BUITENLAND. Plaatselijke berichten. VERSLAG Provinciale berichten. slaat liet 0. M. geen geloof. En al neemt liet Hof dit sprookje als bewezen aan. dan is beschuldigde volgens de jurispru dentie van den Hoogen Raad toch toe rekenbaar voor de gevolgen der daden van zijn mededaders, zelfs al zijn die gevolgen door hem niet gewild. Doch het O. M. slaat aan dit sprookje geen geloof, daar alle getuigen in de nabijheid van het huis van Jansen slechts een persoon hebben gezien. Beschuldigde heeft dus volgens den procureur-generaal alleen den moord gepleegd; dit blijkt ook o. a. uit de om standigheid, dat zijn kleeren met bloed bevlekt warendat verder het eindje touw, dat men bij den verslagene vond en waaraan diens horloge was bevestigd geweest, met bloed was bevlekt. De dief van het horloge moet dus tevens de moordenaar van Jansen zijn geweest. De knoop van de jas van beschuldigde is teruggevonden onder het lijk van Jansen, zoodat een worsteling tusschen hem en beschuldigde voor den moord moet heb ben plaats gegrepen. Do diefstal, die aan beschuldigde ten laste is gelegd, is in confesso en wordt door voldoende aanwijzingen gesterkt. De doodslag, die door beschuldigde is bedreven, was vooraf beraamd en moet dus al moord worden gequalificeerd. Op grond hiervan requireert Z.E.G.str. tegen beschuldigde levenslange tuchthuisstraf, met last van aanplakking van het arrest te Wageningen en te Arnhem. De verdediger, mr. Thomas, meende dat hier de mogelijkheid zeer goed was aan te nemen, dat meer dan een persoon in het huis van den verslagene op den morgen van den moord bij den diefstal was tegenwoordig geweest. Verder be streed pleiter de bewering van het O. M., dat hier het bewijs zou geleverd zijn, dat Regeling den doodslag zou hebben gepleegd, en ontkende voorts, dat het bewijs der premeditatie in casu aanwe zig was. liet Gerechtshof bepaalde de uitspraak in deze zaak op een nadere zitting. De diplomatieke betrekkingen tus schen Frankrijk en Rumenië zijn reeds eenigen tijd gespannen en het geschil dat er toe aanleiding gaf betreft den handel. Een handelsti actaat tusschen de twee landen bestaat niet en gedurende vele jaren weid van de Fransche artikelen bij invoer in Rumenië een matig recht ge heven. De verhooging der invoerrechten op granen en vee, waartoe Frankrijk onlangs is overgegaan, treft juist de eenige artikelen welke Rumenië daarheen zendt, en nu heeft de Rumeensche regeering bij wijze van represaille opgehouden Frankrijk op den voet der meest begun stigde natie te behandelen Het kabinet van Parijs komt met nadruk hiertegen op en door den heer Oidega, zijn ver tegenwoordiger in Bucharest, is bij de Rumeensche regeering officieel geprotes teerd tegen hare weigering aan Frank rijk het tot dusverre gevolgde stelsel bij voortduring toe te passen. Nadat men zeer veel gebabbeld heeft over de waarde der inenting tegen de tholeia in Spanje, is men eindelijk, volgens de mededeelingen van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, tot een resultaat gekomen. De geneeskundige commissie heeft nl. een gunstig advies uitgebracht over de inenting van dr. Fer- ran, zoodat het verbod om daarmede voort te gaan, zal worden ingetrokken. Men beweert echter nog niet dat men een afdoend middel gevonden heeft, maar is van meening dat de tijd zal moeten loeren in hoeverre de kunstbewerking als tegengift werkt. Kwaad kan de proef neming in allen gevalle niet. In Ierland heerscht groote vreugde over den val van het liberale kabinet- Gladstono en het optreden van het con servatieve ministerie. Te Navan deden de nationalisten een manifestatie als af scheidsgroet aan lord Spencer. Een groot vreugdevuur op de gemeenteweide gaf hunne blijdschap over zijn vertrek te kennen. De beeltenis van den ex-Onder- kouing werd rondgedragen en daarna aan de vlammen prijsgegeven. Vervolgens hield een priester een toespraak, waarin hij de bedrijvers van die daad hoogelijk prees. In Oostenrijk is een merkwaardige herderlijke brief verschenen. Geheel het