp, gedurende 18 jaren binnenvader in het St. Pieter en Bloklandsgasthuis alhier. Het sterven van Klomp is een groot verlies, vooral voor de oude mannen en vrouwen in gemeld gesticht, die hunnen pleegvader waarlijk liefhadden, waarvan wel het zekerste bewijs is de kinderlijke uitroepen dier oude luidjes, tijdens 's mans ziekte: «Als hij stierf- nooit kregen we zoo'n vader weer!" Met lust en toewijding had hij dan ook immer de belangen van het Gast huis en zijne bewoners behartigd. Zijn heengaan is óók en niet het ininst een verlies voor zijne oude echtgenoote, wier liefderijke steun hij was en voor zijne talrijke vrienden, wier warme toege negenheid hij verworven had door oprecht heid en eerlijkheid en door zijn opge ruimd, prettig humeur, dat hem, ofschoon 73 oud zijnde, niet verliet. Als oud-strijder met het metalen kruis versierd, betoonde hij immer eene warme vaderlandsliefde. Zijne nagedachtenis zal in gezegend aandenken blijven. Voor de levering van 1000 of 500 stuks gegalvaniseerd ijzeren privaatonnen, ten behoeve der ütrechtsche gemeente reiniging, is door onzen Stadgenoot, den heer D. Wolbers, ingeschreven a f2.30 per stuk. Woensdagvond deelden, op de Lan- gestraat, een paar meiden elkaar een dracht slagen toe, waaraan een einde kwam toen de toeschouwers te talrijk werden en zij elkander de muts van het hoofd hadden gerukt. Het Hotel en Café restaurant van den heer C. Th. Ockhorst is gister ge opend in het perceel aan de Langestraat, vroeger bewoond door Mej. de Wed. Wiedenbrugge. Zooals het in- en uitwendig is inge richt, voldoet het alleszins aan de ver- eischten en kan het terecht een sieraad voor de stad genoemd worden. Wij wenschen den heer Ockhorst een buitengewoon goeden uitslag op zijne onderneming. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkan toor te Amersfoort, over de 2e helft der maand Januari 1885. 1. Martens, Amerongen. 2. Mej. J. Koop, Amsterdam. 3. Mevr. S. v. Rooijen, Borgen. 4. Wed. Elsz, Utrecht. Van het Hulpkantoor Leusden. 5. H. Hansen, Amsterdam. Briefkaarten. 1. J. Borch, Amsterdam. 2. Mevr. Zulner Addink Naar aanleiding van onze belofte in ons nummer van Woensdag, plaatsen we nu, op verzoekonderstaand adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal geven met den meesteu eerbied te kennen Hermanus Wouterus van Esveld, winkelier in kruidenierswaren en gedistelleerd, Cornelis Theodorus van Beek, handelende ouder de firma A Van Beek Rz., winkelier in tabak en gedistelleerd, Jan Hermanus Klober, handelende ouder de firma W. A. Uilenbroek, winkelier in tabak en gedistelleerd, Pelegrinus Johannes Bernardus Jacobs, winkelier in tabak, sigaren en gedistelleerd, allen wonende te Amersfoort, dat zij hunne belangen en die van velen in den lande (mag men de nieuwsbladen Goed, vervolgde Alessandro glim lachend ik zal hierover zwijgenmaar luister geduldig naar hetgeen ik u wil en moet mededeelen Wanneer ik dood zal zijn, zorg dan, dat ik niet in dit onherbergzaam, nootlottig oord word begraven! Verbrand mijn lijk, en breng mijne asch naar het kasteel van Sottardo, op dat toch iets van mij tot mijne voor vaderen terugkeere. Maar beste vriend Stil I gij moogt mij niet in de rede vallen, hoor mij aan en beloof mij mijn laatsten wil te zullen volbrengen Vraag nu onzen aanvoerder, om bij mij te komen. Toen deze bij hem kwam, zeide Alessandro tot hem Ik heb een verzoek aan u: ik zal u twee brieven geven, de een voor mijne nicht, hertogin Aldovira de Santospero, de andere voor mijn notaris. Wanneer gij in 't vadeiland zult teruggekeerd zijn, wees dan zoo goed deze beide brieven in persoon aan hun adres te bezorgen. Belooft gij mij dit Natuurlijk was de ander hiertoe dade lijk bereid. En wees nu zoo goed, waarde vriend, mij mijn reiszak te geven, opdat ik van dit oogenblik, dat de koorts mij verlaten heeft, gebruik make om te volbrengen. gelooven ruim elf duizend) ernstig bedreigd achten door de Wet van 28 Juni 1881, Staatsblad 97, houdende wettelijke bepalin gen tol regeling van den kleinhandel iu ster ken drank en lot beteugeling van openbare dronkenschap en door het tot wijziging dier wet bij Uwe Kamer aanhangig wetsontwerp, dat toch het gevolg van artikel 28 der wet, zooals dat thans luidt, zal zijn dat zij gedwongen worden na 1 Mei a.s. of hun nen handel in sterken drank in het klein bf het andere gedeelten hunner winkelzaak prijs te geven, en derhalve niet alleen af stand te doen van een