BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Voor dat dit adres den Gemeenteraad
bereikte, had de burgemeester, krachtens
zijne bevoegdheid, er afwijzend op be
schikt, op grond dat in het kon. besluit,
■waarop de adressanten zich beriepen,
alleen sprake is van rampen en ongeluk
ken, maar niet van werkstakenden.
Niettegende de minister Heemskerk
in de Eerste Kamer verklaard heeft, dat
de regeering solidair is met den Minister
van Finantiën, zal het niemands verba
zing behoeven te wekken, als Hoofdstuk
VUB (Finantiën) door die Kamer wordt
afgestemd, om zoodoende den betrokken
Minister tot heengaan te dwingen; want
de meeste leden achten de finantiëele
politiek van dezen Minister verderfelijk.
Finantiëel geknutsel, noemde men het
beleid van Z.Exc. en men zocht vruchte
loos naar eene zachtere uitdrukking.
De Minister Heemskerk legde ten slotte
de verklaring at, dat de regeering zal
aftreden, niet slechts bij verwerping
der belasting-voorstellen, maar ook bij
afstemming van de begrooting van Fi
nantiën.
Aan het elfde jaarverslag van het
Nederlandsche Militaire Bond ontleenen
wij het volgende:
Op 1 Maart jl. telde de Vereeniging
20 afdeelingen en 17 »Te Huizen". Het
getal contribueerende leden is gestegen
tot 1692, tegen 1642 in het vorige jaar.
Het aantal begunstigers was 876 tegen
745 op 1 Maart 1884. Aan giften is
ontvangen ƒ2900. Aan subsidiën voor
verschillende „Te Huizen" werd toege
staan ƒ3940. De heer J. Wolbers werd
in het bestuur herkozen, terwijl in de
plaats van den heer P. Lijndrajer, die
zich om gezondheidsredenen niet her
kiesbaar had gesteld, gekozen werd de
heer graaf Van Limburg Stirum te
Arnhem.
Te Deutichem is een studiefonds
opgericht voor jongelingen, die met weinig
middelen eenmaal aan de academie zijnde,
hunne studie niet kunnen voltooien. Het
fonds staat onder leiding (van Ds. Van
Dijk en strekt ten voordeele van zijne
leerlingen. Behalve vele giften is voor
dit fonds reeds een legaat ontvangen,
groot ƒ30,000. Mr. M. J. Van Lennep, te
Amsterdam, is als penningmeester van
dit fonds opgetreden.
Het Hoofdbestuur van het Ned.
Bond voor Algemeen Stemrecht bereidt
eene groote demonstratie voor, waar
schijnlijk te houden op Zondag 20 Sep
tember daags voor de opening der Ka
merzitting. Met het Haagsch Gemeente
bestuur wordt overleg gepleegd over de
beste, wijze om die demonstratie weder
om zoo ordelijk mogelijk te doen plaats
hebben.
Door de bemiddeling van Ds. H. L.
Vinke te Rotterdam, is aan het Neder
landsche Zendeling-genootschap door N.
N. M. een bedrag van 3000 geschonken
De heer Mr. J. H. Schober, te Put
ten (Veluwe?, heeft zich bereid verklaard
op de aanstaande Algemeene Vergade
ring der Geldersch-Overijselsche Maat
schappij van Landbouw, in Juni en Juli
te Wageningen te houden, de navolgende
vraagpunten in te leiden
lo. „Is het in het welbegrepen belang
der gemeenten, de ontgining van heide
velden krachtig te bevorderen
2o. „Wat staat der ontginning van
heidevelden in den weg
3o. „Hoe de hinderpalen het best te
bestrijden en te overwinnen?"
Als een bewijs, dat sommige land
lieden er een bijzondere maag en smaak
op nahouden, kan dienen, dat op een
der Paaschdagen een boerenknecht te
Vierakker voor f 1 de weddenschap aan
nam, om voor die som 12 eieren te ver
orberen met de schalen. Hij won het met
glans, en heeft er tot heden geen last
van gehad.