episcopaat, nl. de 33 aartsbisschoppen en bisschoppen, heeft, als uitvloeisel der vóór eenige maanden te Weenen gehouden conferentie, een mandement uitgevaar digd, waarin de steeds toenemende on godsdienstigheid, de onverschilligheid en het materialisme onzer dagen veroordeeld worden. De prelaten schieten hunne scherpste pijlen af op sabbathschenders en de vrijmetselaren, en verbieden het lezen van de dagbladen, een zeer klein getal uitgezonderd. Vóór dat dit herder lijk schrijven werd openbaar gemaakt, hadden de onderteekenaren' een udies bij de Regeering ingediend, houdend drin gend 0111 wetten en voorschriften in over eenstemming met hunne beginselen en leerstellingen. De cholera neemt in Spanje nog steeds op verschrikkelijke wijze toe. Overal in de provinciën Murcia en Valencia. In deze beide provinciën kwamen vol gens een telegram van de Indep. Hclge negenhonderd gevallen van de ziekte voor, waarvan 435 doodelijk te Madrid kwamen negen gevallen voor, waarvan vier doodelijk en zes gevallen waarvan drie doodelijk in de omliggende ge meenten. De cholera is ook uitgebroken in de provincie en de stad Toledo, die tot nu toe waren gespaard gebleven. Ook te Sarogoza en te Huena heeft de ziekte zich vertoond. De ministers Canovas del Castillo en Romero Robledo zijn te Murcia met geestdrift ontvangen. Zij heb ben zeventig duizend francs aan de door den geesel geslagen inwoners uitgedeeld. De sterrenhemel gephotographeerd.- Nadat het den Porijzer photograaf Henry is gelukt, een photographischen toestel te maken, die aari alle eischen van de sterrekundigen voldoet, heeft het Parijzer observatorium besloten, door middel van dien toestel den geheelen sterrenhemel photographisch op te nemen. De voor- loopige proeven zijn uitstekend gelukt, b. v. na een expositie van een uur ver kreeg men eene photographic van een vlek je des hemels, op hetwelk men 2790 sterren van de le tot de 'J4de grootte kan tellen. Het teekenen van zulk eene kaart zou stellig verscheiden maanden van ingespannen arbeid gekost hebben, om niet te spreken van de veel grootere nauwkeurigheid. liet photographisch op genomen stukje hemel maakt het 41,000ste deel van den hemelbol uit en toont 2790 sterren aan. Ceteris paribus zouóen er ongeveer 22'/a millioen sterren zijn van de le tot de 14e grootte, waarbij dan nog komen de kleine sterren en de nevel vlekken. Zondag den 5. Juli, des morgens om negen ure en des namiddags te twee ure, zal de godsdienstoefening der Vrije Ger. Gemeente alhier geleid worden door den heer ltoelots uit Punteren. Morgenavond heeft er in de remon- strantsche kerk eene vocale en instru mentale uitvoering plaats (zie achter staande advertentie), waarop wij onze lezers nog eens attent meenen te moe ten maken. De keuze der uit te voeren nummers, zoowel die voor het vierstemmig zangkoor als de soli en duo's voor orgel en viool kunnen wij niet dan gelukkig noemen, terwijl met het oog op hetgeen we reeds vroeger van het koor hoorden, wij ook ditmaal iets goeds meenen te mogen verwachten. De le luitenant J. C. Camerling Helmolt, van het dépót-escadron van het le regiment huzaren te Amersfoort in garnizoen, is ingaande 1 Juli overgeplaatst bij 'tic regiment huzaren te Zutfen. Onze stadgenoot, de heer dr. II. J. Reijnders slaat No. 2 op de voordracht voor leeraar in de oude talen aan het Gymnasium te Amsterdam. De verpachting, voor den tijd van zes jaren, van het jachtrecht op ruim 142 hectaren grond en water der Greb- belinie van de Zuiderzee tot den Rijn, onlangs door den heer ontvanger der registratie te Amersfoort gehouden, heeft opgebracht f 119,60 per jaar. liet totaal bedrag, waarmede de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen in het waterschap »de Eem" wegens kosten van onderhoud der waterkeerende en waterlozende werken behoort te worden verminderd, is be paald op f14361.05; in het waterschap »de Slaperdijk" op I226.8S en in het waterschap tule Bunscholer veen- en veldendijk" op nihil. In de Nieuwe Rotterdamsche Cou rant