belangrijk deel, zoo niet de helft, hunner inkomsten, maar ook de eventueele verkoopwaarde hunner door werkzaamheid verkregen zaak belangrijk te zien verminderen, dat het aanhangig wetsontwerp tot wijzi ging der wet deze hardheid schijnbaar ten deele wegneemt door te bepalen dat zij onder zekere voorwaarden hunne gecombi neerde winkelnering zullen kunnen blijven drijven, doch die voorwaarden inderdaad van zoodanigen aard zijn dat de nakoming daarvan deels voor hen gelijk staat met het feitelijk aan kant doen hunner zaak in gedistelleerd en voor een ander deel feite lijk onmogelijk is, dat het eerste het gevolg is van de voor waarde dat de verkoop van sterken drank geschiede bij hoeveelheden van niet minder dan acht deciliter en in gesloten Jlesschen, kannen of kruiken, dat toch de hoeveelheid van acht decili ter verre te boven gaat de hoeveelheid, die men gewoon is in een winkel te koopeu, cn niet alleeu de halve maar zelfs de heele fiesschen gedistelleerd, die uit het buitenland gebotteld worden ingevoerd, zooal3 cognac etc., die hoeveelheid niet inhouden, dat juist een groot gedeelte van hun de biet bestaat in kleiue hoeveelheden voor huiselijk gebruik beneden den inhoud zelfs van een halve fleseh, tot één en zelfs een halve deciliter, dat de tweede bij het wetsontwerp ge stelde voorwaarde, luidende dat in de voor het publiek toegankelijke localiteiten geen aangebroken vaten, Jlesschen, kannen of krui ken, sterken drank inhoudendeaanwezig mo gen zijn, hun de uitoefening hunner zaak onmogelijk zonde maken omdat deze niet denkbaar is zonder aangebroken vaten, fles- scheu, kannen en kruikeu en een deel van hen tot berging daarvan geene andere loca- liteit heeft dan hun winkel, terwijl het voor hen die dergelijke localiteit op hun zolder of in hun kelder of desnoods in hun woon- of slaapvertrek zouden kunnen vin den, ondoenlijk zou zijn voor eiken kooper, die in hun winkel komt, zich daarheen te begeven ten einde het verlangde te halen, dat zij met dankbaarheid erkennen het streven der Regeering om de hardheid van het tegenwoordig artikel 28 der wet te mil deren en op dezen greep van den wetgever in de iudividueele vrijheid, welke in het oorspronkelijk ontwerp niet voorkwam, en bij de openbare beraadslagingen in Uwe Kamer, derhalve zonder dat daaraan het gewoon onderzoek was voorafgegaan op initiatief van den Minister Modderman in de wet kwam, ten deele terug te komen, dat zij echter meenen dat de wetgever hier niet ter halverwege behoeft te blijven staan ea zonder gevaar voor prijsgeving van de resultaten, die men van de wet verwacht en teu deele reeds meent te hebben verkre gen, uit het aanhangig wetsontwerp de eer ste en tweede voorwaarden in artikel 28 genoemd, zou kunnen lichten, dat toch het doel der wet is verminde ring van het misbruik van sterken drank en tot dat einde vermindering der localitei ten waar getapt wordt, omdat dergelijke localiteiten als van zelf menigeen tot bin nentreden en drinken uitnoodigen, maar vermindering van localiteiten waar verkocht wordt op zich zelf niet tot vermindering van drankgebruik zal leiden omdat niemand op het denkbeeld zal worden gebracht drank te koopeu en te huis op te drinken door dat hij een winkel voorbijkomt, dat dan ook de derde voorwaarde in ar tikel 2S, zooals het wetsontwerp dat wil gewijzigd zien, luidende dat het drinken van sterken drank in die localiteiten niet hetgeen ik nog te doen heb. Hij schreef ongeveer gedurende een half uur; maar ten laatste werd zijn geest allengs minder helder; de koude rillingen keerden terug, de droge mond en de verschroeiende hitte zijner lippen werd ondraaglijk, 't hoofd bonsde hem, als zou het barsten gaan, het was een duldeloos, een onbeschrijflijk lijden. Toch gelukte het hem nog met in spanning zijner laatste krachten de beide brieven te verzegelen en de gegeven aan bevelingen meer met blikken dan met woorden herhalend, overhandigde hij ze aan 't hoofd der expeditie, waarna hij Spaturzi tot zich riep. Laat mij mijn hoofd tegen uwe trouwe borst ter ruste leggen. Ik dank u voor uwe vriendschap; zij is de laatste en liefste vertroosting van mijn leven ge weest O I indien gij gelukkig mocht zijn!... Dit is de laatste wensch, dien ik stervende zal uiten, dien ik met mij zal mede nemen en die mij bij zal blijven aan gindsche zijde van het graf En die ik vurig hoop, dat vervuld zal mogen worden. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 2