Het dagelijksch bestuur te Amster
dam, heeft afwijzend beschikt op een
verzoek van de Amsterdamsche afdeeling
van het Sociaal-Democratisch Bond in
Nederland om binnen deze stad eene in
zameling te doen van gelden ten behoeve
van de noodlijdende steenkolenmijnwer
kers in België.
Ds. S. J. du Toit publiceert een arti
kel in de Getuige, waarin betoogd wordt,
dat het einde der wereld nabij is. Onder
de teekenen der tijden, die aantoonen dat
de laatste dagen ophanden zijn, wordt
«vermeerderde goddeloosheid" genoemd,
Onder dit hoofd spreekt die schrijver van
moord, geweldadigheid, verraad, gierig
heid, zelfzucht, ongodsdienstigheid en
valschen godsdienst;" ook van «Ongeloof,
Communisme, Nihilisme en Revolutie.
Bij gelegenheid der paaschweikermis
te Arnhem hebben eenige schooljongens
ophangertje gespeeld. Wanneer een der
knapen niet was toegeschoten, om den
opgehangene los te snijden, dan was het
feit beslist geweest. Mannen van betee-
kenis hebben er den schrik ingejaagd.
De te Leiden overleden oud-hoog
leeraar in de godgeleerdheid, dr. J. H.
Scholten, werd den 17 Aug. 1811 te
Vleuten geboren. Na in 1836 te zijn ge-
promomeerd, werd hij vier jaar later tot
professor benoemd te Franekcr, in 1843
tot buitengewoon en in 1845 tot gewoon
hoogleeraar te Leiden. In 1871 werd hij
op zeventigjarigen leeftijd emiritus.
Scholten was, ook blijkens zijne ge
schriften, een bestrijder van de moderne
richting, waarvan hij later een der krach
tigste steunpilaren werd.
Eenige jongelui van het gymnasium
te Assen, die zich natuurlijk verbeelden,
dat ze ver boven de wet stonden, heb
ben dit anders mogen ondervinden. De
jongens hadden de gewoonte, om straat
schandalen uit te halen, en waren zeer
sterk in het «moeren" van schelknoppen
en naambordjes. De politie kreeg er ein
delijk twee in handen, en, verzachtende
omstandigheden in aanmerking nemende,
werden zij ieder tot 25 boete veroor
deeld.
Tusschen Knollendam en Wormer-
veer had Zaterdag 11. een brutale aan
randing plaats op klaarlichten dag. Tegen
5 uur des namiddags werd op slechts
enkele minuten afstand van Knollendam
aan een boerenmeisje door een liedjes-
verkooper de gouden bellen uit de
ooren gescheurd. Hij ontnam haar daarop
haar geld en wierp haar van den dijk.
In deerniswaardigen toestand keerde zij
naar Knollendam terug. Gelukkig was
de dokter met zijn rijtuig op het dorp.
Deze achterhaalde den deugniet en had
het geluk hem in Wormerveer aan de
politie over te leveren.
Het Handelsblad bevatte onlangs
eenige zeer juiste beschouwingen over de
onrustbarende vermeerdering van het aan
tal moorden in onzen «verlichten" tijd.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
Moord waart door het beschaafde
Europa in de 19e eeuw, door velen on
matig geprezen. De nihilisten, anarchis
ten, communisten, Fenians gebruiken
moord gelijk Nederlanders een verzoek
schrift of een ingezonden stuk in de cou
rant. Als ze over iets te klagen meenen
te hebben, werpen ze met dyr.amietbom-
men, vermoorden vrouwen en kinderen,
die toevallig voorbijkomen laden helsche
werktuigen in stoombooten, op gevaar af
dat ze bij storm ontploffenleggen mijnen
onder de voeten der prinsen, generaals
en staatslieden van het Vereenigde Duitsch-
land in het Niederwald, of onder het pa
leis van den keizer der Russenpogen
treinen op den spoorweg, die te Londen
onder den grond doorgaat, met dynamiet
te vernielen; doen aanslagen op de his
torische gebouwen, de kunstschatten en
paleizen van het zich zelf regeerende
Britsche volk, en dus wordt ruw ge
weld weer koning in Europa, evenals
tijdens «den stikdonkeren nacht der mid
deleeuwen", waarvan men vroeger sprak.
