BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Voor dat dit adres den Gemeenteraad bereikte, had de burgemeester, krachtens zijne bevoegdheid, er afwijzend op be schikt, op grond dat in het kon. besluit, ■waarop de adressanten zich beriepen, alleen sprake is van rampen en ongeluk ken, maar niet van werkstakenden. Niettegende de minister Heemskerk in de Eerste Kamer verklaard heeft, dat de regeering solidair is met den Minister van Finantiën, zal het niemands verba zing behoeven te wekken, als Hoofdstuk VUB (Finantiën) door die Kamer wordt afgestemd, om zoodoende den betrokken Minister tot heengaan te dwingen; want de meeste leden achten de finantiëele politiek van dezen Minister verderfelijk. Finantiëel geknutsel, noemde men het beleid van Z.Exc. en men zocht vruchte loos naar eene zachtere uitdrukking. De Minister Heemskerk legde ten slotte de verklaring at, dat de regeering zal aftreden, niet slechts bij verwerping der belasting-voorstellen, maar ook bij afstemming van de begrooting van Fi nantiën. Aan het elfde jaarverslag van het Nederlandsche Militaire Bond ontleenen wij het volgende: Op 1 Maart jl. telde de Vereeniging 20 afdeelingen en 17 »Te Huizen". Het getal contribueerende leden is gestegen tot 1692, tegen 1642 in het vorige jaar. Het aantal begunstigers was 876 tegen 745 op 1 Maart 1884. Aan giften is ontvangen ƒ2900. Aan subsidiën voor verschillende „Te Huizen" werd toege staan ƒ3940. De heer J. Wolbers werd in het bestuur herkozen, terwijl in de plaats van den heer P. Lijndrajer, die zich om gezondheidsredenen niet her kiesbaar had gesteld, gekozen werd de heer graaf Van Limburg Stirum te Arnhem. Te Deutichem is een studiefonds opgericht voor jongelingen, die met weinig middelen eenmaal aan de academie zijnde, hunne studie niet kunnen voltooien. Het fonds staat onder leiding (van Ds. Van Dijk en strekt ten voordeele van zijne leerlingen. Behalve vele giften is voor dit fonds reeds een legaat ontvangen, groot ƒ30,000. Mr. M. J. Van Lennep, te Amsterdam, is als penningmeester van dit fonds opgetreden. Het Hoofdbestuur van het Ned. Bond voor Algemeen Stemrecht bereidt eene groote demonstratie voor, waar schijnlijk te houden op Zondag 20 Sep tember daags voor de opening der Ka merzitting. Met het Haagsch Gemeente bestuur wordt overleg gepleegd over de beste, wijze om die demonstratie weder om zoo ordelijk mogelijk te doen plaats hebben. Door de bemiddeling van Ds. H. L. Vinke te Rotterdam, is aan het Neder landsche Zendeling-genootschap door N. N. M. een bedrag van 3000 geschonken De heer Mr. J. H. Schober, te Put ten (Veluwe?, heeft zich bereid verklaard op de aanstaande Algemeene Vergade ring der Geldersch-Overijselsche Maat schappij van Landbouw, in Juni en Juli te Wageningen te houden, de navolgende vraagpunten in te leiden lo. „Is het in het welbegrepen belang der gemeenten, de ontgining van heide velden krachtig te bevorderen 2o. „Wat staat der ontginning van heidevelden in den weg 3o. „Hoe de hinderpalen het best te bestrijden en te overwinnen?" Als een bewijs, dat sommige land lieden er een bijzondere maag en smaak op nahouden, kan dienen, dat op een der Paaschdagen een boerenknecht te Vierakker voor f 1 de weddenschap aan nam, om voor die som 12 eieren te ver orberen met de schalen. Hij won het met glans, en heeft er tot heden geen last van gehad. Het dagelijksch bestuur te Amster dam, heeft afwijzend beschikt op een verzoek van de Amsterdamsche afdeeling van het Sociaal-Democratisch Bond in Nederland om binnen deze stad eene in zameling te doen van gelden ten behoeve van de noodlijdende steenkolenmijnwer kers in België. Ds. S. J. du Toit publiceert een arti kel in de Getuige, waarin betoogd wordt, dat het einde der wereld nabij is. Onder de teekenen der tijden, die aantoonen dat de laatste dagen ophanden zijn, wordt «vermeerderde