BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
De begrooting voor Hoofdstuk Ma
rine is door de Tweede Kamer me't 47
tegen 25 stemmen aangenomen.
Het schijnt toch niet waar te zijn,
dat Pieter Bruinsma aan Axel Paulsen
eene uitdaging gezonden heeft, om tegen
hem te rijden. Ten minste in de Morgen-
bladet deelt de laatste mede, dat hij noch
per brief, noch per telegraaf eene uitda
ging ontvangen heeft, zooals de Neder-
landsche Couranten doen gelooven.
Naar aanleiding van den moord op
den ouden man te Wageningen heefl de
Commissaris van Politie aldaar in ver
zekerde bewaring doen nemen zekere
Meijer Swabe, deserteur van het 8ste
regiment Infanterie uit Doesburg. Swabe
droeg een pakje bij zich, 't welk echter
door hem weggeworpen werd, toen hij
nog slechts een korten afstand met den
Commissaris had afgelegd. Hij zette het
toen op een loopen, doch werd in de
Janusstraat door v. B. gegrepen.
De van vele zijden aangewende po
gingen, om de inkomsten van het Nederl.
Zendelings-genootschap op f 15000 te
brengen, heeft de volgende uitkomsten
gehadontvangen is aan nieuwe en ver
hoogde jaarlijksche bijdragen de som van
f649,25 en aan giften eene som van
f6313,23.
Iemand, die aan het Zendingshuis
te Rotterdam de som van f 4000 geleend
had, heeft bericht gezonden, dat hij dit
bedrag als aan het genootschap geschon
ken wenscht te beschouwen.
Ook Hoofdstuk Finantién der Staats-
begrooting is in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal aangenomen met 63 te
gen 1 stem, die van den heer Rutgers
van Rozenburg.
Het contingent uit Ede voor de
nationale militie bedraagt dit jaar 38.
Er waren 130 lotelingen.
Te Barneveld is door den jachtop
ziener H. Rijken aldaar een otter ge
vangen, die de buitengewone zwaarte
had van 14 kilo.
Bij de Tweede Kamer zijn heden
ingekomen 12 wetsontwerpen, betreffende
het in overweging nemen van voorstellen
tot verandering van de Grondwet. Deze
stukken zullen worden gedrukt en rond
gedeeld.
Het Gymnasium te Zetten zal eer
lang verplaatst worden naar Bussum of
Hilversum. Door velen, wie het een be
duidend geldelijk voordeel geeft, werd
dit besluit met leedwezen vernomen.
De ontzettende geschiedenis der
Leidsche giftmengster Maria Catharina
Swanenburg, rhuisvrouw van Johannes
van der Linden, begint zich te ontwar
ren; de acte van beschuldiging is open
baar gemaakt. Wij zullen dat verschrik
kelijk stuk niet mededeelen. Alleen ver
melden we, dat de ontzettende omvang
der door haar gepleegde misdaden het
vermoeden deden ontstaan, dat de gift
mengster krankzinnig zou zijn. Nu blijkt,
dat daaromtrent door de heeren Nicolaas
Bernhard Donkersloot en Ferdinand Da
niels, geneeskundigen te 's Gravenhage,
door den heer rechter-commissaris als
deskundigen benoemd en beëedigd,
schriftelijk verslag is uitgebracht, gedag-
teekend 17 November 1884.
Dat de heeren deskundigen zijn geko
men tot het volgende besluit:
'1 Bes'.huldigdes organisatie, het hoofd
niet uitgezonderd, was physisch volkomen
normaal.
2. Beschuldigde sprong met de waar
heid, om als of die niet bestond.
3. Hare antwoorden en verhalen, dik
wijls door een vloed van eigengemaakte
tranen afgebroken, waren er steeds op
ingericht hare handelingen te doen voor
komen als waren die zonder bewustheid
(b. v. in dronkenschap) gepleegd.
's Anderen daags bevond de markies
zich een weinig beter en verzekerde hij
den tocht zeer goed te kunnen voort
zetten, maar alvorens zich op weg te be
geven zonderde hij zich geruimen tijd af,
om te schrijven.
Nauwelijks waren zij een uur onder
weg of Spatiirzi, welke aan de zijde van
zijn vriend voortschreed, zag hem wan
kelen en Alessandro zou gevallen zijn,
indien de graaf niet snel den arrn om
hem heen geslagen had, om hem te on
dersteunen. Alessandro zag doodsbleek,
zijne tanden waren vast opeen geklemd
en de ingezonken oogen glinsterden met
een vreemden glans, pijnlijk om aan te
zien. De koorts was teruggekomen.