van Zondag 28 Juni II. lezen wij het volgende. Te Amersfoort werd op 14 April tot lid van den Raad gekozen de burgemees ter Jhr. mr. T. A. J. van Ascli van Wijck die echter geen zitting heeft genomen. Toen namelijk voor eene tweede vaca ture bij tweede stemming gebleken was, dat de meerderheid der kiezers staat aan de zijde van hen, die 's burgemeesters inzichten op onderwijsgebied niet deelen, verklaarde hij bij een schrijven in de Amersfoorlsche Courant, dat hij zijn ge loofsbrieven niet zou inzenden, omdat zijn verkiezing blijkbaar niet uit instem ming der kiezers met zijn beginselen voortvloeide. Tevens verklaarde hij zich bij de periodieke aftreding dezen zomer niet herkiesbaar te zullen stellen, onder opmerking dat, wilden de kiezers gehan deld zien in den zin als hij noodig acht op gebied van onderwijs en financiën (verhooging van schoolgeld met beper king van uitgaven), hun de gelegenheid niet 7.ou ontbreken van daarvan blijken te geven. Naar aanleiding nu van deze handel wijze is door eenige ingezetenen van Amersfoort een adres aan den Minister van binnenlandsche zaken verzonden, waarin zij onder mededeeling der feiten verklaren dat zij zich niet willen uitlaten over het al of niet voegznme der houding van het hoofd der gemeente tegenover den Raad, dat zij echter op de ophanden zijnde periodieke verkiezingen zich ver plicht gevoelen den Minister te vragen of het bijgevoegd manifest, of welken naam zulk schrijven ook dragen moge, waarin als 't ware aan de kiezers wordt voorgeschreven, welke opinie en wenschen zij zullen moeten koesteren, willen zij het voorrecht hebben, zich door hem, mani festant, te zien vertegenwoordigd, eri dat iu de wereld werd gezonden naar aan leiding eener verkiezing die heeft plaats gegrepen en met heenwijzing naar stem mingen, die spoedig overeenkomstig den wettig gestelden termijn zullen moeten plaats grijpen niet moet worden ge acht te behooren tot eene ongeoorloofde inmenging en invloeduitoefening op de eventueele verkiezingen, waarvan vooral de burgemeester eener gemeente zich heeft te onthouden. Redenen waarom zij den Minister ver zoeken om, wanneer hij hun waardéering van die handelwijs juist oordeelt, zijn veelvermogenden invloed aan ie wenden ter voorkoming van handelingen als bo vengenoemd. van het verhandelde in de gemeente raadszitting van Maandag 29 Juni. Het verzoek der r. e. kerkbesturen om vergunning tot het leggen van een brugje over de binnen-Singelgracht, om le die nen als uitgang voor de nieuw te bou wen school aldaar, is toegestaan. Over het bezwaar, dat dit brugje in de onmid dellijke nabijheid van de Hellebrug zou ontsieren, stapte de raad met B. en W. heen, omdat het hier gold eene inrich ting van onderwijs, en de voorwaarde tot betaling eener jaarlijksche recognitie van f 5, door B. en W. bedongen, werd geschrapt, omdat de vèrplichting tot onderhoud van den walkant onder de brug reeds aan de adressanten was op gelegd. De behandeling van het verzoek der besturen der voorbereidende school voor lager onderwijs op de Langegracht en de bijzondere school voor christelijk-nationaal onderwijs om subsidie, verplaatste den raad in de onderwijs-quaestic. De heer Scheltema, het jongste lid van den raad. die in zijn maidenspeech zich als een goed spreker deed kennen, en de voor zitter ontwikkelden, ieder vanhunstand- punt, hunne meening over de oude strijd vraag in hoeverre scholen, als de beide hier bedoelden de eene voor neutraal onderwijs, de andere eene voorbereidings klasse voor eene school met den bijbel toegankelijk zijn voor kinderen van ouders van iedeie richting. "Wat de aanvraag zelve betreft, gaf blijk baar den doorslag.de herinnering dooi den heer van Beek, dat eenige jaren geleden dergelijk verzoek door den raad werd afgewezen, oindat men van oordeel was, dat voor bewaarschoolondetwijs geen geld uit de kas der gemeente be hoorde te worden gegeven. Op dien grond verklaarde de heer van Beek te zullen stemmen tegen het advies van B. en W., waarbij het verzoek