Het vernis der beschaving is nog zoo
dun, zoo dun!
Men denke slechts aan de Parijsche
Commune, een woeste, bloedige, brand
stichtende opstand, niet tegen een dwin
geland, maar tegen het pas wettig ver
koren Parlement en den president der
Republiek, Thiers.
In de Vereenigde Staten, waar «rech'er
lynch" sinds lang een moord gebruikt
als een gewonen maatregel van redres,
begint men, gelukkig, het gevaar der
mode om te vermoorden in te zien. De
Regeeiing heeft aldaar het volk gedemo
raliseerd door te gedoogen dat Fenians
openlijk geld inzamelen voor dynamiet-
aanslagen en die moorden prijzen doch
nu zijn eenige Amerikaansche werklieden
begonnen met dynamiet als argument te
gebiuiken, als ze het met hun meesters
oneens zijn, en de honderden Amerikanen,
die naar Europa reizen, beginnen met
angst te denken aan den vijand, die wel
licht sluimert in de lading der stoom
booten.
Als de Amerikanen eens het gevaar
begrijpen, dan worden de dynamietmoor-
denaars verbrijzeld als broos glas, want
geen dwingeland gaat zoo fel te werk als
een vertoornde en angstige democratie
doch ook in andere landen zal men wel
doen met niets te doen en te zeggen,
dat het gebruik van moordenaars-wa
penen verontschuldigt.
Ruw geweld is een slag in het aange
zicht der beschaving, want het bewijs
dat de wet niet geëerbiedigd, onvermo
gend is. Een leerrijk staaltje van de
herlevende barbaarschhcid gaf de pa
rijsche correspondent van de Times on
langs. Een avond-receptie willende ver
laten en naar zijn overjas zoekende,
bevond hij dat zijn jas de eenige was.
in welker binnenzak geen revolver
schuilde!
Heeft het er werkelijk niet veel van
alsof wij een rooverroman schrijven, in
plaats van een kroniek van den dag?
Zal het oorlog zijn of vrede tus
schen Rusland en Engeland? Deze vraag
voor geruimen tijd reeds, maar na het
gevecht bij Pendjih met nog zooveel te
meer angst en spanning door duizenden
monden herhaaldkan voor het oogen-
blik nog volstrekt niet met zekerheid
beantwoord worden.
Een donkere sluier ligt nog over de
toekomst verborgen, dien we zoo gaarne
even zouden willen oplichten; want het
antwoord dat op deze vraag zal worden
gegevenis van het hoogste belang, niet
alleen voor Engeland en Rusland, maar
ook voor Azië en misschien voor alle
staten.
Ons dunkt, dat de uitslag der span
ning geheel en al van Rusland zal af
hangen.
Rusland, meenen we, zoekt den oorlog,
maar wacht op voldoende aanleiding.
Engeland, bewust als het zich is van
zijne zwakheid en zijne troebelen overal,
vermijdt dienmaar zal eindelijkals
Rusland geenen anderen weg inslaat,
tegen wil en dank den oorlog moeten
aanvaarden, om zijn prestige en natio
nale eer.
Rusland volgt tegenover Engeland de
takiiek van wachten, talmen, tijdwinnen.
Telkens stuurt het Engeland met een
kluitje in het riet. De antwoorden en
ophelderingen, die de regeering van eerst
genoemd land geeft op ontvangen nota's
van Engeland zijn in den regel van dien
aarddat ze geene genoegzame aanlei
ding geven om den oorlog te verklaren
en te weinig, orn er mede tevreden te
wezen.