goddeloosheid" genoemd, Onder dit hoofd spreekt die schrijver van moord, geweldadigheid, verraad, gierig heid, zelfzucht, ongodsdienstigheid en valschen godsdienst;" ook van «Ongeloof, Communisme, Nihilisme en Revolutie. Bij gelegenheid der paaschweikermis te Arnhem hebben eenige schooljongens ophangertje gespeeld. Wanneer een der knapen niet was toegeschoten, om den opgehangene los te snijden, dan was het feit beslist geweest. Mannen van betee- kenis hebben er den schrik ingejaagd. De te Leiden overleden oud-hoog leeraar in de godgeleerdheid, dr. J. H. Scholten, werd den 17 Aug. 1811 te Vleuten geboren. Na in 1836 te zijn ge- promomeerd, werd hij vier jaar later tot professor benoemd te Franekcr, in 1843 tot buitengewoon en in 1845 tot gewoon hoogleeraar te Leiden. In 1871 werd hij op zeventigjarigen leeftijd emiritus. Scholten was, ook blijkens zijne ge schriften, een bestrijder van de moderne richting, waarvan hij later een der krach tigste steunpilaren werd. Eenige jongelui van het gymnasium te Assen, die zich natuurlijk verbeelden, dat ze ver boven de wet stonden, heb ben dit anders mogen ondervinden. De jongens hadden de gewoonte, om straat schandalen uit te halen, en waren zeer sterk in het «moeren" van schelknoppen en naambordjes. De politie kreeg er ein delijk twee in handen, en, verzachtende omstandigheden in aanmerking nemende, werden zij ieder tot 25 boete veroor deeld. Tusschen Knollendam en Wormer- veer had Zaterdag 11. een brutale aan randing plaats op klaarlichten dag. Tegen 5 uur des namiddags werd op slechts enkele minuten afstand van Knollendam aan een boerenmeisje door een liedjes- verkooper de gouden bellen uit de ooren gescheurd. Hij ontnam haar daarop haar geld en wierp haar van den dijk. In deerniswaardigen toestand keerde zij naar Knollendam terug. Gelukkig was de dokter met zijn rijtuig op het dorp. Deze achterhaalde den deugniet en had het geluk hem in Wormerveer aan de politie over te leveren. Het Handelsblad bevatte onlangs eenige zeer juiste beschouwingen over de onrustbarende vermeerdering van het aan tal moorden in onzen «verlichten" tijd. Wij ontleenen daaraan het volgende: Moord waart door het beschaafde Europa in de 19e eeuw, door velen on matig geprezen. De nihilisten, anarchis ten, communisten, Fenians gebruiken moord gelijk Nederlanders een verzoek schrift of een ingezonden stuk in de cou rant. Als ze over iets te klagen meenen te hebben, werpen ze met dyr.amietbom- men, vermoorden vrouwen en kinderen, die toevallig voorbijkomen laden helsche werktuigen in stoombooten, op gevaar af dat ze bij storm ontploffenleggen mijnen onder de voeten der prinsen, generaals en staatslieden van het Vereenigde Duitsch- land in het Niederwald, of onder het pa leis van den keizer der Russenpogen treinen op den spoorweg, die te Londen onder den grond doorgaat, met dynamiet te vernielen; doen aanslagen op de his torische gebouwen, de kunstschatten en paleizen van het zich zelf regeerende Britsche volk, en dus wordt ruw ge weld weer koning in Europa, evenals tijdens «den stikdonkeren nacht der mid deleeuwen", waarvan men vroeger sprak. Het vernis der beschaving is nog zoo dun, zoo dun! Men denke slechts aan de Parijsche Commune, een woeste, bloedige, brand stichtende opstand, niet tegen een dwin geland, maar tegen het pas wettig ver koren Parlement en den president der Republiek, Thiers. In de Vereenigde Staten, waar «rech'er lynch" sinds lang een moord gebruikt als een gewonen maatregel van redres, begint men, gelukkig, het gevaar der mode om te vermoorden in te zien. De Regeeiing heeft aldaar het volk gedemo raliseerd door te gedoogen dat Fenians openlijk geld inzamelen voor dynamiet- aanslagen en die moorden prijzen doch nu zijn eenige Amerikaansche werklieden begonnen met dynamiet als argument te gebiuiken, als ze het met hun