Hoewel aan eene zijde ondersteund,
zakte hij ineen op den drogen branden
den zandgrond.
Laat mij laat mij hier!sta
melde hij klappertandend.
De plaats, waar zij zich bevonden, was
zoo onherbergzaam mogelijk
Geen scheutje gras, geen druppel water,
geen voetbreed schaduw, om er het hoofd
van den stervende neder te leggen. En
daar gindsch, aan den horizont, eene
groote donkere vlek, die een boschje
scheen te belooven Hét hoofd der
expeditie verklaarde, dat het onmogelijk
ïy»s kier t« kanpeerea.
4. De poging, om een groot deel van
de schuld te werpen op iemand, die zich
niet meer verdedigen kon, werd syste
matisch door haar volgehouden, gevende
zij hierbij zoowel als in meer andere
verschooningsmiddelen de duidelijke blij
ken van overleg en berekening.
5. Door de aan haar stand eigen
breedsprakigheid trachtte zij iederen on
dervrager te vermoeien.
6. Haar gemoed getuigde in hooge
mate van hardvochtigheid. De nu en dan
bij baar opkomende gemoedsbewegingen
waren kennelijk geïmproviseerd.
Al hunne opmerkingen, al hunne ge
sprekken met beschuldigde, al de ontvan
gen antwoorden, in één woord geheel
het physisch en psychisch onderzoek gaf
den heeren deskundigen naar hun oor
deel het recht te verklaren, dat beschul
digde was in het volle bezit van hare
verstandelijke vermogens.
Het slot der acte luidt dan aldus
Er wordt mitsdien
Maria Catharina Swanenburg,
huisvrouw van Johannes van der
Linden, door den procureur-generaal
beschuldigd van: Verg if ting, drie
maal gepleegd.
De politieke twist tusschen Enge
land en Rusland, op dezen oogenblik, is
nog altoos gespannen. Het onweer is dus
nog niet van de lucbt af. De Engelschen
gaan nog steeds voort, talrijke toebe
reidselen te maken en zorgen, dat ze
klaar zijn, als het tot het uiterste, n.l. tot
een oorlog komen moest. Daaraan merkt
Rusland wel, dat het zijn tegenstander
ernst is eri dat niets zal worden toege
geven.
Daarom heeft het nu een officieus or
gaan de wereld ingezonden, om de ge
moederen te bedaren en zegt, dat de
spanning aan niets is toeteschrijven dan
aan beursspeculatiën. Dat wordt natuur
lijk niet geloofd.
Or.dertusschen worden zooveel moge
lijk Russische troepen bijeengetrokken en
geen middel verzuimd, om de geestdrift
der soldaten optewekken. Met verdub
belden ijver wordt ook gewerkt aan den
nieuwen spoorweg aan de Afghaansche
grenzen.
Ondertusschen heeft de Czaar beloofd,
dat de Russische troepen aan de Afghaan
sche grenzen de stellingen, die zij thans
hebben ingenomen, niet zullen verlaten,
zoolang de Afghaansche strijdkrachten
niet aanvallen of voorwaarts rukken.
Gladstone heeft deze laatste verklaring
voor goede munt aangenomen.
't Is te hopen, dat, nu de verhouding
tusschen Engeland en Duitscliland van
vriendschappelijken aard geworden is,
Keizer Wilhelm en Bismarck alle pogin
gen zullen aanwenden, om den vrede te
helpen bewaren.
Dat Kassala, gelegen tusschen Khar
toem en de Roode Zee, door den Mahdi
genomen is en de dappere bezetting ver
moord, heelt in Engeland weer een pa-
nischen schrik teweeggebracht.
Door de regeering van Engeland is
aan de Zusters van Generaal Gordon
eene som van f 240000 gegeven.
T Is volstrekt nog niet zeker, of deze
dit geschenk zullen aannemen.
In den geest van Gordon zou het zeker
niet zijn, indien ze het aannamen; want
de man moet onlangs geschreven hebben,
dat hij niets van Engeland verlangde, en
als hij eens uit Egypte terugkwam, zich
in België zou vestigen.
