nieuwe Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N°. 52. Woensdag I Juli 1885. Veertiende Jaargang Maggie Wilson. VOOR abonnementsprijs VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentiên: BINNENLAND. F euilleton. AME1SF00RTSCIE G0U1ANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Bijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bij koninklijk besluit van 23 dezer is Jhr. mr. B. Ph. De Beaufort benoemd tot Burgemeester der gemeente Baarn en Eemnes. Bij koninklijk besluit van 25 dezer, is de Staatscommissie, ingesteld om den toestand van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren te onderzoeken en tevens voorstellen te doen omtrent eene nadere wettelijke regeling van het pensioenwezen in het algemeen, voor zooveel de burgerlijke ambtenaren en hunne weduwen en weezen betreft, ont bonden, uit overweging dat zij thans geacht kan worden hare taak voleindigd te hebben, vermist haar verslag is uit gebracht en door den druk openbaar gemaakt. Aan de commissie wordt dank betuigd voor de door haar bewezen be langrijke diensten. Z. M. de Koning komt, naar Het Vad. verneemt, morgen den 2en Juli in den Haag terug. Namens den minister van oorlog zal eene commissie van officieren, onder voorzitter van den luit.-kolonel Doorman, heden te Wageningen, op de landbouw tentoonstelling pogingen doen tot aankoop van remontepaarden. De Eerste Kamer is bijeengeroe pen tegen Dinsdag 44 Juli om 8 uur des avonds. De minister van waterstaat, enz. brengt ter algemeene kennis, dat ge durende de maand Mei 1885 zijn inge legd en terugbetaald de volgende be dragen Bedrag der inlagen s terugbetal. Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald Aan het einde der maand April II. was ten name der velschillende inleggers in geschreven een bedrag van zoodat de som dei inlagen op 31 Mei 1885 bedroeg f 5,236,697.89 In den loop der maand Mei zijn 2539 nieuwe spaarbankboekjes uitgegeven 788 boekjes zijn geheel afbetaald, zoodat er f 432,999.19 296,730.94 f 136,268.25 5,100,429,64A aan het einde der maand 100,702 in omloop waren. Eergisteren is, afgemat, terecht geko men, in den Amsterdamschen IJpolder, een postduif, een der vlerken was ge merkt: Bogge, A. Monteynee, 7117. Voor het leveren van ligstroo voor de kampeerende troepen van het korps genietroepan van II Juli31 Aug., was de minste inschrijver H. Wolbers, te Utrecht, voor f91.90 de 1000 kilogram. Onder redactie van den heer Dr. H. Hartogh Heijs van Zouteveen, zal de Nieuwe Provinciale Drentsche en Asser Courant worden voortgezet. Nu aanvragen bij ons ingekomen zijn om inlichting betreffenden het oprui men zonder schade van oude centen, is het tot spoedige afdoening van zaken nuttig, den geachten personen te noe men, die ons op de zaak opmerkzaam maakte en ons verlof heeft gegeven zijn naam te noemen. Wie oude centen heeft tot een bedrag van eenige beteekenis wende zich tot A. J. baron Schimmel- penninck van der Oije, lid van den Raad van Bestuur, Administrateur van Finan ciën in Suriname, thans met verlof hier te lande en verblijf houdende te Hil versum. Hiermede deze zaak voor ons als geëin digd beschouwend, sluiten wij met een woord van hulde aan den edelen man, die geheel belangeloos, uit liefde tot zijn evenmensch, zich bereid verklaart tot het geven van inlichting, waarvan me nigeen groot voordeel trekken kan. (Msb.) Aan het Stedelijk Gymnasium te Deutichem werden tot de Hoogeschool bevorderd, van de 2e groep der 6e klasse allen, en van de twee jongelieden die zich aan een herexamen moesten onder werpen, slaagde een, terwijl een leerling van de 5e klasse mede tot de Hoogeschool bevorderd werd. Eergisteren arriveerden te Brielle eenige socialisten. Men had in de locale bladen geadverteerd dat een hunner, de heer C. J. van Raaij uit den Haag, de vraag zoude