meesters oneens zijn, en de honderden Amerikanen, die naar Europa reizen, beginnen met angst te denken aan den vijand, die wel licht sluimert in de lading der stoom booten. Als de Amerikanen eens het gevaar begrijpen, dan worden de dynamietmoor- denaars verbrijzeld als broos glas, want geen dwingeland gaat zoo fel te werk als een vertoornde en angstige democratie doch ook in andere landen zal men wel doen met niets te doen en te zeggen, dat het gebruik van moordenaars-wa penen verontschuldigt. Ruw geweld is een slag in het aange zicht der beschaving, want het bewijs dat de wet niet geëerbiedigd, onvermo gend is. Een leerrijk staaltje van de herlevende barbaarschhcid gaf de pa rijsche correspondent van de Times on langs. Een avond-receptie willende ver laten en naar zijn overjas zoekende, bevond hij dat zijn jas de eenige was. in welker binnenzak geen revolver schuilde! Heeft het er werkelijk niet veel van alsof wij een rooverroman schrijven, in plaats van een kroniek van den dag? Zal het oorlog zijn of vrede tus schen Rusland en Engeland? Deze vraag voor geruimen tijd reeds, maar na het gevecht bij Pendjih met nog zooveel te meer angst en spanning door duizenden monden herhaaldkan voor het oogen- blik nog volstrekt niet met zekerheid beantwoord worden. Een donkere sluier ligt nog over de toekomst verborgen, dien we zoo gaarne even zouden willen oplichten; want het antwoord dat op deze vraag zal worden gegevenis van het hoogste belang, niet alleen voor Engeland en Rusland, maar ook voor Azië en misschien voor alle staten. Ons dunkt, dat de uitslag der span ning geheel en al van Rusland zal af hangen. Rusland, meenen we, zoekt den oorlog, maar wacht op voldoende aanleiding. Engeland, bewust als het zich is van zijne zwakheid en zijne troebelen overal, vermijdt dienmaar zal eindelijkals Rusland geenen anderen weg inslaat, tegen wil en dank den oorlog moeten aanvaarden, om zijn prestige en natio nale eer. Rusland volgt tegenover Engeland de takiiek van wachten, talmen, tijdwinnen. Telkens stuurt het Engeland met een kluitje in het riet. De antwoorden en ophelderingen, die de regeering van eerst genoemd land geeft op ontvangen nota's van Engeland zijn in den regel van dien aarddat ze geene genoegzame aanlei ding geven om den oorlog te verklaren en te weinig, orn er mede tevreden te wezen. In duidelijke woorden gezegd Rusland speelt met Engeland als de kat met de muis. En onderwijl nu Rusland talmt en Engeland wacht, zijn in dien tusschen- tijd de Noordsche havens in Rusland vrij van ijs en heeft het zijne oorlogschepen uitgerust en in veiligheid gebracht. Na tuurlijk schuift er ook een legertje zoetjes aan hoe langer hoe dichter op Herat aan, de oorlogschepen uit de Middel- landsche zee hebben in de Oostzee post gevat en Rusland is klaar. In Engeland wordt dan moord en brand geschreeuwd over gruwelijk onrecht en schandelijke huichelarij, het rukt terstond op, om het geliefkoosde Herat te be schermen en te verdedigen, maar 't is reeds te laat! Rusland heeft den sleu tel tot Indië reeds gegrepen en geeft dien niet meer uit de handen. Wij ge- looven niet ver van de waarheid verwij derd te wezen, als we meenen, dat de Russische diplomatie van deze plannen zwanger gaat. En al heeft dan ook Sir Peter Lumsden thans positie gekozen te Terpul aan de Hari Reedrivier, ten einde eene mogelijke verrassing van Herat door de Russen te beletten, het zal hem niet baten. List en overmacht vermogen veel. Velen vestigen nog de hoop op een bemiddelaar tusschen de betrokken landen De een geeft Duilschland op, om zijne positie in Europa. »Neenzegt een ander weer, «dat is te gevaarlijk. Duitsch- land niet! Dan zou zijne tegenwoordige positie nog hooger stijgen Nog weer anderen spreken van een Duitsch-Oostenrijksche alliantie, terwijl ook voorgesteld worden Oostenrijk alleen of wel de