De Duitschers hebben weer een
nieuw moordtuig uitgevonden, namelijk
een «hemdkogel". Deze kogel wordt aldus
genaamd, omdat hij omringd is van een
soort van stalen hemd. Van drie mannen,
achter elkander geplaatst, velt hij er
twee en wondt den derde. Gezegende
negentiende eeuw.
Laat mij, laat mijherhaalde
de markies, toen Orazio hem een weinig
rum tusschen de vast opeengeklemde
tanden trachtte te gieten.
De aanvoerder der karavaan zag vol
aandacht naar de donkere plek aan den
gezichteinder.
Indien wij daar konden komen
Wij zullen er komen zeide Orazio
vol vuuren den stervende met teedere
zorgvuldigheid in de armen nemend,
drukt hij hem aan zijnen boezem zooals
eene moeder het haar kind zou doen
Laat ons gaan, zeide hij daarop, met
zijn zware last voortschrijdend
Neen,neen,fluisterde de
kranke half bewusteloos,gaat heen,
laat mij hier!
Ach! hoe ver af was die donkere plek
hoe verder men kwam hoe verder zij
zich scheen te verwijderen; het was
alsof die brandende vlakte de reizigers
achteruit sleurde, hen de voeten te ver
geefs liet verzetten, even als de ijsvlakten
der polen dit doen
Orazio hield den markies steeds in
zijne aimen geklemd, die nu geheel be
wusteloos was, en bezweet, uitgeput, en
duizelig door 't bloed, dat hem naar het
hoofd was gedrongen en hem in de ooren
ruischte, met onleschbaren dorst, kurk
droge lippen en benevelde oogen ging
De Franschen schijnen nu. toch
werkelijk overwinningen te hebben be
vochten de positiën der Cbineezen bij
Kelung op Formosa zijn genomen, maar
niet dan na langen en heftigen strijd, en
niet dan ten koste van honderden dooden
en gewonden. Ook de vloot is bezig Chi-
neesche forten plat te schieten.
Niettemin voelt men te Parijs, dat al
zulke zegepralen de Chineezen maar be
trekkelijk weinig scbadon, en 't nog de
vraag is, wie er 't meest door gedeerd
worden, de overwinnaars of de overwon
nenen. Te Parijs loopt dan ook 't ge
rucht, dat een krediet van 50 millioen
zal aangevraagd worden voor een expe
ditie van 25,000 man naar Peking, d$
Chineesche hoofdstad. Reeds lang is het
beweerd, dat alleen een tocht naar Pe
king China tot onderwerping zal kunnen
dwingen.
Wel mogelijk. Maar de Franschen zijn
er nog niet.
Te Warschau zal eene Svnagoge
worden gesticht voor den heiligen Mes
sias Jezus Christus. Zij is bestemd voor
de nieuwe secte onder de Joden, van
welke wij onlangs melding maakten.
De Directeur van het Postkantoor
maakt bekend, dat van af 29 Maart e.k.,
de verzending naar de Hulpkantoren
Leusden, Maarsbergen en Woudenberg
op Zon- en Feestdagen tot éénmaal be
perkt wordt.
Laatste buslichting 6.30 's m.
De Directeur,
G. SMITT.
Zondagavond, zal bij de Hervormde
gemeente, alhier de godsdienstoefening
worden geleid door Ds. W. J. <Immink
en zullen alsdan circa 180 nieuwe leden
worden bevestigd, waaronder45 militairen.
Naar wij vernemen is de Commissie
tot verzameling van gelden voor de restau
ratie der Koppelpoorten krachtig en ge
heel boven verwachting door de Ingezete
nen ondersteund. Men stelle zich daarom
niet voor, dat de geheele som benoodigd
tot restauratie is bijeengebracht. Slechts
voor een klein gedeelte van hetgeen daar
toe noodig wordt geacht, is hier ter stede
ingeteekend. Zulks neemt niet weg, dat
de Commissie alle reden heeft, om te
vreden te zijn over de medewerking, die
zij tot dusverre hie r mocht ondervinden.
Het plan bestaat om de namen der
inschrijvers in de kolommen van dit
Blad mede te deelen. In geval er door
den Ed. Achtb. Raad tot restauratie der
gebouwen wordt besloten, zal de Com
missie hun namen, met de namen van
hen, die woonachtig buiten de stad aan
de restauratie hebben deelgenomen, in
een Gedenkboek vereenigen, ten einde die
aan de nakomelingschap over te leveren.