besprekenWat willen de socialisten? De heeren hebben echter weinig succes met hun komst gehad; slechts een drietal toehoorders waren aanwezig, waarop de vergadering niet doorging. Kleine blaadjes werden op straat verspreid met het opschrift: De spinnen en de vliegen. Dat de werkge vers de spinnen en de werklui de vlie gen waren, was hoofdzakelijk de inhoud van het ding. De heer Domela Nieuwenhuis hield Zaterdag te Zwolle eene redevoering met meer succes. Daar waren ten minste 200 toehoorders. Of hij aanhangers gewon nen heeft, wordt ons niet gemeld. Eerstdaags zal eene waardige hulde worden gebracht aan de nagedachtenis van mr. Willem Bilderdijk. Er zal name lijk een gedenksteen worden geplaatst aan het huis, waarin Bilderdijk te Haarlem zijne laatste levensjaren sleet. De ont hulling van den steen, door de zorgen van den «Kunstenaarskring" te plaatsen zal geschieden op Dinsdag 7 Juli e. k., des namiddags te 2 uur. Naar bericht wordt, heeft men beslo-ten, dat bij die plechtigheid o. a. zullen worden uitge- noodigd, behalve het plaatselijk bestuur, de heeren L. W. Bilderdijk, prof. J. A. Alberdingk Thijm en A. C. Kruseman. De wit blinkende Rochefort-steen, meter breed bij 70 centimeters hoog, is aangeboden aan den «Kunstenaarkring" en uitgevoerd door het lid den beeldhou wer F. L. Stracké Jz., naar het ontwerp van het lid den architect A. Van der Steur jr., en stelt voor in het midden eene cartouche, waarop met roode en gouden letters geplaastst is: BILDERDIJK herdacht in 1885, De Kunstenaarskring, en rechts en links op verdere aange- gebracht ornament twee schilden met de jaartallen 17561831, zijnde het geboorte- en sterfjaar des grooten dich ters. Men schrijft uit Schiermonnikoog, d.d. 26 Juni De gewoonlijk op dit eiland heerschen- de stilte werd Maandag door meerdere beweging en drukte vervangen. Bij uitnemend warm en heerlijk zomer weder kwamen hier, omstreeks elf uur, met eene stoomboot van Groningen ruirn 70 personen, die zich weldra in allerlei richtingen over het eiland verspreidden, ten einde het meest merkwaardige daar van te bezien, zooalsde reddingboot, de lichttorens, het badhuis, de eendenkooi, enz. enz. Onder hen bevond zich ook de voor ganger eener Christelijk Gereformeerde gemeente, vergezeld van velen zijner jeug dige leerlingen, die in de nabijheid der kerk, op eene daartoe gekozen groene plek eenige liederen, psalmen vooral, aan hieven, terwijl tusschenbeide door den voorganger eene toespraak van geeste lijken inhoud tot de verzamelde menigte werd gericht. Naar men verneemt, zal dezelfde boot, kapitein Brand, gedurende het bad seizoen tweemaal in de week des Zondags en Woensdags, langs het Reitdiep, her waarts varen, en telkens van de omlig gende plaatsen, alsmede te Zoutkamp en Oostmahorn, allen opnemen, die van de zoo gepaste gelegenheid gebruik wenschen te maken om hier óf slechts eenige uren, óf ook dagen en weken lang, onder aan houdend genot van de frissche sterken de zeelucht en als badgasten te ver toeven. Het Gerechtshof te Arnhem heeft Vrijdag en Zaterdag de zaak van Willem Regeling beschuldigd van moord op den klompenmaker B. Jansen te Wage ningen, den 16den Maart jl. in open bare behandeling genomen, waarbij de adv.-gen. Jhr. Mr. Sandberg het Open baar Ministerie waarnam, en de advo caat Mr. C. W. Thomas, uit Arnhem, als verdediger optrad. Aan het verslag der Am. Ct. ontleenen wij het volgende: Kalm hoorde de beschuldigde de voor lezing van de akte van beschuldiging en van het arrest van terechtstelling aan, en met gevatheid onderging hij het lang durig verhoor, dat het Hof in afwij king van gewoonlijk hem ook reeds voor den aanvang van het getuigenver hoor deed ondergaan. Met een scherp zinnigheid, een beterezaak waardig, wist hij op de terechtzitting de verklaringen der getuigen, die ten zijnen