President der Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika. Ondertusschen gelooven wij, dat noch Engeland, noch Rusland op vreemde in menging gesteld is. De Prins van Wales vertoeft nog met zijne echtgenoote en oudsten zoon in Ierland. Boven verwachting zijn ze, eene enkele uitzondering niet medege- rekend, met hartelijkheid ontvangen. We willen echter hopen, dat ze goed en wel weer in Engeland zullen aan landen want dat ze zich thans op vul- kanischen bodem bevinden is zeker. Men kan nooit wetenEen weloverlegde aan slag is moeielijk te voorkomen. De Chineezen zijn een slim volk en geven van veel wijsheid en zelfbeheersching blijk in den oorlog met Frankrijk, die nu gelukkig tot de geschiedenis behoort. Nu zij aan de winnende hand waren, hebben zij haastig het geschil met Frankrijk bijgelegd. Voor de curiositeit deelen we mede in welke bewoordingen de Chi- neesche Keizer dit feit ter kennis zijner «hemelingen" gebracht heeft»De Keizer bericht aan zijn volk, dat de Franschen nederig om den vrede hebben gevraagd en Zijne Majesteit welwillend aan hun verzoek heeft voldaan." De radicale Pall Mall Gazette zegt «De Londensche Vereeniging tot het ver voeren van karrevrachten heeft opnieuw bewezen, dat Zondagsrust een eisch van gezonde staatshuishoudkunde is. Verleden jaar besloot zij, dat op zondag niet meer gearbeid zou worden, en nu verklaart de president, dat de bezitting der Vereeni ging sedert zeer verhoogd is. De ont vangsten bedroegen 1000 pond (f 12,000) meer dan het vorige jaar. De waarde der paarden door minderen arbeid en betere voeding is met 20 percent toege nomen. Dus wat over Zondagsrust ge zegd wordt, dat noch mensch noch dier meer dan zes dagen van de zeven mag werken, is eene groote staathuishoudkun dige waarheid, tegen welke niet gezondigd kan worden, zonder op den Jangen duur groote geldelijke schade te lijden. Reeds meermalen hoorde men bij gerucht, dat Armand Peltzer stervende was. Het schijnt dat zijn toestand lang zamerhand verergerd isgeheel uitgeteerd is hij gestorven in de gevangenis te Leu ven, in de armen van zijn broeder Leon. De moeder en het kind van den ramp zaligen misdadiger kwamen een oogenblik nadat de dood ingetreden was. De arme kleine, die tot op dat oogenblik niet wist in welk een toestand haar vader verkeerde, was zeer aangedaan. «Mijn God," riep het meisje, »wat heb ik gedaan om zoo ongelukkig te moeten zijn? Op 15-jarigen leeftijd weezeen mijn arme vader in dit treurige huis gestorven te moeten vinden! rnijn arme vader!" Indien men gehoopt had iets naders te vernemen omtrent de aanleiding tot de gevangenschap, nl. de moord op den ad vocaat Bernays, is men teleurgesteld ge worden. De broeders, die trouwens geen oogenblik alleen gelaten werden, hebben volstrekt niet over het geval gesproken. Na het afsterven vond Leon het echter noodig te verklaren, dat zijn broeder ge heel onschuldig was. Een zonderling feit deed zich op het lijk voor; de oogen, die door Leon gesloten waren, vond men den volgenden morgen wijd geopend en men mocht er niet in slagen ze opnieuw te sluiten. De andere broeder, die tot nu toe zeer gezond was, heeft na den dood van Ar mand niets meer gebruikt. Het schijnt, dat zijn zenuwgestel nu zeer geschokt is. De ziektetoestand van den misdadiger bracht mede, dat hij gedurende de laatste dagen zijns levens in een betere omgeving werd gebracht, daar dit de gewoonte is met levenslang veroordeelden. Sedert de vestiging der Republiek in Frankrijk is daar te lande thans het negentiende Kabinet aan het roer van den Staat. Een ministrieel leven duurt derhalve in Frankrijk, door elkander ge nomen, zoowat 8 maanden. De Russische Regeering moet d»n dagbladen verboden hebben eenig nieuws omtrent de aangelegenheden in Afghanis tan te vermelden, dat niet in de ambte lijke berichten is meegedeeld. Het was meer