Personen, aan wie de Circulaire niet
mocht zijn toegezonden, of bij wie de
Circulaire niet is teruggehaald, worden
vriendelijk uitgenoodigd zulks aan onwil
lekeurig verzuim toe te schrijven, en alsnog
van hun instemming schriftelijk aan den
Secret. Penningmr. te doen blijken.
Daartoe blijft de gelegenheid openge
steld tot Zat. 27 Maart. Op dien dag
wordt de lijst der inschrijvingen ge
sloten.
Een onzer Stadgenooten ontving dezer
dagen van iemand, te 's Gravenhage woon
achtig, het volgend schrijven
»Van den Heer James de Frémery,
«onzen Consul te San Fransisco, tijdelijk
»hier te lande en verblijf houdende te
ï's Gravenhage, ontving ik eene gift van
«f 25,00 voor de restauratie van de Kop-
«pelpoorten.De heer de Frémery stond
«die bijdrage af, na de lezing van het
«bericht in de Nieuwe Rotterd. Courant.
«Hij zou gaarne een exemplaar van de
«Circulaire ontvangen. Ook heb ik hem
«de Brochure toegezegd."
hij voort, altijd voort 1
Eindelijk was het doel bereikt! Eene
treurige oase, enkel uit riet en moe-
rassigen grond bestaande en wemelend
van kruipend gedierte. Het beste
plekje werd uitgekozen, waar de schaduw
het dichtst en de grond het meest ge
schikt was en hier werd den markies
een leger bereid. Orazio opende hem
met geweld den mond en deed hem eene
tweede sterke dosis chinine slikken,
waarna hij hem onafgebroken ter zijde
bleef.
De koorts nam af, de zieke kwam
weder tot bewustzijn en de oogen ope
nend zag hij den trouwen vriend over
zijn leger gebogenzelfs te midden zijner
bezwijming had hij de hartelijke omhel
zing gevoeld; hij begreep alles en met
moeite zijne hand opheffend drukte hij
die van zijn redder.
Dank! zeide hij.
Toen zijne krachten zich weder eenigs-
zins hadden hersteld, trachtte hij in zit
tende houding, met het hoofd tegen een
boomstam geleund, een weinig uit te
rusten.
Vergeef mij, Orazio, zeide hijik
ben de oorzaak van al de ontberingen,
al de vermoeienissen, die gij te lijden
hebt
Maar deze belette hem voort te gaan,
H. K. H. Wilhelmina Maria Sopliia
Louisa, Zuster des Konings, gemalin van
den Groot-Hertog van Saxen-Weimar
Eisenach, heeft aan de Commissie tot
verzameling van gelden voor de restau
ratie der Koppelpoorten een bijdrage van
100 gulden doen toekomen.
In den nacht van Woensdag op
Donderdag is overleden de heer W. Klomp,
gedurende 18 jaren binnenvader in het
St. Pieter en Bloklandsgasthuis alhier.
Het sterven van Klomp is een groot
verlies, vooral voor de oude mannen en
vrouwen in gemeld gesticht, die hunnen
pleegvader waarlijk liefhadden, waarvan
wel het zekerste bewijs is de kinderlijke
uitroepen dier oude luidjes, tijdens 's mans
ziekte: «Als hij stierf- nooit kregen we
zoo'n vader weer!"
Met lust en toewijding had hij dan
ook immer de belangen van het Gast
huis en zijne bewoners behartigd.
Zijn heengaan is óók en niet het ininst
een verlies voor zijne oude echtgenoote,
wier liefderijke steun hij was en voor
zijne talrijke vrienden, wier warme toege
negenheid hij verworven had door oprecht
heid en eerlijkheid en door zijn opge
ruimd, prettig humeur, dat hem, ofschoon
73 oud zijnde, niet verliet.
Als oud-strijder met het metalen kruis
versierd, betoonde hij immer eene warme
vaderlandsliefde. Zijne nagedachtenis zal
in gezegend aandenken blijven.
Voor de levering van 1000 of 500
stuks gegalvaniseerd ijzeren privaatonnen,
ten behoeve der ütrechtsche gemeente
reiniging, is door onzen Stadgenoot, den
heer D. Wolbers, ingeschreven a f2.30
per stuk.
Woensdagvond deelden, op de Lan-
gestraat, een paar meiden elkaar een
dracht slagen toe, waaraan een einde
kwam toen de toeschouwers te talrijk
werden en zij elkander de muts van het
hoofd hadden gerukt.
