nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Maggie Wilson.
N. 84.
Woensdag 21 October 1885.
Veertiende Jaargang
VOOR
abonnementsprijs
VERSCHUW WOENSDAG E.V ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentiên:
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE CODBANT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer B Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De heer G. L. Funke, de bekwame
en ijverige Directeur van het Nieuws van
den Dag is Zondag j.l., te Hilversum in
den ouderdom van 48 jaren overleden.
Op het internationale sanitaire con
gres te Antwerpen is door dr. Van der
Velde de mededeeling gedaan, dat Neder
land en België besloten hebben, in on
derlinge overeenstemming dezelfde maat
regelen tot het afweren van besmettelijke
ziekten, en in deze in het bijzonder van
de cholera toe te passen. H.Dgbl
Eenige timmerlieden, te Amsterdam
hebben het plan opgevat om eene circu
laire te verspreiden, waarin zij wijzen op
de tijdsomstandigheden en het gebrek
aan werk. Zij verzoeken om eenigen
arbeid, hetzij die bestemd is voor huis
houdelijke behoefte, hetzij van meer
bouwkundigen aard is. Zij zijn huisva
ders, en komen niet alleen op voor liet
belang van hun zeiven, maar in de eerste
plaats voor dat van kunne gezinnen.
In de legerplaats te Oldebroek is
de kwade droes onder de paarden, aan
het Rijk toebehoorende, voorgekomen.
Eén paard is afgemaakt en op de ge
bruikelijke wijze begraven. Voorts is een
stal met 12 paarden verdacht verklaard,
waaromtrent de noodige voorzorgsmaat
regelen zijn genomen.
Het is goed dat het weèr verbe
terd is, want de landman had groote
behoefte aan droogte. In de streken
waar de suikerbieten op het land lagen,
kon men door bet drassige van den grond
onmogelijk met karren rijden, zoodat de
bieten niet vervoerd konden worden naar
de suikerfabrieken, die gedwongen waren
de aangevangen werkzaamheden te staken.
De zaaitijd is er, maar de boer moet
met zaaien wachten op verbetering van
weèr. Het nadeel dat voortspruit uit de
noodzakelijkheid om de koeien uit het
land te halen, is ook niet gering.
Verscheidene liberale kiesvereeni-
gingen hebben zich, evenals jBurger-
plicht" te Amsterdam, veiklaard tegen
het beginsel der liberale Unie, om in de
Grondwet bepalingen op te nemen, die
bet kiesrecht regelen.
Het beeld van mevr. Kleine als
Juffer Scrklaasis in de verzameling van
het Panopticum te Amsterdam opge
nomen.
Uit Delftshaven wordt gemeldt:
Nog dagelijks vervoegen zich alhier
werklieden, ter bekoming van werk aan
de baggerwerken van de heeren Volkers
en Bos iu Spanje, doch, daar de opzichter,
belast met het aannemen van volk, reeds
derwaarts vertrokken is, is hunne reis
doorgaan^ te vergeefs.
Bij de opgravingen voor het leggen
van het groote riool in de Bagijnegas te
Nijmegen is een sarcophaag van ruim
twee meter lengte gevonden, waarin nog
een aarden kruikje en een paar andere
voorwerpen van Romeinschen oorsprong
aanwezig waren. Het steenen graf is
naar het Raadhuis overgebracht om al
daar bij de verzameling gedenkstukken
van geschiedenis en kunst bewaard te
worden. Het is intusschen jammer dat
de zijwanden door de werklieden, die het
voorwerp niet kenden, zijn vernield; doch
de stukken daarvan zijn bijeenverzameld,
zoodat men de sarcophaag wellicht weer
geheel in elkaar kan zetten.
Men schrijft uit Oldebroek aan de
N. I?. Ct.
»Or.der deze gemeente vindt de vrij
willige afstand van grond ten behoeve
van den Kon. Nederl. Locaalspoorweg
tegenstand. O. a. heeft een eigenaar voor
een gewoon stukje bouwland, dat ontei
gend moet worden, een prijs gevraagd,
berekend tegen f50.000 de hectare. Vol
gens de Zw. Ct- belemmert de burgemees
ter van Oldebroek, die de betrokken
eigenaren onder zijne gemeente in hun
belang bij elkaar heeft geroepen, de vrij
willige overdracht der gronden zeer.
Door enkele eigenaren althans zijn onder
zijne adsistentie allerlei denkbeeldige ge
varen (schrikken van paarden enz.) op
geworpen, welke natuurlijk van invloed
zijn op de prijzen. Het schijnt dat een
spoorweg al evenmin genade vindt in de
oogen van den burgemeester als eene
velocipède."