dan honderd jaar ge leden, dat er een Lord Mayor van Londen stierf, tijdens zijne waardigheidsbeklee- ding. De dood van den thans overleden Lord Mayor Nottage wordt zeer betreurd. Hij was een vrijzinnig man en zelts onder de behoudende citp-mannen zeer bemind. Hij is een der vele slachtoffers, die in de laatste weken in Engeland overleden zijn aan de schadelijke gevolgen van den aan houdenden scherpen oostenwind. Het is vrij zeker, dat de Lord Mayor van ver leden jaar, de uiterst behoudende Heer Fowler een groote vijand der Trans- vaalsche Boeren opnieuw tot het open gevallen ambt gekozen zal worden. Volgens een artikel in de Times houdt Rusland op drie punten het oog gevestigdop Konstantinopel, Mouham- mereh en Berber-Abbas. Thans is het verkrijgen van een haven aan de Golf van Perzië het doel van zijn streven. Daartoe heeft het een spoorbaan laten aanleggen naar Kandahar, Kars bezet indertijd, de Katpische zee bevaarbaar gemaakt en alles in 't werk gesteld, om den handel met Perzie te begunstigen. En bij al die zaken, van welk een onderge schikt belang is dan het bezit van Af ghanistan! Zal niet juist de Afghaansche kwestie maken, dat Erigeland's aandacht wordt afgeleid van de hoofdzaak en Rus land het aldus gemakkelijker krijgt? Leon Peltzer houdt nog steeds vol, dat zijn thans overleden broeder Armand onschuldig was aan den moord van den Antwerpschen rechtsgeleerde Bernays. Hy schreef nog onlangs, beangstigd door de steeds verergerende ziekte van Armand, een brief aan den Koning, waar in hij nogmaals uitdrukkelijk de onschuld van zijn broeder betoogde en smeekte om invrijheidstelling en begenadiging van den om zijnentwille zoo lijdenden veroordeelde, tot afwending van het doodsgevaar, dat dezen bedreigde. Dit schrijven was door den Koning aan de bevoegde rechtsambtenaren ter over weging gegeven. De hoofdredacteur van het Japan- sche blad Tiji Skimbo, te Yeddo, Fuka Sewa, heeft een artikel geschreven, waar in hij steunende op de in Japan gewaar borgde vrijheid van godsdienst, zijne landgenooten opwekt, tot het Christen dom over te gaan. «Wij hebben," zegt hij o. a., «van de Christenen hunne kleedings- en voedings wijze, hunne zeden en gebruiken over genomen, laat ons dan nu ook den laat- sten stap doen, en hunnen godsdienst aannemen." Hij maakt daarbij bekend, dat hij, om een voorbeeld te geven, eerstdaags met al de zijnen zich in de Anglicaansche kerk zal laten opnemen. Het juiste aantal slachtoffers van het mijnongeluk bij Saarbriicken, dat men thans eerst in staat is op te geven, bedraagt niet minder dan 180. Daarvan stierven 176 in de mijn en 4 overleden in het gasthuis aan de bekomen won den. De dooden laten 141 weduwen na en 499 kinderen, waarvan 448 nog geen 16 jaren oud zijn. Volgens de Allg. Zeitung ontving Vorst Bismarck, ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag, een gelukwensch van alle gekroonde hoofden van Europa, be halve van de Koningin van Engeland, den Koning der Nederlanden, den Koning van Denemarken, Koning Alfonsus van Spanje en den Koning van Portugal. De Gemeenteraad van Amersfoort hield Donderdag eene korte zitting, waar in allereerst het voorstel van den heer van Zijst, om uit «onvoorziene uitgaven" de belooning van den heer Celosse voor de tijdelijke waarneming der betrekking van Commissaris van Politie te betalen, werd aangenomen. Het doel van dit be sluit was eene principeele beslissing uit te lokken en Gedeputeerde Staten, die tot hiertoe gedraald hadden met over deze hangende kwestie een oordeel uit te spre ken, daartoe thans te nopen. Tot geen resultaat is men nog geko men omtrent de ontwerp-verordening, aanwijzende het gedeelte der gemeente, dat laatstelijk in het bouwreglement is ingelascht, van toepassing zullen zijn. Het gemeentebestuur had eene kleine wijziging daarin gebracht, bepalende, dat de