Het Hotel en Café restaurant van
den heer C. Th. Ockhorst is gister ge
opend in het perceel aan de Langestraat,
vroeger bewoond door Mej. de Wed.
Wiedenbrugge.
Zooals het in- en uitwendig is inge
richt, voldoet het alleszins aan de ver-
eischten en kan het terecht een sieraad
voor de stad genoemd worden.
Wij wenschen den heer Ockhorst een
buitengewoon goeden uitslag op zijne
onderneming.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort, over de 2e helft der
maand Januari 1885.
1. Martens, Amerongen.
2. Mej. J. Koop, Amsterdam.
3. Mevr. S. v. Rooijen, Borgen.
4. Wed. Elsz, Utrecht.
Van het Hulpkantoor Leusden.
5. H. Hansen, Amsterdam.
Briefkaarten.
1. J. Borch, Amsterdam.
2. Mevr. Zulner Addink
Naar aanleiding van onze belofte in ons
nummer van Woensdag, plaatsen we nu, op
verzoekonderstaand adres aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal
geven met den meesteu eerbied te kennen
Hermanus Wouterus van Esveld, winkelier
in kruidenierswaren en gedistelleerd,
Cornelis Theodorus van Beek, handelende
ouder de firma A Van Beek Rz., winkelier
in tabak en gedistelleerd,
Jan Hermanus Klober, handelende ouder
de firma W. A. Uilenbroek, winkelier in
tabak en gedistelleerd,
Pelegrinus Johannes Bernardus Jacobs,
winkelier in tabak, sigaren en gedistelleerd,
allen wonende te Amersfoort,
dat zij hunne belangen en die van velen
in den lande (mag men de nieuwsbladen
Goed, vervolgde Alessandro glim
lachend ik zal hierover zwijgenmaar
luister geduldig naar hetgeen ik u wil
en moet mededeelen Wanneer ik
dood zal zijn, zorg dan, dat ik niet in
dit onherbergzaam, nootlottig oord word
begraven! Verbrand mijn lijk, en breng
mijne asch naar het kasteel van Sottardo,
op dat toch iets van mij tot mijne voor
vaderen terugkeere.
Maar beste vriend
Stil I gij moogt mij niet in de rede
vallen, hoor mij aan en beloof mij mijn
laatsten wil te zullen volbrengen
Vraag nu onzen aanvoerder, om bij mij
te komen.
Toen deze bij hem kwam, zeide
Alessandro tot hem
Ik heb een verzoek aan u: ik zal u
twee brieven geven, de een voor mijne
nicht, hertogin Aldovira de Santospero,
de andere voor mijn notaris. Wanneer
gij in 't vadeiland zult teruggekeerd zijn,
wees dan zoo goed deze beide brieven
in persoon aan hun adres te bezorgen.
Belooft gij mij dit
Natuurlijk was de ander hiertoe dade
lijk bereid.
En wees nu zoo goed, waarde vriend,
mij mijn reiszak te geven, opdat ik van
dit oogenblik, dat de koorts mij verlaten
heeft, gebruik make om te volbrengen.
gelooven ruim elf duizend) ernstig bedreigd
achten door de Wet van 28 Juni 1881,
Staatsblad 97, houdende wettelijke bepalin
gen tol regeling van den kleinhandel iu ster
ken drank en lot beteugeling van openbare
dronkenschap en door het tot wijziging dier
wet bij Uwe Kamer aanhangig wetsontwerp,
dat toch het gevolg van artikel 28 der
wet, zooals dat thans luidt, zal zijn dat zij
gedwongen worden na 1 Mei a.s. of hun
nen handel in sterken drank in het klein
bf het andere gedeelten hunner winkelzaak
prijs te geven, en derhalve niet alleen af
stand te doen van een belangrijk deel, zoo
niet de helft, hunner inkomsten, maar ook
de eventueele verkoopwaarde hunner door
werkzaamheid verkregen zaak belangrijk te
zien verminderen,
dat het aanhangig wetsontwerp tot wijzi
ging der wet deze hardheid schijnbaar ten
deele wegneemt door te bepalen dat zij
onder zekere voorwaarden hunne gecombi
neerde winkelnering zullen kunnen blijven
drijven, doch die voorwaarden inderdaad
van zoodanigen aard zijn dat de nakoming
daarvan deels voor hen gelijk staat met
het feitelijk aan kant doen hunner zaak in
gedistelleerd en voor een ander deel feite
lijk onmogelijk is,
dat het eerste het gevolg is van de voor
waarde dat de verkoop van sterken drank