van de bei de besturen om eene subsidie van f350, of zooveel minder als zou blijken noodig te wezen tot dekking van het tekort voor den loopenden dienst, niet voor inwilliging vatbaar werd geacht, doch voorgesteld werd aan ieder der beide inrichtingen tot wederopzeggens eene subsidie van f 100 'sjaars toe te staan. De raad verwierp dit voorstel, wat de Fröbelschool op de Langegracht betreft, met 7 tegen 4 stemmen; wat de andere inrichting aangaat, met 8 tegen 3 stem men. Het recht tot het houden van de bank van leening is weder voor een jaar ver pacht aan den tegenwoordigen pachter W. van Wisseling, tegen betaling van f50. Een voorstel van B. en W. tol amotie van de voormalige portierswoning aan de Slijkpoortsbrug, thans tot woning, voor een der agenten van politie gebe zigd, en om in verband daarmede het politie-bureau bij de voormalige Utrecht- sche poort uit te bouwen, opdat daar voortaan gelegenheid zij tot huisvesting van een agent, vond bestrijding bij de meerderheid van de commissie van fa bricage. De afbraak van eerstgenoemd gebouw, die werd aanbevolen als zullen de strekken tot verfraaiing van een der voornaamste toegangen tot de gemeente, werd door haar om die reden alleen niet gerechtvaardigd geacht. Het voor stel betreffende de verbouwing van het politiebureau, werd krachtig aanbevolen door den voorzitter, opdat er een einde zon komen aan den tegenwoordigen toe stand, waarbij dat bureau gedurende den nacht geheijl zonder toezicht is. Het bezwaar, dat daaraan verbonden was, met het oog op de algemeene veiligheid en ook omdat daardoor arrestanten, die er af en toe verblijf houden, des nachts onbewaakt zijn, werd over 't algemeen erkend, maar toch bleek er bezwaar te bestaan tegen deze verbouwing, omdat men meende, dat een politie-bureau meer thuis behoort in het midden der stad, en dit gebouw dan ook indertijd slechts tijdelijk voor politie-bureau was bestemd. Dit punt zal overigens in een volgende vergadering meer a fond besproken worden, omdat door den heer Scheltema een voorstel is aangekondigd, om B. en W. uit te noodigen, een on derzoek in te stellen, of't niet wensche- Iijk is, dit bureau te verplaatsen naar het midden der stad. De voorzitter verklaarde intusschen reeds dadelijk, dat hij voor zich daartegen waarschuwt; aan de Utrechtsche poort, de voornaamste toegang tot de stad en in de onmiddel lijke nabijheid van het spoorwegstation, kwam het burean hem juist zeer gunstig geplaatst voor. Bij de stemming werd het voorstel tot verbouwing van het bureau aan de Utrechtsche poort verworpen met 10 te gen 1 stem; het andere deel der voor dracht werd daarop ingetrokken. Aan B. en W. is een crediet verleend van f 200 tot aanschaffing van een nieuw model sproeiwagen, die meer zal inhou den dan de tegenwoordige wagens en zich van dezen vooral onderscheidt, om dat hij zal kunnen worden gevuld aan de openbare pompen, op velschillende punten der gemeente verspieid. Tot lid van de gezondheids-commissie is benoemd mr. J. Heijligers, ter vervan ging van mr. A. A. de Vries, die wegens vertrek had moeten bedanken. B. en W. hebben aan den raad kennis gegeven, dat zij hun voorstel tot verhoo ging van het schoolgeld aan het gym nasium en aan de hoogere burgerschool hebben ingetrokken. Dit voorstel was in gediend, naar aanleiding van een wensch, bij het onderzoek der begrooting van het loopende jaar in de afdeelingen ge uit, waarbij verhooging van schoolgeld, speciaal voor de leerlingen, van buiten de gemeente komende, aan B. en W. ter overweging was aanbevolen. Tegen der gelijke verhooging, hoewel met de letter van de wet niet in strijd, was echter door den minister van binnenlandsche zaken bezwaar gemaakt. De algemeene verhooging van f 60 op f 80 voor het gymnasium en van f 50 op f 60 voor de hoogere burgerschool, is afgestuit op de ongunstige adviezen van curatoren en van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, en de uitkomst van hetdaarop gevolgde onderzoek in de afdeelingen, die B. en W. de over