In duidelijke woorden gezegd Rusland
speelt met Engeland als de kat met de
muis. En onderwijl nu Rusland talmt
en Engeland wacht, zijn in dien tusschen-
tijd de Noordsche havens in Rusland vrij
van ijs en heeft het zijne oorlogschepen
uitgerust en in veiligheid gebracht. Na
tuurlijk schuift er ook een legertje zoetjes
aan hoe langer hoe dichter op Herat
aan, de oorlogschepen uit de Middel-
landsche zee hebben in de Oostzee post
gevat en Rusland is klaar.
In Engeland wordt dan moord en brand
geschreeuwd over gruwelijk onrecht en
schandelijke huichelarij, het rukt terstond
op, om het geliefkoosde Herat te be
schermen en te verdedigen, maar 't
is reeds te laat! Rusland heeft den sleu
tel tot Indië reeds gegrepen en geeft
dien niet meer uit de handen. Wij ge-
looven niet ver van de waarheid verwij
derd te wezen, als we meenen, dat de
Russische diplomatie van deze plannen
zwanger gaat. En al heeft dan ook Sir
Peter Lumsden thans positie gekozen te
Terpul aan de Hari Reedrivier, ten einde
eene mogelijke verrassing van Herat door
de Russen te beletten, het zal hem niet
baten. List en overmacht vermogen veel.
Velen vestigen nog de hoop op een
bemiddelaar tusschen de betrokken landen
De een geeft Duilschland op, om zijne
positie in Europa. »Neenzegt een
ander weer, «dat is te gevaarlijk. Duitsch-
land niet! Dan zou zijne tegenwoordige
positie nog hooger stijgen
Nog weer anderen spreken van een
Duitsch-Oostenrijksche alliantie, terwijl
ook voorgesteld worden Oostenrijk alleen
of wel de President der Vereenigde Sta
ten van Noord-Amerika.
Ondertusschen gelooven wij, dat noch
Engeland, noch Rusland op vreemde in
menging gesteld is.
De Prins van Wales vertoeft nog
met zijne echtgenoote en oudsten zoon
in Ierland. Boven verwachting zijn ze,
eene enkele uitzondering niet medege-
rekend, met hartelijkheid ontvangen.
We willen echter hopen, dat ze goed
en wel weer in Engeland zullen aan
landen want dat ze zich thans op vul-
kanischen bodem bevinden is zeker. Men
kan nooit wetenEen weloverlegde aan
slag is moeielijk te voorkomen.
De Chineezen zijn een slim volk en
geven van veel wijsheid en zelfbeheersching
blijk in den oorlog met Frankrijk, die
nu gelukkig tot de geschiedenis behoort.
Nu zij aan de winnende hand waren,
hebben zij haastig het geschil met Frankrijk
bijgelegd. Voor de curiositeit deelen we
mede in welke bewoordingen de Chi-
neesche Keizer dit feit ter kennis zijner
«hemelingen" gebracht heeft»De Keizer
bericht aan zijn volk, dat de Franschen
nederig om den vrede hebben gevraagd
en Zijne Majesteit welwillend aan hun
verzoek heeft voldaan."
De radicale Pall Mall Gazette zegt
«De Londensche Vereeniging tot het ver
voeren van karrevrachten heeft opnieuw
bewezen, dat Zondagsrust een eisch van
gezonde staatshuishoudkunde is. Verleden
jaar besloot zij, dat op zondag niet meer
gearbeid zou worden, en nu verklaart de
president, dat de bezitting der Vereeni
ging sedert zeer verhoogd is. De ont
vangsten bedroegen 1000 pond (f 12,000)
meer dan het vorige jaar. De waarde
der paarden door minderen arbeid en
betere voeding is met 20 percent toege
nomen. Dus wat over Zondagsrust ge
zegd wordt, dat noch mensch noch dier
meer dan zes dagen van de zeven mag
werken, is eene groote staathuishoudkun
dige waarheid, tegen welke niet gezondigd
kan worden, zonder op den Jangen duur
groote geldelijke schade te lijden.