geschiede bij hoeveelheden van niet minder
dan acht deciliter en in gesloten Jlesschen,
kannen of kruiken,
dat toch de hoeveelheid van acht decili
ter verre te boven gaat de hoeveelheid, die
men gewoon is in een winkel te koopeu,
cn niet alleeu de halve maar zelfs de heele
fiesschen gedistelleerd, die uit het buitenland
gebotteld worden ingevoerd, zooal3 cognac
etc., die hoeveelheid niet inhouden,
dat juist een groot gedeelte van hun de
biet bestaat in kleiue hoeveelheden voor
huiselijk gebruik beneden den inhoud zelfs
van een halve fleseh, tot één en zelfs een
halve deciliter,
dat de tweede bij het wetsontwerp ge
stelde voorwaarde, luidende dat in de voor
het publiek toegankelijke localiteiten geen
aangebroken vaten, Jlesschen, kannen of krui
ken, sterken drank inhoudendeaanwezig mo
gen zijn, hun de uitoefening hunner zaak
onmogelijk zonde maken omdat deze niet
denkbaar is zonder aangebroken vaten, fles-
scheu, kannen en kruikeu en een deel van
hen tot berging daarvan geene andere loca-
liteit heeft dan hun winkel, terwijl het
voor hen die dergelijke localiteit op hun
zolder of in hun kelder of desnoods in hun
woon- of slaapvertrek zouden kunnen vin
den, ondoenlijk zou zijn voor eiken kooper,
die in hun winkel komt, zich daarheen te
begeven ten einde het verlangde te halen,
dat zij met dankbaarheid erkennen het
streven der Regeering om de hardheid van
het tegenwoordig artikel 28 der wet te mil
deren en op dezen greep van den wetgever
in de iudividueele vrijheid, welke in het
oorspronkelijk ontwerp niet voorkwam, en
bij de openbare beraadslagingen in Uwe
Kamer, derhalve zonder dat daaraan het
gewoon onderzoek was voorafgegaan op
initiatief van den Minister Modderman in
de wet kwam, ten deele terug te komen,
dat zij echter meenen dat de wetgever
hier niet ter halverwege behoeft te blijven
staan ea zonder gevaar voor prijsgeving van
de resultaten, die men van de wet verwacht
en teu deele reeds meent te hebben verkre
gen, uit het aanhangig wetsontwerp de eer
ste en tweede voorwaarden in artikel 28
genoemd, zou kunnen lichten,
dat toch het doel der wet is verminde
ring van het misbruik van sterken drank
en tot dat einde vermindering der localitei
ten waar getapt wordt, omdat dergelijke
localiteiten als van zelf menigeen tot bin
nentreden en drinken uitnoodigen, maar
vermindering van localiteiten waar verkocht
wordt op zich zelf niet tot vermindering
van drankgebruik zal leiden omdat niemand
op het denkbeeld zal worden gebracht drank
te koopeu en te huis op te drinken door
dat hij een winkel voorbijkomt,
dat dan ook de derde voorwaarde in ar
tikel 2S, zooals het wetsontwerp dat wil
gewijzigd zien, luidende dat het drinken
van sterken drank in die localiteiten niet
hetgeen ik nog te doen heb.
Hij schreef ongeveer gedurende een
half uur; maar ten laatste werd zijn
geest allengs minder helder; de koude
rillingen keerden terug, de droge mond
en de verschroeiende hitte zijner lippen
werd ondraaglijk, 't hoofd bonsde hem,
als zou het barsten gaan, het was een
duldeloos, een onbeschrijflijk lijden.
Toch gelukte het hem nog met in
spanning zijner laatste krachten de beide
brieven te verzegelen en de gegeven aan
bevelingen meer met blikken dan met
woorden herhalend, overhandigde hij ze
aan 't hoofd der expeditie, waarna hij
Spaturzi tot zich riep.
Laat mij mijn hoofd tegen uwe trouwe
borst ter ruste leggen. Ik dank u voor
uwe vriendschap; zij is de laatste en
liefste vertroosting van mijn leven ge
weest O I indien gij gelukkig mocht
zijn!... Dit is de laatste wensch, dien
ik stervende zal uiten, dien ik met mij
zal mede nemen en die mij bij zal blijven
aan gindsche zijde van het graf
En die ik vurig hoop, dat vervuld zal
mogen worden.
Wordt vervolgd.)