verordening ook toepasselijk zoude zijn op de gronden, gelegen aan de wegen en wateren, die als grensscheiding worden vermeld, en wel tot op eene diepte van 6 meters. Het hoofdzakelijk bestaande verschil tusschen B. en W. en den heer Bake, was toch blijven bestaan, waarom door dat Raadslid ook op de gewijzigde voordracht tal van amendementen voorge steld, werden ten doel hebbende een grootar gebied binnen den kring van het bouw reglement op te nemen. Om deze amen dementen nu te beter te kunnen beoor- deelen, stelde de heer Visser voor ze naar de afdeelingen te verzenden, waartoe ook besloten werd. Tot betere afwatering van de perceelen aan de Beekstraat besloot de Raad een riool te laten leggen van deze straat tot de buiten-singelgracht, waarvan de kosten geraamd zijn op f 350. Twee besluiten werden genomen tot af- en overschrijving van posten op de gemeente-begrooting van 1884, zijnde f 2491,50» en f 2534,30. Met f 728, besteed aan uitdiepen van grachten, havens, enz. was echter de post overschreden. De heer Bake maakte hier omtrent eene opmerking, maar B. en W. beantwoordden haar tot algemeene tevre- kenheid van den Raad. Tot onderwijzeres aan de meisjesschool werd benoemd Mej. L. C. W. Meijners, te Willemstad, en tot onderwijzer aan de school in de Koestraat, de heer H. C. den Hartog, te Woudenberg. Nog werden benoemd tot leden der Commissie, bedoeld bij de artt. 1115 der wet op de Schutterijen de heeren Croockewit en Celosse en de heeren Visser en van Zijst tot hunne plaatsver vangers. De heer Huet bracht aan het einde der zitting eenige grieven in tegen de wijze, waarop de bestrating van den toegangs weg naar het station werd uitgevoerd. Door zijne inlichtingen nam de Burge meester die grieven in hoofdzaak weg, doch de interpellant was nog niet voldaan en drong er bij B. en W. op aan, dat bepaalde voorschriften gegeven zouden worden, opdat vooral de los- en laadplaats aan het station voor handelaars en ne ringdoenden onbelemmerd mocht open blijven. De anti-revolutionaire Kiesvereeni- ging in het kiesdistrict Amersfoort voor de Provinciale Staten, heeft Donderdag avond te Baarn eene vergadering gehou den tot het stellen van een candidaat voor de opengevallen zetel in de Staten, door het overlijden van den heer Mr. Kien Eltzman. Men meldt, dat met algemeene stemmen tot candidaat is gesteld de heer Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck, Burgemeester van Amersfoort. In de Eerste Kamer der Staten-Gene- raal heeft de Minister van Waterstaat gezegd, dat voor de regeling van de ex ploitatie-spoorweg van Amersfoort naar Nijmegen een wetsontwerp zal worden ingediend en dat het onderzoek van de ontwerp-overeenkomst tusschen de Ned. Rijn- en de Centraalspoorwegmaat- schappij, nog niet is afgeloopen. In eene der localen van desociteit Amicitia alhier zal op heden en mor gen de vierde en laatste tentoonstelling van aquarellen en teekeningen gehouden worden, In zijne zitting van Donderdag heeft de Gemeenteraad alhier benoemd tot onderwijzeres aan de openbare meisjes school Mej. L. C. W. Meijners te Willem stad met 9 van de 11 stemmen; terwijl tot onderwijzer aan de openbare school in de Koestraat met algemeene steramen benoemd werd de heer H. C. den Hartog, te Woudenberg. Naar wij vernemen is de voordracht van een Voorzitter en Ondervoorzitter van het Utr. Genootschap voor Landbouw- en Kruidkunde volgens art. 12 van het alg. reglement aldus: voor Voorzitter de Heer Jhr. J. Huijdecoper van Maarseveen, W. van Nellesteijn en J. B. de Beaufort voor Ondervoorzitter de Heeren B. Reij- ger, Jhr. J. C. Strick van Linschoten en Jhr. J. H. van Haersma de Witt. A. G. alhier wonende, beklaagd zich te hebben schuldig gemaakt aan het helen van gestolen militaire goederen, is gister door de Arrondissements-recht-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 2