tuiging gaf, dat het voorstel geen kans had om te worden aangenomen. De schuttersraad zond de rekening en verantwoording in van het in 1884 ge voerd beheer ten dienste der d.d. schut terij. In ontvangst en uitgaaf wijst de rekening een bedrag aan van f 1748.81. De firma Hamers en Van Beek heeft een verzoek ingezonden, waarbij zij ten behoeve van 't spoelen harer garens den afstand vraagt, tegen eene jaarlijksche retributie, van 16 M- van het aan de gemeente behoorende terrein bij den steiger buiten de Kamppoort, orn daar een spoel te maken met behoorlijke af schutting. B. en W. zullen daarom trent den raad preadviseeren. Door den 'Raad der gemeente Amersfoort is onderstaand rekest gezonden aan de Staten dor provincie Utrecht: Aan de Staten der 'provincie Utrecht. Geeft met verschnldigden eerbied te ken- ueu DE RAAD DER GEMEENTE AMERS FOORT, dat tot zijn leedwezen het dd. 11 Novem ber jl. ingezonden adres, om niet overeen komstig het advies van heeren Gedeputeerde Staten van Utrecht afwijzend te beschikken op het adres dd. 22 Juni 1SS4, doch in nader overleg te treden met het gemeente bestuur van Amersfoort, in uwe vergadering van den 18. November 18S4 „voor kennis geving" is aangenomen, en dat overeen komstig het advies van heeren Gedeputeerde Staten besloten is afwijzend te beschikken op het adres dd. 22 Juni 1S84; dat het hem echter voorkomt dat niet mag worden aangenomen, dat uwe vergadering niet wilde treden in het verzoek gedaan bij adres van den 11. November 1SS4, want dat, zoowel een der leden van de commissie als de heer Bastert verklaard hebben te willen ondersteunen een voorstel om een nader onderzoek iu te stellen, en het dus mogelijk is dat een dergelijk voorstel bij uwe vergadering ingang had kunnen vinden dat zoolang daaromtrent niet is gebleken, de Raad geene vrijheid vindt, om of hau- delend op te treden en een besluit te nemen tot verbetering vau de rivier de Eem en van hare uitmonding, indien Rijk, Provincie en Gemeente geldehjken steun verleenen, of te besluiten tot het niet langer onderhouden van werken buiten zijn grondgebied gelegen, en het doen van uitgaven daarmede in be trekking staande, of den tegenwoordigen niet wel te rechtvaardigen toestand te doen voort duren dat het hem daarom wenschelijk voorkomt zich andermaal tot U te wenden met een ver zoek, overeenkomende met dat, gedaan bij adres dd. 11 November jl. dat eene beslissing dat de voor Amers foort zoo belaugrijke zaak nader door U wordt onderzocht, niet behoeft in te sluiten dat het initiatief door de Provincie behoort ge nomen te worden, doch gelegenheid aan biedt om de zaak nog van eene andere zijde te beschouwen dan heeren Gedeputeerde Staten dat ook al werd dientengevolge de wen- schelijkheid uitgesproken dat het initiatief behoort uit te gaan van het Provinciaal be stuur, daarmede nog niet wordt uitgemaakt dat de rivier in eigendom en beheer bij de Provincie behoort te komen en het onder houd vanwege de Provincie zal behooren te geschieden dat toch het initiatief kap plaats hebben van wege het Provinciaal bestuur, zelfs al droeg de Provincie niet bij in de kosten J dat het, na hetgeen de Minister van wa terstaat, handel en nijverheid verklaard heeft, en na de beslissing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal wenschelijk voorkomt, dat althans »het initiatief tot eene behoor lijke regeling, waaraan ongetwijfeld behoefte bestaat en waarbij zoowel op de belangen der scheepvaart als op die der afwatering zal zijn te letten, van het Gewestelijk be stuur moet uitgaan." (Bijlagen zitting Tweede Kamer 1882,'83, No. 454, bl. 4); dat bovendien nader onderzoek wenschelijk schijnt, omdat het voorkomt dat heeren Gedeputeerde Staten minder juist zijn in gelicht omtrent de kosten aan het tegen woordig onderhoud verbonden waar zij schijuen te meenen dat de baten welke de gemeente jaarlijks althans tot en met 1880 trok, f5000 zoude bedragen; dat het Dagelijksch bestuur ontkent, ooit of immer, zoover het kan nagaan, aan Gedeputeerde