nadeele wer den afgelegd, te beantwoorden of te weerleggen, of wist hij tegenstrijdigheden in hunne verklaringen aan te wijzen. Geen oogenblik verliet hem zijne bedaard heid, wanneer zijn lange gestalte, nu eens met, dan zonder hoed op het hoofd, zich oprichtte om door de getuigen te worden herkend, en scherp zag hij in het gelaat der getuigen, die in hem den man meenden te herkennen, welken zij in den vroegen morgen van den löen Maart in of nabij de woning van den verslagene hadden gezien. De geheele dag werd Vrijdag in be slag genomen met het hooien der aclit- en-twintig getuigen d charge, die door den proc.-gen. waren gedagvaard, en wier verklaringen in hoofdzaak neerkwa men op hetgeen reeds in de akte van beschuldiging werd vermeld. Eene bij zondere dankbetuiging voor de diensten aan de justitie in deze zaak bewezen, ontving de brigadiermajoor der Rijks- veldwacht Methorst, die den besch. te Aalten had gearresteerd, en de gebr. Van Driel, arbeiders te Arnhem, die het horloge van den verslagene, dat zij daags na den moord van den besch. hadden gekocht, onmiddellijk nadat het misdrijf hun ter oore was gekomen, aan de ju stitie hadden ter hand gesteld en zoo doende veel tot de gedeeltelijke bekente nis van beschuldigde hadden bijgedragen. Aan Regeling werd in de akte van beschuldiging moord en diefstal ten laste gelegd. Bij de verhooren, die hij ter terechtzitting onderging, erkende hij den diefstal, doch ontkende den moord op Bernardus Jansen te hebben gepleegd. Wel verklaarde besch. in den vroegen morgen van den 16den Maart in het huis van den verslagene te zijn geweest, doch hij was daar toen niet alleen, maar in bijzijn van twee andere personen, wier namen hij niet noemen wil. Wel erkent hij toen deel te hebben genomen aan de verdeeling van den buit, die op den doodslag was gevolgd, maar hij ontkent ten stelligste zelf aan Jansen den doo- delijken slag te hebben toegebracht of vooraf het plan te hebben gevormd, den verslagene van het leven te berooven. Zaterdag kwam het O. M. aan het woord. De adv.-gen. schetste den treuri- gen levensloop van den besch., die vroeg zijne ouders verloor en veeleer medelij den zou verdienen, zoo niet het bloedige drama, dat in Wageningen was afge speeld, afschuw tegen hem moest op wekken. Van dit drama is beschuldigde en hij alleen de dader. Aan het sprookje, dat besch. heeft opgedischt, dat twee andere personen den moord hadden bedreven, DOOR MINORA. 12) Geluk en ongeluk, zij zijn zoo nauw aan elkander verwantgeen sterve ling toch wordt voor 't een noch ander verschoondIeder krijgt hier op aarde zijn pakje te dragen. In zijn mijmering werd hij al spoedig gestoord door den portier, die hem in een net, eenvoudig vertrek geleidde en met een stem, die geen tegenspraak duldde vroeg of mijnheer deze kamer mooi ge noeg vond. «Volkomen," antwoordde Maurits, «maar wees zoo goed en geef mij het vreemdeliDgenboek." Nu gold het immers de bepaalde woon plaats van Maggie op te zoeken, want hiervan had niemand hem kunnen on derrichten. Te vergeefs doorbladerde hij het dikke boek, waarin duizenden van namen uit alle oorden stonden geboekt behalve die, welken hij zocht. Ook had hij op aanbeveling van verscheiden ken nissen zijn intrek in hotel Kleij genomen, doch dit scheen dan niet de verblijfplaats van Maggie te wezen. Hoewel mistroostig, liet hij den moed niet zakkenna zich met het een en ander verfrischt te hebben, nam hij hoed, stok en zijn Baedeker ter hand en was voornemens al wandelende in zijn gids wat meer kennis op te doen, toen hij zich even onverwachts als onaangenaam op den schouder voelde kloppen. »Lonp een ouden vriend zoo maar niet voorbij, MauritsWaar moet dat zoo peinzend naar toe Wel, Werner, je ziet er uit, alsof je zoo juist een blauwtje hebt opgeloopen De laatste woorden moesten vriende