In Gelderland en Overijsel zijn
de prijzen der vette runderen lager dan
in 20 jaar het geval was. Voor de puik-
ste waar besteedt men 64 ct. per KG.
Een winkelier in paardenvleesch te
Leiden had den volke verkondigd, dat hij
heden (Maandag) tusschen 12 en 3 ure
aan ieder een half kilo paardenvleesch
gratis zou verstrekken. Het was te ver
wachten dat de opkomenden talrijk zou
den zijn, en daarom hield de politie in
den omtrek toezicht. Reeds spoedig werd
de orde gestoord, doordien iedereen zich
het eerst meester wilde maken van het
beloofde waarbij zelfs een der agenten
een hevigen stomp tegen de borst be
kwam. Daarop verschenen twee inspec
teurs van politie die de woning door de
agenten deden afzetten, en poogden tel
kens 5 personen te gelijk naar binnen
te doen gaan. Daar ook die maatregel
niet hielp en allen te gelijk naar binnen
wilden, werd de winkel gesloten. Het
publiek bleef echter staan, zoodat de pas
sage gestremd bleef, waarop de commis
saris van politie, intusschen ter plaatse
verschenen, het publiek bekend maakte,
dat er geen vleesch meer verstrekt werd,
onder aanmaning tevens dat ieder zijns
weegs zou gaan, terwijl de politie-agenten
werden heengezonden. Toen was, behalve
dat enkele nieuwsgierigen nog bleven
staan, de circulatie weder vrij.
(N. R. C.)
Te Gorinchem is de stoom-brood-
fabriek in den nacht van Zaterdag op
Zondag totaal afgebrand. Door het spoe
dig en krachtig optreden van de brand
weer, werden de vlammen gestuit en
bepaalde de brand zich alleen bij de
fabriek, die geheel uitgebrand is en het
eigendom van den heer Poldermans was.
Het gebouw en het materieel waren ver
zekerd. De oorzaak is onbekend.
Er is een blijspel verschenen geti
teld: Freiherr von Münchhauscn; het
is de eerste dramatiseering van den be
roemden leugenheid, 100 jaren na de
verschijning van het bekende volksboek.
Het bestuur der maatschappij» Een
Nationaal Belang" heeft voorgesteld, het
kapitaal van f 50,000 op f 75,000 te
brengen. Voor beplanting van de lijn
GeldermalsenDordrecht zou voorloopig
f 10,000 worden uitgegeven. De alg. ver
gadering zal op 4 Nov. beslissen.
Te Amsterdam is onder den naam
iMorphy" een blad verschenen voor
schaakspelers en liefhebbers van het
schaakspel onmisbaar. De redactie belooft
hare lezers op de hoogte te zullen hou
den, van alles wat in binnen- en buiten
land in de schaakwereld voorvalt, meer
of minder samengestelde prollemen op te
nemen, overzichten te geven van hier te
lande of daarbuiten door groote meesters
gespeelde partijen, kortom al wat de be
langstelling van de schaakspelers kan op
wekken onder hunne oogen te brengen.
Het blad dat den In en 15n van elke
maand verschijnt kost slechts f 4.per
jaar. Het eerste nummer dezer Neder-
landsche Schaak-Courant, waarvan wij
inzage mochten nemen, ziet er goed uit
en durven wij daarom een abonnement
op dit blad met vertrouwen aan te be
velen.
Gedurende de maand September
werden bij het Koloniaal Werfdepöt
aangenomen 90 vrijwilligers, w o. 72
Nederlanders, 14 Duitschers, 3 Zwitsers
en 1 Belg. terwijl 32 militairen van andere
korpsen werden overgenomen.
In die maand vertrokken naar Oost-
Indië 121 militairen, en wel 93 Neder
landers, 23 Duitschers, 3 Zwitsers en
2 Belgen, en keerden daaruit terug een
le luitenant en 75 minderen, nl. 43 Ne
derlanders, 10 Duitschers, 13 Belgen,
5 Franschen, 2 Zwitsers, 1 Luxemburger
en 1 Afrikaan; deze waren gemiddeld
8 jaren in Indië gebleven, 35 hunner
verlieten den dienst met pensioen en
20 met paspoort, terwijl de positie van
de overigen nog nader geregeld rnoet
worden.
Omtrent de pseudo oogarts-biblio
thecaris Jan van der Vliet, die te Delft
werd gearresteerd, verneemt de D. Ct.
nader, dat hij heikend is als te zijn
Christoflfel Ahaspherus Wunderlich, ge
boren te 's-Boscii den 26sten Mei 1849.