Staten te hebben medegedeeld, dat de jaarlijksche uitgaven bedroegen f 2000, tegenover een ontvangst vau f 7000, en indien de daaromtrent vanwege Gedeputeerde Staten gedane mededeeliug geput wordt uit de missieve van den 3. Juni 1881 aan Gedeputeerde Staten, een nauwkeurig lezen van die missieve zal aantoonen, dat werd medegedeeld dat iu 1880 de gewone uit gaven waren f 2000 en de buitengewone uitgaven f 5000, zoodat in 1880 zelf niets was overgeschoten, doch omtrent andere jaren niet wordt gesproken. dat door den heer Melvil van Lvnden juister cijfers waren aangehaald, al heeft deze niet medegerekend de uitgaven voor het verdiepen van de haven, tractement van havenmeester, gaardermeester aan de Eem- brug, overwegen, bijdrage aan het Eemeollege, pont, enz., en dat, waren die uitgaven medegerekend, blijken zou dat de baten jaarlijks van 1870 tot 1880 niet meer dan f2000 hebben bedragen; dat in de jaren 1880/84 is ontvangen f 15620,84''a en uitgegeven f 13415,42, en derhalve voor den tegenwoordigen tijd elk voordeel vervalt dat het behalen van oordeel ook geenszins in de bedoeling ligt, al zou mogen worden aangenomen dat met het oog op de groote sommen, vroeger besteed, eene geringe rente niet onrechtmatig was; dat echter de vraag of de gemeente groote voordeelen behaald heeft, zoowel in de stuk ken als in het debat als een belangrijke factor is aangemerkt, en het nader onderzoek van dit punt derhalve niet overbodig mag worden aangemerkt, al zou kunnen worden gevraagd of niet juist voor hen die beweren dat de gemeente groote voordeelenbehaalt, het afstand doen van die voordeelen, aan leiding kon zijn lettende op de groote opofferingen welke de gemeente zich alsdan wilde getroosten de zaak krachtig te steunen dat zonder twijfel meer op ondersteuning van Staatswege is te rekenen wanneer de regeling uitgaat van het Gewestelijk bestuur, omdat daaruit èn blijken zou dat meer al gemeene belangen bij de zaak betrokken zijn, èn meer waarborgen werden verkregen voor deugdelijke uitvoering dat de vraag in uwe vergadering gedaan is, of de gemeente Amersfoort wel bereid zou bevonden worden '/j der kosten te dra gen, ook al trokken de andere gemeenten zich terug dut duidelijk is uitgesproken dat de gemeente ook alsdan wilde onderhandelen op den voet van bijdragen voor V) doch dat natuurlijk geen definitief besluit kan worden genomen, alvorens vaststaat het werk dat noodig wordt gerekend door de verschillen de partijen, en de kosten begroot zijn dat de Gemeenteraad de overtuiging koes tert dat alleen op initiatief van het Provin ciaal bestuur de zaak tot een gewenscht einde kan geraken, en dat verbetering van de rivier de Eem en van haren mond, zeer krachtig kan bijdragen tot den bloei der gemeente, juist nu van uit Amersfoort alle deelen van ons Vaderland gemakkelijk te bereikeu zijn langs spoorwegen dat eene gemeente waar bóven 7 0 opcen ten op de personcele belasting, een hoofde lijke omslag geheven wordt die bijna het dubbel bedraagt van het */s der personeele belasting, moet weten met welke uitgaven ze volstaan kan, en derhalve moeieiijk kan op zich nemen alle eventueele latere kosten. Redenen waarom andermaal uwer vergade ring in overweging gegeven wordt, om de vraag, in hoever het wenschelijk is dat het Gewestelijk bestuur de regeling betrekkelijk verbetering van de rivier de Eem aanvat, nader te overwegen. TJtrcclit. Gisterenmiddag omstreeks half twee werd de 20-jarige v. G. als lampenist in dienst der Ned.-Rijnspoor- wegmaatschappij, terwijl hij nabij den Leidschen overweg alhier de rails ever- stak, om zich naar zijn werk te begeven, door de machine eener van Amsterdam komende sneltrein gegrepen en een twintigtal passen medegesleept, met het treurig gevolg, dat hij deerlijk verminkt van den weg werd opgenomen en wei nige oogenblikken later overleed. Zeist. Op den weg van hier naar de Bilt, schrikte Donderdag een paard van een rijtuig, voor een kermiswagen, juist

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 2