Reeds meermalen hoorde men bij
gerucht, dat Armand Peltzer stervende
was. Het schijnt dat zijn toestand lang
zamerhand verergerd isgeheel uitgeteerd
is hij gestorven in de gevangenis te Leu
ven, in de armen van zijn broeder Leon.
De moeder en het kind van den ramp
zaligen misdadiger kwamen een oogenblik
nadat de dood ingetreden was. De arme
kleine, die tot op dat oogenblik niet wist
in welk een toestand haar vader verkeerde,
was zeer aangedaan.
«Mijn God," riep het meisje, »wat heb
ik gedaan om zoo ongelukkig te moeten
zijn? Op 15-jarigen leeftijd weezeen mijn
arme vader in dit treurige huis gestorven
te moeten vinden! rnijn arme vader!"
Indien men gehoopt had iets naders te
vernemen omtrent de aanleiding tot de
gevangenschap, nl. de moord op den ad
vocaat Bernays, is men teleurgesteld ge
worden. De broeders, die trouwens geen
oogenblik alleen gelaten werden, hebben
volstrekt niet over het geval gesproken.
Na het afsterven vond Leon het echter
noodig te verklaren, dat zijn broeder ge
heel onschuldig was.
Een zonderling feit deed zich op het lijk
voor; de oogen, die door Leon gesloten
waren, vond men den volgenden morgen
wijd geopend en men mocht er niet in
slagen ze opnieuw te sluiten.
De andere broeder, die tot nu toe zeer
gezond was, heeft na den dood van Ar
mand niets meer gebruikt. Het schijnt,
dat zijn zenuwgestel nu zeer geschokt is.
De ziektetoestand van den misdadiger
bracht mede, dat hij gedurende de laatste
dagen zijns levens in een betere omgeving
werd gebracht, daar dit de gewoonte is
met levenslang veroordeelden.
Sedert de vestiging der Republiek
in Frankrijk is daar te lande thans het
negentiende Kabinet aan het roer van
den Staat. Een ministrieel leven duurt
derhalve in Frankrijk, door elkander ge
nomen, zoowat 8 maanden.
De Russische Regeering moet d»n
dagbladen verboden hebben eenig nieuws
omtrent de aangelegenheden in Afghanis
tan te vermelden, dat niet in de ambte
lijke berichten is meegedeeld.
Het was meer dan honderd jaar ge
leden, dat er een Lord Mayor van Londen
stierf, tijdens zijne waardigheidsbeklee-
ding. De dood van den thans overleden
Lord Mayor Nottage wordt zeer betreurd.
Hij was een vrijzinnig man en zelts onder
de behoudende citp-mannen zeer bemind.
Hij is een der vele slachtoffers, die in de
laatste weken in Engeland overleden zijn
aan de schadelijke gevolgen van den aan
houdenden scherpen oostenwind. Het is
vrij zeker, dat de Lord Mayor van ver
leden jaar, de uiterst behoudende Heer
Fowler een groote vijand der Trans-
vaalsche Boeren opnieuw tot het open
gevallen ambt gekozen zal worden.
Volgens een artikel in de Times
houdt Rusland op drie punten het oog
gevestigdop Konstantinopel, Mouham-
mereh en Berber-Abbas. Thans is het
verkrijgen van een haven aan de Golf
van Perzië het doel van zijn streven.