Oplichterij schijnt zijne voornaamste be
roepsbezigheid te zijn geweest, alhoewel
hij van diefstal ook niet afkeerig schijnt
te zijn. Althans werd hij in 1872 door
den krijgsraad te 's Bosch wegens dief
stal veroordeeld tot zes jaren kruiwagen-
straf en in 1880 te Dresden tot vier ja
ren tuchthuisstraf wegens oplichterij.
Het laatst was hij oppasser bij het Ge
nootschap Natura Artis Magistra te Am
sterdam.
Uit Wageningen meldt men ons:
Met genoegen vernam men alhier de be
noeming van den heer L. Broekema, ge
boren te Pieterburen (Groningen), leeraar
in de landbouwkunde aan de Rijksland
bouwschool, tot directeur dier inrichting.
Vooral voor de eigenlijke landbonwafdeelin-
gen is de keuze van zoo iemand die theo
retisch en practisch met de landbouw
bekend is, van veel belang. H.Bl
Een wegwachtster te Vucht vond
een vergezeld pakje, als postpakket voor
Arhem bestemd, en stelde het aan den
stationschef ter hand, zoodat het aan den
eigenaar kon worden afgegeven.
Als loon voor deze daad van eerlijk
heid werd haar door de Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen toe
gekend een eervolle vermelding.
Dit is ongetwijfeld eene onderscheiding
die op prijs mag worden gesteld, maar
als men de vrouw een gulden of een
paar kwartjes had gegeven, zou dit toch
wel zoo menskundig zijn geweest. Het
halsdoekje of boezelaar of het paar schoe
nen, die ze er voor kocht, zou het besef
van plichtsbetrachting veel meer bij haar
versterken dan eene ontasbare vermel
ding, die de toekomende week door
iedereen vergeten is, behalve door de
vrouw. Eene maatschappij houdt er
geen geheugen op na.
(Arnh. Ct.)
Naar het zich laat aanzien zal de be
weging op het Balkan-Schiereiland op
vredelievende onbloedige wijze worden
opgelost. Vorst Alexander heeft zijne troe
pen voorloopig teruggetrokken en de
quaestie berust nu geheel in handen van
Heeren diplomaten. Koning Milan van
Servië heeft verklaard, dat hij zich aan
den grondslag der tractaten houdt. Hij
legde deze verklaring af, naar aanleiding
van een hem door Vorst Alexander ge
daan voorstel, om gezamentlijk tegen Tur
kije op te treden. De besluiten van de
ambassadeurs der verschillende mogend
heden te Konstantinopel berusten op de
gemeenschappelijke opvatting, dat de
vraag van oorlog of vrede niet van de
wisselende stemming op het Balkan-Schier
eiland mag afhangen. In het memoran-
DOOR
MINORA.
*i)
Later is 't mij eerst duidelijk gewor
den, dat hjj mij méér liefhad dan zijn
oudsten zoon, en later bleek mij eerst
waarom hy hem niet liefhad maar
hierover gezwegenik heb het recht
niet hierin mijn eigen oordeel uit te
brengen gij weet nu, Maggie, door hoe
veel liefde mijn jeugd, mijn kinderjaren
werden bestraald. Nooit gaf ik mij aan
de mogelijkheid over dat dit alles eens
een einde zou nemen, nooit dacht ik
ach, geen wonder 1 ik wist toch niet wat
dood zijn was 1 Gebeurde het eens, dat
papa en ik op onze wandelingen een
Ijjkstoet tegenkwamen, dan was het ant
woord op mijn vraag, wat dat wel voor
een zwarte wagen was, het eenvoudige:
»een rijtuig, dat ons allen naar een
groote rustplaats brengt." Vroeg ik hem
in kinderlijken eenvoud, waar die groote
rustplaats wasdan nam hij mij op den
arm, vatte mijn hand in de zjjne en ons
beider voorvinger bij elkander brengende
wees hij naar boven, naar den blauwge-
welfden hemel; »Daar is onze rustplaats,
lieveling I daar zullen wij eens allen
wonen 1" Jaren verliepen en mijn vader
begon de bede om met hem te mogen
wandelen, dikwijls van de hand te wijzen;
de dokter kwam eiken dag en verbood
alle vermoeienis zoo ging er wel eens
een dag om, waarop ik niet tot hem
komen mocht. Ofschoon ik toen reeds 16
jaren was, wist ik niets van de doode-
lijke kwaal der tering af, kortom, dit
alles was mij onbekend. Was papa weer
eens beter, dan zat ik trouw voor den
grooten leunstoel en las hem een of
ander voor; somtijds nam hij dan met
een ongeduldige beweging mijn hoofd
tusschen de vermagerde handen en staarde
mij lang en onderzoekend aan de goede
God bescherme u, myn hartje I was alles
wat hij zeide
ïNu weet ik, waarom hij Gods be
scherming voor zijn kind afsmeekte de
gedachte kwelde hem reeds dat ik eens
hetzelfde zou moeten lijden Zijn
bede is evenwel niet verhoord ge
worden.