lijk klinken, maar de scherpe lach, waar mede zij gepaard ging, maakte de vriend schappelijke bedoeling der woorden niet waarschijnlijk. «O, pardon, Langenfeld, ik had u niet gezien." Zijn stem klonk koud en onverschil lig «Maar hoe zien wij elkander zoo te Bonn? Toch niet om zaken, wil ik hopenvoegde Maurits er eenigszins spottend bij. De reden van Langenfelds verblijf was spoedig medegedeeld. «Kom, gaat gij mee wat loopen de middag is wel niet frisch, maar 't is toch altijd beter dan bier." Nog mistroostiger door dit onaange naam oponthoud, had hij gaarne het ver zoek van de hand geslagen, maar Andre liet hem geen rust, vóór hij had toege stemd. In den beginne vlotte het gesprek niet al te zeer, toen eindelijk de laatste tocht naar de Drachenfels en de nieuwe ken nismaking met mevrouw van Veldheim op het tapijt werd gebracht. Nauwelijks kon Maurits zijn verwondering en nieuws gierigheid bedwingen. «Ik moet zeggen," vervolgde Andre, «de tocht zou vrij eentonig zijn geweest, zoo die Maggie Wilson, een allerliefst, snoeperig meisje, er niet bij was geweest. Naar ik verneem, moet het een aange nomen kind zijn Maar dat is niets Ik ga mijn geluk eens bij haar beproe ven. Wie weet, wie weetMij dunkt, geen schoondochter zou marna ooit meer welkom kunnen zijn dan dit lieve gravin netje. Duivels, Werner ik wilde, dat je haar eens te zien kreegt." Reeds had Maurits een scherp antwoord op de lippen, toen hij het ideaal zijner droomen en wenschen door dezen niets- waardigen hoorde critiseeren. Toch kon drift hier alles bederven, en met het on verschilligste gelaat ter wereld antwoord de hij«Niet noodig, mijn waarde, ik ben met de gravin Wilson zeer goed be kend en, naar het schijnt, beter op de hoogte van haar recht als gravin en niet als aangenomen kind, zooals gij rnij zoo even verteldet, dan de buitenwereld." „Nu, des te beter," klonk het onver saagd. «Naast haar geld en lief gezicht is dit nog een aanbeveling, wel waardig er geen moeite voor te sparen." Hoe gaarne ook, Maurits kon haar adres niet te weten komen, en na nog eenige onbeduidende woorden gewisseld te hebben, nam hij atscheid en keerde naar zijn hotel terug. Was hij ook op 't oogenblik misnoegd en ontevreden over het gehoorde, toch dankte hij het toeval, 't welk hem weder in verbinding met dezen van Langenfeld gebracht had. Met genoegen had Maggie de kennis making met de familie van Langenfeld gemaakt, en toen zij 's avonds uit elkan der gingen, werd stellig en zeker be loofd, dat Maggie spoedig een bezoek moest komen brengen, waartoe zij dan ook dadelijk bereid was. Zoo begaf zij zich dan eenige dagen later welgemoed op weg naar het hjtel Bellevue, waar de vrienden hun intrek hadden genomen, die zij door een briefje van haar komst verwittigd had. Met ongeduld wachtte ook Eugénie aan den grooten ingang van het hotel en zag reeds verlangend naar ieder nieuwaangekomene uit om zich te overtuigen, of Maggie in aantocht was. Eindelijk ja eindelijk dan Daar stond de verwachte gast voor haar oogen. «Ik kom toch niet te vroeg?" vroeg Maggie lachend, van een ontkennend ant woord overtuigd. «Te vroeg? volstrekt niet, miss Maggie,!" antwoordde Eugénie zacht. «Is mijn naam dan zoo moeilijk, dat 'gij dien niet zonder behulp van een stijf «miss" kunt gebruiken vroeg zij vrien delijk; «of is de kennismaking nog te kort om deze gemeenzaamheid te dulden? Komaan, Eugéniegoed voorbeeld doet goed volgen, zegt 't spreekwoord onder zoeken wij eens te zamen de beteekenis van dit woord, misschien bereiken wij den vasten bodern spoediger dan wel eerst denkbaar was." Zonder haar antwoord af te wachten, nam Maggie bezit van Eugenie's arm en zoo wandelen beide meisje gelijk twee boezemvriendinnen den tuin in, die achter het groote woonhuis lag. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1