Daartoe heeft het een spoorbaan laten
aanleggen naar Kandahar, Kars bezet
indertijd, de Katpische zee bevaarbaar
gemaakt en alles in 't werk gesteld, om
den handel met Perzie te begunstigen. En
bij al die zaken, van welk een onderge
schikt belang is dan het bezit van Af
ghanistan! Zal niet juist de Afghaansche
kwestie maken, dat Erigeland's aandacht
wordt afgeleid van de hoofdzaak en Rus
land het aldus gemakkelijker krijgt?
Leon Peltzer houdt nog steeds vol,
dat zijn thans overleden broeder Armand
onschuldig was aan den moord van den
Antwerpschen rechtsgeleerde Bernays.
Hy schreef nog onlangs, beangstigd
door de steeds verergerende ziekte van
Armand, een brief aan den Koning, waar
in hij nogmaals uitdrukkelijk de onschuld
van zijn broeder betoogde en smeekte om
invrijheidstelling en begenadiging van den
om zijnentwille zoo lijdenden veroordeelde,
tot afwending van het doodsgevaar, dat
dezen bedreigde.
Dit schrijven was door den Koning aan
de bevoegde rechtsambtenaren ter over
weging gegeven.
De hoofdredacteur van het Japan-
sche blad Tiji Skimbo, te Yeddo, Fuka
Sewa, heeft een artikel geschreven, waar
in hij steunende op de in Japan gewaar
borgde vrijheid van godsdienst, zijne
landgenooten opwekt, tot het Christen
dom over te gaan.
«Wij hebben," zegt hij o. a., «van de
Christenen hunne kleedings- en voedings
wijze, hunne zeden en gebruiken over
genomen, laat ons dan nu ook den laat-
sten stap doen, en hunnen godsdienst
aannemen." Hij maakt daarbij bekend,
dat hij, om een voorbeeld te geven,
eerstdaags met al de zijnen zich in de
Anglicaansche kerk zal laten opnemen.
Het juiste aantal slachtoffers van
het mijnongeluk bij Saarbriicken, dat
men thans eerst in staat is op te geven,
bedraagt niet minder dan 180. Daarvan
stierven 176 in de mijn en 4 overleden
in het gasthuis aan de bekomen won
den. De dooden laten 141 weduwen na
en 499 kinderen, waarvan 448 nog geen
16 jaren oud zijn.
Volgens de Allg. Zeitung ontving
Vorst Bismarck, ter gelegenheid van zijn
70sten verjaardag, een gelukwensch van
alle gekroonde hoofden van Europa, be
halve van de Koningin van Engeland, den
Koning der Nederlanden, den Koning van
Denemarken, Koning Alfonsus van Spanje
en den Koning van Portugal.
De Gemeenteraad van Amersfoort
hield Donderdag eene korte zitting, waar
in allereerst het voorstel van den heer
van Zijst, om uit «onvoorziene uitgaven"
de belooning van den heer Celosse voor
de tijdelijke waarneming der betrekking
van Commissaris van Politie te betalen,
werd aangenomen. Het doel van dit be
sluit was eene principeele beslissing uit
te lokken en Gedeputeerde Staten, die
tot hiertoe gedraald hadden met over deze
hangende kwestie een oordeel uit te spre
ken, daartoe thans te nopen.
Tot geen resultaat is men nog geko
men omtrent de ontwerp-verordening,
aanwijzende het gedeelte der gemeente,
dat laatstelijk in het bouwreglement is
ingelascht, van toepassing zullen zijn.
Het gemeentebestuur had eene kleine
wijziging daarin gebracht, bepalende, dat
de verordening ook toepasselijk zoude zijn
op de gronden, gelegen aan de wegen en
wateren, die als grensscheiding worden
vermeld, en wel tot op eene diepte van
6 meters. Het hoofdzakelijk bestaande
verschil tusschen B. en W. en den heer
Bake, was toch blijven bestaan, waarom
door dat Raadslid ook op de gewijzigde
voordracht tal van amendementen voorge
steld, werden ten doel hebbende een grootar
gebied binnen den kring van het bouw
reglement op te nemen. Om deze amen
dementen nu te beter te kunnen beoor-
deelen, stelde de heer Visser voor ze naar
de afdeelingen te verzenden, waartoe ook
besloten werd.