ïEn nu ik van mijn zonnige jeugd
vol liefde en sympathie heb verteld kan
ik niet volkomen zwijgen van de zonne-
lctoze, koude dagen met hunne lange
nachten, die volgden, toen mijn vader
stierf
Groote tranen rolden langs haar wan
gen en de geheel verzwakte stem ver
bood haar voort te gaan.
Maggie begreep haar verdriet, en vol
liefde en zachtheid kuste zij de betraande
oogen.
Geruimen tijd zwegen beiden. Eindelijk
vervolgde Eugénie «Ach, Maggie dat
oogenblik vergeet ik van mijn leven niet
Men zegt, dat de tijd smarten verzacht
en wonden heelt reeds 8 jaren is 't
geleden, dat ik hem voor 't laatst zag,
en nog is 't alsof mijn hart, ineenkrimpt
van pijn, wanneer ik aan dat uur terug
denk Ja, Maggie I toen hij stierf was
ik in den tuin aan het bloemenplukken I
Men had mij met voorbedachten rade uit
de ziekenkamer verwijderd, daar papa
in de laatste dagen zeer aan benauwd
heden leed zijn sterven was een zwaar
oogenblik Ach, Maggie en ik was
er niet bij 1 Nog duidelijk herinnner ik
mij, dat dien dag een goede kennis van
mama mij eenige dagen bij zich te logee-
ren vroeg; ik weigerde, daar ik dan papa
niet zien kon, maar mama beschikte over
mij en nog diezelfden middag reed ik
weg, de bloemen achterlatende met de
bede die aan papa te geven ik mocht
hem ni^t meer zien, daar h\j sliep
Een week lang bleef ik weg, en toen ik
wederkeerde had de lijkkoets ook voor
onze deur stilgestaan en had het dier
baarste, wat ik op aarde bezat, zonder
laatsten groet of kus met zich medege
voerd naar de laatste rustplaats.
ïWat er verder met mij gebeurde,
toen ik als een waanzinnige naar die
leege, verlaten kamer stormde weet
ik zelve niet meer. Van mama vernam
ik later, dat een ernstige ziekte, typheuse
koorts, mij had aangetast en men ook
voor mijn leven vreesde, in éen woord,
meer dood dan levend werd ik naar
Mentona getransporteerd. Veertien dagen
lang duurde de reis, waarbij onze oude
dokter ons vergezelde."
Hier eindigde zij en begroef haar
hoofdje in de kussens. Een tijdlang ble
ven de oogleden vast op elkander ge
klemd het scheen alsof zij sliep.
Heilige ernst stond op het gelaat van
Maggie te lezen, toen haar door tranen
verduisterde blik op het bleeke gelaat
der vriendin bleef rusten. Plotseling
richtte Eugénie zich weder op de kalme
slaap was bediiegelijk geweest. Een
vreemd licht straalde uit haar oogen en
opgewonden sprak zij haastig:
x>Lieve hemel, Maggietot welke woor
den heb ik mij laten verleiden het
was toch iets gansch anders, wat ik u
wilde toevertrouwen.
»Doe dat nu niet, lieveling! Gij zijt
reeds afgemat door dat vertellen het
zal u nadeel doenl Rust nu een weinig.
Morgen schijnt de zon immers weder,
dan korn ik vroeg bij u en wij verhalen
elkander het leven en sterven van ons
j streven I"
Gelijk een gehoorzaam kind liet Eugénie
zich behandelen en geen woord van goed-
of afkeuring ontsnapte meer aan haar
lippen, toen Maggie er een langen af
scheidskus op drukte.
Eenzaam wandelde Maggie huiswaarts
en lang dacht zij na over de woorden
van Eugénie.
Den volgenden morgen was zij reeds
buitengewoon vroeg op om het afgespro
ken uur bij Eugénie door te brengen.
Voor zij heenging, verzamelde zij eenige
bloemen, bond ze tot een ruiker en
spoedde zich op weg. De lucht was don
ker en bedekt met onweerswolken,
ofschoon zich nog hier en daar een zon
nestraaltje steelsgewijze een weg baande
en van zonneschijn na regen verhaalde.
De dienstbode der douairière vanLan-
genveld, die Maggie steeds als een oude
bekende beschouwde, verzocht haar rnaar
naar boven te willen gaan, waar juffrouw
Eugénie wel zyn zou.
Wordt vervolgd