Tot betere afwatering van de perceelen
aan de Beekstraat besloot de Raad een
riool te laten leggen van deze straat tot
de buiten-singelgracht, waarvan de kosten
geraamd zijn op f 350.
Twee besluiten werden genomen tot
af- en overschrijving van posten op de
gemeente-begrooting van 1884, zijnde
f 2491,50» en f 2534,30.
Met f 728, besteed aan uitdiepen van
grachten, havens, enz. was echter de post
overschreden. De heer Bake maakte hier
omtrent eene opmerking, maar B. en W.
beantwoordden haar tot algemeene tevre-
kenheid van den Raad.
Tot onderwijzeres aan de meisjesschool
werd benoemd Mej. L. C. W. Meijners,
te Willemstad, en tot onderwijzer aan de
school in de Koestraat, de heer H. C.
den Hartog, te Woudenberg.
Nog werden benoemd tot leden der
Commissie, bedoeld bij de artt. 1115
der wet op de Schutterijen de heeren
Croockewit en Celosse en de heeren
Visser en van Zijst tot hunne plaatsver
vangers.
De heer Huet bracht aan het einde der
zitting eenige grieven in tegen de wijze,
waarop de bestrating van den toegangs
weg naar het station werd uitgevoerd.
Door zijne inlichtingen nam de Burge
meester die grieven in hoofdzaak weg,
doch de interpellant was nog niet voldaan
en drong er bij B. en W. op aan, dat
bepaalde voorschriften gegeven zouden
worden, opdat vooral de los- en laadplaats
aan het station voor handelaars en ne
ringdoenden onbelemmerd mocht open
blijven.
De anti-revolutionaire Kiesvereeni-
ging in het kiesdistrict Amersfoort voor
de Provinciale Staten, heeft Donderdag
avond te Baarn eene vergadering gehou
den tot het stellen van een candidaat
voor de opengevallen zetel in de Staten,
door het overlijden van den heer Mr. Kien
Eltzman. Men meldt, dat met algemeene
stemmen tot candidaat is gesteld de heer
Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck,
Burgemeester van Amersfoort.
In de Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal heeft de Minister van Waterstaat
gezegd, dat voor de regeling van de ex
ploitatie-spoorweg van Amersfoort naar
Nijmegen een wetsontwerp zal worden
ingediend en dat het onderzoek van de
ontwerp-overeenkomst tusschen de Ned.
Rijn- en de Centraalspoorwegmaat-
schappij, nog niet is afgeloopen.
In eene der localen van desociteit
Amicitia alhier zal op heden en mor
gen de vierde en laatste tentoonstelling
van aquarellen en teekeningen gehouden
worden,
In zijne zitting van Donderdag heeft
de Gemeenteraad alhier benoemd tot
onderwijzeres aan de openbare meisjes
school Mej. L. C. W. Meijners te Willem
stad met 9 van de 11 stemmen; terwijl
tot onderwijzer aan de openbare school
in de Koestraat met algemeene steramen
benoemd werd de heer H. C. den Hartog,
te Woudenberg.
Naar wij vernemen is de voordracht
van een Voorzitter en Ondervoorzitter
van het Utr. Genootschap voor Landbouw-
en Kruidkunde volgens art. 12 van het
alg. reglement aldus: voor Voorzitter de
Heer Jhr. J. Huijdecoper van Maarseveen,
W. van Nellesteijn en J. B. de Beaufort
voor Ondervoorzitter de Heeren B. Reij-
ger, Jhr. J. C. Strick van Linschoten en
Jhr. J. H. van Haersma de Witt.
A. G. alhier wonende, beklaagd zich
te hebben schuldig gemaakt aan het
helen van gestolen militaire goederen,
is gister door de Arrondissements-recht-